abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_46797578
Om een of andere reden ging het gesprek laatst, langzaam, over de emoties in TTK. Waarbij ik opmerkte dat in mijn ogen TTK weinig geëmotioneerd is, weinig passievol.
'Open eens een topic met als onderwerp 'spelling is niet belangrijk, als de ander mij maar begrijpt' ', suggereerde Automatic_Rock. 'Kijk dan eens wat er gebeurt '.

Naar mijn verwachting zou een discussie daarover weinig interessante logica met zich meebrengen, maar ik bedacht dat bij nader inzien een van mijn meer favoriete schrijvers: Rudy Kousbroek, zich nog wel eens best belangwekkend heeft uitgelaten over 'spellingshervorming'.
Waarop Automatic_Rock liet weten dat het alweer meer dan een jaar geleden was dat er zo'n soort topic was, en dat hij wel benieuwd was wat Kousbroek erover gezegd had. (En K. van het Reve, maar daarvan kan ik momenteel de collectie even niet vinden).

Ik heb de Kousbroekcollectie opgesnord, bedoelde stukken gezocht en gevonden, en bij gebrek aan scanner overgetypt. Typefouten en ommissies komen geheel voor mijn rekening. Voor de leesbaarheid heb ik witregels tussen de alinea's gezet.

Kousbroek heeft het hier over de spellingshervormers van eind jaren '70. Dat moet de zogenaamde progressieve spelling zijn (Aksie!), die het nooit tot officiële spelling heeft geschopt, maar her en der wel gebruikt is (en onderwezen).

Uit het 2e stuk (De Dordtse synode) heb ik een paar alinea's weggelaten die ingingen op een destijds misschien bekend promotiefilmpje. Bij nalezen vond ik van dat stuk speciaal de beschouwingen over 'debatteren' leuk om te lezen, als POLbewoner erg herkenbaar..
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
pi_46797580
Anafabeet in eigen land

Er is mij van verschillende kanten gesuggereerd "om nu ook eens iets te schrijven tegen de spellingshervorming'. Gegeven de motieven waarop de meeste tegenstanders van die hervorming hun houding baseren, ben ik met de veronderstelling dat ik ook tegen ben helemaal niet zo ingenomen. Als bijvoorbeeld iemand zich af kan vragen 'waar men blijft met zijn beoordeling over iemands prestaties wanneer de spelling zo wordt dat niemand kans meer heeft een fout te maken', dan is de conclusie dat de tegenstanders van de spellingsvereenvoudiging niet goed wijs zijn, nauwelijks onredelijk.

Er zijn een heleboel voor de hand liggende redenen om een taal zo op te schrijven als hij wordt uitgesproken, en maar betrekkelijk weinig om dat niet te doen. Maar in een dergelijk dilemma kan één reden al voldoende zijn. Op dezelfde manier kan iemand twaalf uitstekende redenen hebben om een rivier over te zwemmen; als die rivier bewoond wordt door krokodillen is dat maar één reden om op het droge te blijven, maar het is voldoende.Redeneringen a;s: 'Dat nadeel moet je op de koop toe nemen', 'Je moet er even doorheen' en dergelijke, zijn hier niet van toepassing.

Het is verwonderlijk dat in onze tijd van the medium is de message niet begrepen wordt dat de spelling een onderdeel is van de taal, en dat het veranderen van de spelling de mummificatie betekent van alles wat er in de oude spelling is geschreven.

Elke ingreep in de spelling is een ingreep in de taal. Bij een andere gelegenheid heb ik eens beschreven hoe in het Engels vertaalde Japanse wetenschappelijke publicaties pas ernstig werden genomen nadat zie in foutloos, idiomatisch Engels waren overgebracht. Wanneer het Engels gebrekkig was had men de neiging om te denken dat ook de inhoud van het artikel waardeloos moest zijn. Met een 'oude' spelling is het niet anders. Wanneer door de vorm (de spelling) van ieder woord boodschappen worden overgebracht als: oudbakken, achterhaald, zonderling, gecompliceerd, etc., dan deelt datgene wat met die worden gezegd wordt daar onherroepelijk in mee. Ook de inhoud van het in die verouderde spelling meegedeelde gaat zich dan voordoen als oudbakken, achterhaald, zonderling, en wat dies meer zij.

Een spellingsverandering, nadat zij is ingeburgerd, gaat zich gedragen als een barrière tegen alles wat vóór die tijd is geschreven. Dit omvat veel meer dan alleen 'de literatuur'. Wij hebben een geschreven cultuur, dat wil zeggen dat de continuïteit van alles wat wij doen en denken verloopt va geschreven taal.Die geschreven taal wordt, anders gezegd, op ieder tijdstip door ons gebruikt om boodschappen achter te laten voor diegenen die wij morgen zullen zijn; wij zijn om het zo te zeggen voortdurend bezig onszelf te informeren over wat wij aan het doen zijn. Een cultuur is het resultaat van evolutie, en het is die evolutie die door een spellingsverandering wordt afgebroken. Natuurlijk: de breuk is niet voor iedereen even volledig, maar het geldt juist het meest voor de zogenaamde 'grote massa', welke het op deze manier onmogelijk wordt gemaakt om zich die cultuur toe te eigenen; het is alsof haar wordt verhinderd zich meester te maken van haar verleden, van haar geschiedenis.



Nu is er bij een deel van de voorstanders van spellingshervorming ongetwijfeld een bewuste opzet om de 'massa' af te snijden van de cultuur in die betekenis, en in een situatie te brengen waar zij opnieuw moet beginnen. De bijbehorende opvatting is dat die cultuur niet deugt; het is de burgerlijke cultuur die eerst vernietigd moet worden om een nieuwe cultuur voort te brengen, etc.

Ik zou daar voor honderd procent voor zijn als ik erin kon geloven, maar ik houd het voor een tragische vergissing, een heilsverwachting. Nieuwe dingen zijn altijd het produkt van een evolutie, en als er een nieuwe mens mogelijk zal zijn dan zal die het resultaat zijn van een zich ontwikkelende cultuur. Een nieuwe manier van denken, als er zoiets kan bestaan, zal moeten voortkomen uit de oude en gebaseerd zijn op het verleden, op haar geschiedenis. De 'massa' afsnijden van de cultuur heeft juist omgekeerde resultaat. Als de mensen wordt verhinderd om zich meester te maken van hun geschiedenis zijn zij gedoemd om haar over te doen.

Maar nu ben ik al voorbij het punt waar ik wezen wilde. Waar het om gaat is dat dit het dilemma is dat vastzit aan een spellingsverandering. Als de tegenstanders van een spellingverandering zich nu in vredesnaam maar wilden houden aan één enkel argument: verandering van spelling betekent verandering van de taal een heeft tot gevolg dat de hele geschreven cultuur van voor dat tijdstip minder toegankelijk wordt. Het debat is dan tenminste dadelijk gesitueerd op het terrein waar het thuishoort. De vraag wordt dan: wil men dat, dan moet men de spelling veranderen, wil men dat niet, dan moet men haar zo laten. Dit dilemma heeft dus niets meer te maken met bijvoorbeeld de kwestie of de spelling voor kinderen meer of minder gemakkelijk is om te leren. Proefdictees en soortgelijke demonstraties zijn daarom irrelevant en het betwisten van de resultaten is overbodig, een verspilling van tijd. Ik geloof onmiddellijk dat een vereenvoudigde spelling makkelijker is om te leren; fabrieksafval lozen in een rivier is ook makkelijker, maar de consequenties zijn onaanvaardbaar.

Er komt bij dat taalbeheersing maar weinig te maken heeft met de relatieve moei- of makkelijkheid van de spelling, en daarentegen heel veel, zo niet alles, met de continuïteit van de geschreven cultuur. Die cultuur doordringt ook de onaanzienlijkste teksten en de meest dagelijkse vormen van verbale expressie. Niet allen de literatuur, maar juist ook het Nederlands dat gebruikt wordt in kranten en brieven, het vermogen om zich helder en oorspronkelijk uit te drukken zijn de dingen die het van die continuïteit moeten hebben.


Het is trouwens verwonderlijk dat in dit hele spellingsdebat geen gebruik wordt gemaakt van iets dat toch makkelijk achterhaalbaar moet zijn. Immers: we hebben al betrekkelijk kort geleden een ingrijpende spellingsvereenvoudiging gehad. Waarom bestaan er geen gegevens over de uitwerking die de laatste spellingshervorming heeft gehad op het taalgebruik? Niet op de spellingsprestaties maar op het vermogen zich uit te drukken. Is mijn vermoeden dat die uitwerking negatief is geweest juist?

Over één feit hoeft in ieder geval geen twijfel te bestaan, en dat is dat de literatuur van de negentiende eeuw bij ons niet meer gelezen wordt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de situatie in Engeland of Frankrijk.Dit is niet te herleiden tot verschillen in kwaliteit: onder de negentiende-eeuwse schrijvers die in Frankrijk nog gelezen worden, zijn er meerdere die heel wat slechter zijn dan de beste uit onze eigen negentiende eeuw. Onze twintigste eeuw heeft bovendien ook niet uitsluitend grootmeesters voortgebracht. Wij lezen wél tweede- en derderangsauteurs uit onze eigen tijd, waarom dan niet die uit de vorige eeuw? De geijkte bezwaren -vervelend, langdradig, ouderwets, etc.- dat zijn nu precies de bezwaren die in de eerste plaats verband houden met de barrière van de spelling.

Iets anders is dat juist het feit dat ook tweede- en derderangs schrijvers uit het verleden nog gelezen worden belangrijk is voor die continuïteit waar ik het over had. Maar wat gebeurt wanneer de spelling wordt gewijzigd? Van een paar van de voornaamste boeken uit de voorafgaande periode komen eventueel nog nieuwe edities in de gewijzigde spelling, maar voor alle andere is daar geen kans op. Ontwikkelingen die zich i het buitenland wel voordoen, bijvoorbeeld dat een onterecht verwaarloosde schrijver opnieuw ontdekt wordt, zijn bij ons vrijwel onmogelijk. Vergeleken bij zulke verschijnselen van leven is onze literatuur morsdood, en we hebben haar zelf om zeep gebracht. Van dat weinige immers bestaan nu recente edities in de op het ogenblik gangbare spelling (Multatuli, Busken Huet). Na een nieuwe spellingswijziging worden ook die edities onleesbaar en dat is zonder twijfel de genadeslag. Op een nieuwe heruitgave, behalve wat fragmenten voor gebruik op scholen, hoeft men niet te hopen.

Spellingsvereenvoudigingen zouden alleen aanvaardbaar zijn als men er ook voor over had om jarenlang miljarden uit te trekken voor het vertalen (want dat is het eigenlijk) van onze bibliotheken. Deze prijs, die bovendien toch niet betaald wordt, is oneindig veel hoger dan de prijs die wij betalen voor het onderwijzen van een niet-fonologische spelling - een spelling die intussen nog heel wat eenvoudiger is dan de spelling die in de Frans- en Engelssprekende landen wordt onderwezen. Al die weeklachten dan Nederlandse kinderen niet kunnen spellen! Zijn Nederlandse kinderen soms dommer? Of zou het misschien zijn dat ons onderwijs niet deugt?

En na een jaar of dertig kunnen we weer opnieuw beginnen, want de taal verandert. Dat veranderen van de taal wordt door het herhaalde afbreken van onze geschreven cultuur, dor het ontbreken van die meergenoemde continuïteit, juist aanzienlijk versneld. Hoe benijd ik de Fransen, die niet alleen een negentiende-eeuwse, maar zelfs een achttiende-eeuwse schrijver vrijwel zo kunnen lezen als hij geschreven heeft. Zo kon een boek als La Religieuse van Diderot, tweehonderd jaar geleden geschreven, opnieuw een bestseller worden als gevolg van een verfilming van het boek.

Vergeleken daarbij is het of bij ons de mensen gedwongen worden telkens opnieuw een huis te bouwen; nog voor het klaar is, nog voor zij zoiets als een bouwstijl hebben kunnen ontwikkelen, wordt het alweer neergehaald. Maar er is, vrees ik, geen kruid tegen gewassen. Er wordt op het ogenblik wat tegen spellingverandering gesputterd, maar door die protesten wordt de invoering van een nieuwe spelling hooguit een paar jaar uitgesteld. Er is niets tegen te doen. De voorstanders van spellingsvereenvoudiging zijn, zoals alle aanhangers van doctrines met heilsverwachtingen, niet voor rede vatbaar; dit is in de recente discussies opnieuw overduidelijk gebleken. Zo citeren zij uit het pamflet van H. Mulisch alleen de zotte passages die dit geschrift helaas bevat, maar de vele uitstekende argumenten die er ook in voorkomen nemen zij niet de moeite te weerleggen. Waarom zouden zij? Als het er opeen legale manier niet doorkomt doen zij het op een illegale. Zij hebben het voornemen, en daar maken zij geen geheim van, om gewoon de vereenvoudigde spelling al op de lagere scholen te gaan onderwijzen. Zo is het de vorige keer ook gegaan, en na verloop van tijd moest de rest van het land dan wel mee. Wat is daar tegen te doen? Zelfs als met het ook illegaal zou willen proberen, er is niets tegen te verzinnen.

Rudy Kousbroek

Uit:
De waanzin aan de macht
Anathema's 4
Meulenhof 1979
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
pi_46797583
De Dordtse synode

In een droom verschenen mij de schimmen van Marx en Engels. Er stond in hun ogen een onmetelijke droefheid te lezen.
'Wij maken ons ernstig bezorgd, Karl en ik,' begon Engels, 'over de toekomst van het proletariaat in Nederland.'
'Het stakingsrecht?' vroeg ik, 'de regering-Biesheuvel? De EEG? De Nato? Luns? '.
'Dat zijn ernstige dingen,'gaf Engels toe, 'maar we dachten eigenlijk een iets anders.'
'De reactie,' sprak Marx, 'bijgestaan door de trusts, de kartels, en hun lakeien, de revisionistische kliek, staan op het punt om de brede massa's een geduchte slag toe te brengen. Zij hebben een nieuw perfide middel gevonden om de voorsprong van de bourgeoisie op de werkende klasse te vergroten.'
'De spellingsvereenvoudiging!' riep ik verrast.
De twee eerbiedwaardige grijze hoofden knikten bevestigend. 'Inderdaad,' sprak Engels somber, 'de spellingsvereenvoudiging. Als die doorgaat dan kan het nog lang duren voor de arbeidersklasse toe is aan het dansen van de grote reidans om d'oceaan.'
'Wat is eraan te doen?' vroeg ik.
'Niet veel, dat is het juist,' zei Engels. 'Maar, voor wat het waard is, in elk geval dit: je mag zeggen dat Karl en ik tegen zijn.'

Zo is het dus. Ook Marx zelf is ertegen! Het vervelende is alleen dat zo weinig mensen het weten. Dat is mij onlangs weer duidelijk geworden toen ik in Dordrecht deelnam aan een debat over de spelling.

Nu ja, debat -drie tegenstanders, onder wie ik, mochten zich verantwoorden tegenover en een zaal vol partijdige kwekelingen.

Terwijl ik het podium beklim om achter het kaartje met mijn naam te gaan zitten, bedenk ik wat een enorme handicap het al is dat ik voor mijn eigen standpunt geen enkel vergelijkbaar enthousiasme kan opbrengen. 'Wij zijn de toekomst!' zal gedurende het debat J. Berits, een van de drie voorstanders naast mij op het podium, van tijd tot tijd met een tenorstem de zaal in loeien. Tot zulke dingen ben ik niet in staat. Hoe kan men zich ooit geestdriftig voelen voor een pessimistisch standpunt? En mijn standpunt is inderdaad pessimistisch: ik denk dat er aan een vereenvoudiging van de spelling ernstige nadelen verbonden zijn, die zich pas na verloop van tijd openbaren en die een veel minder simplistisch karakter hebben dan de voordelen.

Hoe hopeloos het is om met het deze argumenten op te nemen tegen slogans als de bovengenoemde zal ik het hele debat door moeten ervaren. Wat ik bijvoorbeeld tegen deze wind in probeer te zeggen is dat het bekende voorstandersargument dat de spelling niets te maken heeft met de taal, niet gerijmd kan worden met het inzicht, ontleend aan de communicatietheorie, dat de vorm van een boodschap wel degelijk invloed uitoefent op de manier waarop de inhoud van die boodschap wordt verwerkt en begrepen.

Zodra een nieuwe spelling is ingevoerd hebben we er niet één maar twee: de dan gangbare en de vorige. En die vorige spelling is dan niet langer neutraal. De eigenaardigheden van een verouderde, achterhaalde spelling beginnen dan hun stempel te drukken p alles wat er tot aan dat tijdstip is geschreven. De vorm van de woorden gaat meedoen in het communicatieproces, en wordt een soort stoorsignaal: wat hier staat is ouderwets, achterhaald, omslachtig, krukkig, onbelangrijk en saai. De sterkte waarmee dat stoorsignaal wordt ontvangen wordt bepaald door twee factoren. De eerste is de mate waarin de nieuwe spelling verschilt van de oude; de tweede factor is individueel, en heeft vanzelfsprekend veel te maken met de mate waarin iemand getraind is om de oude spelling te lezen, en van zijn routine met het verwerken van schriftelijke informatie in het algemeen. Het is duidelijk dat dit de discriminerende factor is: voor mensen die toch al weinig lezen en wier enige lectuur bestaat uit dagelijkse futiliteiten, is het een barrière erbij, een nieuw obstakel om door te dringen tot het grote reservoir van werkervaring dat cultuur heet en waarvan fatalerwijze niet meer dan een onbetekenend deel in de nieuwe spelling kan worden overgebracht.

Op dit punt is de discussie aangeland in het Semmelweissstadium: 'Kraamvrouwenkoorts wordt veroorzaakt door onzichtbare beestjes.' 'Waar zijn die beestjes dan?'roept de spellingshervormer J. Berits toornig in de microfoon. 'Het is onzin,' zegt hij, 'dat de literatuur van voor de spellingshervorming onleesbaar wordt, iedereen die het wil kan het toch nog lezen? Er is toch geen sterveling die het woord vereenvoudiging niet meer begrijpt als het met au wordt geschreven? ' De zaal applaudisseert. Die zit.

Trouwens, die literatuur! Verschillende sprekers uit de zaal komen voor de microfoon getuigen van hun minachting voor deze elementaire kunstvorm, waaraan de wereld van morgen geen boodschap meer heeft. 'Als schrijvers en taalkundigen als getuigen worden aangeroepen,' aldus een aan de ingang uitgereikt document ('door Omturner'), gun die persoon dan hun ergernis en hun hobby, maar vraag u, met uw gesprekspartner, toch weer even af wat nu eigenlijk het zwaarste weegt: de ergernis van een schrijver of de belangen van tienduizenden schoolkinderen per jaar.'

Inderdaad, Omturner, het gaat niet om de 'hobbies' van die 'personen'; het gaat niet om de schrijver, maar om de lezers. Het gaat om de toegankelijkheid van onze literatuur, en niet alleen van de literatuur, maar van onze hele geschreven literatuur. Het gaat erom dat wij - dat wil zeggen, die tienduizenden schoolkinderen -dat wil zeggen niet een elite, maar iedereen- kennis kunnen nemen van wat de mensen van een generatie of meer geleden dachten zonder dat wij het gevoel krijgen dat zij behoorden tot een uitgestorven exotische diersoort. Het gaat erom dat wij erachter komen dat die mensen precies zo goed konden denken als wij, en dat alles wat zij gedacht en gevoeld hebben niet zonder belang voor ons is. Het gaat erom dat wij niet gedoemd zijn om over te doen wat zij al gedaan hebben, en dat wat wij bezig zijn te ontdekken niet na ons opnieuw moet worden ontdekt; kortom, dat er tussen hen en ons, tussen ons en onszelf, de continuïteit bestaat die noodzakelijk is om iets anders te kunnen willen dan het huidige dilemma tussen trivialiteiten en illusies. De continuïteit nodig om de samenleving te leren aanpassen aan onszelf -niet aan het individu maar aan de soort, niet voor het moment maar op de lange termijn- die continuïteit heet cultuur, en die continuïteit berust bij ons nog altijd uitsluitend op het geschreven woord,

Wat mij daar op die Dordtse synode in het debat met de spellingshervormers telkens weer opviel is hoe voor heb het schrift alleen maar lijkt te dienen om er 'praten' mee te kunnen optekenen; dat de geschreven taal de veel belangrijker functie heeft van hulpmiddel bij het denken schijnt voor hen geen overweging te vormen. Vandaar dat zij 'de literatuur' beschouwen als een op zichzelf staand en beperkt gebied, een 'kunstproduct', en vandaar ook dat zij het schrift uitsluitend willen aanpassen aan die functie van notatie van het gesproken woord. Zij brengen alles terug tot éen argument: een vereenvoudigde spelling is voor schoolkinderen gemakkelijker om te leren.

Dat wat de discussie met hen tot een tantaluskwelling maakt is dat zij het voortdurend trachten voor te stellen of hun tegenstanders dat ontkennen. Zen je ook telkens uitleggen hoe het komt dat je dat ontkent: omdat je spelling met taal verwart, omdat je niet weet hoeveel tijd er op de scholen besteed wordt aan het onderwijzen van de spelling, omdat je niet weet dat die tijd zo goed voor 'echt taalonderwijs' zou kunnen worden gebruikt. 'Neem uw tegenstrever zijn irrationaliteit niet kwalijk,' adviseert de Omturner op zalvende toon, 'hem is in de "gevoelige" leeftijd (namelijk vóór zijn tiende jaar) door zijn onderwijzer een heilig ontzag voor de spelling bijgebracht. Geen wonder dat hij zich niet een-twee-drie van dit complex bevrijdt. Blijf dus rustig. Trek het taboe rustig uitleggend uit zijn brein.'

Een verdere complicatie van zo'n discussie is dat tegenstanders van de spellingshervorming zich soms inderdaad laten verleiden om eenvoudige waarheden als deze te ontkennen. Soms inderdaad uit kortzichtigheid (deze ondeugd is niet beperkt tot spellingsvereenvoudigers, en de hemel beware me trouwens voor sommige van mijn medestanders) maar vaak ook omdat zich van de debaterenden meestal een eigenaardig psychologisch mechanisme meester maakt: men gaat proberen om aan te tonen dat de wederpartij over de hele linie ongelijk heeft. Alles wat de andere kant zegt is onzin. De dwaling is éen en ondeelbaar: het betekent algeheel ongelijk erkennen om bij de ander ook maar éen juistheid te erkennen, om zelf maar éen vergissing toe te geven. Iemand als Dick Hillenius zal dit mechanisme vermoedelijk wel met een paar welgekozen voorbeelden uit de dierenwereld kunnen herleiden tot territoriuminstinct; zeker is dat het ineens verdwenen is als wij, voor- en tegenstanders gezamenlijk, in een restaurant gaan dineren. Wij hebben dan opeens veel meer begrip voor elkaar. Maar zodra wij 's avonds weer opnieuw op het podium zitten zijn de oorspronkelijke verhoudingen weer terug. Het gaat er niet meer om de ander te overtuigen en nog minder om de waarheid te ontdekken, maar om punten te scoren. 'De zaal moet beslissen!'dondert J Berits, en de zaal applaudisseert met instemming. (…)

Onweersproken blijft een argument dat door K.L. Poll naar voren werd gebracht, dat een spelling die men gemakkelijk leert schrijven, nog niet een spelling is die zich gemakkelijk laat lezen. Men gaat er niet op in, het wordt afgedaan als beuzelarij. Ten onrechte, de vraag is onderdaad in hoeverre allerlei letters die niet worden uitgesproken, en die dus in eerste instantie overbodig zouden lijken, in feite de herkenbaarheid van een woord verhogen, maar daar hebben de spellingsvereenvoudigers geen belangstelling voor.

Toch zijn er belangrijke aanwijzingen in die richting. Zelfs arbitraire, visueel ingewikkelde notaties schijnen herkenbaarder (en dus gemakkelijker leesbaar) te zijn dan een fonetische, pardon: fonologische spelling. Zo wordt in een artikel in Science (26 maart 1971) beschreven hoe een groepje leesblinde kinderen uit de armste bevolkingslagen van Philadelphia in gemiddeld vier uur dertig Chinese karakters leerden lezen (het is mogelijk om Chinese karakters te lezen zonder een woord Chinees te kennen: iedere ideogram betekent een heel woord en kan in het Engels of elke willekeurige andere taal worden uitgesproken). Die kinderen makten na vier uur les in die Chinese karakters minder fouten dan zij in gewoon Engels maakten na anderhalf jaar. Ook in mijn ogen is in ieder geval het leesgemak veel gewichtiger dan het spelgemak. Ik vroeg de voorstanders van spellingsvereenvoudiging in het forum of zij iets over deze kwestie wisten, en of zij over gegeven beschikten waaruit bleek dat het vereenvoudigen van de spelling het lezen niet moeilijker zou maken.

Zij konden deze vraag niet beantwoorden, en over zúlke gegevens beschikten zij niet. Dit is een van de dingen die de spellingsvereenvoudigers zwaar moet worden aangerekend. Een ander argument uit hetzelfde vat is dat zij het niet zouden moeten wagen om over een nieuwe verandering van de spelling te beginnen zolang zij n niet onderzocht hebben of de vorige, die met analoge argumenten werd verdedigd, inderdaad het beloofde resultaat heeft opgeleverd.

Op de Dordtse Synode kon ik alleen maar de vraag stellen, maar er is nu ook een antwoord, en dat antwoord is negatief. Ik doel nu op een artikel dat gepubliceerd werd in NRC Handelsblad van 3 maart 1972, van de hand va R. Kuitert, die zelf als secretaris van de propagandacommissie voor de spelling-Kollewijn een rol in het invoeren van de nieuwe spelling in 1934. Ik citeer uit dit artikel:

'Omdat velen van hen in het onderwijs werkzaam waren en het lager onderwijs ook in de nieuwe richting geïnteresseerd werd, ging men de leerlingen in de spelling-Kollewijn betrekken: ze zou "niet alleen leerlingen van het voortgezet onderijs, maar ook die der lagere scholen in staat stellen de schrijftaal met weinig of geen fouten te gebruiken". Bovendien zou ze "vele uren vrij maken voor het geven van taalonderwijs"(waaronder men vooral het maken van opstellen verstond). […]

De naoorlogse spellingshervormers zijn aan het vereenvoudigen geslagen zonder een nauwkeurig onderzoek in te stellen wat en hoe de resultaten van de spellingmarkant waren; ze hadden, voor ze met hun werk begonnen, eerst de geschiedenis van spelling en spellingsonderwijs moeten bestuderen. Ze hadden dan in brochures en artikelen kunnen lezen dat wij, vereenvoudigers, vijftig à zestig jaar geleden geloofden dan de spelling-Kollewijn ook door het "volkskind" zou kunnen worden gehanteerd en dat we veel tijd vrij zouden krijgen voor taalonderwijs. Ikzelf heb daar als secretaris van de propagandacommissie geestdriftig mijn partij in meegespeeld. […]

Achteraf moet ik bekennen: mea culpa. De praktijk wees op den duur uit dat we er naast zaten: er werd niet minder tegen de spelling gezondigd, en van doelmatig taalonderwijs kwam niets terecht, een enkel uitzondering daargelaten'

In het licht van deze onthulling is het de moeite waard om nog iets te citeren uit een van de vele polemieken die volgden op de vorige artikelen. Zo kreeg ik het aan de stok met de heer R. uit A. over de vraag of de vorige spellinghervormingen geleid hadden tot de verbeteringen die ervan verwacht werden. Bij afwezigheid van positieve gegevens daarover, zo had ik geschreven, behoort er helemaal geen nieuwe spellingsverandering aan de orde te komen.

De heer R. antwoordde met een scheldkanonnade, waarin hij onder meer schreef dat ik dan maar aan moest tonen dat die gevolgen negatief zijn geweest. 'Dat deze gegevens er niet zijn,' schreef hij, 'belet de heer Kousbroek dan tot ieders verbazing niet alvast het vermoeden uit te spreken dat het effect wel negatief zal zijn.'

Hoe negatief het in werkelijkheid was wist ik toen ook nog niet; het boven geciteerde document was nog niet gepubliceerd. Maar over de meer algemene vraag wie er nu eigenlijk verplicht is om met bewijzen te komen, de voorstanders van een spellingsvereenvoudiging of ik, kan moeilijk enige twijfel bestaan.

'Wel allemachtig! (schreef ik) Ik mag mijn veronderstellingen niet eens uitspreken, en de andere partij mag de tegenovergestelde veronderstelling rustig als vaststaand aannemen, en zonder meer "alvast"gaan proberen er een nieuwe spellingshervorming door te krijgen! Ik zou de heer R. er weleens aan willen herinneren dat de bewijslast absoluut niet op mij rust maar op degenen die de spelling anders willen hebben. Zij zijn het, die alvorens ook maar een mond open te durven doen over een nieuwe spellingshervorming, aan zouden moeten tonen dat de vorige een verbetering is geweest. Doodgemoedereerd constateren "die gegevens zijn er nog niet", wel "alvast" pressiegroepen vormen om de spellingsvereenvoudiging erdoor te drukken, en tegelijk een ander het recht ontzeggen om zelfs maar te veronderstellen dat die gegevens weleens niet gunstig zouden kunnen zijn - dat noem ik pas brutaliteit.

Het is, behalve brutaliteit, ook nog iet anders: het is die verschrikkelijke partijdigheid die totalitaire denkwijzen eigen is. Die ongeïnteresseerdheid in verifieerbare feiten; zulke mensen willen niet de waarheid weten, zij willen alleen maar hun zin krijgen.'

Rudy Kousbroek

Uit:
De waanzin aan de macht
Anathema's 4
Meulenhof 1979






ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 08:51:10 #4
66444 Lord_Vetinari
Si non confectus non reficiat
pi_46797787
Spelhervormers? Moet dat geen 'spellingshervormers' zijn? Bij spelhervormers denk ik aan een commissie van de KNVB die het voetbalspel aan het hervormen is.
De pessimist ziet het duister in de tunnel
De optimist ziet het licht aan het eind van de tunnel
De realist ziet de trein komen
De machinist ziet drie idioten in het spoor staan....
pi_46798143
Moeten we dit allemaal gaan lezen???
  donderdag 1 maart 2007 @ 09:39:30 #6
1062 Tinkepink
Niet zeuren maar poetsen
pi_46798521
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:14 schreef GvanDroogenbroeck het volgende:
Moeten we dit allemaal gaan lezen???
Als je niet van lezen houdt, wat doe je dan in TTK?
Geen zorgen voor de dag van morgen.
pi_46798593
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:39 schreef Tinkepink het volgende:

[..]

Als je niet van lezen houdt, wat doe je dan in TTK?
Misschien houdt-ie niet van Rudy Kousbroek? Moest zelf altijd lachen om WF Hermans als-tie het in zijn tirades weer eens over Rudy Kousbroek had. Ja, heeft Japans gestudeerd, zei hij dan, maar niet afgemaakt. En verder was het een beetje een treurig type, dat als hoernalist ook in Parijs woonde en af en toe bij WF Hermans op de koffie ging. .
I´m back.
  donderdag 1 maart 2007 @ 09:44:31 #8
1062 Tinkepink
Niet zeuren maar poetsen
pi_46798627
Maar TS, wat vind jij nu zelf van de spellingshervorming? En wat is nu de vraagstelling?

Persoonlijk ben ik nogal gecharmeerd van de zogenaamde "jaren-70-literatuur". Bijkomend effect is helaas dat ik regelmatig geconfronteerd word met bovengenoemde progressieve spelling. En die spelling verwart mij vaak.

De "normale" spelling zij bij mij zo vast in mijn hoofd gemetseld, dat ik woorden als "aksie" twee keer moet lezen om te begrijpen waar het over gaat. En dat haalt de vaart uit het verhaal, wat jammer is.
Mijn voorkeursspelling is de spelwijze van voor de laatste grote spellingshervorming; de spelling zoals ik die op school en tijdens mijn studie geleerd heb. Waarschijnlijk zullen de scherpe kantjes over de jaren wel slijten, maar ik denk niet dat ik ooit geheel zal overstappen op de "nieuwe" spelling.
Geen zorgen voor de dag van morgen.
  donderdag 1 maart 2007 @ 09:46:19 #9
1062 Tinkepink
Niet zeuren maar poetsen
pi_46798667
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:43 schreef Ryan3 het volgende:

[..]

Misschien houdt-ie niet van Rudy Kousbroek? Moest zelf altijd lachen om WF Hermans als-tie het in zijn tirades weer eens over Rudy Kousbroek had. Ja, heeft Japans gestudeerd, zei hij dan, maar niet afgemaakt. En verder was het een beetje een treurig type, dat als hoernalist ook in Parijs woonde en af en toe bij WF Hermans op de koffie ging. .
Ik ben ook geen fan van Kousbroek, maar mekkeren over zo'n stukje tekst gaat mij ook weer te ver. Zoveel is het allemaal niet. Een post als "moeten we dit allemaal lezen" verwacht ik in GC of KLB of ONZ, niet in TTK. Maar misschien zijn mijn verwachtingen wel te hoog gespannen....
Geen zorgen voor de dag van morgen.
pi_46798698
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:46 schreef Tinkepink het volgende:

[..]

Ik ben ook geen fan van Kousbroek, maar mekkeren over zo'n stukje tekst gaat mij ook weer te ver. Zoveel is het allemaal niet. Een post als "moeten we dit allemaal lezen" verwacht ik in GC of KLB of ONZ, niet in TTK. Maar misschien zijn mijn verwachtingen wel te hoog gespannen....
Mooie van TTK is dat 'mekkeren' kan.
I´m back.
pi_46798712
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:44 schreef Tinkepink het volgende:
Maar TS, wat vind jij nu zelf van de spellingshervorming? En wat is nu de vraagstelling?
Er is geen vraagstelling.

Wat ik ervan vind? Ik vind dat Kousbroek gelijk heeft met de analyse dat de in de oude spelling geschreven cultuur ontoegankelijker wordt, en dat dit de samenleving niet ten goede komt.
Het veelgehoorde gejammer over gebrek aan historisch besef, dat heeft wel enige grond. En een oorzaak.
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 09:50:14 #12
1062 Tinkepink
Niet zeuren maar poetsen
pi_46798729
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:49 schreef sigme het volgende:

[..]

Er is geen vraagstelling.

Wat ik ervan vind? Ik vind dat Kousbroek gelijk heeft met de analyse dat de in de oude spelling geschreven cultuur ontoegankelijker wordt, en dat dit de samenleving niet ten goede komt.
Het veelgehoorde gejammer over gebrek aan historisch besef, dat heeft wel enige grond. En een oorzaak.
Waarom? En over welke oude spelling heb jij het dan?
Geen zorgen voor de dag van morgen.
pi_46798773
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:49 schreef sigme het volgende:

[..]

Er is geen vraagstelling.

Wat ik ervan vind? Ik vind dat Kousbroek gelijk heeft met de analyse dat de in de oude spelling geschreven cultuur ontoegankelijker wordt, en dat dit de samenleving niet ten goede komt.
Het veelgehoorde gejammer over gebrek aan historisch besef, dat heeft wel enige grond. En een oorzaak.
Wat exact WF Hermans' mening was, ik meen uit Mandarijnen op zwavelzuur en vrij voor de hand liggend.
I´m back.
pi_46798856
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:52 schreef Ryan3 het volgende:

[..]

Wat exact WF Hermans' mening was, ik meen uit Mandarijnen op zwavelzuur en vrij voor de hand liggend.
Oh, die ligt ook nog wel ergens. Ik zal eens kijken of ik er een stukje uit wil overtypen.
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
pi_46798887
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:57 schreef sigme het volgende:

[..]

Oh, die ligt ook nog wel ergens. Ik zal eens kijken of ik er een stukje uit wil overtypen.
Ja, waarom zaak Weinreb dan niet? Het is een beetje een vergeten polemiek geworden.
I´m back.
pi_46798930
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 09:50 schreef Tinkepink het volgende:

[..]

Waarom? En over welke oude spelling heb jij het dan?
Alles van vóór de spelling-Marchant lijdt er in hoge mate aan.
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 10:09:44 #17
63594 Lienekien
Sunshower kisses...
pi_46799086
Gelukkig is de spellingsvereenvoudiging waartegen Kousbroek ageert, nooit doorgegaan. De spellingswijzigingen van 1995 en 2005 zijn m.i. veel minder drastisch en ik vraag me af of Kousbroek daartegen dezelfde argumenten zou gebruiken.
The love you take is equal to the love you make.
pi_46799166
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 10:09 schreef Lienekien het volgende:
Gelukkig is de spellingsvereenvoudiging waartegen Kousbroek ageert, nooit doorgegaan. De spellingswijzigingen van 1995 en 2005 zijn m.i. veel minder drastisch en ik vraag me af of Kousbroek daartegen dezelfde argumenten zou gebruiken.
De vorm van de woorden gaat meedoen in het communicatieproces, en wordt een soort stoorsignaal: wat hier staat is ouderwets, achterhaald, omslachtig, krukkig, onbelangrijk en saai. De sterkte waarmee dat stoorsignaal wordt ontvangen wordt bepaald door twee factoren. De eerste is de mate waarin de nieuwe spelling verschilt van de oude ()

Het argument blijft geldig, maar gaat minder op.
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 14:44:13 #19
129292 LXIV
Cultuurmoslim
pi_46807644
De academische argumenten voor en tegen spellingshervormingen zullen bekend zijn, anders zijn ze op internet gemakkelijk terug te vinden. Wat dat betreft kun je voor of tegen zijn, beide standpunten hebben hun eigen merites.

De reden dat ik er persoonlijk tegen ben is dat ik van nature wars van verandering ben. Doordrenkt door behoudzucht. Zo ongeveer alle veranderingen, met uitzondering van diegenen die een situatie weer terugdraaien naar een eerdere, wekken weerzin in mij op. Of dat nu op persoonlijk, politiek of taalkundig vlak is. Dat is een karaktertrek, die heb ik al vanaf mijn vroegste jeugd, daar kan ik ook niks tegen doen.
The End Times are wild
pi_46808063
Vind je dan ook nog altijd de PvdA een goeie partij omdat zij vóór arbeid zijn?
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 15:02:09 #21
129292 LXIV
Cultuurmoslim
pi_46808196
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 14:58 schreef sigme het volgende:
Vind je dan ook nog altijd de PvdA een goeie partij omdat zij vóór arbeid zijn?
Áls ik links zou stemmen, dan was het de SP. Niet die grachtengordelprogressieven van de PVDA.
The End Times are wild
pi_46808230
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 15:02 schreef LXIV het volgende:

[..]

Áls ik links zou stemmen, dan was het de SP. Niet die grachtengordelprogressieven van de PVDA.
Weet ik wel, maar heb jij niet eens als zevenjarige gedacht: hé, die partij van de arbeid, die is tenmiste vóór arbeid?
ik moet verrassend weinig
Es ist heute schlecht und wird nun täglich schlechter werden, – bis das Schlimmste kommt
  donderdag 1 maart 2007 @ 15:04:17 #23
63594 Lienekien
Sunshower kisses...
pi_46808261
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 14:44 schreef LXIV het volgende:
De academische argumenten voor en tegen spellingshervormingen zullen bekend zijn, anders zijn ze op internet gemakkelijk terug te vinden. Wat dat betreft kun je voor of tegen zijn, beide standpunten hebben hun eigen merites.

De reden dat ik er persoonlijk tegen ben is dat ik van nature wars van verandering ben. Doordrenkt door behoudzucht. Zo ongeveer alle veranderingen, met uitzondering van diegenen die een situatie weer terugdraaien naar een eerdere, wekken weerzin in mij op. Of dat nu op persoonlijk, politiek of taalkundig vlak is. Dat is een karaktertrek, die heb ik al vanaf mijn vroegste jeugd, daar kan ik ook niks tegen doen.
Die laatste alinea. Dat is een geweldige opening van een roman.
The love you take is equal to the love you make.
  donderdag 1 maart 2007 @ 15:07:19 #24
129292 LXIV
Cultuurmoslim
pi_46808358
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 15:03 schreef sigme het volgende:

[..]

Weet ik wel, maar heb jij niet eens als zevenjarige gedacht: hé, die partij van de arbeid, die is tenmiste vóór arbeid?
Ja, inderdaad! Dat dacht ik dus exact!
Werken zullen ze, met hun luie flikkers!
The End Times are wild
  donderdag 1 maart 2007 @ 15:10:26 #25
129292 LXIV
Cultuurmoslim
pi_46808465
quote:
Op donderdag 1 maart 2007 15:04 schreef Lienekien het volgende:

[..]

Die laatste alinea. Dat is een geweldige opening van een roman.
Wanneer ze je inspireert mag je haar gerust daarvoor gebruiken.
The End Times are wild
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')