addie | donderdag 4 januari 2007 @ 08:42 |
Aansluitend op het topic over wolken, een topic over neerslag. Regen is een vorm van neerslag, net als sneeuw (ijskristallen) en hagel (bevroren regen). Als de temperatuur van de wolk en de lucht onder de wolk boven nul is bestaat de wolk geheel uit water. Door botsing van waterdruppeltjes kunnen de druppels verder aangroeien. Voor één regendruppel zijn miljoenen kleine wolkendruppeltjes nodig. Pas als de druppels groot genoeg zijn geworden vallen ze uit de wolk en regent het. In een buienwolk die tot grote hoogte in de atmosfeer reikt waar het vriest bevinden zich naast druppels ook ijskristalletjes en onderkoelde watdruppeltjes. De ijskristallen kunnen dan aangroeien door water van (onderkoelde) wolkendruppels te onttrekken (proces Wagener-Bergeron). Daardoor ontstaan grotere neerslagdeeltjes en regent of sneeuwt het uit een bui meestal harder. Sneeuw ontstaat bij temperaturen onder nul. Bij temperaturen tussen -10 en -23 graden komen in een wolk zowel onderkoelde waterdruppetjes als ijskristallen voor. Door de lagere dampspanning boven ijs komt een transport op gang van waterdruppeltjes (hoge dampdruk) naar ijskristalletjes (lagere dampdruk). De steeds grotere ijskristallen worden ook steeds zwaarder en vallen uiteindelijk als sneeuw naar beneden. Vrijwel alle neerslag begint hoog in de wolk in de vorm van sneeuw, ook in de zomer. Maar alleen als het ook bij het aardoppervlak koud genoeg is (temperaturen net ver boven nul of veel lager) kan de neerslag ook als sneeuw de grond bereiken, anders smelt de sneeuw al tijdens zijn val uit de wolk en zien we het gewoon regenen. Gewone sneeuw bestaat uit sterk vertakte ijskristallen die samengekonterd zijn tot sneeuwvlokken. Hagel ontstaat wanneer kleine ijs- en sneeuwkristallen terechtkomen in luchtlagen met grote onderkoelde waterdruppels. Het bovenste deel van een buienwolk, waar het meer dan 20 °C vriest, bevat ijskristallen, terwijl het onderste deel, met temperaturen tussen -10 en -20 °C, onderkoelde druppels bevat. Dalende en stijgende luchtbewegingen in de wolk jagen ijsdeeltjes door niveaus met veel onderkoeld water. Zo komt ze in botsingen met andere onderkoelde druppels en ijs. De onderkoelde druppels zetten zich af op de ijskristallen, die groeien en ten slotte als hagel uit de wolk vallen. Hagelstenen bestaan vaak uit laagjes die afwisselend mat en helder zijn. In het matte deel zijn op grote, koude hoogten de botsende deeltjes of druppels onmiddellijk vastgevroren; in het heldere deel is vloeibaar water op lagere warmere hoogte ingevangen dat pas later op koudere hoogte bevroren is. In Nederland komt zomerhagel met een diameter van 2 centimeter of meer gemiddeld vijf keer per jaar ergens in het land voor. Vrijwel elke zomer komen plaatselijk ook grotere hagelstenen omlaag: op 23 juli 1996 vielen er in Apeldoorn en omgeving hagelstenen van circa 6 centimeter. Op 6 juni 1998 zijn extreem grote hagelstenen gevallen tot bijna 10 centimeter lengte. Een leuke neerslagsimulatie (klik op de afbeelding): ![]() Gebruikte bronnen: Wikipedia: Neerslag KNMI Neerslag SWR Warum? PS: Ja, dit is een copy paste topic en ja, dit is een grove versie, aanpassingen / aanvullingen zijn dan ook welkom ![]() | |
KlappernootatWork | donderdag 4 januari 2007 @ 08:46 |
Ja. Heb ik gemerkt vanmorgen.. ![]() | |
addie | donderdag 4 januari 2007 @ 09:51 |
quote:Daardoor kwam ik er deels ook op ![]() |