Tariq Ramadan
..wordt vandaag in de Volkskrant genoemd in een artikel over de gematigde moslims. Ramadan was afgelopen donderdag te horen in Arminius in Rotterdam in debat met Fouad Laouri, en op 23 mei in Amsterdam in debat met Sadik Al –Azm.
Uit debat in mei wordt in het huidig Volkskrant-artikel geciteerd: ( p26) , helaas onvolledig.
Er staat “Ramadan stelde dat er niet één zaligmakend democratissch model bestaat. ‘Er zijn zoveel modellen als landen in europa. Islamitische landen zullen hun eigne modle vinden’. De seculiere Syrisch filosoof Sadik al-Azm reageerde door een wesp gestoken ‘Elk lan zijn eigen democratie. Dat zeggen ook Assad en Mubarak.”
De schrijvers van het artikel hebben niet vermeld wat het antwoord van Ramadan op al-Azm was. Hij benadrukte dat hij het uitdrukkelijk over de verschillende Europese democratieën had, niet over Egypte, en dat hij, Ramadan, een abstracte definitie van democratie zoals machtenscheiding hanteerde, en niet het etiket “democratie “dat door een autocrate heerser op een systeem wordt geplakt.
Ramadan beklemtoonde in Rotterdam de twee belangrijke pilaars van zijn inzet:
1. Moslims moeten zich niet laten gebruiken door rechts. Recht probeert de samenleving te polariseren en daarbij de moslims in te zetten. Ramadan heeft toentertijd ook in Denemarken gewaarschuwd voor het geënsceneerde karakter van de cartoon-rellen, en de moslims gevraagd zich niet te laten provoceren- trouwens met succes, omdat in Europa geen gewelddadige protesten door moslims plaats hebben gehad, terwijl rechts altijd probeert te insinueren dat de moslims overal met geweld op de cartoons zouden hebben gereageerd.
2. Alleen dogmatici en (verlichting-) fundamentalisten lezen de Koran letterlijk. De Koran kan alleen in context worden begrepen, en er zijn van begin af aan in de moslimwereld zeer veel verschillende interpretaties van de Koran geweest. Wie denkt een vers geïsoleerd te kunnen aanhalen als”bewijs”voor de intrinsieke gevaarlijkheid van de islam, bewijst daarmee niet de gevaarlijkheid van de islam, maar zijn eigen hang naar een fundamentalistische, dus letterlijke interpretatie.
Onlangs verscheen een nieuw boek van Ramadan over Mohammed, The messenger, gerecenseerd op 25 mei in de NRC door Paul Scheffer. Headline van deze positieve recensie:
“Argwaan over moslimdenker Tariq Ramadan is onnodig, ambivalenties horen bij zijn werk”.
En verder uit deze recensie: “Mohammed zoals die wordt geschilderd door Ramadan is drager van een gelijkheidsideaal en grondlegger van een bevrijdingstheologie: 'In de aanwezigheid van God kan niets discriminatie, onrecht en racisme rechtvaardigen.' De profeet is in deze optiek uiteindelijk vooral een verzoener. En het moet gezegd dat wanneer meer moslims zich met deze uitleg van Mohammed zouden vereenzelvigen, de hedendaagse spanningen veel minder groot waren dan ze nu zijn.
Samengevat streeft Ramadan naar een normalisering van de aanwezigheid van moslims in het Westen zonder banalisering. Hun rol moet vanzelfsprekend zijn zonder onzichtbaar te hoeven zijn. Hij vindt dat moslims zich moeten inspannen om te getuigen van hun waarden. Op zulke momenten is het duidelijk dat de ietwat calvinistische Ramadan veel vraagt, misschien wel te veel. Het lijkt erop dat zijn oproep vooral gehoor krijgt in een ontwikkelde bovenlaag van moslimjongeren.
Hij zoekt naar woorden om moslims in de westerse wereld zelfvertrouwen te geven en zijn eigentijdse uitleg van het leven en werk van de grondlegger van de islam sluit daar naadloos bij aan. De ambivalenties in het werk van Ramadan horen daarbij, want de brug die hij wil bouwen tussen moslims en hun nieuwe omgeving kan niet zonder de suggestie van gelijke pijlers. Dat hij daarbij in woorden evenveel geeft als neemt hoeft niemand buitensporig te verontrusten, want wie werkelijk deel wil uitmaken van een moderne samenleving, zal er uiteindelijk diepgaand door worden beïnvloed.”