Die docu op talpa brengt weer herrinneringen naar boven
Kom je met je brakke kop 's morgens, 8.45 op de snijzaal. Het is er koud, net iets té met alleen je plastic schortje aan ( je kunt je witte jas meenemen en dan zelf al die troep in de wasmasjien thuis eruit wassen, of een plastic ding omdoen en dat daar in de emmer deponeren. Moeilijke keuze). Gister feest gehad, dus veel geleerd heb je niet. Tis toch maar de thorax vandaag, zo moeilijk is dat niet. DENK je.
Afijn, met wat bekende collega's zoek je een van de lijken op en bekijkt aandachtig hoe de ribbenkast is open geprepareerd. Met Grants in de hand probeer je te orienteren. Grants uiteraard van iemand anders (je neemt je eigen boek niet de snijzaal in, die geur krijg je er in geen jaren meer uit). Daarnaast wil je ook niet van lijk naar boek gaan met je smerige plastic (klamme) handschoentjes. Vaak heeft altijd dezelfde, degene die het minste zin heeft in een lijk aan te raken) het boek bij, alsmede een aantekeningenblok die doorgemaild gaat worden naar iedereen in de groep. Liever haar/zijn boek vol vlekken en stinkend naar de snijzaal dan het jouwe. Anyway, na een aantal structuren te hebben benoemd komen we bij een draadje dat achter de aortaboog loopt en naar onderen verdwijnt. Het is niet de vagus. Niet de recurrens. Maar wat dan wel? Snel bladeren we Grants door, maar dit draadje, een zenuw van het een of ander, staat er niet in. We gaan het vragen aan onze enige echte eigen Prof dr. B. Hillen. Een avontuur apart.
Je moet je hem even voorstellen. Hij is niet al te groot, 1,60-1,70, grijs, brilletje, hander achter zijn rug gevouwen. Weet wel veel, althans zo lijkt het.
Na hem gewenkt te hebben komt hij bij ons lijk staan en hoort onze vraag aan.
"Wat denkt u zelf?"
"Nou, dat weten we niet, daarom vragen we het"
"Kijk maar eens in uw boeken"
"Dat hebben we al.."
Te laat, hij is al ergens anders heengehobbeld. Nog maar eens Grants open geslagen. Weer niks. Hadden we Moore maar, daar staan van die leuke tabelletjes in. Jammergenoeg is die extra kilo die dit boek dikker is als Grants genoeg reden om hem niet mee te nemen. Weer niks gevonden. Nog maar eens vragen. Nu trekt de prof zijn handschoentje aan. Een hoopvol teken.
Hij neemt de aorta tussen zijn vingers en tilt deze een paar centimeters op. "Wat is dit?", vraagt hij op een toon die je alle geleerde stof in een ogenblik doet vergeten.
"Ehh, de ehh, aorta?"
"Ja, natuurlijk. En dit?"
Nu tilt hij de boog op met de daaruit ontspringende slagaders. Ehh, hoe ging dat ezelsbruggetje ook al weer? Ehh, brachhicocephalis, eh subclavian, ehh, ik bedoel ehh (wat was de NL naam ook al weer?) en ehh de carotid. Vreemd eigenlijk dat we anatomie in drie talen moeten weten. We leren engelse namen, professoren gebrijken de latijnse en in de praktijk gebruik je de nederlandse.
Goed, een aantal buisjes later komen we bij de mystery guest.
"Wat denkt u zelf dat het is?", klinkt het weer. Weer blijven we het antwoord verschuldigd. Zwaar teleurgesteld in de huidige jeugd verklapt hij uiteindelijk het antwoord.
"Dit is natuurlijk gewoon de recurrens, die bij het prepareren gescheurd is".
Och, ja, natuurlijk, die hebben we nog niet gehad. Met een gevoel van "we zijn het domste uitschot op aarde" worden wij weer verlaten. Inmiddels zijn we al halverwege de les (2 uur) en hebben welgeteld één structuur weten te benoemen die we niet zonder het practicum hadden weten te vinden. Leuk.
(ja, ik verveel me)