Deze tekst heb ik ook geplaats bij het topic "door de ogen van een christen", maar ik denk dat die hier ook op zijn plaats is,...
In de tijd van Jezus kon iedereen Zoon van God zijn.
Iedere jood die vroom naar de wet leefde. Hetzelfde gold voor de heidenen.
Zoon van God was een metafoor, gekend in het hele Romeinse Rijk. Het geeft de nauwe band tussen de mens en God weer, en Jezus was toen echt niet de enige Zoon van God. Alle 'machtigen' tot aan de Keizers toe zeiden Zoon van God te zijn.
In het oude Egypte was elke farao Zoon van Osiris. Dus zoon van God.
Alexander de Grote stichtte een enorm Grieks rijk. Zijn moeder was ingewijd in de Dionysus-cultus en ze pompte het bij Alexander erin dat hij de onbevlekte was, geboren uit een Godheid. De moeder van Alexander was dan de moeder-maagd.
Julius Caesar is de zoon van een Godin met dezelfde afstamming als de latere keizers zich toedichtten.
Conclusie: In de Klassieke Oudheid was het idee 'Zoon van God' zeer algemeen!
Voor zover bekend is, heeft Jezus zichzelf nog nooit Zoon van God 'genoemd. Volgens het evangelie van Marcus noemde Jezus zichzelf 'Zoon des Mensen'!
Het begint met de wederopstanding. Het leven na de dood.
De Egyptenaren sprak dit idee erg aan. Zij waren voortdurend bezig met het eeuwige leven van het lichaam. De Pyramiden laten zien dat de godsdienst van de Egyptenaren draaide om 'leven na de dood'. Dit betekende het leven in de Kosmos, zoals de dode natuur het voorjaar ontwaakt.
De overledene verschijnt voor het tribunaal van het laatste oordeel. De mens staat daar voor een deur die toegang geeft tot de zaal van de Absolute Waarheid waar ook Osiris staat.
Osiris is de God die als mensengedaante op Aarde verschijnt. Hij brengt de wetten hoé de goden geëerd moeten worden. Hij brengt beschaving en wordt dan door het kwaad ter dood gebracht. Osiris staat weer op en stijgt ten Hemel waar hij het laatste oordeel uitstpreekt
In Egypte stond Osiris als sterrenbeeld aan de Hemel als ORION: goede herder van de sterren (zielen).
Dit is zeker niet het enige mythische beeld.
Een tijdje geleden is een amulet, een Griekse talisman, gevonden met een gekruisigd figuur erop. Je zou denken dat het Jezus is. Maar de Griekse inscriptie vertelt ons dat de Heidense godmens Dionysus is.
Het feit dat deze Heidense Godmens dezelfde dood zou zijn gestorven als Jezus (zoals later werd beweerd) is het stuitende bewijs dat het Jezus-verhaal ontleend is aan Heidens Mythen.
Dionysus = 'Zoon van God'. Een Goddelijk kind dat rust op de schoot van zijn moeder, net zoals Jezus bij Maria. Dionysus wordt geëerd met brood en wijn ter nagedachtenis van zijn offerdood aan een ruwe staak. Ook hij stijgt ten Hemel, net zoals Osiris en Jezus.
Men zegt dat Pythagoras 20 jaar lang in de Egyptische tempels heeft gestudeerd en daarna al die mystieke kennis heeft meegenomen naar Griekenland. Die kennis slaat op Osiris. Maar i.p.v. bij de Grieken een nieuwe God te introduceren, maakt Pythagoras van de onbekende Dionysus een zeer belangrijke God.
De meeste grote heidense 'geesten' zoals Plato, Euripides en Sophocles waren ingewijd in de Dionysus-cultus, die niet ver van Athene werd bedreven. Duizenden waren ingewijd in deze cultus van een stervende en herrijzende Godmens.
Op de plek waar nu het Vaticaan is, stond vroeger een heidense tempel.
De heidense ceremoniën waren voor de eerste christenen zo schokkend dat ze alle sporen ervan hebben uitgewist.
De Heidenen vereerden ooit een verlosser, MITHRAS!
Net als Jezus was hij geboren op 25 december uit een maagd. 'Zoon van God'. Hij voer ten hemel en zou terugkeren om de levenden en de doden te berechten. Heidense priesters celebreerden symbolisch brood en wijn ter ere van hun verlosser.
(Het bloed van Christus: wie zijn bloed niet dronk, zou geen verlossing vinden)
Van oorsprong uit Perzië stond Mithras net zoals Osiris aan de nachtelijke hemel als ORION tegenover het sterrenbeeld '.de stier'.
Had het Christendom niet overwonnen, dan was de wereld nu van Mitra geweest.
Deze God (Mitra) is een verlosser, de 'zoon van god' en geboren uit een sterfelijke vrouw. De mensgeworden God. Hij verricht wonderen en verandert water in wijn. Net zoals Jezus!
Mithras sterft met Pasen, staat op en vaart ten hemel, net zoals Jezus.
Conclusie: Motieven die wij associëren met het verhaal van Jezus, bestonden al in een bepaalde vorm zoals in het verhaal van Osiris, Dionysus en Mithras!
Hoe werkten vroeg-christelijke-auteurs die overeenkomsten weg?
Zij die het verhaal letterlijk namen, spreken van nabootsing door de Duivel. De Duivel liep erop vooruit. Het idee dat de Duivel die ideeën heeft gepikt omdat hij weet war er gaat gebeuren. Hij laat de mythen ontstaan om de mens in verwarring te brengen zodat wanneer Jezus écht komt, niemand hem zou geloven.
Deze 'letterlijke christenen' duiken pas in de tweede eeuw op.
De christenen vierden hun overwinning door te beweren dat het heidense geloof slecht, bot, oninteressant en inferieur was en dat het christendom wel moést overwinnen. (Dit was een christelijke fantasie). In feite was het Heidense geloof springlevend.
Wat is heiden?
De Christenen gebruikten het als een scheldwoord: Boerenkinkel.
De volkeren, die de bouwers van de Pyramiden leverden en toneelschrijvers zoals Euripides en Sophocles en Filosofen zoals Plato, Socrates en Aristoteles, zouden primitieve en bijgelovige boeren zijn geweest.
De kern van het heidense geloof is eigenlijk een rijke, mystieke filosofie. Het beste van onze westerse wereld, cultuur, heeft grotendeels daar zijn wortels.
Deze spiritualiteit was absoluut geen primitieve vorm van idolatrie, maar zeer hoog ontwikkeld.
De christelijke boodschap: 'heb uw vijanden lief', lijkt revolutionair en staat ook veraf van het joodse 'oog om oog, tand om tand'. Maar als heidense denkers zeggen dat de Filosoof zich laat geselen als een ezel en toch zijn geselaar liefheeft en een broeder en een vader is voor alle mensen.
De kern van het heidense Polytheïsme is het idee dat alles één is. Ze is één allesomvattende God of iets dat ook zelfs daar nog boven staat!
Een opperwezen dat via vele godenbeelden kan worden aangesproken.
Dit oorspronkelijke 'AL' moet wel veel gezichten hebben omdat één gezicht de glorie van dit 'AL' geen recht kan doen.
India: land van duizenden Goden en Godinnen. Toch zal de Hindoe zeggen dat al deze goden aspecten zijn van de 'ene'. Dat eigenlijk alles één is, oneindig en onbegrijpelijk voor de mens.
Bij Monotheïsme heb je het idee dat er maar één manier is. De verering van één aspect als zijnde het gezicht van de enige God. Bij ons is dat Jahwé of Jehova, de joodse stamgod.
'Dit is de ware God' Zo kon het christendom een autoritair geloof worden. Terwijl het heidendom meestal een heel tolerante spiritualiteit kent, want het laat diversiteit toe. Want het weet dat het 'AL' niet onder woorden te brengen is, het wordt als mystiek ervaren, en elke weg daar naartoe moet dan wel persoonlijk zijn.
Maar het gaat niet echt om Mono- of Polytheïsme op zich. Het gaat erom hoe je die termen opvat!
Veel is verloren gegaan. Maar veel van het belangrijke is verwoord door Plato.
De mens is als iemand in een grot, vastgebonden aan een paal met zijn gezicht naar de muur. Hierdoor kan hij niet zien wat er zich achter hem afspeelt. Als mensen hem passeren, ziet hij enkel de schaduwen van die personen op de muur. Maar de mens blijft maar staren naar de muur, de muur waar, voor hem, de werkelijkheid zich afspeelt
De échte werkelijkheid leren zien. Dat was het doel van de mysteriegodsdiensten. Ze hebben een transformatie tot doel.
Je had dus diegenen die het 'verhaal' letterlijk namen, en je had de gnosten, gnostici, mystici, heidense filosofen.
Ze vielen hun eigen fundamentalisten aan. De fundamentalisten die geloofden dat een beeld aanbidden genoeg was.
Volgens ons kan het mystieke begrepen worden via de mystiek zelf. Het kan worden uitgedrukt in verschillende vormen: Allegorie, mystieke metaforen, verhalen.
Zo is het Christendom te begrijpen: via de mythe van 'de Zoon van God'.
Het heeft dus een rechtstreekse terugslag op Egypte, namelijk Osiris. En het ontwikkelde zich verder via Dionysus, Attis, Adonis en Mithras.
Dit proces ging door tot aan de eerste eeuw!
Toen de joden hetzelfde deden en hun mythische figuur, de Messias, Joshua en Jezus ook transformeerden tot de stervende en herrijzende Godmens.
Jezus was een allegorisch figuur door wie je kon worden 'getransformeerd' via inwijding zodat je uiteindelijk Gnosis, kennis, vindt. De mystieke staat van 'Verlichting'!
Al die mystieke ideeën in de Oudheid waren gemeengoed.
2000 jaar later, nu het heidendom en het gnosticisme onderdrukt zijn en alleen het christendom met zijn geschiedschrijving blijven, lijkt het alsof het helemaal nieuw was, zo'n idee van de God in mensengedaante en dergelijke.
Het Christendom dat alles letterlijk neemt lijkt nieuw en uniek. Maar neem je de Klassieke Oudheid als context, dan ziet het er heel anders uit.
Geloven in het verhaal van Jezus was pas één stap naar het christendom toe, het uiteindelijke mysterie. Een 'verlichte' moest de betekenis ervan verklaren als de leerling er aan toe was. Een mystiek inzicht in God dat verder ging dan het dogma. Als cultuur kennen wij enkel de buitenkant. Wij hebben de vorm behouden, maar de inhoud verloren.
300 jaar nadat Jezus stierf, riep Keizer Constantijn zijn bisschoppen bijeen om het geloof officieel vast te leggen. Dogma maakte daarmee de 'zoon van god'.
Het verdrong daarmee de vorm en voorgoed de inhoud.
Wie was Jezus in werkelijkheid?
Het is vrij zeker dat er een joodse sekteleider heeft bestaan die Jezus heette en hij werd gekruisigd door deels Romeinen en deels Joden.
Maar dat is alles wat we weten.
De historicus Jozéfus is de enigste uit Jezus' tijd die Hem vermeldt uit slechts een paar bewoordingen die anderen veel later kunnen hebben toegevoegd.
De Bijbel beschrijft Jezus in detail.
Maar de evangeliën zijn elk verschillend en spreken elkaar zelfs tegen!
We nemen het cruciale moment waarop de volgelingen van Jezus horen dat Hij is opgestaan:
- MARCUS: een man verkondigt het aan 3 vrouwen.
- LUCAS: 3 mannen en 3 vrouwen horen het van 2 engelen
- MATTEÜS: 2 vrouwen horen het van 1 engel
- JOHANNES: Maria hoort het van 2 engelen
Eind tweede eeuw beweerden sommigen dat je niet slechts moest geloven dat Jezus op de één of andere manier leefde. Maar dat het om een fysieke wederopstanding van zijn lichaam gaat. Die overtuiging is vastgelegd in het CREDO, maar behoorde niet tot het vroeg-christelijke geloof.
Het is moeilijk iets over de historische Jezus te zeggen. De evangeliën zijn niet bedoeld als geschiedschrijvingen. Het lijken biografen, maar ze vertellen ons niets over de Historische Jezus. Ze gaan over de overtuiging dat deze man Gods Messias was. Het zijn geloofsgeschriften. Hun inhoud is godsdienstig, niet geschiedkundig.
Dat Jezus echt bestaan heeft, zou de christenen het recht geven om te zeggen: 'Dit verhaal is écht gebeurd'.
De evangeliën zijn geschreven in steden langs de Middellandse-Zee en in het Grieks, door geleerden en niet door de Vissers die volgens de evangeliën Jezus? volgelingen waren.
De herinnering aan Jezus deed vervagen na ruime tijd nadat Christus opgetekend was. De opstand van de joden in het jaar 70 en de vernietiging van Israël door de Romeinen, deden de herinnering nog verder vervagen.
Er waren vele evangeliën en nog vele andere brieven, gedichten en hymnen!
Vandaag de dag is het Christendom heel divers. Je hebt de Baptisten, Russisch-Orthodoxen, Rooms Katholieken, de Protestanten,...
Maar in de eerste eeuw was de verscheidenheid nog veel groter. Er was namelijk nog geen canon vastgelegd in het Nieuwe Testament. Er was geen algemeen aanvaarde credo, noch een duidelijke structuur.
Jezus, zijn metgezellen en eerste volgelingen waren joden.
Wat de Joodse-Christenen, die hun leer van Jezus zelf hadden verkregen, geloofden, was bijna 2000 jaar lang uitgewist. Maar nu zijn oude geschriften aan het licht gekomen. Wat ze openbaren is verbluffend!
De joodse-christenen reppen helemaal niet van de verlossende betekenis van het offer van Christus aan het kruis!
Ze kennen geen geboorte uit een maagd, geen wederopstanding en geen kruis!
Enkel de woorden van Jezus die slechts de belichaming van de 'goddelijke wijsheid' is.
Geen God, maar een man van diepste wijsheid. Zij geloofden dat Jezus een verlichte verlichter was, een lichtend voorbeeld.
Volgens Jezus lag de verlossing in jezelf. Het lijkt op de verlichting van Boeddha.
Jezus is het licht van de wereld. Een man van grote wijsheid, een verlicht persoon.
Het evangelie van Johannes is het enige evangelie met Jezus als goddelijke God in mensengedaante, Gods eniggeboren zoon.
"Jezus is de Zoon van God". Die 'vorm' vind je niet bij Matteüs, niet bij Lucas en ook niet bij Marcus.
Zij spreken over Jezus als de Messias die zijn volk verlost, diegene die de leer van de rechtvaardigheid verkondigt
Paulus was de grondlegger van de Christelijke Kerk. Maar hij ontving zijn lerlingen in de synagoge. Hij liet niet-joden samen met joden eten. Van hem mocht iedereen in Jezus geloven.
Tegenwoordige christenen vieren Kerstmis, de geboorte van Jezus. Maar er wordt gedacht dat de eerste christenen Kerstmis, als de geboorte van Jezus, pas zijn gaan vieren in de vierde eeuw. 300 jaar na Jezus' dood! Dan pas zien we de eerste tekenen van Kerstmis.
De verjaardag, 24-25 december, houdt verband met de verjaardag van de Zonnegod Mithras. 24-25 december is het tijdstip van de zonnewende en wordt de zon opnieuw geboren.
De Romeinen vierden de geboortedag van de onoverwinnelijke Zonnegod. Daar maakten de christenen later de geboortedag van christus van!
Centraal staat de goddelijke geboorte uit de maagd! In het evangelie van Marcus wordt hier niks over vertelt
De eeuwige maagdelijkheid en de onbevlekte ontvangenis zijn van zeer late datum. Ze duiken pas op in de leerstellingen van de 17e, 18e en 19e eeuw.
Het past absoluut niet bij de plattelandsleer van de joden.
Jezus had broers en zussen!
Eén broer van Jezus was Jacobus. Jacobus was de éérste bisschop van Jeruzalem. Hij leidde de Jezusbeweging vanaf Jezus' dood, tot het jaar 61.
De Farizeeërs staan aan de kant van de Jezus-beweging. Ze bestreden de beweging niet zoals in de evangeliën beschreven wordt.
25 jaar lang is de Jezus-beweging erkend als een joodse beweging. De vernietiging van de tempel in het jaar 70, beroofde de Joodse Jezus-beweging van haar hart.
Ten tijde van Paulus was er een verkeerd beeld. Er was geen onderscheid tussen Gnosticisme en de letterlijke Jezus.
Paulus leefde vóór het letterlijke gebruik van het verhaal van Jezus, de evangeliën. Volgens de kerk kon je enkel in de hemel terechtkomen als je in Jezus geloofde. Volgens de Gnostici moest je Christus zelf worden met alle ellende die daarbij hoort.
Paulus' leer was uniek. Hij zei dat hij een openbaring ontvangen had. Hij vertelt over een 'lichtend' wezen (Christus)! Paulus zegt dat Christus IN hem verscheen, niet AAN hem. Hij spreekt in zijn visioen over licht. Hij ziet een wezen van licht. Net zoals de heidenen hun Goden als lichtende wezens zien. En met het 'grote geheim' dat hem werd geopenbaard, doelt hij niet op de komst van Jezus en diens geboorte en alle wonderen, zijn geheim.. Christus is in jezelf!.
Dit maakt het verhaal van Paulus gnostisch en niet letterlijk. Hij zegt niet: Jezus en God zijn 'buiten' je. God staat overal buiten.
De gnostici, de oude heidense mysteriën zeggen: Christus is in jou en jij in Christus. Alles is één! Je mag dit niet splitsen, en dat is precies wat de Kerk doet!
De boeken van de Nag Hammadi zijn belangrijker dan de dode-zee-rollen. Ze werpen nieuw licht op het christendom, Jezus en God.
Het belangrijkste evangelie is dat van Didimus Judas Thomas. Hij was een broer van Jezus. Het is de leer die de eerste christenen aanhingen in een tijd toen de leer van Jezus nog rechtstreeks herinnerd werd.
De ongelovige Thomas die de trouwste volgeling van zijn meester zou worden. Diegene die zijn broer het best begreep.
De Kerk maakt van Thomas een apostel die niet kan geloven dat zijn broer, Jezus, teruggekomen is in vlees en bloed inclusief stigmata.
Het vreemde is dat de christenen niet toestromen om het evangelie van Thomas en de andere sublieme geschriften te lezen.
Hoé machtig de Kerk is, blijkt uit het feit dat ze worden geweerd en als ketters en gevaarlijk worden beschouwd.
Dat zijn die geschriften natuurlijk ook voor een Kerk die alle teksten letterlijk neemt omdat ze het 'begrippen-apparaat' van de Kerk op zijn kop zetten.
Gnostiek is wonderlijk aantrekkelijk. Vooral voor de moderne 'geest', want het biedt een religie voor het individu en niet afkomstig van een Kerk.
In de godsdienst van het oude Egypte (3000 v. Chr) zou de mens na zijn dood Osiris worden. Dit is het basisconcept van alle mysteriën. Ook in het Romeins-Hellinistish: Isis, Mithtras, Adonis,?
Het idee was dat in elke mens een goddelijke vonk huisde zonder dat hij dat wist, net zoals wordt voorgesteld in de 'grot van Plato'. Die vonk moest worden ontstoken door de inwijding die uiteindelijk tot 'transformatie' leiddde.
De gnostici zetten de zoektocht van de heidenen voort.
Boven het orakel van Delphi is de queeste van Plato gegrift: KEN UZELF.
De gnostici deden hetzelfde. Je moest het ervaren. Je kon er niet omheen.
Als je een Kerk wilt bouwen, moet je zeggen dat verlossing enkel mogelijk is door, via, met de Kerk Gods en zijn vertegenwoordiger op aarde: de Paus! Alleen zó kan het!
De Gnostici zeggen: "Je kunt het zelf, nu, op deze plaats, zonder gezag van een bisschop".
Het christendom en het heidendom zijn een weg naar zelfinzicht!
Je ontdekt dat je al onsterfelijk bent omdat je lichaam niet je essentie is.
We misleiden onszelf als we denken dat we enkel dit lichaam zijn.
Wij moeten ons lichaam los maken dat vastzit aan het Kruis van de materie en we moeten herrijzen als 'ware identiteit', 'Zoon van God'.
Wij zijn allen 'Zoon van God' als we onze identiteit erkennen.
Rond de middeleeuwen, in zuid-Frankrijk, ontstaat een laatste andere visie van christus. Mensen die door de Kerk tot ketters worden bestempeld, gevaarlijker dan duivels.
100 jaar lang ontlaadt de furie van de kerk zich over deze gnostici-christenen.
Kruislegers ontvolkten de bevolking en de inquisitie werd ingesteld, speciaal om ze uit te roeien. Deze Katharen, Reinigen, zoals ze zichzelf noemden. Deze Katharen waren niet de voorlopers van de Reformatie, zij waren geen afvalligen van het Katholieke geloof. Dit was een totaal anders geloof. Het ging terug tot de allereerste jaren van het Christendom, en zelfs nog daarvoor. In de tijd toen de mensen nog deze wereld als een wereld van schaduwen zagen (Plato). Ze stonden met hun rug naar de realiteit, de échte wereld!
Ingewijden in de oude mysteriegodsdiensten geloofden dat ze hun 'boeien' konden verbreken en zó Gnosis konden vinden, kennis van het hart. Geheimenkennis die de mens verandert en hem bewust maakt van de werkelijke wereld. De Gnostici!
De vondst van de Nag Hammadi-bibliotheek door 2 boeren veranderd onze kijk op het vroegere christendom fundamenteel.
Ineens hadden we 52 nieuwe manuscripten met informatie over het vroege christendom. Ze komen vermoedelijk uit een Egyptisch klooster. Ze werden begraven om te voorkomen dat boekverbranders ze in de 4e eeuw in handen kregen. Ze vertellen ons op verschillende manieren waarop mensen verlossing dachten te vinden.
Door contemplatie, door het aanwakkeren van de goddelijke vonk in ons. Door met God te communiceren in de eigen ziel. Een individueel 'zoeken' naar het 'Goddelijke', zonder de hulp van priesters.
Het gnosticisme is zeer oud. Dit is waar de mens altijd naar gehunkerd heeft. Het Goddelijke zelf vinden. Maar dat te veel versimpeld omdat het ook uiterst ingewikkeld is.
De mens is een gevallen God die zich de hemel herinnert. Dit is ook de basis van alle mysteriën!
Gnosis is zelfkennis.
Het is moeilijk uit te leggen wat zelfkennis is en hoe je het verwerft. Het is geen psychoanalyse en ook geen extase. Het is meer een rustige bezinning op wié je bent, en hoe je bent ontstaan. Het is een stille overgave, oprecht, individueel zelfonderzoek
De gedachte achter gnosticisme (mystiek) is dat we vastzitten in onze ideeën over wat het leven is en wie we zijn. In zo'n omgeving wordt je denken ineens op een ander spoor gezet. Je staat voor het grootste mysterie. De DOOD!
Het idee dat je fysieke bestaan ophoudt. Je treedt buiten je eigen ideeën en ontmoet het grootste mysterie waaruit alles voortkomt. Het mysterie DAT we bestaan, dat ALLES bestaat.
Aristoteles zegt over de bijeenkomsten die de mystici hielden: "Je gaat erheen om iets te ervaren, niet om te leren. Als je het alleen als een intellectueel proces ziet, heb je het mis. Het gaat veel verder! "
De 'Ouden' begrepen dat je veel kunt weten, zonder dat je zelfkennis hebt. Als we iets leren, komen we een heleboel te weten. Het wordt zeer ingewikkeld. De 'Ouden' trachtten die 'veelheid', de kennis van veel dingen, terug te brengen tot de kennis van één ding: éénheid.
Bijna 2000 jaar lang werd Gnosis onderdrukt. Wij kennen het vrijwel alleen nog door de aanvallen en vervloekingen van de Kerkvaders.
Maar de vondst van de Nag Hammadi (1946) zet nu ons beeld van hoé het geloof begon op zijn kop.
De Nag Hammadi zijn bestudeerd door de grote psycholoog: Karl Jung.
Het evangelie van Thomas, waarin Jezus het woord zelf voert, begint met de woorden: "dit zijn de woorden die Jezus de levende sprak en die Dydimus Judas Thomas opschreef".
En hij zei: "Hij, die de zin van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken".
Dydimus Judas Thomas is niet letterlijk de tweelingbroer van Jezus. Wie deze evangelin leest, moet hieruit begrijpen dat hij of zij als de tweelingbroer of zus van Jezus kan leren zien.
"Omdat men zegt dat jij mijn tweelingbroer en ware metgezel bent, onderzoek jezelf. Zodat jij leert begrijpen wie je bent. Dan noemen ze je: 'hij, die zichzelf kent'. Want hij, die zichzelf niet heeft leren kennen, weet niets. Maar hij, die zichzelf wel heeft leren kennen, heeft tegelijk kennis verworven van de diepte van het al. Datgene wat je in je hebt, zal je redden, als je het aan het licht kan brengen".
Thomas wordt symbolisch opgevat. Iedereen die Jezus leert zien, gaat zichzelf ook als zijn tweelingbroer zien. Als iemand die naar het beeld van God is geschapen, net zoals Jezus.
Het evangelie van Thomas is een verzameling uitspraken die iets beloven te openbaren.
"Wat geen oor kan horen, wat geen oog kan zien, wat geen hand ooit heeft beroerd en geen mens ooit heeft gedacht".
Wat is dat? Dat ben jezelf! Je kunt je bewustzijn niet horen of zien. DAAR gaat het om als je het christendom of het heidendom wilt begrijpen. Het is een reis naar zelfkennis.
Dit was het gebod dat de God Apollo de heidenen bij het orakel van Delphi oplegde. Dat ze op zoek moesten naar Gnosis, zelfkennis. Leer jezelf kennen!
Voor de christenen geldt hetzelfde. Wat ze zoeken, is het deel dat niet kon sterven. Het is niet zo dat je iets krijgt wat je nog niet had, je ontdekt dat je al onsterfelijk bent. Omdat je essentie niet je lichaam is. Als je ontdekt wat je écht bent, ontdek je God! Dan ontdekt je God in je binnenste.
Je lijkt een lichaam te zijn, maar je bent een bewustzijn. Dat bewustzijn is getuige van geboorte en dood en dat vele keren opnieuw, want alle gnostici geloofden in wedergeboorte. Het is net als ontwaken en weer gaan slapen. De cyclus ging steeds door, maar jij was nooit het lichaam. Jij was het bewustzijn dat dit waarnam.
Je was dus nooit geboren en kon dus niet sterven.
Alle dingen zijn een uiting van één ding. Alle mensen zijn dus beelden, de gnostici zeggen: 'eidolon'→ van de ene demon of geest. Een weerspiegeling van het goddelijke is het niet écht. Eerder het goddelijke dat van zichzelf bewust wordt.
Ze duiden de Vader aan als de 'stralende duisternis'. Als licht niet weerkaatst wordt, is het donker. Vandaar 'stralende duisternis'.
Alleen licht, alleen bewustzijn dat zich ergens van bewust is.
Als licht iets creëert om zich van bewust te zijn, of als licht iets gaat weerkaatsen, dan ontstaat het universum. Dat ene bewustzijn van God komt tot uiting in alle bewuste wezens, zodat wij allen beelden, eidolons, zijn van dat ene bewustzijn, dat het heelal is, dat alles is en dus God is.
Het huidige christendom legt vooral nadruk op de enorme golf die ons van God scheidt. God is groot, wij zijn maar 'kleine' stervelingen.
Het Thomas-evangelie daarentegen zegt dat Jezus de Zoon van God is, maar dat daarnaast ook alle andere mensen kinderen van God zijn. Dat beseffen ze niet als ze niet weten dat ze naar Gods beeld geschapen zijn.
Toen het heelal werd geschapen, zei God: 'er zei licht', en er was licht. De mens is naar dat licht geschapen.
In het Thomas-evanglie spreekt Jezus als de stem uit het licht.
"Ik ben het die het licht is dat boven hen allen is. Ik ben het die alles is. Ik ben alle dingen en alle dingen komen voort uit mij. Splijt een stuk hout en daar ben ik. Til een steen op en u zult mij vinden".
De reden waarom de uitspraak uit het Thomasevangelie: "onder elke steen vindt u mij", zo gevaarlijk is voor de Kerk is omdat het Pantheïstisch is. Er blijkt uit dat God overal is en in alle dingen.
Bij de overwinning van de Kerk, plaatste de Kerk zich daartussen. Je kunt alleen bij God komen via de bisschop.
De gnostici: 'Het gaat om jou, jij kunt het zelf'. Dat was de openbaring van de gnosis. Dat je wezen van nature onsterfelijk is. Daarvoor hoefde je niet braaf te zijn. Gnostici zijn dan ook anarchistisch. Ze houden niet van gehoorzaamheid, No Rules.
Hun held Jezus wordt door hen dan ook neergezet als een libertijn, die met prostituees en mensen van laag allooi omgaat. Jezus overtreedt de regels, ontheiligt de Sabbat en valt de religieuze autoriteiten voortdurend aan.
Hij is de klassieke Gnosticus, zo waren ze zelf ook. Het gaat voor hun niet om de regeltjes maar dat je ontdekt wat, wie je echt bent.
In het thomas-evangelie is de boodschap belangrijker dan de boodschapper. Het stamt uit een tijd van voor de evangeliën uit de Bijbel. Net als Paulus die we als belangrijk grondlegger van de Kerk zagen maar nu steeds meer in een ander licht zien.
Paulus, die overigens ook gnosticus was, heeft het over de Christus in ons, over onsterfelijkheid in de mystieke zin. Omdat Paulus er al was vóór ze het verhaal letterlijk gingen opvatten.
Paulus is een volkomen verkeerd begrepen figuur. In zijn tijd staat gnostiek nog helemaal niet tegenover een letterlijke opvatting want de letterlijke Jezus IS ER NOG NIET!
Eén tot twee generaties later geven de evangeliën het leven van Jezus in detail weer. De boodschapper is bijna belangrijker dan de boodschap en Jezus wordt letterlijk de 'Zoon van God'. Maar Paulus geeft, vanonder aanpassingen en invoegingen die later gedaan werden, een ander beeld. Dat van Jezus als mysterie, een metafoor, een stem in je binnenste.
Gnostische christenen zagen Paulus als hun leraar. De Kerkvader Tertullianus, die gnostici verafschuwde, noemde Paulus de Apostel van de Ketters, omdat de ketters allemaal van Paulus hielden, hem citeerden en hem opeisten. Omdat wat hij leerde zo mysterieus was en zo diepzinnig.
Het denken van Paulus lijkt veel meer te passen bij de denkbeelden die vooral in het oude Alexandrië bloeide, de plek waar Afrika, Azië en Europa elkaar kruisen, Poort tot Egypte. Ooit de grootste havenstad uit de oudheid. De stad van Alexander de Grote. In die tijd, de 2de stad van het westen. Hier was de bakermat van het Gnosticisme.
Hier woonden Grieken, Egyptenaren en er waren meer Joden in Alexandrië dan er innertijd in Judea of Galilea woonden. Die joden woonden in ballingschap en hadden een onbekende God in hun hart gevonden. Maar ze konden diezelfde God niet in deze wereld vinden omdat deze wereld één en al ellende en kwaad is. Daarom besloten ze dat die wereld geschapen was door een 'mindere' God. Die mindere God was Jehova, hun stamgod. De God uit het Oude Testament. De god van oog om oog, tand om tand. Een wraakzuchtige en jaloerse God.
Al hun verhalen lijken te berusten op een diepe ontevredenheid met de wereld omdat die geschapen is door een inferieure God. Dit kon niet het werk van een volmaakte God zijn. Je leest dus bij hen steeds dat deze wereld een vergissing is.
Het Verhaal gaat:
De wereld is geschapen omdat de jongste dochter van de echte God, Wijsheid ofwel Sophia geheten, stapelverliefd werd op haar Vader.
Uit frustratie over deze ongeoorloofde liefde maakte ze bij zichzelf een kind, ze bezwangerde zichzelf. Daarna aborteerde ze het bastaardkind dat in haar zat. Die geaborteerde, misvormde Zoon met een leeuwenkop, YELDEBAOTH, de koning van de Chaos, nam in zijn arrogantie aan dat hij ooit de enige God uit de Hemel was verstoten en schiep toen de wereld, deze fysieke wereld.
Dus deze wereld is geschapen vanuit een ongeoorloofde passie, in smart door Yeldebaoth, die de joden en de christenen VALSELIJK aanbidden als hun ware God. Een God van materie die de mensen tot gevaarte van stof maakt, zijn eeuwige geest geketend aan een sterfelijk lichaam. Schepper van deze wereld vormt hij de mens naar zijn evenbeeld, slaaf van materie waarvan hij nooit genoeg kan krijgen.
De 'goede' God, de échte, zond in zijn barmhartigheid Jezus om de mensheid te verlossen van de verkeerde ideeën van Yeldeboath.
Toen de joden uit Alexandrë christen waren geworden, sprak Jezus hun diepste zelf aan. Ze zeiden: "Wie zichzelf kent, kent God".
Mens, mythe of metafoor, in de persoon van Jezus ligt ook de kiem van onenigheid besloten. Het verschil van vragen over wie en wat hij was.
Zonden leidden tot tegenstellingen en twist. Eén van de grootste strijdpunten waarmee de aanhangers van Jezus te kampen hadden, was de vraag waarom Jezus op die gruwelijke manier moest sterven.
Die orthodoxe gemeenschap kon er alleen iets mee als ze het opvatten als een zoenoffer. Maar dat kan alleen als er een zonde was waar iedereen voor moest boeten. Dus dachten de christenen dat iedereen zo vreselijk gezondigd had dat er geen enkele vorm van boetedoening meer mogelijk was.
Dat Gods Messias was gestorven om de zonden van de wereld goed te maken werd dus een overtuigende verklaring voor Jezus' kruisiging. Dat bracht een cruciaal element tussen de relatie Mens-God: ZONDE!
De christelijke boodschap ontleent zijn werking aan het schuldgevoel dat het oplegt.
'God ziet ons en weet alles. Niet alleen wat we doen maar ook wat we denken'.
Het christendom is zeer uitzonderlijk wat betreft de mate waarin de alziende God de gelovigen observeert en straft, of dat schijnt te doen, voor foute gedachten of het in gedachten zondigen.
Zonde en schuld schiepen een geloof waarin de Hel een rol ging spelen. Vrees voor God, vermaningen van priesters. Een beeld waarvan gnostici niets van moesten hebben. Het woord 'zondaar' komt in hun woordenboek niet voor.
Het Thomasevangelie spreekt niet van een scheiding tussen God en ons maar dat wij naar Hem zijn geschapen en dat we daarom een soort ingeboren verbondenheid met God hebben.
Dat houdt niet in dat de mens zonder zonden is, maar dat we onze weg naar God kunnen vinden als we de weg naar onszelf vinden, en wat voor zonden we ook begaan, er zijn manieren om ze goed te maken.
Maar om zonde zo groot te maken dat Jezus sterven moest om ons ervan te redden, greep men terug op een ouden mythe: Die van Adam en Eva en de oerzonde waardoor de mens sterfelijk werd.
Christenen houden veel meer vast aan de zondigheid van Eva dan de joden doen.
Voor het orthodoxe christendom was zonde nooit zo'n punt geweest. Joden, gnostici en heidenen waren het erover eens dat ze vrij waren om god te gehoorzamen of niet. We hebben goede en kwade impulsen. Zo waren de mensen nu eenmaal, dacht men.
Er volgde een heftige discussie. Sommige christenen vonden het idioot. Eén stukje appel en God veroordeelt de christenen voor duizenden jaren tot een minderwaardig bestaan buiten het Paradijs. Totaal buiten proportie.
Er is een mooi verhaal uit de gnostiek dat zegt dat de slang in het hof van eden Jezus is. Jezus is diegene die de mensen de boom der kennis brengt. Jezus is diegene die tegen de mensen zegt: "EET"! Jezus is ook diegene die ingaat tegen de lage jaloezie van de Vader die niet wil dat de mensen als goden worden. De schepper is jaloers op de schoonheid van zijn schepping en Hij wil zijn kennis niet delen met de mensen die hij heeft geschapen. Want in Genesis staat: " Wie van de boom der Kennis eet, wordt als God!"
Dat idee van de inherente zondigheid van de mens, van de erfzonde, wordt pas in de vierde eeuw met name door Augustinus ontwikkeld. Binnen de orthodoxe gemeenten groeit niet alleen de afstand tussen God & mens. De mens is ook vanaf zijn geboorte onveranderlijk zondig waardoor de dood van Christus steeds meer als offer wordt gezien.
Het conventionele en canonieke christendom, dat in de tweede eeuw voet aan de grond kreeg was erg omstreden. Sommige christenen beschouwden Jezus als een goddelijk figuur en vonden het ongepast dat hij aan het kruis geleden had, en ze vertellen verhalen die hun mening ondersteunen
Bijvoorbeeld: Toen Jezus naar Galgotha werd gebracht na zijn geseling, moest Simon van Cyrene het kruis dragen . Jezus zag zijn kans schoon. Hij ruilde stiekem van plaats met Simon van Cyrene. Dus werd Simon in de gedaante van Jezus gekruisigd, terwijl Jezus stiekem in de gedaante van Simon wegsloop, ten hemel voer en lachend boven het kruis zweefde omdat zijn bedrog geslaagd was. Hij lachte zoals een boeddha lacht: glimlachend, passief. Vanwege de kalmte en rust die Jezus uitstraalt door wat hij weet en doordat hij ons verlicht en zijn kennis geeft.
Jezus een verlichter, een stem, symbool voor het goddelijke, en gnostici zagen Jezus ook als een mens die goddelijk inzicht kreeg bij de doop, toen hij als een boeddha werd. Hij die weet, de Christus.
Orthodoxe christenen nemen dat letterlijk. Als Christus goddelijk was, dan was hij Gods zoon, zijn eniggeboren zoon. Zijn geboorte moest dan ook goddelijk zijn, wat gnostici nogal naïef noemden.
De wegen lijken te scheiden in het laatste evangelie in de bijbel, dat van Johannes
Voor de huidige christen is Jezus natuurlijk Gods eniggeboren zoon. Maar dat staat NIET in Mattheüs, Marcus of Lucas. Daar is Jezus de Messias van God. Diegene die zijn volk verlost, die de weg van rechtschapenheid onderwijst. Als vrome jood kun je Jezus op dat punt volgen. Maar het evangelie van Johannes stelt dat Jezus Gods zoon is. Zijn eniggeboren zelfs. Die radicale stelling, die je bij orthodoxe christenen niet eerder tegenkomt dan ongeveer het jaar 160, wordt de bril waardoor alle evangelies worden bekeken.
Je kunt bedenken dat het evangelie van Johannes werd geschreven om de andere visies te weerleggen. Het geeft een totaal andere draai aan de christelijke boodschap.
Jezus, letterlijk Zoon van God!
Maar voor gnostici was Jezus een metafoor, een symbool van het goddelijke dat in ons allemaal zit. In die zin zijn we allemaal zonen van God.
We zijn de zonen van God als we onze ware identiteit beseffen. Als we dat niet doen, zijn we eigenlijk dood. Dit is fascinerend. In de Oudheid is dit de onderwereld. Wij zijn nu dood. Voor de gnostici zijn wij spiritueel dood omdat we denken dat we ons lichaam zijn, en dat is niet zo. Wij zijn God, het bewustzijn van het heelal. We denken dat we een lichaam zijn met de problemen die daarbij horen. Wat we moeten doen is herrijzen. Ofwel:
Je ontdekt dat je al onsterfelijk bent omdat je lichaam niet je essentie is.
We misleiden onszelf als we denken dat we enkel dit lichaam zijn.
Wij moeten ons lichaam los maken dat vastzit aan het Kruis van de materie en we moeten herrijzen als 'ware identiteit', 'Zoon van God'.
Dus het hele verhaal van de kruisiging van Christus en de herrijzenis is dus een voorbeeld voor ons allemaal. En het loodst je door deze inwijding heen.
Opnieuw dit verschil:
Bij christenen die alles naar de letter nemen, wordt dit het, nogal 'macabere idee' dat je aan het einde der tijden zult herrijzen in je lichaam en weer fysiek zult zijn, omdat ze denken dat het ook zo met Jezus is gegaan. Zo zal het met ons dan ook gaan. Mits je de christelijke boodschap begrijpt.
De gnostici zeggen precies het tegenovergestelde: Als je die boodschap niet begrijpt, reïncarneer je juist in een lichaam. Als je hem wel begrijpt, besef je dat je geen lichaam bent in de eerste plaats. Maar dat je de Christus bent. Dat we allen één zijn en dat die reïncarnatie eigenlijk overbodig is.
Bijna een ander geloof, een andere benadering. Wat kwam eerst? Wat was de oorsprong?
De orthodoxe schrijver Polycarpus en halverwege de tweede eeuw: Tertullianus, schrijven dat de gnostici de wereld bevolkten. Daardoor krijg je een ander idee over de orthodoxe kerk. Het traditionele plaatje is dat die kerk voorstsproot uit apostelen zoals Petrus en nog een hoop andere figuren. Het gnosticisme was een latere afwijking, iets min of meer heidens. Maar we zouden moeten zeggen dat het andersom was. Het gnosticisme was de eerste eeuwen wijdverbreid en werd vertrapt door een kerk die zich tegen z'n bron keerde.
De orthodoxie ontstond na het gnosticisme. Het was een reactie, het definieerde zichzelf met wat het niet was. Het christendom definieert zich met wat het bestrijdt: het gnosticisme. Zo kon het zijn eigen inhoud bepalen.
Uit duizenden geschriften en evangeliën selecteerden de vroege orthodoxe kerkvaders, 7 à 8 eeuwen nadat Jezus leefde, de paar die later het nieuwe testament vormde en het geloof bepalen zou.
Je kunt bedenken dat de dreiging van een vreselijk gevaar, van vervolging, christelijke leiders ertoe bracht te proberen de basisinstellingen te zoeken waarin iedereen zich kon vinden.
Bij die selectie werden alle gnostische geschriften, alle die de letterlijke opvatting van Jezus in de weg stond, opzij gelegd.
Het mooie van het christendom is dat de boodschap zo simpel is: 'Jezus is de zoon van God', 'Jezus verlost ons van onze zonden', 'Jezus is voor ons gestorven. Al die slogans geven toegang tot de christelijke sekte, de christelijke kerk.
Je zou kunnen zeggen dat het een geloof voor simpele zielen werd. Maar de bedoeling was om de christelijke boodschap in een versimpelde vorm te brengen die de instemming had van christenen over de hele wereld
Het zou een verkeerde opvatting zijn om te zeggen dat de evangeliën over het algemeen genomen een verzinsel zijn.
Ze zijn alleen vatbaar voor tegenstrijdige interpretaties.
Neem nou Paulus. Die zegt dat je op twee manieren tegelijk kunt spreken: Voor hen die de spirituele boodschap horen en voor hen die het letterlijk nemen.
Neem nou de spreuk die je meestal boven kerkportalen ziet: 'Niemand komt tot de Vader dan door mij (Jezus)'.
Bij gnostici is dat de leerstelling dat je tot God komt als je beseft waar deze figuur (Jezus) voor staat in jou. Dat is Paulus' boodschap: om tot God te komen moet je de christus in jezelf zoeken. Maar de kerk naar de letter zegt: Nee dit is de enige manier. En als je die zoon van God letterlijk opvat en niet mythisch, vloeit daaruit voort dat je de zielen van anderen moet gaan redden. En voor hun eigen bestwil moet je ze dwingen daarin te geloven. Dus je krijgt een goddelijk gebod om autoritair te zijn.
Het was een rare discussie.
De christenen vatten alles persoonlijk op. Dat past bij hun geloof. Maar als je de godheid persoonlijk maakt, vul je die aan met alle woede , oordelen en agressie die in de mens zitten. De christenen vatten het persoonlijk op als hun verlossing werd ontkent.
De gnostici wilden alleen weten hoe het zat.
Het probleem voor de gnostici is dat ze in hun eentje op zoek zijn naar verlossing. Daarom zijn ze niet georganiseerd, zijn ze geen eenheid
De gnostici vielen de ideeën van de vroege christen aan. De christenen vielen op hun beurt niet de ideeën van de gnostici aan, maar de gnostici zelf. Ze werden vermoord.
Beide opvattingen hadden misschien naast elkaar kunnen voortbestaan, ware het niet om Constantijn, de eerste Romeinse keizer die het christendom omarmt en die jonge kerk in zijn kielzog aan de macht brengt.
Volgens de legende kreeg Constantijn een visioen, een droom. Hij zag het kruis aan de hemel. Hij raakte ervan overtuigt dat als hij christen werd en het kruis als symbool voor zijn soldaten gebruikte, hij van zijn heidense rivaal zou winen.
Het is dan ook bij de Pons Milvius waar een geweldige veldslag werd geleverd waarmee het Christendom aan zijn zegetocht begon
324: het jaar dat het concilie van Nicea was.
Keizer Constantijn beslecht alle geschillen onder de vroege christenen.
Drie eeuwen nadat Jezus leefde en stierf werd hij tot zoon van God geproclameerd bij een keizerlijk decreet. Elke andere mening werd verboden.
Toen het christendom en de staat een religieus monopolie vormden, veranderde het christendom radicaal. Het triomfeerde, werd succesrijk. Behalve dat, toen kerk en staat een verbond aangingen, de kerk juist de misdaden begon te plegen waarover ze de eerste 300 jaar van haar bestaan had geklaagd. De kerk vervolgt, moordt voor de godsdienst. Het moest een hiërarchisch, onderdrukkend statuut worden.
Dat kun natuurlijk verdedigen met: "het is in het belang van de massa dat er een bepaald type religie wordt opgelegd". Maar ja, wiens idee zou het moeten zijn hoe een religie het best te werk kan gaan?
Het is interessant dat keizer Constantijn, kort na zijn bekering, luisterrijke geschenken gaf aan de Sint Pieter en aan de Sint Jan van Lateranen. Massieve, levensgrootte beelden van Jezus en de apostelen zodat de christelijke kerken er al snel als heidense tempels uitzagen.
Dit is nog maar een voorbode van de rijkdom die de kerk in de vierde eeuw zal vergaren.
Is de kerk gecorrumpeerd? Jazeker!
Bewaart ze het besef van haar oorsprong, het besef dat armoede belangrijk is? Ja!
De kerk wordt dus verscheurd door de armoede van de monniken en de rijkdom van de bisschoppen. Maar toch behouden de beste bisschoppen onder hen hun gevoel voor weldoen en deugd.
Dus je hebt altijd die spanning binnen de kerk.
Jezus heeft geen kerk opgericht of daar instructie voor gegeven.
Dat is later verzonnen om de macht van de kerk te versterken. Het is onvoorstelbaar dat de eenvoudige Jezus uit Galilea een universele kerk had willen stichten.
Maar dan denk je wellicht: Heeft Jezus het gezag dan niet overgedragen aan Petrus?
En alweer: Dat soort legenden is zo fictief dat ze het Nieuwe Testament niet haalden. Zoals de schenking van Constantijn. Dat is gewoon bedrog:
Het was een document dat volgens de kerk van Rome in de middeleeuwen het testament van Constantijn was waarin hij het Rijk aan de kerk schonk. Toen bleek dat dit een vervalsing was, ontstond de protestantse reformatie.
Als je teruggaat naar de verliezers uit de vierde eeuw, kun je zeggen dat zij het gevecht verloren en de Roomse kerk met haar letterlijke ideeën over Jezus won, wil niet zeggen dat die kerk ook de juiste versie geeft. En wat de verliezers betreft, zij zijn uitgeroeid Iedereen die het 'andere verhaal' kende, de gnostici, de heidenen, moest weg. De tempels werden afgebroken, de filosofen werden vermoord, de boeken verbrand.
Als het christendom Gods favoriete religie was, had het de Gouden Eeuw moeten brengen. Maar de donkere Middeleeuwen kwamen en alle kennis werd vergeten.
Pas in de Renaissance kwam Florence die heidense geleerdheid weer terug. Zoals de boeken van Plato die 1000 jaar verboden waren geweest. Botticelli schilderde ineens weer heidense goden. Dat noemen we de wedergeboorte van onze cultuur. We gingen terug naar waar we gebleven waren vóór het christendom zegevierde.
Hoewel later veel christelijke mystici intuïtief deze diepere symbolische laag doorgrondden, hebben we alleen de uiterlijke mysteriën behouden. We hebben de vorm behouden , maar zijn de betekenis kwijtgeraakt.
Terwijl kerken leeglopen, zoeken mensen elders tot aan de andere kant van de wereld, zich niet realiserend dat diep in het verleden een ouden traditie was die hetzelfde deed, en dezelfde mensen aansprak.
Bepaalde kerkvaders, zoals Irenaeus, in zijn beroemde werk tegen de ketters, proberen te bepalen wat gnostici zijn en te bewijzen dat het geen christenen waren.
Hun eerste kenmerk is: ze lezen en interpreteren de bijbel graag.
Ten tweede: ze gaan graag op hun eigen intuïtie , openbaringen en dromen af en geloven dat ze kennisgevingen over het goddelijke ontvangen.
Ten derde zijn ze voortdurend op zoek en staan zij open voor nieuw onderzoek.
Dat kun je nu ook zeggen van 'New Age', maar vooral van filosofen werd verwacht dat ze onderzoek deden en bleven vragen!
Wie op onderzoek uitgaat, vindt een traditie die werd uitgeroeid, eeuwenlang was onderbroken. Nu lijkt ze verwarrend en moeilijk te begrijpen.
Er is geen korte weg naar Gnosis en geen onmiddellijk 'Nirwana'.
[ Bericht 16% gewijzigd door ExperimentalFrentalMental op 13-12-2006 18:18:10 ]
Death Makes Angels of us all
And gives us wings where we had shoulders
Smooth as raven' s claws...