quote:
Clyde Wijnhard belt soms zelf een club
Door SJOERD MOSSOU
LONDEN - Een wandeling door Brentford is een parade door het klassieke, ongepolijste Londen.
Ver weg van het gejaagde zakendistrict of het deftige Kensington Chelsea. In deze arbeidershuizen wonen geen importyuppen, maar oer-Londense gezinnen. Het regent vandaag, zoals het hoort in een wijk als deze.
Stadion Griffin Park is roestig en bescheiden. De uitsupporters zijn hier nog overgeleverd aan de nukken van het weer, op een betonnen staantribune achter het doel. De drie overige zijdes worden beschermd door een dak van rode golfplaten. Volgens The Rough Guide to Cult Football is een bezoek aan Griffin Park een aanrader, want het stadion heeft op iedere hoek een pub. Uniek in de wereld, aldus de gids. ,,Boven een van die pubs woont onze keeper,’’ vertelt Clyde Wijnhard, sinds september spits van Brentford. ,,In een kamer zo klein dat er alleen een bed en een televisie in passen.’’
Brentford Football Club vormt het hart van de lokale gemeenschap. Bij het gammele trapje naar de tribune van Griffin Park hangt een bordje: ‘Denk aan de buren alstublieft. Maar als u eenmaal binnen bent, schreeuw dan zo hard als u kunt!’
De West-Londense club kan wel wat steun gebruiken. Brentford staat stijf onderaan in de derde Engelse profdivisie, de manager stapte vorige week op en financieel is het al jaren behelpen. ,,We voetballen heel, heel slecht,’’ aldus Wijnhard. ,,Als er niet snel iets verandert, zie ik het somber in.’’
Toch kan het altijd armoediger. Als speler van Macclesfield Town stond Wijnhard vorig seizoen regelmatig op een keukentrapje. Samen met een ploeggenoot hing hij dan de doelnetten op, kort voor de ochtendtraining. ,,We trainden in een openbaar park, omdat de club geen eigen veld kon betalen. De netten moesten we zelf meenemen en lijnen waren er ook niet. Toen er op een dag opeens twee dames te paard ons veld overstaken, had ik het wel gezien daar.’’
Op zijn dolle reis door de spelonken van het Engelse profvoetbal leerde de Surinamer leven met rariteiten. Brentford is al zijn zevende club in Engeland, na Leeds United, Huddersfield Town, Preston North End, Darlington, Oldham Athletic en Macclesfield Town. Tussendoor speelde hij nog bij het Portugese Beira Mar en het eind van de reeks is nog niet in zicht. Wijnhard tekende in september een contract voor drie maanden bij Brentford. Op 1 januari 2007 loopt zijn contract af en begint een nieuwe zoektocht.
,,Straks raken veel clubs vanzelf weer in paniek,’’ zegt Wijnhard. ,,Dan hebben ze nieuwe spelers nodig en komen er vanzelf weer aanbiedingen. Zo werkt dat. Soms bel ik zelf naar een club. Als je hier al zo lang meeloopt, ken je veel trainers en makelaars. Afgelopen zomer heb ik de manager van Barnsley nog gebeld, die ken ik van vroeger. Maar hij had al genoeg spitsen. Een kennis regelde daarna twee stages bij Chester en Walsall. Kort daarop belde Brentford, maar mijn contract ga ik in januari niet verlengen. De laatste acht hebben we verloren, dat schiet niet op. Ik ga verder kijken.’’
Zo stapt de Surinamer door zijn voetballeven. ,,Een vaste zaakwaarnemer heb ik niet, mijn broer regelt mijn financiële zaken.’’ Wijnhard vertelt het verhaal van zijn loopbaan in de fantasieloze bar van het hotel waar hij voorlopig woont, niet ver van Griffin Park. Straks gaat hij nog even naar een huurhuis kijken. ,,Waarschijnlijk is het maar voor kort, maar ik heb het helemaal gehad in dit hotel. Zo saai man.’’
Toch klaagt hij niet. Een doorsnee Brentford-speler verdient netto zo’n 800 pond per week, een kleine 5000 euro per maand. De club zorgt voor een huis of een hotel. ,,Je kunt hier soms meer verdienen dan bij sommige eredivisieclubs,’’ zegt Wijnhard. Afgelopen zomer was de spits nog op proef bij NAC, maar tot een deal kwam het niet. ,,Ze moesten eerst van een speler af om een nieuwe te kunnen halen. Dat hadden ze me ook wel van tevoren kunnen vertellen.’’
Bijna alles wat hij ooit leerde in de jeugd van Ajax, is bij Brentford overbodig. In de lagere Britse profdivisies is voetbal een gevecht, zeker in tijden van tegenspoed. ,,De simpelste dingen zien ze nog niet,’’ aldus Wijnhard. ,,Tactisch en technisch zijn de meeste jongens bij Brentford heel beperkt. Daarom gaan ze maar hard en veel lopen, zonder te beseffen dat ze alle ruimtes dichtlopen. Maar toch gaat er niets boven voetbal in Engeland. Ik ben verslaafd geraakt aan de beleving hier. Dit is toch het voetbal zoals het ooit bedoeld was.’’
Verbazen doet Wijnhard zich nog af en toe. Toen de manager van Brentford vergat een reservekeeper op de bank te zetten bijvoorbeeld, zoals eerder dit seizoen tegen Gillingham. ,,Onze eerste keeper kreeg al snel rood en toen moest er een speler de goal in, een jongen die nog nooit had gekeept. Na 22 minuten. Dat kan hier allemaal.’’
De opmerkelijke loopbaan van Wijnhard kende een cruciaal breekpunt. Het zware auto-ongeluk dat hem trof in september 2000, dwong hem zijn ambities bij te stellen. Vóór die dramatische avond was hij een gewaardeerde spits bij eerst Leeds United - dat hem voor zo’n twee miljoen euro kocht van Willem II - en daarna het ambitieuze Huddersfield Town. Ná het ongeluk moest hij vaak knokken om in beeld te blijven.
,,Achttien maanden duurde mijn revalidatie,’’ vertelt Wijnhard. ,,Toen ik eindelijk weer zo goed als fit was, zei manager Lou Macari dat ik nooit meer zou kunnen spelen. Die man was gek. In de eerste wedstrijd dat ik weer voor Huddersfield speelde én scoorde, rende ik op hem af. We speelden tegen Tranmere Rovers en ik maakte 2-1. Ik pakte hem vast en schudde hem een paar keer door elkaar. ‘Zie je wel. Hier ben ik. Im back!’, schreeuwde ik. Het was een overwinning op iedereen die niet in me geloofde.’’
Wijnhard moest vaker mensen overtuigen van zijn waarde. Bij Oldham Athletic kreeg hij in 2002 een pay-as-you-play-contract. De aanvaller werd per wedstrijd betaald door de noodlijdende club. ,,Uiteindelijk mocht ik blijven en had ik er een goeie tijd.’’ Bij Darlington speelde Wijnhard in een van de mooiste stadions van de lower leagues. ,,Gebouwd door George Reynolds, een beruchte boef die zijn geld verdiende als kluizenkraker. Vlak voordat ik kwam, was hij voorzitter van Darlington geweest. Hij liet een enorm stadion bouwen, totdat hij werd opgepakt en de bak in moest. De club ging bijna failliet.’’
Het had zo oneindig anders kunnen lopen. Ajax-trainer Louis van Gaal zag in Wijnhard ooit de rechtsback van de toekomst. De voetballer probeerde het een jaartje in het tweede elftal van de Amsterdamse club, maar zag het niet zitten. ,,Het was tegen mijn natuur in. Het voelde niet goed.’’ Michael Reiziger wilde wél en groeide uit tot de rechtsback van het gouden Ajax. Wijnhard heeft er nooit wakker van gelegen. ,,Voetbal draait om plezier. Ik ben nog elke dag blij dat ik mag voetballen.’’
Wijnhard koestert zijn herinneringen. ,,Met Leeds United heb ik op Anfield gespeeld, dat pakt niemand me meer af. En toen we tegen Spurs speelden, stond ik naast Les Ferdinand op het veld, mijn grote idool. Dat kan niet iedereen me nazeggen. Toch?’’