Ik heb een ware kerstdraak geschreven, het is echt mijn genre niet
quote:
De verzamelaar
Je kunt kleurige ansichtkaarten uit alle landen van de wereld verzamelen. Misschien vind je het leuker om juist de postzegels die op die kaarten gekleefd zitten, er met eindeloos geduld vanaf te peuteren, om ze vervolgens weer in een map te plakken. Sommige mensen, meestal volwassenen, sparen fanatiek de speelgoedjes uit Surprise-eieren. Door alle chocolade waar ze zich eerst doorheen moeten eten, worden hun vingers dik als worstjes - vaak zijn ze niet eens meer in staat om de verrassinkjes zelf in elkaar te knutselen.
Mijn vader spaarde kerstspulletjes. Ooit kocht hij van zijn eerste zakgeld een vals zingende kerstman, die hij ook ná de kerst op zijn kamertje liet staan. In de zomer die volgde, schalde er regelmatig een krakerige versie van Let it snow door het huis. Iedere december kocht mijn vader kerstprullaria. De eerste kerstman kreeg gezelschap van een tweelingbroer die dankzij een nog volle batterij nét even sneller zong. Daarna liep het uit de hand: mijn vaders kamer leek al snel op een kerstmuseum.
Hij trouwde een meisje dat altijd vroeg in de lente al begon met het borduren van kersttaferelen en daarbij kerstliedjes neuriede. Hun huis raakte stampvol met krankzinnige kerstspullen. Een ongemakkelijke bank in de vorm van een arrenslee. Roze, paarse en blauwe kerstboompjes. 734 draken van kerstfilms. De muren waren volledig bedekt met de kerstborduursels van onze moeder. Mijn zusje en ik vonden het normaal om dagelijks van het kerstservies te eten. Buurkinderen vonden het prachtig, maar hun ouders begonnen te klagen over de knipperende kerstlampjes die nacht in nacht uit het huis in de spotlights zetten, zodat pap zwijgend de verlichting verwijderde. Twee dagen later had hij de tuin veranderd in een kerststal, inclusief levende dieren: een ezel die we Brulbalk noemden en een zwartkopschaap.
Er was één ding waar mijn vader nog naar verlangde: hij wilde naar Lapland, naar het huis van de kerstman, kijken naar de rendieren die groene vlaktes begrazen. De reis was te duur. We deden ons best om hem op te vrolijken, maar de denkrimpels in zijn gezicht verdwenen maar niet. Twee weken voor de kerst vertelde mijn 7-jarige zusje me dat ze de oplossing had gevonden. Vader zou naar Lapland kunnen. ‘Met kerst merk je het wel.’
Kerst, en mij zusje stond op de arrenslee heen en weer te springen: ‘Pap, je moet mee naar boven komen, ik heb iets voor je.’ Mijn vader volgde haar naar boven, mijn moeder en ik ruimden het papier op dat even daarvoor nog om kerstcadeautjes heen zat. Plotseling hoorden we mijn vader een enorme brul slaken. We renden naar boven. Daar stonden mijn vader, mijn zusje, en een vreemde man. Zijn pak was vaalrood en op buikhoogte gevuld met een kussen. Zijn scheve nepbaard was grijs van het stof. ‘De kerstman!’, straalde mijn zusje. ‘Ik kwam hem tegen op straat, en voor een slaapplaats tot de kerst, mocht jij mee met de slee naar Lapland.’ De grauwe kerstman zette zijn muts iets rechter op zijn hoofd. Hij keek verlegen naar een punt op de muur. ‘Hij heeft onder mijn bed geslapen.’
Vader werd bleek. ‘Weg allemaal, verdwijn!’ We stoven naar buiten, alleen de kerstman bleef bij mijn vader achter. Toen we ’s avonds voorzichtig thuiskwamen, was er niets in het hele huis dat nog aan kerst deed denken.
Hoongelach is welkom.
Wel heb ik al een specifieke vraag: laatste alinea laten staan of schrappen?
Tis trouwens gebaseerd op een nieuwsbericht dat begin deze maand op de FP stond:
Dakloze maandenlang onder bed meisje