abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_43746073
quote:
De Kerstengel

“De dozen ruiken lekker zolders.”
Genietend snoof ik de vertrouwde geur op.
Met wiebelende beentjes zat ik aan de grote eettafel en keek ik gespannen toe hoe mijn vader de wankele kartonnen stapel op het tafelzeil zette.
Met een zwierig gebaar deed hij de deksels omhoog en onthulde mij het grote geheim. Ieder jaar bekeek ik vol verwachting de inhoud en liet ik de pakjes één voor één door mijn kleine handen gaan. Voorzichtig tastend probeerde ik van de buitenkant te raden wie er in het vloeipapier verborgen zat.
De lange smalle was de magere herdersjongen en dat grote pakje was de kameel.
Die kleintjes konden lammetjes zijn, of Jezus zelf, of mijn favoriet: het dikke engeltje met de trompet.
Mijn vader zette het zelfgemaakte houten stalletje in elkaar en bedekte de bodem met zacht, geurend mos. Daarna mocht ik de beeldjes op hun plek zetten. De heilige familie knus dicht bij elkaar en de os en de ezel er vlak bij, zodat ze het kleine baby’tje warm zouden houden. De herders liet ik lekker rommelig met hun schaapjes verspreid over het pasgelegde mosveldje wandelen. De drie koningen zette ik een beetje achteraan, want die waren er eigenlijk nog niet. Ze moesten rechts naast de stal, want daar lag Almelo en dat was het oosten. Als alles klaar was kwam het moment suprème en hing ik het dikke engeltje met zijn dunne gouden draad aan de punaise boven de ingang van de stal. Vol trots keek ik op naar mijn vader, het was mooi.
“Tatateraa!”, riep mijn vader dan, met zijn handen als een kommetje om zijn mond gevouwen. “Laat de kerst maar komen!”
De stapel dozen leek kleiner en ik werd groter, maar we bleven het jaren doen.
Zolang ik thuis woonde, was het ons kerstmoment. Beter dan de rollade en de peertjes, zelfs beter dan de nachtmis.

De laatste zeven jaar deden we het met z’n drieën en was de kleine Tim er ook bij.
Voor dit moment legde hij de gameboy even weg en verruilde hij Spiderman voor Jezus en de lammetjes. En voor opa natuurlijk. Tim deed voortaan de beeldjes en zijn favoriet was de Moorse kamelendrijver. Die vond hij wel stoer want hij leek een beetje op zwarte Piet.
Het dikke engeltje was nog steeds voor mij. Tim overhandigde hem ieder jaar als een kostbaar cadeau. “Hier pap, deze mag jij.”
En dan toeterden we driestemmig in koor: “Tatateraa! Laat de kerst maar komen!”

Dit jaar staat de stal bij ons. Ik heb de dozen van zolder gehaald en Tim zit al klaar aan tafel. Zorgvuldig zet ik de houten stal in elkaar. Tim haalt het halfvergane vloeipapier van de beeldjes en zet ze een voor een op het zachte, geurende mos.
Aan zijn gouden draadje bungelt het laatste beeldje om de kleine vinger van Tim.
“Pap, deze mag jij,” hij kijkt me met natte ogen aan.
Ik pruts het draadje om de punaise, mijn hand trilt een beetje.
“Pap, opa is nu toch ook een engel?”
Ik knik, ja dat heb ik Tim verteld.
Hij gaat dicht bij me staan en zegt: “Zou hij dan nu ook een trompet hebben?”
Ik druk mijn zoon tegen me aan en samen roepen we uit volle borst:
“Tatateraa! Laat de kerst maar komen!”

Interview met de auteur
pi_43746120
quote:
De brievenbus

Vroeger zag ik hem niet staan, of liever gezegd, alleen als ik een brief op de bus moest doen, maar sinds ik met pensioen ben kan ik er uren naar kijken. Naast het raam op de eerste etage staat mijn oude luie stoel, verbannen uit de huiskamer nadat mijn vrouw het tijd vond voor wat nieuws en vanuit die stoel houd ik de brievenbus in de gaten en speel spelletjes als: ‘raadt de volgende’ (vrouw met zwarte laarsjes) of ‘raadt de inhoud’ (verjaardagskaart). Bij die laatste weet ik natuurlijk zelden of ik gelijk heb, maar daar gaat het ook niet om. Soms zie je iets bijzonders. Iets wat je niet had willen missen. Zoals vlak voor de kerst.

Hoewel ik met de drukte bij de brievenbus rond kersttijd mijn lol niet op kan, zat ik dit keer niet in mijn luie stoel. Op vrijdag help ik mijn vrouw met schoonmaken en ik was net bezig met de stofdoek toen ik het rode busje van de TPG bij de brievenbus zag stoppen. Ik woon in een drukke straat en iedereen komt met hele ladingen kerstkaarten, zodat de brievenbus iedere dag tot aan de rand toe gevuld is. Een jonge postbode, de opvangtas in zijn handen, stapte uit het busje en wandelde naar de brievenbus. Hij hing de tas onder de brievenbus, opende de klep en een hele lading kaarten viel langs de tas op de grond, waar de wind ze meteen oppikte.

Ik zag de blik in de ogen van de postbode veranderen van verbazing in afschuw, terwijl hij de wegvliegende brieven nakeek. Hij was snel, dat moet ik hem nageven, want binnen een paar tellen had hij de opvangtas al in zijn busje liggen en rende hij, wild graaiend naar de opwaaiende brieven, door de straat. Een man aan de overkant, zijn handen in de zakken van zijn jas, keek het tafereel aan. Ik verwachtte dat hij door zou lopen, maar hij stapte resoluut op een langsdartelende kaart en begon ook kaarten op te rapen.

Hij was niet de enige. Een meisje met een mobieltje aan haar oor plukte, bijna onverschillig, met haar vrije hand kaarten van de grond, ondertussen nog diep in gesprek met wie ze dan ook aan de andere kant had. Een zakenvrouw in mantelpak sprong op haar hakken, een vastberaden blik in haar ogen, naar een kaart die gevangen zat in een wervelwind en hoger en hoger opsteeg. Twee jongetjes gingen lachend achter de kaarten aan die al kans hadden gezien een flinke afstand af te leggen en onderweg waren naar het einde van de straat. Binnen een paar minuten was de straat vol met mensen die achter de ronddwarrelende kaarten aan zaten. Auto’s stonden met deuren open en draaiende motor midden op straat, terwijl hun eigenaars over de straat renden. Om de zoveel tijd liep iemand met twee handen vol kaarten naar het busje, waar de postbode dankbaar de gevangen post aannam en in een mum van tijd waren alle kaarten van de straat. Sommige mensen bleven nog even hangen, maar zonder gezamenlijk doel verdween ook het gevoel van saamhorigheid en vervolgde ieder zijn weg.

Achter mij kwam mijn vrouw de kamer in, ‘zit je nou alweer naar die brievenbus te staren? Er gebeurt toch nooit iets bijzonders.’
‘Bijna nooit,’ zei ik glimlachend.
Interview met de auteur
pi_43746148
quote:
De kerstboom

Dit jaar had hij er geen zin, dat hele kerstgebeuren. Benjamin Schutte zuchtte eens diep en probeerde in een kerststemming te komen. Maar het wou gewoon niet lukken. De eerste kerst zonder zijn Eva en het gemis zou groter zijn dan de rest van het jaar. De kerstdagen, nee hij kon het niet en hij wou het niet. Geen kerstboom dit jaar. Geen grote uitbundige boom met gekleurde lichtjes en een bonte verzameling kerstballen die ze samen gedurende 45 jaar huwelijk bij elkaar gespaard hadden. Traditioneel gaf hij haar op kerstavond een nieuwe kerstversiering voor in de boom, 45 jaar lang.
En toen was in februari zijn vrouw plotseling overleden, heel snel was het gegaan, hij had het amper kunnen bevatten. Gesteund door zijn kinderen was hij die periode doorgekomen. Daarna was de echte klap gekomen, ze was er niet meer en ze kwam ook nooit meer terug. Het gemis na zo’n lang en gelukkig huwelijk was niet te beschrijven. Het huis was kaal en leeg zonder haar. Er was geen liefde meer voelbaar. Hij was ontroostbaar.
En nu was het zover, morgen was het 25 december. Normaal gesproken zou de boom al zo’n 3 weken staan pronken in hun kleine woonkamertje.’s Avonds deden ze alleen de lampjes van de boom aan en zaten ze samen op de bank. Dan keken ze naar de boom en haalden herinneringen op aan alle kerstdagen die ze gevierd hadden.
Hij veegde een traan van zijn wang en pakte een zakdoek om zijn neus te snuiten. Terwijl hij de zakdoek weggooide keek hij naar haar foto die op het dressoir stond. Hij tilde de foto op en kuste haar. De telefoon die overging bracht hem terug in de realiteit. Het was Sam, zijn
kleinzoon.
“Opa, kan ik vanavond bij je langs komen?”
Hij moest even slikken en probeerde te bedenken wat hij moest zeggen. Het was hem volledig ontschoten, dat Sam elk jaar op kerstavond naar de kerstboom kwam kijken.
“Opa, ben je er nog?” hoorde hij Sam vragen.
“Ja jongen, het is goed, kom vanavond maar,” wist hij uit te brengen. Toen hij had neergelegd besefte hij het, er moest gewoon een boom komen. Voor Sam en voor Eva. Het was tegen vijven en alle bomen zouden verkocht zijn, waar kon hij nu nog een boom vandaan halen?

Op het pleintje waar hij elk jaar zijn boom haalde was de verkoper aan het opruimen.
“Heeft u nog een boom?” vroeg hij.
“Ah daar bent u, ik had niet meer gedacht dat u nog zou komen. Kijk eens wat een pracht, ik heb hem speciaal voor u achtergehouden.”
Verbaas keek Benjamin Schutte naar de prachtige boom die tegen de vrachtwagen van de verkoper stond.
“Ja,” zei de verkoper trots, “ik heb het onthouden. Afgelopen jaar fluisterde uw vrouw mij in voor volgend jaar weer zo’n mooie boom weg te zetten. Ik vond het wat vreemd maar ach, u koopt al jaren een boom bij me dus ik heb de mooiste voor u apart gezet. Ik kneep hem wel even, toen u niet kwam opdagen, maar iets zei me dat ik hem toch voor u moest vast houden. Zal ik hem even in uw auto laden?”
Perplex stond Benjamin Schutte daar terwijl de verkoper de boom inlaadde. Hij keek omhoog. “Bedankt schat,” fluisterde hij. “Prettig kerstfeest”.
Interview met de auteur
pi_43746180
quote:
Na de piep

“Met mama. Waar ben je? Ik probeer je al de hele dag te pakken te krijgen! Ik zou je toch nog even bellen over de boodschappen? Je moet wel vandaag nog naar de winkel, want ik verwacht je morgenvroeg al thuis! Papa vindt het niet zo prettig om alleen met oma te zitten. En ik moet echt naar de kapper, dat weet je. Ok, ik geef je even het lijstje door. De kalkoen heb ik al besteld, die kun je gewoon ophalen bij Van Dalen. Wel zeggen dat ik al betaald heb, hè! Het is al duur genoeg allemaal. Je moet ook even langs de slijterij op de hoek daar. Hoe heet die toko alweer – euh – dinges – euh – van die zoon van Teun de Bruin. Die heeft toch nog bij jou op school gezeten? Heeft mooi z’n eigen zaak nu. Haal daar maar een flesje sherry, voor oma. Een kleintje hoor. Ik weet niet of tante Alette dat ook drinkt, maar ik heb geen zin om ook nog een fles port te kopen. En als ze per se port wil, dan denk ik: Waarom organiseer jij niet eens wat op kerstavond! Hoe lang is ome Jan nu al niet dood? Dat gesnotter ieder jaar. Doe toch eens een beetje gezellig, het is kerst! Ze zet vast die zwarte hoed weer op. Alsof ze nog steeds in de rouw is. Wat doe jij eigenlijk aan? Toch niet dat bruine ding? Leen anders wat van je zus. Die heeft zelf een heel mooi jurkje gekocht. Misschien kun jij dan die ene blouse van haar dragen? Die met dat rode streepje. Een rok van haar wordt misschien een beetje lastig, maar je weet dat ze tegenwoordig van die corrigerende slips hebben? Een soort korset, maar dan voor je billen. Die kun je gewoon bij de V&D halen. Daar moet je sowieso heen, want ik heb niet genoeg servetten. Want had ik al verteld dat ik Babette heb uitgenodigd? Leuk hè, die kwam ik vorige week tegen in de stad. Zij heeft net een huis gekocht. Jullie zijn van dezelfde leeftijd, toch? Maar goed, Babette neemt haar man mee, dus je moet twee servetten kopen. Ze hebben daar van die groene. Heel leuke vent heb ik trouwens gehoord, die man van Babette. Thea kent hem. Doet het ook heel goed, iets met computers. Jij komt nog steeds alleen? Niet met die – euh – Erik, Evert? Ik las laatst iets over speeddaten. Ken je dat? O, wacht even, je vader wil wat zeggen." ... "Ja, met mij. Hoe laat ben je er morgen? Toch wel voor tienen? Dan komt oma namelijk. O, je moeder wil de telefoon weer. Ja, mens, rustig! Hee, tot morgen." ... "Ok, ben ik weer. Ik was nog niet klaar. Ik wilde namelijk zeggen dat wat voor tante Alette geldt, ook voor jou geldt. Jij kan zo ongezellig doen. En Joost mag weten waarom. Soms denk ik echt dat ik de enige ben die er wat van probeert te maken. Ok, ik bel je straks nog om te horen of het allemaal gelukt is. Ik ga nu proberen je vader onder de douche te krijgen." Piep.
Interview met de auteur
pi_43746212
quote:
Faye

“Victor van Veen? Aangenaam.” Voor de deur stond een vrouw, klein en mollig, met lang blond haar en een hemelsblauwe avondjurk aan.
Victor keek haar nors aan. Hij was net van plan geweest naar bed te gaan en nu stond er een vrouw in galajurk op de stoep. “Ja, en wie bent u?”
Ze glimlachte. “Mijn naam is Faye.” Ze stak haar hand uit, maar Victor negeerde die.
“En wat…”
Weer lachte ze. “Ik zal het uitleggen: U bent Victor van Veen. Het is Vandaag de Vierentwintigste Van december, de Vijfentwintigste is het uw Verjaardag en is het Vijftig jaar geleden dat u Vroeg in de ochtend bent geboren. Daarom bent u uitverkoren om Vijf wensen in Vervulling te laten gaan. Voorwaarde is dat de wens met een V begint. De wenstijd is Verstreken op uw Vijfenveertigste Verjaardag, Vanavond om twaalf uur, dus. En Voor ik het Vergeet: Vast gefeliciteerd met uw Verjaardag.”
Victor trok een wenkbrauw op. “Sorry hoor, ik heb geen tijd voor di…”
“U gelooft me niet?” onderbrak Faye hem, “Noem een Voorwerp met een V en het ligt hier Voor u.”
“Viool,” zuchtte Victor.
Verbijsterd keek hij haar aan, toen op de deurmat een donkerbruine viool verscheen. In zijn ogen verscheen een hebberige blik. ‘Vijf wensen?” Faye knikte.
“Kom binnen.” Victor opende de deur wat verder en liep naar de woonkamer, waar Faye zich in een grote leunstoel liet vallen.
Victor ging aan tafel zitten en dacht na. “Met een V… Een v…Verrari!”
Faye zuchtte diep. “Dat is met een F. Het is trouwens Vijf over half twaalf, dus je hebt nog Vijfentwintig minuten.”
“Een vliegtuig dan!” schreeuwde hij enthousiast. Verwachtingsvol keek hij de kamer rond. Er gebeurde niets.
“Ja, wat dacht je nou?” vroeg Faye, “Hij staat in de tuin.”
Victor rukte de gordijnen open en inderdaad, op het gazon stond een klein sportvliegtuigje. Hij draaide zich om en keek Faye vol bewondering aan. “Een… een vogel! En een V… een videocamera! Een vakantie! En…” Hij stopte pas toen het gifgroene vogeltje dat inmiddels op zijn hand zat, hem in zijn vingers beet.
Faye keek hem vernietigend aan. “Verspiller! Denk eens aan wat je allemaal zou kunnen wensen. Het is Verdomme kerst Vanavond!”
Victor ging teleurgesteld weer zitten. “Wat moet ik dan wensen?”
“Dat moet jij weten,” zei Faye plotseling onverschillig.
Victor dacht even na. Toen stond hij op en pakte een woordenboek uit de boekenkast. Hij sloeg het open en ging met zijn vinger langs alle regels. “Vaag, vaak, vaal…”
“Je hebt nog vijf minuten,” deelde Faye mee.
“Ik weet het niet!” schreeuwde Victor en gooide het woordenboek aan de kant. “Zeg jij dan wat ik moet wensen!”
Faye zweeg, terwijl Victor door de kamer begon te ijsberen. “Met een V… een woord met een V…”
“Denk niet alleen aan jezelf,” adviseerde Faye. Ze keek toe hoe Victor opnieuw het woordenboek pakte en daar driftig in begon te bladeren. Hij sloeg naar het parkietje dat op zijn schouder wilde gaan zitten en schudde zijn hoofd. “Ik weet het niet, echt niet!”
Faye keek op haar horloge. “ Je hebt nog Vijf seconden. Vier, drie, twee…”
“Wacht!” schreeuwde Victor, “Ik weet het! Vr…”
Er klonk een knal. Rookwolken verspreidden zich door de kamer.
“…ede,” maakte Victor af. Maar Faye was al verdwenen.
Interview met de auteur
pi_43746313
Heel erg leuk om deze verhalen weer eens te lezen! Dank je wel voor het plaatsen, Sebbo
"Dear life, When I said "can my day get any worse?" it was a rhetorical question, not a challenge."
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')