anale seks: Achteruit inparkeren, rioolwerken, choclabuisker, anaal gaan, chocoprinzen, bruinwerken, de achterdeur nemen, hole in one, (op z'n) Grieks, kontenbonken, kontneuken, (op z'n) Turks, relnicht, sluitspier massage, in de anoes, aarsbatsen, anaal ridderen, anaal generaal spelen, darmcoureren, reetracer, strontpompen, strontstoempen, endeldarmtoerisme, de achtertuin aanschoffelen, endeldarmracen, (olie op)boren, van de poepstamperij, Lans-a-vot, in de stront roeren, poepboeren,een eugëntje, een mijnramp veroorzaken, Sterrenjagen, Schoorsteenvegen, poepstampen.
borsten: airbags, anticlines, baby's drankkast, balkon, bep en toos, bloemkolen, bobbies, bollie en billie, boordkanonnen, bos hout voor de deur, bumpers, charmes, contragewichten, gemoed, harry's, Himalaya Gebergten, jetsers, joekels, jopen, juinen, kokosnoten, koplampen, kwaliteiten, meisjes, melkkannen, meloenen, memmen, melkzwabbers, muggesteken, pappen, peren over de schutting, (2 grote) pluspunten, pompelmoezen, potten, prammen, talenten, tetten, tetn, teuten, tieten, toeters, uiers, vanvoren, voorgevel, [flink] voorkomen, weapons of mass distraction, fare's (koplampen), loenzen, veel volk in de statie...
clitoris: bobbeltje, deurbel, likkopje, genotsknobbel(tje), genotsknots, genotsknop, kittelaar, spelde-puntje, kietelaar, klit, orgasmeknopje, shake-spier, knop,...
coītus a mamilla: bezemen, borstneuken, tietneuken, (op z'n) Russisch, Spaanse plastrong, Stokbroden, met de hoorn tussen de alpen gaan, tietwippen ...
condoom: Engelse frak, feestmuts, kapotje, kwakvanger, neukballon, ongemakje, pipet, Pipi Vangkous, Pikkie Vangkous, regenjas, rubber...
cunnilingus: beffen, de hostie ontvangen, likken, kuttebutten, minetten (Limburgs), Pan uit eten, pruim likken, aan de postzegel likken, aan de rosbief snuffelen, tongracen, vrouwelijkevoorhuidvoenzen, wijwaterke, greppeltsje likken, een zoute snor halen, zuu-zagteG-en de renault wassen...met je neus in de bosjes en de tong in de sloot
eikel: dop, duitse helm
erectie: batterij erin hebben, bennie, Drentse poal, harde, hard latje, hem-omhoog-krijgen, in het gelid staan, jacky, jan van gent, kabouter, kapstok, lantaarnpaal, mast, een mietert hebben, ODOL (Ontzettend Dikke Ochtend Lul), paal, een spier hebben, stijve, stok, staander, strakke plasser, stramme kabouter, tente, het tentzeil strak spannen, KOE (Kolosale Ochtend Erectie)...
ejaculatie: er-zijn, klaarkomen, klaarspuiten, komen, sprietsen (v), stralen, spuiten, arriveren, van je navel een zwembad maken, je kinderen uitlaten, uitkering aanvragen, z'n zakje legen...
fellatio: afzuigen, blowjob, buizen, (op z'n) Frans, fjuupen, met de mond een O-beweging maken, paal nathouden,
pijpen, tandartsen, zuigen, nilfisken, oraleren, de Tijden uitvoeren, snorkelen, tsjolken, stokslobberen...kluiven
geslachtsgemeenschap: aanduwen, aan Venus offeren, afkarren, afrijden, baarmoeder verven, ballen, batsen, beuken, bekennen (bijbels), bezwangeren, biechten, bijslaap, bonken, brommers kieken(Achterhoek), cohabiteren, coīre, coīteren (contaminatie van de twee voorgaande), consumeren, copuleren, dammen, de koffer induiken, de liefde bedrijven, de oudste beweging ter wereld maken, de puddingbuks doorladen, douwen, duwen, de voortuin aanschoffelen, doktertje spelen (18cm koorts!), doorblaffen, een beurt geven, een doppie maken, een natte neus halen, een nummertje maken, een punt zetten, één vleesch worden, een veeg geven, er overheen gaan, flenzen, fietsen, firljeppen, habbahabbaën, het doen, heukebeuken, hokken, (iemand) pakken, in de suikerpot roeren, indianendans, ingaan tot, (de auto) inparkeren, ketsen, kezen, kieren, kitten, knibbeltje en bibbeltje, krikken, masten, het bed delen, mossen, naaien, naar bed gaan, nemen, neuken, nummeren, oliën-en-doorsmeren, op de muts gaan, op de schroef gaan, paalzitten, palen, paren, partijtje gemengd dubbel spelen, plat gaan, ploppen, poepen (alleen in België), poereloeren, worpen, poken, pompen, porren van vorren (naar por favor), prikken, pruimen op sap zetten, raggen, rammen, rampetampen, rijden, ring dinge dinge doen, roompotje roeren, schaambeenbonken, sjemmen, slootpoken, soppen, sporten, stoten, pookstoten, teletubbiën, tjoppen, tot iemand ingaan (bijbels), uw mannelijkheid in het geding brengen, van bil gaan, van de grond gaan/komen, van Wippestein gaan, vogelen, vossen,vozen, naar: Koen v/d D., vrijen, vruchten plukken, weipalen heien, wippen, keppe doen(West-Vlaanderen), rampetampen (W-VL), kierklappen,De hele kamer (of: het hele bed) doorjagen,...
homoseksueel (man): Anaalvandaal, Billenridder met helm en bilknaap (homoseksueel met partner), bruine ruiter, chocoprins, darmkanaaladmiraal, holbewoner, kontenbonker, rugridder, lansdrager, aarsridder, bilridder, bruinwerker, de jeanettosaurus, flikker, Herrie Potter, homo, jeannet, Jo de Potter, lelietje van baelen, miet, mietje, nicht, poot, potter, potterjos, ridder van de bruine orde, Ridder-van-de-Bruine-Ster, ruggetuffer, sluitspiermusketier, sodemieter, van de fanfare, van de "Vereniging", van de verkeerde kant, van 't handje, vrouwtje, darmkanaal toerist, meester van de stramme krans, kringspierpionier, Kringspier-musketier, Rugtoerist, analist, bruinduiker, endeldarmtoerist, de Griekse beginselen toegedaan zijn, strontstoemper, reetridder (naar het Friese reedrider, wat gewoon "schaatser" betekent), robert van het ronde grotje, aanhanger van de Griekske beginselen, benoit, Billenbeffer, een witte snor hebben, queer, een kriton, aarshaarverzamelaar, spiegelaars, vanderspiegelgaan, anusjevanalles, rectaalrecreant, kontkannibaal, natte bilnaad soldaat, vriend van Van Swieten, schetenzuiger, darmtourist ...
homoseksueel (vrouw): lesbiënne, lesbo, mannetje, pot, potvis, janet, blokpot (heel mannelijke lesbische vrouw), ...
masturbatie (algemeen): de paus pesten, doe-het-zelven, EHBG (eerste hulp bij geilheid), eigen hulp, handwerk, handewerkersvriendenkring, huboën, Kapelaan maken, meester beer opbellen, met jezelf spelen, onanie, schlemielen, solo polo, solo seks, vrijen met marie la main, violieren, naar de Gamma gaan, solden doen in de Aldi, de vuist ballen,je broer een hand geven, avondstudie,...
masturbatie (man): aan uwen aap sleuren, afrukken, afkarnen, aftrekken, choppen (tjoppen), de aap op zijn bakkes geven, DIY, Doet het zelvert, "een-en-twintig, twee-en-twintig", er effe een haal aan geven, fappen, fierljeppen, geilpompen, handgymnastiek, met de handkar gaan, handneuken, heren enkelspel, het kwaad der knapen, je beste vriend verwennen, lekker jurren, losse flodders schieten, schwoengen(Limburgs) masten, melken, de paling strippen, piemelen, het plafond witten, rukken, roeiepoetsen, sausje maken, schudden, sjorren, sjorsen, slingeren, snokken (Zeeuws en Vlaams), stoksnokken, trekken, voorhuid-joggen, wieksen (Limburgs), hand-jiven, maandag josdag, stroepen (Noord NL), paalhangen, paalwalsen, roppen, lijn 5 nemen, de Duitse helm poetsen, De een-ogige slang gedag zeggen, vendelzwaaien met de korte stok, handballen, jeux des boules, mijn vriend de hand schudden, snukken, stengel zwengelen, tirren, met de handkar over de zolder, seks uit t vuistje, vuistvogelen, de president een hand geven, de yoghurtfles leegschudden, vuistjes dochter, je ponnie melken (WVL),...
masturbatie (vrouw): achtjes draaien, vingeren, strelen, poezelen, vaginaal rukken, de vijver laten vollopen, plonsen, blubben, de poes voederen, clitsjoelen, ...
menstruatie: de tijd van de maand, bloedgrot, rode vlag (hangt uit), de japanse vlag (hangt uit), de Russen zijn in het land, er is een maand om, loeten, feestweek, tante rossete is op bezoek, de vodden, regels, aan de flatsch, ...
orgasme (algemeen): ananas machen, Mount Everest, klaarkomen, komen, hoogtepunt bereiken, ...
orgasme (mannelijk; ejaculatie): iets van jezelf kwijtraken, kwakken, sprietsen, spuiten, ladderen, volyoghurren, afromen.
orgasme (vrouwelijk): aaaaaaaaaah, nog-schatje-nog-schatje, 'la petite mort', ...
penis: Alfred Jodocus Kwak ("Hij komt een druppel later"), amusementssector, bana, Bello, blanke-vlablaffer,speelstok, blauwaderige yoghurtpomp, bout, brandslang, broekslang, broer, calippo, Curaįaoenaar, derde been, dikkie-dik, eenogige broekpaling, elfde vinger, fallus, Faucompret, fikkie, Filiberke, flenter, fluit, flosh, flurk, Frederik, genotsknots, Gerrit, geweer, handvat, hengel, hoogteroer, ijsje, Jaap Stam, Jan zonder handjes, Jef, jepper, Jodocus, Johnny, Jommeke, jongeheer, jongensvagina, joystick, kaneelstok, kindermaker, de kleine, de kleine Gideon, kleine generaal, klok-en-hamerspel, knakworst, knoert, lange willy, lans, lat, leuter, lid, loeres, loert, lolly, lubbertuit, lul, mannelijkheid, middelste vinger, mik, neukstaaf, ochtendstok, paal, piel, pieleman, pielemuis, piemel, piepel, pieterman, pik, Pilatus, plasser, poereloere, pompstronk, pook, potlood, puddingbuks, robbeklopper, rammelaar, rampetamp, regenworm, rinus, roede, roer, sannie, sapstengel, schachtenduiker, schlong, sergeantmajoor, sjimmie, sjors, slagwerk, slamassel, slinger, sloopkogel, slurf, sniggel, snikkel, spekstrip, spermaspuiter, spuiter, spuitfluit, staaf, staafmixer, stramme kabouter, stratenmakersstoetje, stuk, stijselaar, suske, tamp, tampeloeris, toeter, tuinslang, vermaak, vleeslolly, vleessabel, vruchtbare lucifer, vogel, wicked willy, wiebel, wiedel, Willy Wortel, winterpeen, worst, wortel, zaadmitrailleur, zeeppompje, zjang, zwager, zwans, zwelgje, 7-gradenknuppel...
pedofiel: knapenschender, kinderlokker, kinderprikker, martijn (als in stichting ~), pedo, ...
pedofilie: baelen, grondboren, dutroux'en, kalekutten sex, zandventen, vloer keren, georgen, kinderpiklikker, pekkiepakken, met snoepjes rondlopen, ...
prostituee: betaalmuts, dame die zich liggende staande houdt, dame van lichte zeden,het rode licht,dame van plezier, hoer, kutverhuurder, lichtekooi, meretrix, temeier, putain, pute, slet, slijtmuts, verhuurschuur ...
schaamhaar: Hairy Popper (als iemand veel schaamhaar heeft), oerwoud, venusheuvel, vachtje, bush, gazon, Bermudadriehoek...
straatprostituee: bermslet, boswachtster, greppeldel, hoekhoer, poldersnol, portieksnol, stoephoer / trottoirprostituee, stoepslet, straatmadeliefje, tippelaarster, heroinehoer...
teelballen: aardappelen, ballen, edele delen, eieren, kloten, kroonjuwelen, testikels, antwerpen-centraal, noten, klokkenspel, spermafabriek, knikkers...
transseksueel: um-gepumde (Limburgs), bouwdoos, meneer kut, mevrouw kutloos, verbouwd, ...
travestiet: geslachtsfaker, jurkofiel, mannetje (vrouwelijke travestiet), travo, vrouwtje (mannelijke travestiet), ...
scrotum: balzak, Honoré de Balzac, kinderbijslag, klootzak, knikkerzak, slaapzak, tas, turnzak, zak, zwemzak, ...
sperma: bearnaisesausje, but, fluitekruid, Freudsap, fut, geil, Golf van bengeile, kwakje, kwakkie, liefdesmayonaise, mannensap, natuurlijk glijmiddel, neukroom, olie, piemelsientje, plek mi pitjes (brabants), potentiële levensvormen, sap, slagroom, smoezies, spuitsel, spuitvocht, witteke, (klamme) yoghurt, zaad, zaadstraal, witten drek...
vagina: bef, behoje, brievenbus, broodje rosbief, buiksloterhammetje, doos, druipgrot, gleuf, glijhol, flamoes, floppydrive, fluit, foef, framboos, friemel, frut, grand canyon, grot, hamportemonnee, hol, inkomen, joni, kano, kedietje, kees, koffieboon, kut, liefdesgrotje, Marianentrog, meluk, mik, mossel, muis, muts, naad, neukhol, ontplofte mol, perzik, pissemuis, poes (in de meeste Europese talen, o.a. Frans, Engels, Duits, Italiaans en Russisch, wordt "poes" als metafoor voor vagina gebruikt), natte la, pruim, prut, schacht, schede, scheur, schoorsteen, shoarmaslagerij, snee, spermaschacht, spleet, spelonk, spons, tiejijs, tocht, trut, tuinboontje, utteflut, vermaak, vismarkt, wiske, zure geul, la, sloot, dot, slof, koelie, druipgrot, mösj (Limburgs voor mus), miemel, vulva, garage, uitgezworen paardenoog, vleesbloem, zaadbak, zaadhol, zeiksnor, voorbips, ...
zoöfilie: bestialiteit, animalsex, dierenseks, ieder diertje zijn pleziertje, kipwippen, naar de kinderboerderij gaan
Wie vult deze lijst aan