quote:
Op zaterdag 25 augustus 2007 16:39 schreef FLR het volgende:[..]
Het uitgebreide verhaal zal nog enkele daagjes op zich laten wachten (druk, druk als je weer terug bent in NL), maar ik zal in ieder geval even de bezochte steden in chronologische reisvolgorde geven: Santiago - La Serena - Antofagasta - San Pedro de Atacama - Iquique - Santiago - Pucon - Concepcion - Santiago.
Naja, enkele daagjes...
![]()
Maar bij deze maar een poging.
We waren dus op studiereis, wat betekent dat men naast de toerist uithangen ook nog wat universiteiten en bedrijven bezoekt. Halverwege juli kwamen we in Santiago aan en hadden we direct al ons eerste avontuurtje te pakken. Iberia had namelijk onze koffers nog in Madrid staan als gevolg van een erg korte aansluiting die we daar hadden. Leuk detail was dat we de volgende ochtend een bezoekje aan de Nederlandse ambassadeur hadden staan, maar de nette kleding was op dat moment nog onderweg. Dus dat leverde een vermakelijke brunch op aldaar in onze niet al te frisse reiskleding. Wel erg leuk om eens gezien te hebben.
Vervolgens was het alweer tijd om door te reizen naar La Serena en zo konden we voor het eerst wat genieten van het Chileense landschap met zijn heuvels, nog wat Andes op de achtergrond, voordat we uiteindelijk langs de Pacific reden. La Serena was best aardig om eventjes door te lopen. We vonden ons eerste 'Escudo-hol' (onze term voor een café waar men een aantal literflessen Escudo koopt met plastic bekers erbij, we kwamen er later achter dat dat nog best gebruikelijk was) en kochten wat van de lokale Artesania. Het was mooi weer en dat werd alleen nog mooier toen we het binnenland introkken richting de Capel-destilleerderij waar een van de bekendere Pisco's vandaan komt. Winter op het zuidelijk halfrond kan best ok zijn
Na een nachtelijke reis door een groot stuk Atacama-woestijn, arriveerden we in Antofagasta wat op eerste gezicht niet heel aantrekkelijk leek, maar waar we ons uitstekend hebben vermaakt. Dit kwam voornamelijk vanwege het avond- cq. nachttleven, want we hadden een leuke kroeg in de buurt (inclusief video-jukebox waar we de 2-Unlimited megamix konden draaien
![]()
) en we maakten hier onze eerste zaterdag mee. Tel daarbij op dat een stel lange, blonde Nederlanders in Chili over het algemeen al aardig bekijk had, maar men in Antofagasta al helemaal niet zo gewend leek te zijn aan toeristen. Het resulteerde in leuke dagen, tussen een bezoekje aan de lokale universiteit, nitraatproducent, Very Large Telescope (Paranal Observatory, echt in the middle of nowhere gelegen... met immens uitzicht op de bijzondere woestijn moet ik zeggen) en een bedrijfje dat additieven maakte voor de winning van koper, door. Ook daar nog de Portada (grote natuurlijke boog) gezien.
Na deze met excursies gecombineerde gezelligheid, was het tijd voor het eerste echte toeristische uitstapje, San Pedro de Atacama. Eerst een paar uur toeren door de woestijn en daarna hadden we de eerste uitzicht op de Salar de Atacama en de 6000-meter hoge Andesbergen op de achtergrond. In San Pedro kwamen we er al snel achter dat dit inderdaad een toeristen-hotspot was, maar dat mocht de pret niet drukken. De heerlijk warme dagen en de nachten met lichte vorst, uit eten bij een groot open kampvuur en de immense en indrukwekkende omgeving. Erg mooi! Behalve de verplichte (maar wel terechte) excursies naar de Tatio-geisers, de Salar en de Valle de La Luna ook nog een solotochtje wezen lopen bij de Quitor-ruines in de buurt. Erg fijn in ieder geval. Het eerste moment om te vergeten dat je op studiereis was. De koude avonden waren ook gezellig in de toeristische kroegen, hoewel op een avond er eigenlijk alleen maar Nederlanders te vinden waren in de kroeg waar we zaten (en lang niet alleen van onze groep). Dat was dan misschien toch iets te veel van het goede.
Min of meer uitgerust reisden we verder, via een bezoek aan de immense Chuquimata-kopermijn en een overnachting in Pica (inclusief uitgenodigd worden bij een bbq van locals met echte Boliviaanse wiet) naar Iquique. Daar begonnen we aardig met een bezoek aan het spookstadje Humberstone. Voor mij persoonlijk wel leuk om te zien na ook al eens een spookstadje in Californië te hebben gezien, aangezien Humberstone nog veel korter leegstaat (zo'n 50 jaar, geloof ik) en men nog veel echt had laten liggen/staan zoals het toen was. Iquique zelf was iets van een teleurstelling. De lokale hoofdplaza was ok, met nog een mooie, koloniale straat erbij, maar voor de rest was het wat rommelig en niet heel aantrekkelijk. Wel hadden we een prima hotelletje vlak aan zee en hadden we de meest geweldige avond in de Sala Murano (plaatstelijke discotheek)! Na uitgestapt te zijn uit de taxi (zulke goedkope taxi's zou men ook in Nederland moeten hebben
![]()
), zagen we de lokale Chileense jeugd gezellig indrinken naast hun gepimpte auto's. Erg vermakelijk in ieder geval. Ook wel terecht, aangezien het drinken in de disco redelijk aan de prijs was, maar dat verhinderde ons niet om de koelkast met Corona ongeveer leeg te drinken.. Gezellig gedaan met de Chileense bezoekers (op de een of andere manier voornamelijk vrouwen) en in de vroege uurtjes weer teruggetaxied.
Na al deze woestijn en enkele steden, was het tijd voor de lange, lange terugreis naar Santiago. Twee overnachtingen in de bus achter elkaar is niet echt fijn. Wel nog even kunnen relaxen bij de Bahia Inglés, maar daar was het net wat te fris om echt lekker te kunnen strandhangen. Enfin, in Santiago stonden er nu een bezoek aan de De Martino-wijngaard in de Maipo-regio, een uitstapje naar de Universidad de Valparaiso en de Universidad de Chile op het programma en was er tussendoor tijd om de stad nu wat uitgebreider te verkennen. Dit lukte toch niet helemaal (het is dan ook een immense stad), want we gingen na enkele daagjes alweer door naar Pucon, het tweede echt toeristische punt in de reis.
Het was een verademing om eindelijk in groenere gebieden te zijn, maar ja, je mist dan wel weer de strakblauwe luchten en het idee dat het nooit regent. Enfin, daar op mezelf me erg goed vermaakt: (en nu copy-paste ik even uit mijn reisblog, sorry voor het wat langere stuk)
quote:
Maar goed, nu de Pucón-verhalen. Dit stadje is een beetje het San Pedro van het zuiden met ontzettend veel reisbureautjes voor ´outdoor activities´, maar is iets groter en iets vertrouwder. Als ik het in één statement zou moeten omschrijven, zou het iets zijn van: een Amerikaans (loodrechte straten, zoals overal) Alpen- (zo´n gevoel geven de omliggende bergen) cq. bergstadje (alles is van hout en zo).
Die vertrouwdheid bracht de bergliefhebber in me natuurlijk weer boven, waardoor ik het georganiseerde groepsgebeuren (raften, ´boomslingeren´, grotten en dergelijke zaken) maar liet voor wat het was. Een redelijke hoogtekaart van de omgeving kocht en maar eens zou gaan kijken of je tot een redelijke hoogte zou kunnen klimmen met mooie uitzichten. Pucón ligt alleen jammer genoeg nogal laag en kent weinig uitgebreide wandelpaden (ik vermoed de hand van de reisbureau´s hierin). Bovendien was de kaart niet duidelijk genoeg en leverde mijn inlooptochtje redelijke uitzichten op, maar daarvoor moest er wel ongeveer 10x een prikkeldraden hek overwonnen worden. Wel lekker uitgeput, prima gebarbecued die zaterdagavond, maar de disco maar gelaten voor wat hij was. Want hoewel er slecht weer voorspeld was, was de zondag wel de enige volle dag hier en daar moest gebruik van gemaakt worden.
Zo gezegd, zo gedaan. Ietwat later dan de bedoeling was (tegen 11-en) vertrokken om eerst een aardig eindje langs de weg te lopen en daarna diep de bergen in te duiken. Het lot besloot echter anders...
Na een goed half uurtje lopen, stopt er namelijk in een keer een auto met daarin, zo bleek na een tijdje, een fervente Oostenrijkse avonturier die ook wel de bergen in wilden trekken. Eerst maar eventjes nadenken (¨Stap nooit bij een vreemde in de auto¨ klonk door mijn hoofd), maar met het besef dat een zakmes binnen handbereik was, de man wel te vertrouwen leek en bovendien een keur aan talen tentoonspreidde (Spaans, Duits, Engels, Frans), waagde ik het er maar op. Zo belandde ik uiteindelijk dicht bij de Argentijnse grens in een nagenoeg verlaten gebied dat waanzinnig mooi was (denk aan Rocky Mountains, zoals de die kent uit de films, inclusief de hoeveelheid sneeuw). Hij kende de ranger cq. parkwachter aldaar (al een aantal sterke avonturen beleefd, waaronder eentje die eindigde met een afgeslacht wild zwijn) en die had ook wel zin in te hiken en wist nog wel een plek. Dus met z´n vieren (de indrukwekkende Duitse Herder van de parkwachter was ook mee) verder met de 4WD over wegen met aan beide kanten een meter hoge muur sneeuw tot aan een groot meer (vanwege het weer uiteraard een indrukwekkende, vlakke massa aan sneeuw op het ijs). Daar begon de wandeltocht die leidde door een bos dat bestond uit oeroude bomen (2000 jaar e.d.) over bamboegebieden (die lagen immers begraven onder een goede 2 a 3 meter sneeuw) met interessante (sneeuw-)bruggetjes over bergbeekjes. Uiteindelijk beland bij een ontzettend mooi verlaten meer (inclusief poemasporen aan de zijkant) aan de voet van de daarnaast gelegen vulkaan van 3700+ meter hoogte. Echt heel erg indrukwekkend! Al die sneeuw en ijs en leegte.. Pff, simpelweg wow!
De terugreis was toch wel wat uitputtend, hoewel we nog vrolijk in de sneeuw naar beneden zijn geschoven. Maar uiteindelijk bij de auto aankomen, was toch best wel fijn. Op de een of andere manier waren er in dat stukje middle-of-nowhere wel twee ´carrabineros´ (politiemensen) onze auto aan het controleren. Voorzover ik het Spaans begreep waren ze op zoek naar een ontsnapte witte auto. Geen probleem allemaal, hoewel ik het nu toch maar niet waagde om nog wat omgevingsfoto´s te schieten. Leek me niet heel verstandig.
Na nog een klein avontuurtje (een autowissel, de brandstofslang ging lekken na een aanvaring met een net te grote steen), was ik uiteindelijk half 8 weer terug. De SBE had gelukkig in al zijn wijsheid besloten dat een FLR in zijn eentje, het altijd wel red en had zich dus niet buitensporig zorgen gemaakt of de politie ingeschakeld of zo. Scheelde weer.
Daarna was het tijd om te ontspannen in geothermische baden, te genieten van de zuidelijke sterrenhemel (de dag met zogenaamd slecht weer, was strakblauw geworden) en heerlijk te slapen.
Erg gaaf dus, hoogtepunt van de reis denk ik wel
Via Concepcion (Universiteit, twee chemische bedrijven, stad niet heel bijzonder) reden we toen weer terug naar Santiago voor het laatste kleine weekje Chili. Nu echt de toerist uitgehangen in Santiago, de lokale Maria-heuvel met openluchtkerk en grote kabelbaan bezocht. Het Santa-Lucia park en nog een tocht gemaakt naar het Rio Clarillo park om daar nog wat te bergwandelen. Ook nog een gezellige zaterdagavond in de Nuñoa-buurt gehad en daarna was het over wat betreft de Pisco Sours, Cristals en Escudos. Lowlands wachtte namelijk en ik had weinig zin om een eventuele jetlag te verergeren.
Een erg mooie reis gemaakt dus. Wat studentikoos en groeperig misschien, iets wat ik normaalgesproken niet altijd even fijn vind, maar daardoor wel kennisgemaakt met een boeiend en mooi land, vind ik zelf. Ook een beetje Spaans onder de knie gekregen en het plan om ooit nog eens een keer terug te gaan.
![]()
Maar goed, dat zal in de komende jaren vermoedelijk nog niet gebeuren...