Ik dacht maak het *typeer de user boven je.*.........wat moeilijker.
nb.
lief1 (het ~, lieven)
1 [form.] geliefde, beminde
lief2 (bn.)
1 geliefd, dierbaar
2 aardig van karakter => engelachtig
3 bevallig, mooi om te zien
lief·da·dig (bn.)
1 door het geven van stoffelijke, financiële steun zijn liefde tonend => charitatief, filantropisch
lief·da·dig·heid (de ~ (v.))
1 het geven van steun aan noodlijdende personen => caritas
lief·da·dig·heids·or·ga·ni·sa·tie (de ~ (v.))
1 organisatie die geld inzamelt voor een liefdadig doel, bv. om mensen in nood te helpen
lief·de (de ~ (v.), ~n/~s)
1 sterke genegenheid voor een persoon of zaak => min, minne
2 genegenheid van personen tegenover elkaar, gebaseerd op seksuele aantrekkingskracht
lief·de·beurt (de ~)
1 [prot.] predikbeurt, voor een ander waargenomen zonder geldelijke beloning
lief·de·blijk (het ~)
1 bewijs van liefde
lief·de·daad (de ~)
1 weldaad
lief·de·dienst (de ~ (m.))
1 weldaad
lief·de·loos (bn.)
1 zonder liefde, met gebrek aan liefde => ongevoelig
lief·de·rijk (bn.)
1 liefdevol
lief·des·af·fai·re (de ~)
1 liefdesgeschiedenis => liefdesavontuur
lief·des·ap·pel (de ~ (m.))
1 [inf.] tomaat
lief·des·avon·tuur (het ~)
1 tijdelijke liefdesverhouding tussen personen, vooral met verwikkelingen verbonden of in verband gebracht => amourette, avontuurtje, galanterie, liaison, liefdesaffaire, liefdesgeschiedenis, romance, vrijage
lief·des·ba·by (de ~ (m.))
1 [euf.] buitenechtelijk kind
2 zaak waarmee de bedenker, ontwerper of maker zich nauw verbonden voelt en waarvoor hij zich graag blijvend wil inzetten => lovebaby
lief·des·be·trek·king (de ~ (v.))
1 [archa.] liefdesverhouding => verhouding
lief·des·brief (de ~ (m.))
1 brief waarin men van zijn liefde getuigt => minnebrief
lief·des·daad (de ~)
1 geslachtsdaad => geslachtsgemeenschap
lief·des·dra·ma (het ~)
1 tragische gebeurtenis waarvan de liefde het motief is