Hij denkt zelden aan zijn Brandpunt-tijd, zegt Frequin. Maar de “hoofdenaffaire” (over de vermeende handel in mensenhoofden) en de reportage over het XTC-laboratorium (waarbij de verslaggever onder meer gebruik maakte van een stand-in, zonder dat te melden) zijn nog jarenlang traumatisch voor hem geweest, erkent hij. Pas twee jaar geleden ‘ging het een beetje over’. ‘Ik heb erover gesproken met Frits Löhnen, mijn mental coach. Die gaf mij het zetje: “Waar maak je je nou toch zo druk over?” Maar dat trauma is met geen pen te beschrijven. Het is een enorm verdrietige periode geweest. Omdat ik alle vuiligheid over mij heen kreeg voor iets dat ik niet gedaan had.’ Na de reportages, uitgezonden in januari 1989, stelde de KRO een interne onderzoekscommissie in. Hoewel de commissie Van Doorn Frequin niet als schuldige aanmerkte, was zijn positie bij de actualiteitenrubriek onhoudbaar geworden. Ook tien jaar nadien houdt Frequin vol dat er destijds ‘niets aan de hand’ was. Sterker nog, het was, zegt Frequin, ‘toch een gigantische primeur. Er waren daadwerkelijk mensenhoofden gestolen uit een universitaire kliniek. Dat stond als een paal boven water. De enige fout is geweest dat er gezegd werd dat er hándel in mensenhoofden zou zijn. Ik heb vooraf nog nadrukkelijk tegen Ton Verlind gezegd dat er géén handel was. Maar hij wilde dat het erin zat. Uiteindelijk heeft Verlind het toen in zijn inleiding gezegd. En op die woorden werd ik afgerekend.’
Frequin ontkent met grote felheid dat er ook maar iets geënsceneerd zou zijn. Dreigend: ‘Nu moet je echt op je tellen gaan passen, vriend. Die reportage is vooraf bekeken door de politie en door mensen van de universiteit. Die hadden er toen niks op aan te merken. ze gaven mij zelfs complimenten. Maar omdat Verlind in de inleiding over “handel” begon, kreeg ik de hele zeik over mij heen.’ Frequin bestrijdt dat hij daarna van de KRO weg moest bij Brandpunt. ‘Wie heeft dat tegen je gezegd? Dan bel ik hem nu op. Want dat laat ik mij godverdomme niet zeggen. Ik ben volstrekt uit eigen beweging weggegaan bij Brandpunt. Wat niemand weet is dat ik de voltallige redactie bij mij thuis heb gehad, die het vrijwel unaniem voor mij heeft opgenomen. Ze zagen allemaal dat ik niets fout had gedaan. Er is maar één persoon geweest die mij moedwillig heeft laten verzuipen. Later heeft Verlind mij nog eens benaderd; hij wilde met mij praten. Ik heb dat geweigerd. Dat had hij dan eerder moeten doen. Volgende onderwerp.’
Waarom ging je dan weg als je zeker wist dat je geen schuld had?
‘Omdat ik vond dat ik zodanig beschadigd was dat mijn aanblijven de geloofwaardigheid van de rubriek zou aantasten. Maar ik heb er al teveel over gezegd. Volgende onderwerp.’
Want je had al eerder, in 1982, een omstreden reportage gemaakt over de Amsterdamse politie. Met beelden van arrestaties en achtervolgingen die later geënsceneerd bleken.
Frequins ogen vernauwen zich opeens tot bijna onzichtbare streepjes. Snuivend: ‘En wanneer begin je nou eens over de goede dingen die ik gedaan heb? God-ver-dómme nog aan toe. Wat je nu naar voren haalt slaat echt nergens op. Ik vind het ránzig worden, dit gesprek.’
Maar het is toch wel erg toevallig?
‘Nee, het is helemaal niet toevallig...’ Hij zwijgt, grijpt naar zijn hoofd. Stamelend: ‘Hier raak ik echt.... echt van in de war, weet je dat?. Ik begrijp niet hoe je, als je mij enigszins respecteert, met dit soort flauwekul durft aan te komen. Godnogaantoe....Volgende vraag.’
Wel treurig dat het zo gelopen is met je carrière.
‘Waarom zég je dat nou weer? Luister: wat ik nu doe, was allang gepland. Ik was al voor die kwestie van plan om bij Brandpunt te stoppen. Gewoon omdat ik al die ellende van die stervende kreperende mensen niet meer aankon. Ik heb in de martelkamers van Amin emmers met afgesneden vingers en pikken gezien. Dan word je gek. Ik dreigde eraan onderdoor te gaan. Kan mij wat schelen of je dat gelooft of niet.’ Dat hij ook bij Brandpunt al een ongeleid projectiel was, is volgens Frequin ‘absurd’. ‘Er was gewoon nieuws. Er waren bombardementen in Biafra. Niemand geloofde dat, maar dan ging ik er verdomme op af. Ik ging naar Oeganda, naar Polen, naar Argentinië. Ik heb de moed om te zeggen dat ik op bescheiden schaal eraan heb meegeholpen dat de wereld veranderd is. Wij lieten het zién. Dat wij nu niet ongestoord mensen laten vermoorden en kreperen is mede te danken aan mijn bijdrage. Want anders was er in heel veel landen nog steeds een dictatuur geweest.’ Meewarig: ‘En ja, nu zit ik dus bij SBS. Dat is een keuze in je leven. Een ander had het op mijn leeftijd allang rustiger aan gedaan, maar ik heb nog steeds een enorme drive. Op mijn manier probeer ik de wereld te verbeteren.’
Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !