Als we aannemen dat dimensies in een metrische ruimte in de fysica als geheeltallig gedefinieerd worden (zoals 4 bij ruimte-tijd of 10+1 in de stringtheorie) dan blijft de vraag hoe je transformeert van de ene naar de andere dimensie. In de relativiteitstheorie deed Einstein dit bijv. door de Lorentztransformatie waarbij je van het ene 3D referentiekader via de tijd naar een andere transformeert.
Wat me opviel in het (populair wetenschappelijke) filmpje is dat er een analogie gebruikt wordt van twee punten die door een rechte lijn verbonden wordt. Dit riekt naar een Euclidisch axioma waarin de kortste afstand tussen twee punten een rechte lijn is. Het "vouwen" van de ene dimensie naar een hogere kan echter op een heleboel manieren uitgevoerd worden. Het torretje kan op vele manieren van de ene naar de andere dimensie "overspringen".
Waarom zou dit niet via bijv. een fractalroute kunnen gebeuren (of anders gezegd: waarom zou er in een metrische ruimte in de fysica een discrete sprong tussen dimensies moeten zijn en niet een continue transformatie via bijv. een "non-integer" dimensionale weg)? Bestaat er soms ook een soort "Pauli-verbod" voor dimensies ?