Romme’s geboorteverhaal
14 augustus 2006
Je bent er! Geboren op 14 augustus om 22 uur na een stormachtige bevalling.
Om 11.25 heb ik mijn 41 weken afspraak bij de verloskundige. Mijn favoriet, Gerd heeft dienst. Hij probeert me te strippen wanneer het mogelijk is. En.. er is wat verweking! Gelukkig, er is wat actie. Geen fijn gevoel, maar hopelijk werkt het strippen.
Ik bel in de auto even met Roelof en met mijn moeder, waar Jonne is. Heel voorzichtig hoop ik dat alles zich toch nu echt gaat doorzetten. Maar tegelijkertijd ben ik bang voor valse weeën.
Ik parkeer de auto en loop nog even de stad in. Ik doe nog wat boodschappen. Ik voel wel dat er iets gebeurd, maar dat kan natuurlijk ook gewoon door het toucheren komen.
Ik ga naar huis, eet iets en probeer zo tegen een uur of twee nog even wat te slapen voordat Jonne weer thuis komt. Maar dat lukt niet zo goed. Harde buiken en last van mijn rug. Het lijkt nu toch echt wel wat serieuzer te zijn. Ik douche even en ga naar beneden.
Tegen een uur of drie bel ik mijn moeder om te vragen of Jonne daar kan blijven. Ik heb hem liever niet om me heen. Daarna bel ik Roelof die zegt dat hij nog maar een paar puntjes moet inmeten en dat hij daarna naar huis komt. Hij moet nog een uur rijden voordat hij thuis is. We zijn het gewend met zijn vak, maar ik vind het wel fijn dat het vandaag niet veel langer dan een uur rijden is.
Tegen vieren komt m’n moeder nog even kijken. We kletsen wat en ik zit rustig op de bank met in mijn rug een kersenpittenzak. Zo is het goed vol te houden.
Rond half vijf/kwart voor vijf komt Roelof thuis. Fijn!
Ik voel me toch steeds iets ongemakkelijker. Warme pittenzak helpt nog steeds heel goed, dus dat houden we dan nog maar even vol.
We eten een steak met champignons en daarna ga ik boven op bed wat tv kijken. Zo rond een uur of zeven ga ik weer naar beneden. Met de pittenzak in mijn rug zit ik nog wat te computeren. Zo rond kwart voor acht begint het echt goed door te zetten. Dat meld ik nog even op het forum en daarna barst alles in hevigheid los.
We timen vanaf kwart voor acht losjes en vanaf een uur of acht toch ook maar met de tijden wat preciezer genoteerd. (Ik zag op het lijstje dat de laatste notitie zo rond tien over half negen gemaakt is) De weeën zijn nu echt veel heftiger en komen zo om de 4 a 5 minuten en duren ook echt een minuut. Ik kan ze volhouden door me op Roelof te concentreren die ‘Deze wee komt nooit meer terug’ mantraat en meeklopt met de maat op mijn been.
Om kwart voor negen belt hij de verloskundige. Simone, de stagiaire, neemt op. Roelof vertelt naar mijn smaak veel te rustig alle feiten. Ik kan steeds moeilijker de weeën opvangen. Dat hoort ze klaarblijkelijk op de achtergrond en ze zegt dat ze er meteen aankomen.
Na een minuut of tien gaat de deurbel en komt Gerd binnen. Ik sta in de keuken, waar ik ben blijven steken op weg naar boven, nog een wee op te vangen. Het zegt dat Simone er ook aankomt en dat ze het bed op gaan maken.
Ik ben helemaal verbaasd. Moet hij niet eerst eens gaan kijken ofzo? Achteraf zegt hij me dat hij aan een blik al voldoende had. Er wordt druk door me gewerkt.
Naar boven dus.
Ik loop tussen de weeën door nog te redderen en me overal tegenaan te bemoeien. Tja, de aard van dit beestje dus. (In het nagesprek zegt Gerd ook wel: Je hebt graag de controle over de dingen hè
)
Ze maken het bed op en ik vang nog een of twee weeën boven bij de trap op. Simone is er ondertussen ook.
Aan Roelofs kant van het bed wordt alles klaargezet. Rechts is schijnbaar gemakkelijker werken. Ik ga liggen (pijnlijk op de rug!) en ze toucheert: 4 cm ontsluiting.
Oh, roep ik: “dan duurt het nog zo lang!” Simone zegt dat ze dat niet denkt en dat ze de vliezen gaan breken. Ze legt uit wat ze gaat doen, maar ik roep ongeduldig dat ze maar gewoon haar ding moet doen. Maakt het mij nou wat uit hoe zo’n vliezenbreekding er uit ziet.
Gerd zegt dat ze niet meer weggaan. Wat een opluchting om dat te horen. Want ik heb die ondersteuning ook gewoon mentaal nodig. Ik wil graag de fotocamera naar boven. (Je zou toch denken dat ik andere dingen aan m’n hoofd moet hebben. Maar ja…
) Ik vraag Roelof deze te halen, maar de verloskundige loopt al. Ik geloof niet dat ze zich kan voorstellen hoe ik überhaupt Roelof zou moeten gaan loslaten. Daar heeft ze ook wel gelijk in, denk ik nu.
Het is kwart over negen en ik voel me vol van weeën. Ze doen zeer, m’n lijf heeft weinig rust en de pauzes zijn heel kort.
Ze breekt de vliezen. Ik voel geen ‘plop’, geen stortvloed van water en ik zet ook niet alles onder water. Wel voel ik wat vocht weglopen en ik vraag gespannen naar de kleur. Gewoon goed! Gelukkig, ik hoef niet naar het ziekenhuis. Achteraf denk ik ook niet dat we dat gehaald hadden.
Meteen het besef dat het nu echt gebeurt. Tegelijktijd ergens in m’n achterhoofd blij, maar ook angstig. Want hoe lang gaat het nog duren?
De verloskundige zegt dat hij naar beneden gaat omdat hij toch niets kan toevoegen. Roelof en ik zijn een team en ze zijn er alleen maar om de boel wat in banen te leiden. Het kan me eigenlijk niet zo heel veel schelen, zolang ze mijn huis maar niet verlaten. Ik ben zo verschrikkelijk geconcentreerd op Roelof dat er toch veel langs me heengaat. Ik voel mezelf, zie en voel Roelof en vang iets achtergrondgeluid op. Maar echt bewust van de rest van mijn omgeving ben ik niet.
De weeën worden een weeënstorm. De een volgt de andere wee op. Waarom wilde ik dit toch ook alweer?
Ik grijp me aan Roelof vast die naast het bed op een krukje zit. Hij is mijn levenslijn, mijn rots. Ze houd ik hem ook vast, heb ik het gevoel. Als een drenkeling die zich vastklampt aan een reddingsboei. Af en toe kom ik niet meer uit de pijn. Dan raak ik even in paniek door de pijnlijke weeën. Dan roept of Simone, of Gerd of Roelof dat ik gewoon moet ademen: “Door je neus in en door je mond weer uit!”
Ik probeer me te hernemen. Op mijn rug kan ik geen weeën opvangen, dus lig ik op mijn rechterzij en geef ik alles wat ik kan geven.
Ik voel dat ik wat misselijk word en vraag Roelof om een bakje. Ik geef over en roep meteen dat ik dan vast zo rond de 7 of 8 cm ontsluiting moet zitten. Ze lachen wat en zeggen dat ze toch even willen kijken. Het klopt precies: 7 a 8 cm ontsluiting. Oh, alle boekenwijsheid toch
Ik voel het hard gaan en mijn lijf neemt het nu helemaal over. Er is geen houden meer aan, dit kind wil nu echt geboren worden!
De weeën worden steeds intenser en ik ervaar ook totaal geen rustpauzes meer tussen de weeën. Gerd geeft wat tegendruk in mijn rug. Dat is fijn, dat heb ik nodig. Roelof probeert ook even, maar zijn handen zijn veel te warm vind ik. Plus dat ik eigenlijk zijn beide handen in mijn handen nodig heb.
Heerlijk is de rust van de twee verloskundigen. Geconcentreerd, subtiel ondersteunend en observerend, bedenk ik me achteraf.
Dan voel ik de druk veranderen. Ik merk meer druk van onderen en voel dat ik wil gaan persen. Ik lig nog op mijn zij en moet het nog even tegenhouden, zegt Gerd. Maar ik voel dat ik het nu echt bijna niet meer kan tegenhouden. Ik Moet! Ik kan niet meer anders met mijn lijf. Hij tilt mijn been wat op, zodat ik een perswee op mijn zij kan opvangen. Daarna toch naar mijn rug.
Nu mag ik echt persen, nu gaat het gebeuren. Mijn bekken doet wel zeer en ze houden mijn knieën dan ook iets tegen zodat mijn bekken niet al te veel extra te lijden heeft.
Persen is fijn: actie. Tegelijkertijd ben ik bang. Banger dan bij Jonne. Bang voor de pijn, of het wel goed gaat en hoe lang het gaat duren.
Dan voel ik ons kleintje verschuiven. Steeds meer naar onderen en dan staat het hoofdje. Het staat en het brandt verschrikkelijk! De wee is weg en ik moet wachten op de volgende. Ik ben me heel erg bewust van het gevoel van dat kopje daar beneden. Het doet zeer, maar ik weet dat het nu echt niet lang meer gaat duren. Nu al! Dat kan toch bijna niet?
Nog snel hoor ik het verhaal aan over zuchten wanneer ze dat zeggen en goed luisteren en aanwijzingen opvolgen. Ik hoor het aan, maar ben daar dus niet bang voor. Dat gedeelte ging bij Jonne ook heel erg goed. Daar heb ik wel vertrouwen in.
Dan mag ik. Eindelijk! Het branden doet zo’n zeer.
Ik pers en bijna meteen roept Simone dat ik moet zuchten. Ik voel het hoofdje uit me komen en weet dat ik nog maar heel iets hoef te doen. Het voelt warm van het vocht en slijm en wat nog meer meekomt. Dan moet ik nog even meepersen en voel ik het lijfje uit me glibberen.
Tien uur precies! Wat ging het razendsnel!
Ons kleine kindje wordt op mijn buik gelegd. Je bent glad en warm. Ik hoor je niet huilen. Ze wrijven over het ruggetje en ik roep bezorgd dat hij niet huilt. Maar ze zeggen dat hij gewoon even wat moet bijkomen van de snelle reis. Dan huilt hij. Hij huilt!
Ik voel even aan de navelstreng. Hij klopt en dat kun je prachtig voelen. Datgene wat vanaf het begin ons kleintje en mij verbonden heeft, de levenslijn.
Roelof knipt de navelstreng door. Nu begint je leven voor de tweede keer. Maar nu niet alleen met mij verbonden, maar met het hele leven. Met je papa en mama als eerste eikpunten in je leven. Je ziet er zo prachtig uit. Je bent o zo welkom!
Binnen tien minuten is de placenta ook geboren. Daarna kijken ze of er nog wat reparatiewerkzaamheden verricht moeten worden. Maar op een klein scheurtje na is er weinig aan de hand. Dat geneest beter zonder hechtingen. Dus ook dat is fijn.
Wat een heftige bevalling. Het ging allemaal zo snel, zo vlot. Zo totaal anders dan bij Jonne.
Het is heel bijzonder om voor het eerst in het openbaar je naam uit te spreken.
En.. hoe heet hij? Vraagt Gerd. Romme! Romme Harmjan.
Het is bijna wennen om je naam zo uit te spreken. Nu ben je ook benoemd en genoemd.
Je bent precies zoals je moet zijn. Helemaal af en gewoon precies Romme.
Mooie donkere haartjes en een fijn gezichtje. Je hebt een beetje een platgeslagen neusje en wat donkere oogjes. Het kinnetje heb je van mij.
Nog een onbeschreven blad in je eigen en in ons boek. Meteen de herkenning: Oh, ben jij het! Je heb zo lang in mijn buik gezeten en nu ben je er. Precies wist ik niet wat ik moest verwachten, maar nu je er bent, bent je precies zoals je moet zijn. Herken ik je.
Jonne komt later op de avond samen met opa en oma naar je kijken. Hij is helemaal verwonderd. Samen met opa en oma heeft hij al op de naam geoefend: Hjomme Hjomme, zegt hij. Er wordt wat geaaid en ook de andere opa en oma volgen.
Als iedereen weg is en de kraamverzorgster de kroam (;)) heeft opgeruimd zijn we dan alleen. Jonne is zijn eigen bed diep in rust en Romme naast ons bed in zijn wiegje. Compleet voel ik me nu. Compleet en gezegend met dit prachtige gezin en de twee grote geschenken in ons leven.