Vanmorgen had ik me toch iets meegemaakt! Ik werk dus bij de politie en had vanmorgen dienst. Nu is het zo dat het bij het station altijd een chaos is wat betreft fietsen. De stallingen zijn te snel veel te vol. Om te voorkomen dat ze bij het naburige hek worden geplaatst hangen daar duidelijk bordjes. Er staat iets op in de trant van:
Fietsen buiten de rekken zullen worden verwijderd bla bla, u kunt ze dan ergens aan de andere kant van het dorp weer op komen halen op godsonmogelijke tijden (alleen doordeweeks van 9.00 tot 12.00), en als u pech hebt molesteren wij uw fietsslot ook nog even om het rijwiel mee te kunnen nemen, waar wij overigens niet voor aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Veel liefs, en braaf zijn nu,
De gemeente
Natuurlijk staat het altijd vol met fietsen. Er is nu eenmaal geen ruimte en die fietsen moeten toch ergens komen te staan. Normaal kijken we dan ook niet om naar de stapel fietsen die daar geparkeerd gestaan. Maar vandaag was het een heel ander verhaal.
Ik en mijn collega rijden in ons patrouillebusje langs die stallingen en wat schetst onze verbazing: één enkele fiets. Deze keer konden we het natuurlijk niet laten, we zouden die fiets meenemen. Na veel gemorrel aan het slot, helaas is die niet meer in goede staat, kregen we hem los en hebben hem achterin de bus gezet.
We reden weer verder en stonden vlak daarna, na nog een paar rondjes door de wijk gemaakt te hebben, voor een kruispunt. Vervolgens komt er een man uit het parkje lopen dat daarnaast ligt (en waarachter het station ligt). Wij dus zo van: bwhahahaha, we hebben jouw fiets.
![]()
En lachen dat we deden! Hij zag ons lachen en dat gezicht nam vormen aan, onvergetelijk! Dus wij rijden verder, nog steeds lachend en die vent ons woest nastaren!
Echt een van de mooie momenten in het vak.
Stel dat er geen hypothetische veronderstellingen bestaan.
Is dit een schijnvraag waarin het antwoord al besloten ligt?
>>> Geen referrertje in sigs <<<