En Kicking the Habit
quote:
Hoe hadden The Decemberists hun stijf uitverkochte concert in Paradiso maandag anders kunnen beginnen? Natuurlijk komt songschrijver en frontman Colin Meloy, gehuld in grijs pak, alleen het podium op om solo dat merkwaardig ironische openingsnummer The Singer Adresses His Audience van nieuw album What A Terrible World, What A Beautiful World in te zetten. Waarna de andere bandleden zich bij hem voegen om naar de eerste grote crescendo van de avond toe te werken. De heren keurig in jasjes of een giletje, enkele dames in jurkje; in wezen zo keurig als de muziek sinds vorig, rootsier album The King Is Dead geworden is.
Dat klinkt misschien een beetje flauw, maar het is heus geen diskwalificatie. Want er staan zeker drie handen vol prachtige liedjes op die twee laatste platen, al speelt de band aangevuld met twee achtergrondzangeressen ze ook live wel heel netjes, zeker het eerste dikke half uur van het twee uur durende concert.
Vlekkeloos en geroutineerd inmiddels, en door Meloy met zijn herkenbare stem volmaakt gezongen, maar een vuurtje laait tijdens een wat stroef begin hierdoor nog niet op, terwijl Meloy’s droge praatjes al vroeg de vaart eruit halen. Dit ondanks dat fonkelende nieuwe vintage Decemberists-song Cavalry Captain van de nieuwe plaat zich vroeg in de set bevindt, evenals The King Is Dead-prijsbeesten Down By The Water en het heerlijk aan R.E.M. memorerende Calamity Song. Die laatste wel vooraf gegaan door een flauw deuntje dat Meloy schreef om zijn zoontje zijn pap te laten opeten: ‘Hank, eat our oatmeal.’
Maar zo na een half uur, rond het nieuwe The Wrong Year, laat Meloy de praatjes en flauwe grappen meer voor wat ze zijn, lijkt de hele band wat losser te worden – zonder te vervallen in slordigheden trouwens – en duiken we dieper het hele Decemberists-oeuvre in. Zo komt het concert definitief tot leven met 12 minuten-epos inclusief progneigingen The Island, hoogtepunt van album The Crane Wife. Uit vroeger folkiėr tijden zijn daar Grace Cathedral Hill – hoewel tussen het nieuwe werk een tikje gezapig –, Los Angeles I’m Yours en The Legionnaires Lament,
In het intieme Carolina Low van de nieuwe plaat bewijst de aanwezigheid van extra zangeressen Rachel Flotard en Kelly Hogan zijn waarde, evenals in Make You Better, dat met hun harmonieėn en met hulp van liefst drie gitaren naar een hoger plan wordt getild. Onverwacht gemeen en badend in bloedrood licht is daar ook The Rake’s Song met z’n babymoordthematiek, uit de rockopera The Hazards Of Love. “That was an awful song, and you are cheering”, leert Meloy ons de les.
Dan zijn huppelende Picaresque-songs The Sporting Life en publieksfavoriet 16 Military Wives inderdaad stukken luchtiger, waarin Meloy net als acht jaar terug de kans grijpt om de zaal in twee helften te verdelen en zijn ‘ladida’s’ steeds luider mee te laten zingen. Met de publieksparticipatie zit het bij The Decemberists kortom ook weer snor, inclusief de ‘rock t-shirt challenge’, waarbij de band covers probeert te spelen aan de hand van bandshirts in de zaal: Neutral Milk Hotel komt er aardig van af, Wilco’s Casino Queen eigenlijk totaal niet. Werkt stukken beter: 1500 man en vrouw laten schreeuwen alsof ze worden opgeslokt door een walvis, in de op Oost-Europese volksmuziek leunende uitsmijter The Mariner’s Revenge Song. Ook al mochten we dat acht jaar terug in dezelfde zaal ook al doen, het publiek vindt het nog steeds schitterend. Die tweede toegift is sowieso welkom na de wat obligaat aanvoelende eerste, met de niet bijster sterke afsluitende songs van What A Terrible World…
Ach, de spetterendste liveband is The Decemberists nog altijd niet, wat niet wegneemt dat dit een flink geprofessionaliseerde groep is geworden die het eigen catalogus en geluid hoorbaar tot in de finesses beheerst.
Zelf zien? The Decemberists spelen woensdagavond 25/2 nog in Doornroosje, Nijmegen. Er zijn nog kaarten.
http://kickingthehabit.nl(...)g-spelen-is-het-goed