quote:
Uren werk en een kilo siliconen
Door ARNO GELDER
Koefnoen overbrugt het gapende gat dat Van Kooten & De Bie op tv achterlieten. ‘Voor ons moet het plezier er vanaf spatten.
Paul Groot en Owen Shumacher als één van hun vele typetjes.
Denk nooit: ach, dat zal men wel leuk vinden.’ Owen Schumacher: ,,We zijn al volop bezig met het nieuwe seizoen. Plannen te over. Een cowboyreeks, genre spaghettiwestern. En Spoorloos, hè. Dat wilden we al toen de koningin Argentinië bezocht. Argentinië - goed land voor Spoorloos.’’
Paul Groot: ,,Het fenomeen van de volkstuintjes. De maatschappij in het klein. Dat wereldje met z’n regeltjes: struiken niet hoger dan 43 centimeter en graag uw gedeelte van het slootje tijdig uitbaggeren. Vervolgens betrekken twee dwergen een huisje. Blijken geweldige klerelijers te zijn. Altijd straalbezopen. Maar niemand durft iets te zeggen, want het zijn ‘kleine mensen’. Lijkt ons leuk.’’
Voor het begin van de laatste serie zijn de twee Koefnoen-cabaretiers in het kader van een uitwisselingsprogramma in Los Angeles geweest. ,,We hebben onder meer gesproken met schrijvers en producers van Amerikaanse comedyseries als Arrested development en Everybody hates Chris, over de jeugd van de stand-up comedian Chris Rock,’’ zegt Paul Groot.
En Owen Schumacher: ,,Afgezien van het verschil met Nederland - een producent klaagde dat hij met een beperkt budget van één miljoen dollar per aflevering moest werken - hebben we één ding geleerd: we moeten meer de leiding durven nemen. Ook als dat indruist tegen de regie. Het stimuleerde ons om meer duidelijkheid te geven: ‘Dit is niet wat we bedoelen, we verzinnen wat anders’. Aanvankelijk schaam je je rot om zo eigenwijs te zijn. Maar die overdreven beleefdheid vreet energie die je beter aan iets anders kunt besteden.’’
Groot en Schumacher, onlangs gelauwerd met de Zilveren Nipkowschijf van de gezamenlijke televsie-critici, sluiten vanavond met een compilatie het tweede seizoen Koefnoen af. Een reeks waarin een hilarische stoet van BN’ers voorbijtrok, onder wie Gerard Joling en Gordon (‘Geer en Goor’), Baantjer, Jos Brink met moddervette lach, de onvaste Bonnie St. Claire, de ras-Barendrechtse Inge de Bruin en de vlotgebekte Matthijs van Nieuwkerk.
Maar evenzeer indrukwekkend waren de puntgave ‘eigen types’ die Groot en Schumacher tot leven wekten met een fijne neus voor de tijdgeest en een scherp oog voor de open inrichting die Nederland heet. De ‘winkelende echtparen’ die als zombies langs Blokker, Etos en Marskramer schuifelden. ,,Iedereen ziet wel zo’n man die aan een kontje Cornetto knabbelt en glazig voor zich uitstaart,’’ zegt Groot. En Schumacher: ,,Big Baarmoeder is er weliswaar niet gekomen, maar onze parodie Papoea’s in Purmerend is nu te zien als Groeten terug.’’
De trip naar de VS is een voorbeeld van de ambachtelijke werkopvatting van het tweetal dat nooit voor de makkelijke weg kiest. Want hoe schijnbaar eenvoudig alle personages ook uit de mouw lijken te worden geschud, de week voorafgaande aan de uitzending is volgens de cabaretiers ‘een spannende slijtageslag’.
,,Het kost alleen al uren werk en een kilo siliconen om me te laten lijken op De Cock,’’ verzucht Groot. ,,Vervolgens kan ik alleen nog via een rietje wat jus d’orange slurpen en een paar stukjes banaan naar binnen proppen. Vaak denken we tijdens opnames: ‘O God, wat moet dit worden?’ Dat hele circus dat je op de been brengt. Licht om je heen, dertig man in de weer, snorrende camera’s. Wat voor ons als een grapje is begonnen, is opeens dodelijke ernst.’’
Met de parodie op Baantjer had Koefnoen weer een geheide hit. ,,Maar het moet dan wel over the top zijn,’’ zegt Owen Schumacher. ,,Ik volg de tv-serie; het is ongeveer het spannendste dat mijn vrouw aankan. ’’
Ook het blokje Slecht Georganiseerde Misdaad was een vondst. Schumacher: ,,Spelen met de clichés van de misdaadfilm. ‘Georganiseerde’ misdaad? Dat hebben we de laatste tijd gezien! En ‘Topcriminelen’? Wat nou top? De bodem is het!’’
Paul Groot, afgestudeerd theaterwetenschapper: ,,Humor is moeilijk te definiëren, maar in mijn afstudeerscriptie over de graptechnieken in de Engelse tv-comedy Fawlty Towers heb ik een poging gewaagd. Met taal benoem je de werkelijkheid. Je legt er als het ware een raster overheen. Als je dat raster scheef trekt door bijvoorbeeld understatement of overdrijving, ontstaat er een soort wrijving. In het grafische vak heb je het Moiree-effect: een merkwaardige zindering die ontstaat als twee rasters niet gelijk over elkaar liggen. Vergelijk het met een zinderend, knetterend ruitjesoverhemd op televisie. Humor morrelt aan de absolute betekenis van de wereld om je heen. Relativeert die. Verschuif je het raster licht, dan krijg je zoiets als droge humor. Geef je er een forse slinger aan, dan wordt het grotesk, een farce.’’
Toch hebben parodie, satire en imitatie ‘iets dubbels’ erkent Schumacher en Groot. Zo blijken Geer en Goor, waarin Koefnoen de leegheid van de gepatenteerde volksnichten Gerard Joling en Gordon briljant uitvergroot, bij de gepersifleerden zelf nogal in de smaak te vallen. Valt er dan niemand meer te beledigen?
Schumacher: ,,We zijn daar ook niet per se op uit. Maar dat betekent niet dat we een knieval voor de massa maken. We doen wat we zélf goed vinden. Natuurlijk maken we Koefnoen om gezien te worden, maar de kijker mag nooit de maat worden. Dan is het gedaan met je eigenzinnigheid.’’