abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
pi_36414354
Naar aanleiding en een discussie over de onderwerpen bij Holland Sport
deze topic begin met deze story

Donderdag 19 mei 1994: Josiane Ocana, echtgenote van Tourwinnaar Luis Ocana, hoort in haar huis in Nogano een schot. Ze ging volgens haar verklaring kijken wat er aan de hand was en ze vond haar man dood. Naast hem lag een revolver. Luis Ocana (49) had zich door het hoofd geschoten.

Daarmee kwam op dramatische wijze een einde aan het leven van een man die voor het ongeluk geboren leek. Luis Ocana werd heel zijn leven door het noodlot achtervolgt. Van nature was Ocana geneigd grote risico's te nemen. Hij had daarbij een kwetsende gezondheid en kende veel tegenslag.

Luis werd op 9 juni 1945 geboren in Priego, een dorpje dat tussen Cuenca en Guadalajara ten zuiden van Madrid ligt. Zijn vader werkte als houthakker. Luis was twaalf jaar, toen zijn ouders naar Frankrijk verhuisden. Aanvankelijk woonden de Ocana's, vader, moeder en vijf kinderen, in Magnane. Na twee jaar verhuisden ze naar Houga in de Landes. Vader Ocana werd weer houthakker en Luis timmerman.

In zijn vrije tijd reed hij wielerwedstrijden. In 1968, het jaar dat zijn vader stierf, werd hij prof. In mei 1994 stond Luis, volgens zijn familie, op het punt van Josiane te scheiden. Hij had een nieuwe vriendin en hij had zich, in verband met een aandoening aan zijn lever, bij een dokter laten onderzoeken of hij nog in staat was een kind te verwekken. Niets wees erop dat Luis een einde aan zijn leven wilde maken. Toch klonk er op 19 mei 1994 het dodelijk schot.

De familie van Ocana geloofde de zelfmoordthese niet en legde bij het openbaar ministerie een klacht neer tegen moord. Josiane, de weduwe, werd door haar schoonfamilie min of meer in de beklaagdenbank gezet. Een treurige geschiedenis.
© Tom Vandenbussche
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:14:34 #2
7889 tong80
Spleenheup
pi_36414868
Wat dacht je hiervan ? Een vergeten grootheid.

Jean-Pierre Monseré (1948-1971) was a Belgian cyclist. He became professional in 1969. That year he had already won the Giro di Lombardia. One year later he became the Belgian and World Champion. In 1971 he became Belgian champion again. Shortly afterwards, on March 15, he fell during the GP Retie and died. Monseré is regarded one of the best cycling talents ever; he was the youngest cyclist ever to become World Champion.

Het drama werd nog groter toen zijn zoontje overleed door een autoongeluk. Hij werd al fietsend aangereden en...........had een wereldkampioensshirtje aan.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  maandag 27 maart 2006 @ 20:16:21 #3
61305 Bjoro
Proud to have Maud !
pi_36414940
Vergeten jullie Bertje Osterbosch en Connie Meijer niet
256 goals !
[Column]Hoera, prijs gewonnen!
'Zo gewoon en toch zo bijzonder,
Zo alledaags maar nog steeds een wonder' Maud 07-07-2005
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:17:05 #4
7889 tong80
Spleenheup
pi_36414962
Daar sprak ik al over in een discussie in het Holland-sport topic.

Zal eens wat opzoeken.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:18:25 #5
7889 tong80
Spleenheup
pi_36415001
Bert Oosterbosch

Tien jaar was Bert Oosterbosch beroepsrenner en in die tijd behoorde hij tot de beste tijdrijders van de wereld. De op 30 juli 1957 in Eindhoven geboren renner was een ontdekking van Jan Gisbers, die een voorliefde had voor tijdrijders. Gisbers bouwde in 1978 rond Oosterbosch een ploeg, die in Brauweiler wereldkampioen op de honderd kilometer ploegentijdrit werd. Daarna tekende de Eindhovenaar een profcontract bij de Ti-Raleigh-ploeg van Peter Post.

Hij was als prof 's werelds beste achtervolger in 1979. In een tumultueuze en zinderende finale klopte Oosterbosch in het Olympisch stadion van Amsterdam de Italiaan Francesco Moser. Als wegrenner blonk hij uit in tijdritten en korte etappe-wedstrijden.


Hij startte driemaal in de Tour, maar haalde slechts eenmaal (1980) als 36e de finish in Parijs. Wel won hij drie etappes in de Ronde van Frankrijk.

Geestelijk was Oosterbosch lang niet altijd bestand tegen het beroepsfietsen waardoor zijn erelijst niet overeen komt met zijn aanleg. Op zijn palmarès staat onder meer de Ronde van Luxemburg (1980), de Vierdaagse van Duinkerken (1981), de Ronde van Nederland (1982), de Ster van Bessèges (1983) en de Driedaagse van de Panne (1984).

De laatste jaren van zijn loopbaan sukkelde hij bovendien met zijn gezondheid. Tweemaal werd hij getroffen door een hersenvliesontsteking en in 1988 werd hij gehinderd door een slepende knieblessure, waardoor er een voortijdig einde kwam aan zijn wielerloopbaan.

Na ruim een jaar van inactiviteit maakte hij in juli 1989 zijn come-back als amateur. Op 13 augustus 1989 won hij in Bladel op indrukwekkende wijze weer voor het eerst een wedstrijd. Vijf dagen later, op 18 augustus, stierf Bert Oosterbosch plotseling ten gevolge van een acute hartstilstand.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_36415066
quote:
Op maandag 27 maart 2006 20:16 schreef Bjoro het volgende:
Vergeten jullie Bertje Osterbosch en Connie Meijer niet
Joh jij mag ook verhalen neer zetten er zijn er juist zoveel.
Van de meeste heb ik zoiets de klok horen luiden .....
dus kom maar met de verhalen.
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:22:59 #7
7889 tong80
Spleenheup
pi_36415161
Fausto Coppi

(September 15, 1919 in Castellania, province of Alessandria - January 2, 1960, Tortona) was an Italian racing cyclist. Nicknamed Il Campionissimo ("champions of the champions"), he was one of the most successful and most popular cyclists of all time. He twice won the Tour de France (1949 and 1952), and five times the Giro d'Italia (1940, 1947, 1949, 1952, 1953).


Professional success
Fausto Coppi celebrated his first large success in 1940, winning the Giro d'Italia at the age of 20. In 1942 he set a new world hour record (45.871km) which held for fourteen years (broken by Jacques Anquetil in 1956). His promising career was then interrupted by the Second World War. In 1946 he resumed bicycle racing and in the following years achieved a series of remarkable successes which would be exceeded only by Eddy Merckx.

Twice, 1949 and 1952, Coppi achieved a "double" - winning the Giro d'Italia and the Tour de France in the same year. The "Campionissimo" totalled five victories in the Giro; together with Alfredo Binda and Eddy Merckx he holds the record. His record also includes nine Classic victories: he won the Tour of Lombardy five times and took first place three times in Milan-San Remo and once in Paris-Roubaix. In addition he was the 1953 World Road Champion.

Fausto Coppi's racing days are generally referred to as the beginning of the Golden Years of the Cycle Racing. An important factor for this is the competition Coppi had with the five years older Gino Bartali (who helped win Coppi an appointment as a domestique in his team at the end of the 1939 season, and supported Coppi's 1940 Giro victory after an early crash had robbed Bartali of any chance of overall victory). When Bartali and Coppi, probably the greatest Italian cyclists of all time, met one another it was the most famous rivalry of cycle racing history and the enormous Italian fan base (tifosi) divided into camps of the "bar valleyists" and the "Coppists".

Tragedy
In addition, Coppi's career was shaped by strokes of fate: in 1951 his teammate and younger brother, Serse Coppi, fell in a sprint in the Giro del Piemonte. After returning to his hotel, Serse suffered a cerebral hemorrhage and died (a curious parallel with Bartali, who also lost a brother, Giulio, in a 1936 racing accident). Fausto suffered countless bone fractures in the process of his career. In 1953 it became public that Coppi had left his wife, to live with Giulia Occhini, la Dama Bianca ("the lady in white"). In the Italy of the 1950s this was quite a scandal. Their love story was portrayed in the 1993 film "Il Grande Fausto". Coppi and his companion were condemned legally and morally. Coppi continued his career, but he could never match his old successes.

At the end of 1959, while on a cycling and game hunting trip in the African Upper Volta (now known as Burkina Faso), Coppi caught malaria. When the illness broke out, after his return to Italy, it was not recognized in time for effective treatment. Coppi died at the age of 40 years.

Legacy
Although the success list of Eddy Merckx is without a doubt longer than Coppi's, many experts call Fausto Coppi the greatest cyclist of all times. To this day, the Giro remembers Coppi as it goes through the mountain stages. A special mountain bonus, called the Cima Coppi, is awarded to the first rider who reaches the Giro's highest summit. In 1999, Fausto Coppi placed second in balloting for greatest Italian athlete of the 20th century.

The Coppi-Merckx debate
Despite the impressive wins of Eddy Merckx, some (mostly in Italy) believe that the best cyclist of all-times is Fausto Coppi. How can this be possible if the Belgian has won a far bigger number of races? This conviction is founded on three points:

Logistics: Fausto Coppi raced in a period when traveling (particularly across international borders) was far more difficult than twenty years later. Like Gino Bartali, Coppi lost five years of his career due to World War II.
Longevity: while Eddy Merckx won his first Giro d’Italia when he was 23 (in 1968), and arrived second in a major stage race when he was 30 (1975 Tour de France, behind Bernard Thévenet), Coppi won his first Giro (his first professional race) when he was 20 (1940 Giro d'Italia) and lost a Giro d’Italia by only 11” when he was 35 (1955 Giro d'Italia, behind Fiorenzo Magni).
The quality of competition: Eddy Merckx created his devastating victories beating true great racers—apart from his Italian archrival Felice Gimondi, the Belgians Roger De Vlaeminck (great one-day racer), Herman Van Springel, Lucien Van Impe, French Bernard Thevenet, Dutch Joop Zoetelmek, and Spanish Luis Ocaña and José Manuel Fuente. The greatest stretch in the cyclism of the last 60 years: Anquetil, Hinault, Indurain and Armstrong all defeated foes undeniably inferior. But Fausto Coppi won all that he won in the greatest stretch of all-time. First, in a century of cyclism, only in 1940 there raced simultaneously two champions like Coppi and Bartali—in Italy it was impossible to not choose between the two men. At that time there were other cyclists who would have dominated other periods: the Italian Third Man Fiorenzo Magni, all-time Swiss Greats Ferdy Kubler and Hugo Koblett, Belgians Rick Van Steenbergen and Sten Ockers, French Jean Robic and Louison Bobet.
All that does not mean that Eddy Merckx is inferior with respect to Fausto Coppi, but rebalances the situation. An Italian Cyclism historian, Gian Paolo Ormezzano says that the Italian has been the Greatest of all times, while the Belgian has been the strongest.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_36415312
14 deelnames aan de Tour: 1 opgave, 2 keer derde, 2 keer vijfde, 1 keer zesde, 3 keer achtste, 1 keer elfde, 1 keer 13e, 1 keer 14e, 1 keer 15e en 5 ritzeges, waaronder één op Alpe d'Huez. In de Ronde van Spanje drie ritzeges, 1 keer tweede, 1 keer zesde, 1 keer zevende, 1 keer 15e en 1 opgave. Samen met Herman Van Springel in 1969 winnaar van de Trofeo Baracchi. De beste Portugese profwielrenner aller tijden. Verder ook nog 1 keer kampioen van Portugal tijdrijden, ritwinst in de Ronde van Zwitserland, 2e Dauphiné Libéré 1980, 2e Midi Libré '80 en '81.

Toen hij in 1981 opgaf in de Tour, stopte hij even met fietsen om drie jaar later als renner-ploegleider bij Lissabon te hervatten. Een jaar later sloeg het noodlot toe. Op 30 april 1984, tijdens de vijfde rit van de Ronde van de Algarve, botste hij in volle eindspurt op een hond, strompelde met een schedelbreuk toch nog over de eindstreep, maar overleed elf dagen later aan de gevolgen. Reden genoeg voor zijn geboorteplaats Torres Vedres om een Agostinho-museum te beginnen en een groot standbeeld te installeren op het plaatselijke kerkhof.

Toen hij in 1981 opgaf in de Tour, stopte hij even met fietsen om drie jaar later als renner-ploegleider bij Lissabon te hervatten. Een jaar later sloeg het noodlot toe. Op 30 april 1984, tijdens de vijfde rit van de Ronde van de Algarve, botste hij in volle eindspurt op een hond, strompelde met een schedelbreuk toch nog over de eindstreep, maar overleed elf dagen later aan de gevolgen. Reden genoeg voor zijn geboorteplaats Torres Vedres om een Agostinho-museum te beginnen en een groot standbeeld te installeren op het plaatselijke kerkhof.

"Agostinho deed geen vlieg kwaad", typeert Briek Schotte de oermens uit Portugal. "Agostinho was 1m68 groot, woog 70 kg, was behoorlijk zwaar voor een prof, maar toonde pure kracht. Hij was beginnen koersen toen hij 26 jaar was. Voordien had hij met het Portugese leger in Mozambique gevochten. In het oerwoud. Moet daar onvoorstelbare dingen hebben meegemaakt. Hij kreeg malaria, voelde granaatscherven zijn aangezicht openrijten, de camion waarin hij zat werd opgeblazen door banditos. Agostinho moest zich toen onder water wegstoppen zodat ze hem niet konden vinden, maar terwijl bijna al zijn maats stierven, geraakte hij levend en wel weer thuis. Joaquim had één nadeel: hij was niet erg snugger, had wel een hart van koekenbrood, liet zich bedotten, maar was wel onmetelijk sterk", glimlacht IJzeren Briek.
Tom Vandenbussche

Agostinho , de beste Portugese wielrenner allertijden , was misschien niet de handigste aller renners doch zijn doorzettingsvermogen en moed maken van hem een van de legendes die het wielrennen al zijn charme geeft. Ingepakt en geschaafd aan alle kanten moest men hem bij wijze van spreken aan de grond nagelen om hem te dwingen tot opgave. Agostinho kwam tragisch om het leven tijdens de ronde van de Algarve in Portugal door een hond die de weg overstak. Normaal gezien had hij dat seizoen niet meer moeten rijden doch de belofte om de grote rondes te kunnen rijden met een formatie die volledig uit Portugese renners was samengesteld deed hem de fiets weer bestijgen....
Weygantt Kurt


De beelden van Lissabon die de Franse televisie rondzond toonden een begrafenis in Kremlin. Er werd een open kist getoond. Politie had de handen vol om mensen op afstand te houden. De mensen knielden rond de open kist. Velen waren aan het huilen. 'Tinho' was dood.

Joaquim Agostinho was een van de grootste Portugese wielrenners aller tijden. Hij reed 14 keer de Tour de Frnace van 1969 tot 1983, hij eindigde derde in 1978 en 1979 en hij won vier etappes in zijn lange carrière. Hij reed de Tour de France 11 keer uit en daarmee evenaart hij het record van Raymond 'Pou Pou' Poulidor. Net als Poulidor was hij heel geliefd door het volk, niet alleen door zijn reputatie van een pechvogel te zijn, hij was ook een van de meest onhandige renners van het peloton die het noodlot leek aan te trekken.

Engelands meest succesvolle Tourrenner Barry Hoban reed negen keer de Tour de France met deze populaire renner. 'Hij zegt: Het is een echte tragedie. Hij was het soort renner waarvan je dacht dat hij onverwoestbaar was. Ik zal altijd zijn glimlach blijven herinneren. Hij bleef lachen ook al was hij ingepakt met verband. Tinho was niet de handigste renner, maar hij was heel sterk. Hij heeft meer dan zijn deel gehad in de valpartijen, maar hij bleef altijd maar doorgaan. Je zou hem de grond moeten inboren vooraleer hij dacht aan opgeven.

Ik kan me één gebeurtenis herinneren toen hij de huid van zijn armen en benen had verbrand. De brandwonden van een valpartij zijn uiteraard pijnlijk en het is heel moeilijk om zo te slapen. De volgende morgen zag ik Tinho aan de start. Hij was van kop tot teen overgoten met mercurochroom. Heb je geslapen? Vroeg ik? Nee, lachte hij, Ik zal wat harder moeten proberen!.

Agostinho was een van de vele profs in het circuit die het in zijn jeugd niet makkelijk heeft gehad, maar dat heeft hem hard gemaakt. De trieste ironie is dat deze schijnbaar onverwoestbare mand zijn leven tot een einde heeft gebracht in zijn eigen Volta a Algarve. Een hond deed hem ten val komen dicht bij de finish. Eigenlijk was hij toen al gestopt met wielrennen, maar men had hem gevraagd om kopman te zijn van een Portugese ploeg voor de grootste wedstrijden. Hoewel niemand zijn ware leeftijd heeft kunnen achterhalen de meeste geschiedenisboeken zeggen dat hij geboren werd in 1943.
© Frank Brown
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
pi_36415492
De "mooiste" wielerdood blijft toch nog altijd Tommy Simpson op de flanken van de Mont Ventoux.
Digital Drivel.com - Talking your kind of rubbish
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:38:35 #10
7889 tong80
Spleenheup
pi_36415720
quote:
Op maandag 27 maart 2006 20:32 schreef MrJonez het volgende:
De "mooiste" wielerdood blijft toch nog altijd Tommy Simpson op de flanken van de Mont Ventoux.
Nou ja mooi.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 20:41:16 #11
7889 tong80
Spleenheup
pi_36415811
Tom Simpson

(30 November 1937 - 13 July 1967) was a top English road racing cyclist of the 1960s who famously died of exhaustion on the slopes of Mont Ventoux during the 13th stage of the Tour de France on Thursday 13 July 1967. The post mortem found that he had taken amphetamines and alcohol, a diuretic combination which proved fatal when coupled with the hot conditions, the notoriously hard climb of the Ventoux and a pre-existing stomach complaint.


Early life
Simpson was the youngest of the six children of coalmine worker Tom Simpson senior and his wife Alice, and was born in Haswell, County Durham. After World War II, the Simpson family moved to Harworth in north Nottinghamshire, another mining village, where Simpson grew up and acquired his interest in cycling. He attended the village school and later Worksop Technical College and in 1954 was an apprentice draughtsman at an engineering company in Retford.

As a cyclist he joined first Harworth and District Cycling Club and later Rotherham's Scala Wheelers, and by his late teens was winning local time trials. He was then advised to try track cycling, and he travelled regularly to Fallowfield Stadium in Manchester to compete, winning medals in the national 4000m individual pursuit discipline. Still aged only 19, he was part of the Great Britain team pursuit squad which won a bronze medal at the 1956 Summer Olympics in Melbourne. Two years later, he won a silver medal in the individual pursuit at the 1958 British Empire and Commonwealth Games in Cardiff.

In April 1959, Simpson set off to live in the Breton fishing port of Saint-Brieuc, France, hoping to win enough local amateur races to get noticed by a professional cycling team. The move abroad also meant Simpson avoided doing National Service. It was in Saint-Brieuc that he met his wife, then Helen Sherburn, who he later married (on 3 January 1960).

Professional cyclist
Within two months, Simpson had won five races and in July 1959 was offered terms by two professional teams; he decided to join the Rapha Geminiani team, which already had a British cyclist, Brian Robinson, in its squad. His first event as a professional was a small stage race, the Tour de l'Ouest (Tour of the West) in which he won two stages and finished 18th overall - a major achievement for a new pro who would normally be expected to act as a domestique to the team's leader.

He competed in the 1959 World Championships in the Netherlands in the individual pursuit and professional road race, finishing fourth in both events, just out of the medals. Believing himself not ready for the greatest cycling challenge, he turned down an invitation to ride in the 1959 Tour de France. He did, though, ride the event the following year, finishing 29th, and taking third place on stage 3. 1960 also saw him compete in his first Classics: he had top ten finishes in La Flèche Wallonne and Paris-Roubaix - he led the latter for around 40km before running out of energy and being overtaken less than 10k from the finish, ending up 9th.

In April 1961, however, Simpson achieved his first Classic victory. After losing at Roubaix the previous year, he demonstrated his liking for races run over rough cobbles by winning the tough Tour of Flanders after a two-man sprint at the finish. That year he also finished 5th in the early season Paris-Nice stage race, and 9th in the world championship, but he abandoned the Tour de France on stage 3, the season being badly affected by an early season knee injury.

In 1962, he became the first Briton to wear the maillot jaune as leader of the Tour de France (after stage 12) and eventually finished 6th overall (which was to prove his highest placing on general classification, and was the highest final placing by a Briton until Robert Millar's fourth place in 1984), losing his hold on third spot after a crash. Earlier in the season, he again demonstrated his liking for the tough Belgian Classics, finishing 5th in the Tour of Flanders and 6th in the Gent-Wevelgem.

In terms of Classic performances, 1963 and 1965 were probably Simpson's best years. Riding in the distinctive black-and-white colours of the Peugeot-BP team in 1963, he won the gruelling motor-paced event Bordeaux-Paris, was second in Paris-Brussels and Paris-Tours, third in the Tour of Flanders, 8th in Paris-Roubaix, and 10th in both La Flèche Wallonne and Tour of Lombardy.

Simpson won the Milan-San Remo Classic in 1964, finished fourth (again) in the world championship and 10th in Paris-Roubaix. He also came close to a stage victory in the Tour de France, finishing second on stage 9, and ending up 14th overall.

In 1965, Simpson became the first Briton to win the world professional road racing crown, outsprinting Germany's Rudi Altig at San Sebastian in Spain after the two had broken away with around 40km to go. He also won the north Italian Autumn Classic, the Tour of Lombardy (only the second time that the holder of the distinctive rainbow jersey has also won in Italy - a feat last achieved by Alfredo Binda in the 1920s), and picked up third places in La Flèche Wallonne and Bordeaux-Paris, 6th in Paris-Roubaix and 10th in Liège-Bastogne-Liège. Showing that he still had the legs for track racing, he partnered Peter Post to victory in the six-day race at Brussels.

His achievements were also recognised in the UK. Simpson ended the year by winning UK Sports Journalists' Association's award of Sportsman of the Year (following in the footsteps of Reg Harris - the only other cyclist ever to win the SJA honour), and he also won the 1965 BBC Sports Personality of the Year Award - and remains the only cyclist ever to have won this accolade. Within the UK cycling world, Simpson also won the prestigious Bidlake Memorial Prize in 1965.

A stage victory in the Tour de France still eluded Simpson. He twice finished second, on stages 12 and 13, of the 1966 Tour, but eventually abandoned the event on stage 17: he had attacked on the climb of the Col du Galibier but crashed heavily on the following descent and was unable even to hold his cycle's handlebars. 1966, overall, was something of a write-off for Simpson, who missed much of the season due to a skiing injury incurred the previous winter.

Making up for the disappointments of the previous season, Simpson looked in fine form in early 1967. He won the early season Paris-Nice stage race (taking two second places and a third place on different days) and the Tour of Sardinia. He also rode in the Vuelta a España (Tour of Spain) for the first time, collecting two stage victories en route to an eventual 33rd place overall.

Thursday 13 July 1967
At the start of the 1967 Tour de France, Simpson was optimistic that he could make an impact on the event. After the first week he was in sixth position overall, but a stomach bug began to affect his form, and he lost vital time in a stage including the Col du Galibier. In Marseilles, at the start of stage 13 on Thursday 13 July, he was still suffering the effects as the race headed into Provence on a blisteringly hot day, and was seen to consume brandy during the early parts of the stage (tour organisers then limited riders to only four bottles (bidons), circa 2 litres, of water each - the effects of dehydration then being poorly understood - riders often raided roadside bars and cafes for drinks, and filled their bottles from fountains).

On the day's main climb, Mont Ventoux, Simpson broke away early, but was soon passed by the eventual stage winner, Julio Jiminez, and four others. About two kilometres from the summit, Simpson began to zig-zag erratically across the road, eventually falling against an embankment. While his team car helpers wanted him to retire from the race, Simpson insisted on being put back on his cycle and he continued for another 500m or so before again beginning to falter; he toppled unconscious into the arms of his helpers still tightly gripping his handlebars. Despite efforts at mouth-to-mouth resuscitation and the administration of oxygen, plus a helicopter airlift to a nearby hospital, Simpson died. Three tubes of amphetamines were subsequently found in the rear pocket of his racing jersey.

On the next day, the other riders were reluctant to continue racing so soon after Simpson's death and asked the organisers for a postponement. In the end, they agreed to ride but with the condition that they would allow a British rider to win the stage. This honour went to Barry Hoban.

Memorials

Memorial to Tom Simpson on Mont VentouxThere is a granite memorial to Simpson near the spot where he died, paid for by British cyclists. His last words, as remembered by the team mechanic, Harry Hall, were "Go on, go on!" The popularly attributed words "Put me back on my bike!" were the invention of Sid Saltmarsh, a journalist covering the Tour for "Cycling" and "The Sun" and not present at Simpson's death.

Simpson's body was brought back to Nottinghamshire and interred in Harworth's cemetery. A small museum dedicated to his achievements - opened in August 2001 by Tour de France legend Lucien van Impe - can be found in the Harworth and Bircotes sports and social club.

Achievements: a summary
Simpson's professional achievements include four Classic one-day victories:

1961 - Winner, Tour of Flanders
1962 - Maillot jaune for a short time in the Tour de France
1963 - Winner, Bordeaux-Paris
1964 - Winner, Milan-San Remo
1965 - World road race champion
1965 - Winner, Tour of Lombardy
1967 - Winner, Paris-Nice
1967 - Winner of two stages of Vuelta a España (Tour of Spain)
In addition to these victories, Simpson frequently finished in the top ten of major Classics, and won numerous criteriums and other events.

As an amateur he also won an Olympic Games team pursuit bronze medal (1956), silver in the 1958 British Empire and Commonwealth Games individual pursuit, silver (1956) and gold (1958) medals in the British 4000m individual pursuit championship, and was British League of Racing Cyclists hill climb champion in 1957, picking up a silver medal in the same event the following year.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
  maandag 27 maart 2006 @ 20:50:05 #12
61305 Bjoro
Proud to have Maud !
pi_36416131
ben ff aan het zoeken, maar hier nog een paar namen:

De wielersport kende in de jaren tachtig en negentig een golf van plotse overlijdens, met Marc Demeijer, Bert Oosterbosch, Connie Meijer, Johannes Draaijer, Reinier Valkenburg, Ruud Brouwers en Geert de Vlaeminck
Tom Simpson, Jose Maria Jeminez, Marco Pantani, Denis Zenetti, Stive Vermaut, Geert de Walle, Joachin Halupczok, Tim Pawvels, Fabrice Salanson, Marco Rusconi, Michel Zanoli, Andrei Kivilev, Manuel Abreu, Alessio Galletti

[ Bericht 13% gewijzigd door Bjoro op 27-03-2006 20:58:21 ]
256 goals !
[Column]Hoera, prijs gewonnen!
'Zo gewoon en toch zo bijzonder,
Zo alledaags maar nog steeds een wonder' Maud 07-07-2005
  maandag 27 maart 2006 @ 20:58:50 #13
61305 Bjoro
Proud to have Maud !
pi_36416452
Hieronder een lijst van de bekendste dodelijke ongelukken tijdens wielerwedstrijden:

1935: Armando Cepeda (Spa): na een val in een ravijn bij Bourg-d'Oisans tijdens de Tour de France.

1937: Andre Raynaud (Fra): wereldkampioen stayers, tijdens een baanwedstrijd in Antwerpen.

1950: Camille Danguillaume (Fra): aangereden door een motor tijdens het Franse wegkampioenschap in Montlhery.

1951: Serse Coppi (Ita), de broer van Fausto Coppi: gevallen tijdens de laatste kilometer van de Ronde van Piemont. Coppi ging over de finish maar overleed de volgende nacht.

1956: Stan Ockers (Bel): wereldkampioen op de weg, tijdens een baanwedstrijd in Antwerpen.

1967: Tom Simpson (GBr): wereldkampioen op de weg, slachtoffer van een kransslagaderbreuk op de Mont Ventoux als gevolg van hitte en doping.

1969: Jose Samyn (Fra): na botsing met een verkoper van programmaboekjes tijdens een kermiskoers in Zingem (België).

1970: Jean-Pierre Monseré (Bel): wereldkampioen op de weg, na een botsing met een auto tijdens een kermiskoers in Retie (België).

1972: Manuel Galera (Spa): na een valpartij tijdens de Ronde van Andalusië.

1976: Juan Manuel Santisteban (Spa): bij een valpartij in de eerste etappe van de Ronde van Italië op Sicilië.

1984: Joaquim Agostinho (Por): na een val over een hond tijdens een etappe in de Ronde van Algarve.

1986: Emilio Ravasio (Ita): na een val in de eerste etappe van de Ronde van Italië op Sicilië, twee weken later overleden.

1987: Vicente Mata (Spa): na een botsing met een auto in de Grote Prijs Luis Puig in Valencia; Michel Goffin (Bel): na een val tijdens de Grote Prijs Haut-Var.

1988: Connie Meijer (Ned): onwel tijdens een vrouwencriterium in Nederland.

1995: Fabio Casartelli (Ita): olympisch kampioen weg in 1992, na een val tijdens de vijftiende etappe van Tour de France in de afdaling van de Portet-d'Aspet.

1999: Manuel Sanroma (Spa): na een val in de tweede etappe van de Ronde van Catalonië.

2003: Andrei Kivilev (Kaz): na een val in de tweede etappe van Parijs-Nice, nabij Saint-Chamond. Overleden in ziekenhuis in Saint-Etienne.

2005: Alessio Galletti (Ita): wordt onwel bij een beklimming tijdens de Subida Naranco in Spanje. Hij bezwijkt nog voor aankomst in het ziekenhuis, vermoedelijk aan de gevolgen van een hartaanval.

[ Bericht 0% gewijzigd door Bjoro op 28-03-2006 14:44:23 ]
256 goals !
[Column]Hoera, prijs gewonnen!
'Zo gewoon en toch zo bijzonder,
Zo alledaags maar nog steeds een wonder' Maud 07-07-2005
  Redactie Sport maandag 27 maart 2006 @ 21:04:59 #14
109131 crew  sportfreak
pi_36416586
Javier Otxoa, in 2000 won hij de touretappe naar Hautacam. Een half jaar later werden hij en zijn tweelingbroer Richard Otxoa tijdens een trainingrit aangereden. Zijn broer overleed, Javier Otxoa raakte in coma en ontwaakte pas een maand later. Hij overleefde het en won op de paralympics in Athene goud.
  maandag 27 maart 2006 @ 21:18:14 #15
127004 maril
Smeetsfan
pi_36417041
Van het verhaal Simpson is ook dat er een koerst werd gereden voor de weduwe de Brit Barry Hoban mocht die koers winnen, en mocht de opbrengst naar de weduwe brengen. later is hij met haar getrouwd.
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  maandag 27 maart 2006 @ 21:21:18 #16
127004 maril
Smeetsfan
pi_36417163
Dit zit toch nog op je netvlies.

Fabio Casartelli (16 augustus 1970 – 18 juli 1995) was een Italiaans wielrenner.

Zijn grootste succes behaalde Fabio Casartelli in 1992 toen hij goud won op de Olympische Spelen in Barcelona. De Nederlander Erik Dekker werd hierbij tweede.

Op 18 juli 1995 kwam Fabio Casartelli om het leven bij een valpartij in de 15e etappe van de Ronde van Frankrijk bij de afdaling van de Col de Portet d'Aspet. Hij kwam met zijn hoofd tegen een stenen paal en overleed enkele uren later in het ziekenhuis. Hij droeg geen helm en volgens sommigen had een helm zijn leven kunnen redden.

Op de plaats van het ongeluk is een gedenksteen geplaatst.

De volgende dag legde het peloton, als betoon van respect en rouw, de etappe in gesloten formatie en langzaam rijdend af. Vlak voor de finish werden de ploegleden van Casartelli's ploeg de gelegenheid gegeven om naast elkaar en als eerste de finish over te gaan.

Zijn ploegleden wilden de Tour vervolgens beëindigen, maar werden door Fabio's weduwe omgepraat. Twee dagen later kwam zijn ploegmaat Lance Armstrong alleen aan, hij droeg de overwinning op aan Casartelli.

Dit tragische voorval is mede de aanleiding geweest om het dragen van een helm voor wielrenners verplicht te stellen.

Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  Redactie Sport maandag 27 maart 2006 @ 21:59:20 #17
109131 crew  sportfreak
pi_36418460
quote:
Op maandag 27 maart 2006 21:21 schreef maril het volgende:

Dit tragische voorval is mede de aanleiding geweest om het dragen van een helm voor wielrenners verplicht te stellen.
Alleen jammer dat pas na het ongeluk van Kivilev het dragen van helm pas verplicht werd.
quote:
Gerrie Knetemann
Gerrie Knetemann (Amsterdam, 6 maart 1951 - Bergen (NH), 2 november 2004) , bijnaam 'de Kneet', was een Nederlands beroepswielrenner van 1974-1989.

Hij verraste al jong als specialist in proloog-tijdritten. Gaandeweg ontwikkelde hij zich ook als tijdrijder in het langere werk. Knetemann was geen sprinter, maar boekte vrij veel overwinningen in een sprint-à-deux, door met een kompaan of in een klein groepje uit een peloton te ontsnappen. Op die manier werd hij verrassend wereldkampioen in 1978 door Francesco Moser te verslaan. In datzelfde jaar won hij in de laatste etappe van de Ronde van Frankrijk de sprint op de Champs Elysees. Knetemann kon goed uit de voeten in meerdaagse wedstrijden, maar hij schoot echter te kort in het hooggebergte om in de Tour een goed klassement te rijden. Hij was de eerste wielrenner die de grens van 50 km/u doorbrak in een tijdrit.

Gerrie Knetemann werd in 1974 profwielrenner bij de Franse Mercier ploeg, waar Joop Zoetemelk kopman was. Typerend voor zijn instelling was dat hij datzelfde jaar laatste werd in Parijs-Roubaix, maar een week later de Amstel Gold Race won. In 1975 tekende hij een contract bij de Raleigh ploeg van Peter Post. Samen met Jan Raas was hij daar jarenlang, tot de breuk in 1983, de gezichtsbepalende factor. In 1982 verrastte Gerrie Knetemann in de Tour door de snelle Ier Sean Kelly voor te blijven in een massa-sprint en door Bernard Hinault te verslaan in een lange tijdrit.

In 1983 kwam hij zwaar ten val in Dwars door België. Aanvankelijk werd voor zijn leven gevreesd. Na een lange revalidatie keerde hij terug in het peloton om nog eenmaal uit te pakken in de Amstel Gold Race van 1985.

Knetemann viel op in het wielerpeloton door zijn gevoel voor humor en zijn opmerkelijke taalgebruik. Hij introduceerde een groot aantal uitdrukkingen, waaronder 'hij zit te harken', 'doorkachelen', 'met je hol open zitten' en 'opgebaard over de meet komen'. In het radioprogramma Radio Tour de France had hij veel succes met zijn Kneetstory, waarin hij dagelijks vertelde over zijn belevenissen.

In 1989 nam Knetemann afscheid van het peloton. Hij trad nog enige tijd op als PR-man voor de PDM-ploeg. Daarna werd hij in 1991 bondscoach van de KNWU en wedstrijdleider van de Ronde van Noord-Holland en het RAI Derny Criterium. Als bondscoach behaalde hij 2 medailles op in totaal 14 WK's.

Op 2 november 2004 overleed Gerrie Knetemann aan de gevolgen van een longembolie nadat hij tijdens een mountainbike-tocht nabij Bergen (NH) onwel was geworden. Op 8 november 2004 werd op de wielerbaan van Alkmaar door 2000 mensen afscheid van Knetemann genomen, waarna de begrafenis in besloten kring plaatsvond in Krommenie.

Gerrie Knetemann was ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Met ingang van 2004 is de prijs die jaarlijks aan de meest talentvolle wielrenner onder de 23 jaar wordt uitgereikt omgedoopt tot de Gerrie Knetemann Bokaal. Theo Bos was de eerste winnaar van deze bokaal. Vanaf 2006 wordt jaarlijks de GP Gerrie Knetemann georganiseerd.
Nog een topper die veel te vroeg overleed, bovendien had hij geen ongelukkigere dag kunnen kiezen.
  maandag 27 maart 2006 @ 22:12:30 #18
127004 maril
Smeetsfan
pi_36418885
Ja inderdaad wat een dag, Theo ook
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  maandag 27 maart 2006 @ 22:17:32 #19
127004 maril
Smeetsfan
pi_36419085
Trouwens onder de levende Rini Wagtmans, er is een boek over hem geschreven en
bij BNR sport hadden ze het erover deze week, het boek is geschreven door Peter Ouwekerk,
ze zullen hem ook wel bespreken in sportweek (een pot nat. maar wel een leuke)
maar in ieder geval was dat ook een verhaal zeg over afstoten, zwerven op straat, zelfmoordpoging(zijn broer heeft hij tegengehoouden) en incest ect ect .
maar das ook de reden dat hij ieder mens een tweede of derde kans geeft, toen Johan Van der Velden in de stront zat heeft hij Johan ook geholpen. een goed mens die Wagtmans en dan heb ik het boek niet eens gelezen.
Mart Smeets :"In alle drukte heb ik rust."
  Trouwste user 2022 maandag 27 maart 2006 @ 22:51:08 #20
7889 tong80
Spleenheup
pi_36420264
Dat boek lijkt me wel de moeite waard ik zag hem bij Paul Witteman en Jeroen Pauw. Erg interessant.


Ik noem een Tony van Heemschut,een Loeki Knol,een Brammetje Biesterveld en natuurlijk een Japie Stobbe !
pi_36426142
quote:
Op maandag 27 maart 2006 21:04 schreef sportfreak het volgende:
Javier Otxoa, in 2000 won hij de touretappe naar Hautacam. Een half jaar later werden hij en zijn tweelingbroer Richard Otxoa tijdens een trainingrit aangereden. Zijn broer overleed, Javier Otxoa raakte in coma en ontwaakte pas een maand later. Hij overleefde het en won op de paralympics in Athene goud.
Die etappa naar Hautacam kan ik me nog heel goed herinneren.

Treurig verhaal ...
While we're living, the dreams we have as children fade away
AFC Ajax | Borussia Mönchengladbach] | Kansas City Chiefs | Alabama Crimson Tide
  dinsdag 28 maart 2006 @ 10:04:32 #22
40566 Ericr
Livewrong
pi_36426635
Knud Enemark Jensen, onder invloed van amfetaminen en hitte gecrashed tijdens de OS van 1960. Schedelbasisfractuur en als gevolg daarvan overleden. Vrij onbekende geschiedenis volgens mij.
  dinsdag 28 maart 2006 @ 10:09:39 #23
40566 Ericr
Livewrong
pi_36426724
En in het rijtje Connie Meijer en Bert Oosterbosch past natuurlijk ook Johannes Draaijer die eveneens plotsklaps overleed in zijn slaap.
  dinsdag 28 maart 2006 @ 13:08:14 #24
143274 -skippybal-
Stuiterdestuiter
pi_36431285
Pantani was natuurlijk ook een drama. Zo'n grote wielrenner die compleet eenzaam werd en gezelschap zocht bij de coke
LastFM
03/06 Maccabees - 10/06 Gaslight Anthem - 18/06 Oi Vai Voi - 20/06 Green Beats - 24/06 Ghinzu - 18/07 Extrema Outdoor
pi_36433708
Johannes Draaijer, die was toch na z'n carriere doodgegaan?
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')