Twee maart, tweeduizendzes. Negen uur dertig. Chowi ontwaakt, stapt uit bed en trekt haar béhá recht. De slaapkamer is nog enigszins verduisterd, terwijl het allang licht had moeten zijn. Dan realiseert ze zich dat er iets is dat haar raam bedekt. Ze besluit het raam te openen om te kijken wat er aan de hand is, en ze bemerkt dat het zwaarder gaat dan normaal. Er schuift iets vanaf na deze handeling. Een winter wonderland-achtig landschap strekt zich voor haar ogen uit. Ze slaakt een zucht van verwondering, frustratie en sekstekort. Het heeft gesneeuwd vanacht. Het heeft overmatig gesneeuwd.
Ze strompelt naar beneden in slechts haar lingerie, om dingen beter te bezichtigen, trekt de deur open en laat zich in de sneeuw vallen. Dat geeft een gevoel dat lijkt op het gevoel dat je krijgt als je je op een zwoele zomeravond op Hawaï in het parelwitte zand laat vallen uit vermoeidheid, maar dan kouder. Chowi zou vandaag naar school gaan, ware het niet dat ze sneeuwvrij heeft en dus rustig haar dag kan beginnen. Kop thee. Computer aan. Aan de tafel naar buiten staren en kijken naar het witte deken van Moeder Natuur.
Het is mooi, als het sneeuw nog nieuw en egaal is.
De dag vordert, zonder een enkele verdere handeling, behalve bankhangen en PC-zitten. Het is saai, maar toch fijn op zijn tijd.
En nu, achttien uur tien, is Moeder Natuur bezig met het aanvullen van haar deken, en het begint erop te lijken dat deze hele dag morgen exact herhaald gaat worden, waardoor Chowi zich nóg eenzamer gaat voelen, en, en, en. Ze wil een knuffel.
Ja, Chowi heeft tieten, is een mysterieus persoon en houdt van letters. Veel letters. Knuffel haar. Nú.
[i]Isolation pushes past self-hatred, guilt, and shame
To a place where suffering is just a game
But everybody's scared of this place, they're staying away
Your little house on Memory Lane.[/i]