be·he·ren
overgankelijk werkwoord; beheerde, heeft beheerd; afleiding(en): beheerder
1
het beheer hebben over
betekenisverwante termen
hyperoniem:
zorgen voor
synoniem(en):
gaan over
hyponiem(en):
administreren
context
een erfenis beheren
de kas beheren
het geld beheren
2
(een bedrijf) leiden, besturen
betekenisverwante termen
hyperoniem:
leiden
synoniem(en):
houden, runnen
hyponiem(en):
exploiteren, souteneren
-----------------------------
be·heer·sen1
overgankelijk werkwoord; beheerste, heeft beheerst; afleiding(en): beheerser, beheersing
1
overheersen
betekenisverwante termen
synoniem:
overheersen
context
het straatbeeld beheersen
2
kennis hebben van
betekenisverwante termen
hyperoniem:
kennen
synoniem(en):
iets machtig zijn, iets meester zijn
context
de stof beheersen
een taal beheersen
be·heer·sen2
wederkerend werkwoord, zich beheersen; beheerste zich, heeft zich beheerst
kalm blijven
betekenisverwante termen
hyperoniem:
zich gedragen
synoniem(en):
zich inhouden, zich gedeisd houden, zich koest houden, zijn
fatsoen /houden/bewaren/, zijn woorden inslikken
hyponiem(en):
zich herstellen, het hoofd koel houden, matigen, zich verbijten