Aan tafel Maarten Scheen, jij zit in de redactie van “Wat zegt de Fransman” en mijn andere gast is Erwin Hofmeijer, advocaat van één van de kandidaten. Laten we even kijken naar een fragment van de uitzending van afgelopen dinsdag: - Oké volgende vraag. Een Fransman staat voor het stoplicht en het stoplicht springt op groen. Zijn vriend, die de auto bestuurt, ziet dat niet. Wat zegt de Fransman tegen die vriend? Zegt hij “Vert”, het Franse woord voor groen, of zegt hij toch gewoon “groen”?
- Wat zou die zeggen. Oei, moeilijk. “Vert” is natuurlijk wel groen in het Frans. Maar ja wat heeft het voor zin om vert te zeggen als het groen is. Dus ik houd het op groen.
- Jij zegt groen… helaas hij zegt toch vert, het is een Fransman. Volgende vraag: Een Fransman is in de sloot gevallen en hij kan niet zwemmen. Hij gaat om hulp roepen. Wat roept ie dan? Roept ie dan “Au Secours!” , de franse vertaling van ‘help’. Of roept ie gewoon ‘Help!’
- Mmm, klinkt wel mooi ‘Au Secours’. Maar ik zelf zou toch ‘help’ roepen… Ja ik trap er niet nog een keer in, hij zal dan wel ‘au secours’ roepen.
- Helaas, hij roept toch ‘Help’. Ja hij kan echt niet zwemmen en er moet nu hulp komen anders verdrinkt ie. Er is geen tijd om dat te gaan vertalen dus het blijft gewoon ‘help’. Goed, laatste vraag: Er breekt brand uit in het huis van een Fransman en hij wil de buren waarschuwen. Wat roept hij? Roept hij Brand! – of roept hij het Franse woord voor brand.
- Het Franse woord voor brand, dat moet ie dan wel kennen maar het is een fransman dus ik denk dat ie dat wel kent. Maar het is weer een noodsituatie dus hij heeft geen tijd om te vertalen dus hij zal wel gewoon ‘brand’ roepen.
- Nee, hij roept “Fuego!”. Hij heeft Spaanse buren. Kon je niet weten.
-
Hofmeijer, wat is er aan de hand?- Ja, mijn cliënt heeft meegespeeld aan dit spelletje van mijnheer Scheen hier en bleek geen één vraag goed te hebben. Dat is op z’n minst vreemd, want als je gaat kijken wat mijn cliënt antwoordde, dan zou je toch zeggen dat ie aardig doorheeft wat een Fransman zegt. Mijn cliënt en ik hebben dan ook het idee dat het spel doorgestoken kaart is.
-
Maarten Scheen, het is doorgestoken kaart…- Nou dat niet, maar het is inderdaad vreselijk misgegaan. Een Fransman, althans iemand waarvan we dachten dat het een Fransman was, hebben we in allerlei situaties gebracht om te kijken wat ie zou zeggen, maar nu blijkt dus dat ie helemaal geen Fransman was. We zijn gewoon vreselijk belazert. Hij heeft dus dingen gezegd die een Fransman normaal gesproken niet zou zeggen onder die omstandigheden.
-
Heel vervelend.- Ja heel vervelend. Niet alleen voor de cliënt van mijnheer Hofmeijer maar ook voor ons. We spreken zelf geen woord Frans dus we konden het ook niet controleren.
-
Een Nederlander die zich uitgeeft voor een Fransman. Hoe heeft dit kunnen gebeuren?- Ja, wij staan ook voor een raadsel. We hebben audities gehouden, tientallen kerels gezien met alpinopetjes en een stokbrood onder de arm maar totaal onverstaanbaar. En dan komt ineens deze man binnen. Coltrui, ribbroek en die zegt: “Bonjour, je suis Bertrand et je suis un Fransman.” Ik dacht meteen bingo – jou moeten we hebben. Dus hem hebben we in allemaal situaties gebracht en zorgvuldig – echt zorgvuldig hè – opgeschreven wat hij zei. Ik heb hier het blocnote met die aantekeningen, dat kunt u zo inzien als u wilt. Hier, op deze bladzijde: ‘Vert’ dat is bij dat stoplicht dat op groen stond. Trouwens, bij dat stoplicht hadden we al nattigheid moeten voelen want hij had zelf voor een vriend gezorgd en die vriend die sprak dus geen Frans. Dat vond ik raar, want hoe praten die twee dan met elkaar?
-
En daar heeft u niet naar gevraagd?- Nee, maar goed, je merkt wel dat iedere keer als Bertrand dus in een beetje gevaarlijke situatie kwam dat ie in het Nederlands begon te roepen waar waarschijnlijk een Fransman iets in het Frans had geroepen. Maar goed dat weet je niet. Dus eigenlijk de vraag waar het allemaal om te doen was: “Wat zegt de Fransman” - daar zijn we dus nog steeds niet achter. En daar baal ik heel erg van. Daarmee blijft het gewoon een spelletje waar je niks van opsteekt. Ook heel vervelend voor ons want we wilden met de redactie een weekje naar een huisje in Frankrijk, maar dat wordt nu heel erg gevaarlijk, want als ik daar straks in een brandend huis sta, dan kan ik er niet op vertrouwen dat mijn Spaanse vrienden me wel komen redden.
-
Wij hebben aan de telefoon Bertrand de Vries. Bertrand, jij hebt de boel dus gewoon lopen flessen kunnen we stellen.- Nou ja, dit is een beetje een uit de hand gelopen grap en uiteindelijk ben ik degene die vreselijk is genaaid. Ik doe dit nooit meer.
-
Want? Waarom voel jij je genaaid?- Ja, kijk, Maarten legt het heel goed uit: ze hebben me dus in allerlei situaties gebracht om te kijken wat ik zou zeggen. Ik mag niet teveel weggeven van de volgende afleveringen maar als je op een gegeven moment uit een vliegtuig wordt geduwd om te kijken of je ‘parachute’ zegt dan weet je als redactie dus echt niet waar je mee bezig bent.
-
Want wat riep je dus?- Parachute.
-
Het Franse woord parachute?- Ja of het Nederlandse woord – dat maakt hier dus geen flikker uit. Het punt is dat ik uit een vliegtuig werd geflikkerd zonder parachute.
bron