quote:
Nader Verklaard
Sneeuwjacht
Sneeuw die rustig dwarrelt is veel minder hinderlijk dan sneeuw die door de wind wordt voortgejaagd. Sneeuw levert de grootste problemen als het hard waait, vooral als dan ook het vriest. Sneeuw levert de grootste problemen ook als het ook hard waait en vooral als het vriest. Bij een krachtige tot harde wind, windkracht 6 of 7, is tijdens sneeuwval sprake van een ware sneeuwjacht. De stuifsneeuw, die bij temperaturen onder nul in kieren en gaten doordringt, leidt tot grote overlast: het verkeer en openbaar vervoer worden ontwricht en wegen raken versperd door ophopingen en duinen van sneeuw. In een sneeuwjacht is het zeer onaangenaam, zeker bij temperaturen ver onder nul. Bovendien vermindert het zicht, afhankelijk van de intensiteit van de sneeuw. In zware sneeuw kan het zicht teruglopen tot minder dan 500 meter en soms zelfs minder dan 50 meter vergelijkbaar met zeer dichte mist.
Sneeuw en zeker een sneeuwjacht is zeer belemmerend voor het verkeer. Het KNMI geeft bij sneeuw extra waarschuwingen uit. Bij een sneeuwjacht of sneeuwstorm, waarin minstens windkracht 6 wordt bereikt, gaat een Weeralarm uit, zo mogelijk voorafgegaan door een voorwaarschuwing. Sneeuwval of driftsneeuw bij windkracht 8 of meer wordt een sneeuwstorm genoemd, zoals de blizzards in Canada en de Verenigde Staten.
Sneeuw is in ons land in het winterhalfjaar heel gewoon maar een sneeuwjacht komt niet vaak voor. Tijdens winterse buien met windstoten lijkt het soms een sneeuwjacht maar stuivende sneeuw bij vorst komt in Nederland heel weinig voor en dan meestal maar gedurende korte tijd. Een heuse sneeuwstorm bij temperaturen onder nul en windkracht 8 of 9 is uitzonderlijk. In de 20e eeuw kwam dat gemiddeld eens in de vijf jaar voor maar zeer onregelmatig in de tijd verdeeld. De volgende sneeuwstorm liet soms meer dan twintig jaar op zich wachten maar in strenge winters woedde soms enkele malen een sneeuwstorm.
De laatste sneeuwstorm dateert van 1985 toen op het op 8 en 9 januari sneeuwde bij een stormachtige wind. De zwaarste en meest ontwrichtende sneeuwstorm van de laatste decennia was die van 14 februari 1979 met 90 uur achtereen driftsneeuw en sneeuwduinen van 3 tot 6 meter hoogteIn de meteorologie wordt onderscheid gemaakt tussen lage en hoge driftsneeuw. Lage driftsneeuw is sneeuw die door de wind tot ooghoogte (ongeveer 1,80 meter) wordt opgewerveld. Van hoge driftsneeuw is sprake als de sneeuw door de wind veel hoger in de lucht wordt opgedwarreld waarbij ook het zicht op ooghoogte sterk wordt verminderd.
Bron