En nog een stukje van hetzelfde NCRVforum:quote:Geacht forum,
Op deze website verneem ik dat mijn boek onder de toonbank wordt verkocht. Dit is niet helemaal waar. Het boek is gewoon verkrijgbaar bij de boekhandel. Er zijn echter winkels, bijvoorbeeld op de NS stations, waar het boek geboycott wordt.
Aangaande de mediadiensten; dit is een ander verhaal. Bijvoorbeeld is het boek onderscheiden met de FRONTIER AWARD 2005. Tijdens de uitreiking op 13 november jl. door Wieteke van Dort waren verschillende kranten aanwezig. Geen enkele krant heeft later melding van het gebeuren gemaakt.
Alle grote nieuwsbladen hebben een exemplaar van het boek ontvangen. Wanneer het boek slecht was, dan had men het toch op zijn minst moeten afkraken of belachelijk moeten maken - net als bij andere boeken - moeten afdoen als een complot-theorie. Ook dit is niet gebeurt. Het boek wordt stilgezwegen. De reden moet duidelijk zijn voor iedereen die het boek gelezen heeft.
Het boek over 11 september 2001 was het eerste boek over de aanslagen die in Duitsland verscheen. Wereldwijd zijn er thans meerdere vertalingen. Op alle grote internationale boekenbeurzen wordt het boek goed ontvangen. Daarom besloten wij vorig jaar het boek ook in Nederland uit te brengen. Tot mijn verbazing was geen uitgever bereidt het boek te publiceren. Te gevaarlijk, te explosief en de Nederlandse bevolking is niet klaar om zo'n boek te lezen, waren vele antwoorden. Als gevolg, om het boek toch in het Nederlands bereikbaar te maken, hebben we samen met onze uitgever in Mexico - Mayra Publications - opgericht.
Onderstaand nog een stukje over de media.
Met vriendelijke groet,
Robin de Ruiter
Een mening die me als aspirant journalist natuurlijk wel boeit. Weet iemand wat hier achter zit? Heeft iemand het boek misschien gelezen? Of moet ik dan misschien m'n letters, woorden en zinnen naar TRU versjouwen?quote:Leugens spelen een allesbepalende rol bij de pogingen het publieke bewustzijn elke dag weer te manipuleren en om datgene tot stand te brengen dat voor de media als publieke opinie geldt. Wanneer verschillende mensen zich over een bepaald thema uitlaten, geldt meestal ‘zoveel mensen, zoveel zinnen’. Gezien het ogenschijnlijke veelvoud aan media zou men eigenlijk verwachten dat over alle belangrijke levensvragen ook alle mogelijke meningen geventileerd zouden worden; tenslotte hebben we toch een grondwettelijk vastgelegde vrijheid van meningsuiting. Met verbazing moeten we echter vaststellen dat niet alleen op het gebied van politiek en economie, maar ook waar het betreft godsdienst, onderwijs, cultuur en wetenschap, door praktisch alle media in dezelfde tongen gesproken wordt. Afwijkende meningen, die wel degelijk bestaan, worden met een zelfde onverbrekelijke solidariteit doodgezwegen.
Wereldwijd bestaat er heden ten dage geen grotere macht dan die welke door de manipulatoren van de publieke opinie uitgeoefend wordt. De controle van de opiniemakers is monopolistisch. Alle media – televisie, radio, kranten, etc. spreken met een zelfde stem, waarbij ze elkaar ver-sterken. Ondanks de schijn van veelvoud bestaan er geen echte meningsverschillen, geen alternatieve informatiebronnen voor feiten of meningen, waarmee de brede massa zich een van de media afwijkend standpunt zou kunnen ontwikkelen. We moeten constateren dat inmiddels de massa-media het belangrijkste werktuig zijn waarmee de publieke opinie en het denken van ieder individu gevormd wordt. Pers en literatuur zijn de belangrijkste opvoeders geworden! Wat in de media maar vaak genoeg herhaald wordt, geldt tegenwoordig als waar.
De televisie is het dominerende medium voor informatie of beter desinformatie. Door de digitale samensmelting van woord, toon en beeld heeft ze grote invloed. Men dient zich ervan bewust te zijn, dat met een volledige controle van de sociale communicatiemiddelen de massa geconditioneerd kan worden, omdat men zo haar denken en wensen naar
behoefte kan manipuleren. Wie de media beheerst, kan bepalen hoe de massa denkt en kan deze contoleren en sturen.
Complexe informatiesystemen controleren datgene wat voor waarheid dient door te gaan. De berichtgeving van over de hele wereld komt samen in slechts enkele persbureaus. Deze persbureaus staan onder controle en maken slechts dat nieuws openbaar, dat hen goed lijkt. Zonder het te beseffen, zijn de meeste journalisten geestelijk afhankelijk van hun opdrachtgevers. Journalisten zijn bewerkers van persberichten (media workers) geworden, en daarmee schuldig aan de leugen. Journalisten hou-den zich nog slechts bezig met (onbelangrijke) thema’s die door de autori-teiten zijn ‘vrijgegeven’. Wat de mensheid werkelijk interesseert, wordt door de media niet behandeld.
John Swainton, gedurende vele jaren uitgever van de New York Times, deelde in zijn afscheidsrede de volgende onthullende uitspraak aan zijn medewerkers mee: “Er bestaat geen vrije pers. Jullie, lieve vrienden, weten dat, net als ik. Niemand van jullie zou het ook maar durven zijn eigen mening eerlijk weer te geven. Wij zijn allemaal instrumenten en horigen in dienst van de financiële machthebbers achter de coulissen. Wij zijn marionetten die dansen en springen, wanneer aan het touwtje getrok-ken wordt. Onze kennis, onze vaardigheden en zelfs ons leven behoort aan deze mannen toe. We zijn niets meer en niets minder dan intellectuele prostituees.”
quote:INLEIDING
Wie nog niet weet, hoe Washington de wereld rijp maakte voor ‘de oorlog tegen het terrorisme’, kan niet om dit boek heen. Deze internationale bestseller van Robin de Ruiter, vertaald en uitgebracht in meer dan tien landen, oogstte buitengewoon succes op alle grote boekenbeurzen wereldwijd.
Er schijnen nog altijd mensen te zijn die het voor mogelijk houden dat terroristen van al-Qaeda op 11 september 2001 de aanslagen op het New York World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington begaan zouden hebben. De schrijver – bekend vanwege zijn diepgaande achtergrondonderzoeken – komt in dit boek met een groot aantal opzienbarende feiten, waardoor een beeld van de gebeurtenissen ontstaat, dat sterk afwijkt van de officiële versie. Op indringende wijze weerspreekt hij de officiële versie van de aanslagen van 11 september. Waar anderen alleen maar vragen stelden en twijfels hadden, ontwikkelt de schrijver voor het eerst een hele andere versie van het gebeuren – een scenario, dat in principe nog angstaanjagender is dan de officiële geschiedschrijving.
De rampzalige gebeurtenissen van 11 september 2001 vormen nog steeds een opeenstapeling van tegenstrijdigheden. Onduidelijkheden, raadsels en talrijke vragen rond de aanslagen blijven tot op de dag van vandaag door officiële zijde onbeantwoord. De facto is dat tot op vandaag niet duidelijk is of er wel sprake was van een terroristische aanslag.
Zijn Osama bin Laden en al-Qaeda werkelijk tot een dergelijke grote operatie in staat geweest? Gezien de aard en omvang van de aanslagen is duidelijk, dat achter deze perfect gecoördineerde aanvallen een nog veel minutieuzere voorbereiding steekt. Zowel technisch als logistiek zouden de aanslagen onmogelijk passen in de door de officiële autoriteiten gegeven verklaringen.
In dit boek wordt door de verzamelde feiten aangetoond dat de Verenigde Staten bij de gebeurtenissen van 11 september betrokken waren. Op verbijsterende wijze wordt duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor de gebeurtenissen van 11 september bij de Amerikaanse staat ligt. De auteur toont met nog nooit eerder gepubliceerde bronnen en brisante insiderinformatie met bronvermelding aan dat George W. Bush en andere belangrijke betrokkenen van de Amerikaanse regering al vóór 11 september van de aanslagen afwisten. De Amerikaanse inlichtingendiensten hadden talrijke, serieus te nemen waarschuwingen ontvangen, die op een terreuraanslag op de VS duidden. Diverse agenten van de FBI, CIA en andere diensten hadden al op een op handen zijnde terreuraanslag gewezen. De hoofddoelen zouden gebouwen in Washington en New York zijn, en de aan-slagen zouden begin of midden september plaatsvinden.
Tussen januari en juli 2001 werden door geheime diensten minstens veertig gevallen van mogelijke terroristische dreigingen aan Bush voorgelegd. De president en andere belangrijke regeringsleden blokkeerden echter alle informatie en onderzoeken. Voor de elfde september blokkeerden Bush en zijn regering systematisch het navorsen en opsporen van mogelijke terroristen. Onderzoeken werden voortdurend van hogerhand tegengehou-den, iets wat de woede van veel agenten opriep. Medewerkers van de geheime diensten klaagden dat ze met handen en voeten gebonden waren.
Vastgesteld kan worden dat de regering van de VS niet alleen pogingen om de aanslagen te verijdelen saboteerde, maar ook dat de daarvoor verantwoordelijken beschermd werden. Van terrorisme verdachte personen werden niet bewaakt of vastgezet. Bush reageerde niet op herhaalde waarschuwingen voor de plannen van een aanslag, liet bewijsmateriaal verdwijnen en manipuleerde de officiële berichtgeving. De FBI en de CIA konden niets uitrichten omdat de regering van de VS en het ministerie van justitie dat op het hoogste niveau verhinderden.
In een bericht van UPI was te lezen: “De regering heeft politie-medewerkers, die onderzoek doen naar 11 september, verboden zich openlijk met de vraag bezig te houden of de president en andere hoogwaardigheids-bekleders voor mogelijke terreuraanslagen gewaarschuwd zijn.”
George W. Bush heeft zich met hand en tand verzet tegen het instellen van een onderzoekscommissie naar 11 september 2001. Zijn regering heeft zich zo lang mogelijk tegen de komst van die commissie verzet en pas onder dwang de door de commissieleden gevraagde documenten overlegd en getuigen opgeroepen.
Wat betreft de conclusies van deze commissie konden Bush en zijn regering opgelucht ademhalen. Het 567 pagina’s tellende eindrapport van de onafhankelijke commissie, die de terreuraanslagen van 11 september 2001 onderzocht, werd gepubliceerd op 22 juli 2004. Het bevat veel kritiek op de regering Bush en op de prestaties van de inlichtingen- en politiediensten, maar legt de schuld bij incompetentie en mismanagement. De commissie bevestigt keer op keer dat de veiligheidsdiensten en de regering Bush naar beste kunnen en geweten gehandeld hebben. Wat de regering Bush betreft, prees de commissie de inval in Afghanistan en de val van het Taliban-regime. Over de zin van de oorlog tegen Irak was de commissie echter opvallend zwijgzaam.
De leden van de commissie hanteerden twee belangrijke uitgangspunten. Ten eerste wilden ze voorkomen dat de belangrijkste staatsinstellingen, het ministerie van defensie, de geheime diensten en de president zelf geschaad zouden worden. Ten tweede wilden ze zoveel mogelijk informatie omtrent de achtergronden van de aanslagen van 11 september bedekken, om daarmee de aura van geloofwaardigheid te behouden en de publieke opinie en de familie van de slachtoffers tevreden te houden.
Het viel natuurlijk wel te verwachten dat de zogenaamde ‘onafhankelijke’ commissie tot niets zou leiden. Alleen al de term ‘onafhankelijkheid’ is verdacht. Het college bestond uit diverse notoire verdedigers van het Amerikaanse imperialisme. Alle tien leden zijn voorvechters van de Amerikaanse aanspraak op wereldheerschappij en vele ervan zijn lid van invloedrijke denktanks die in de Amerikaanse politiek de toon aangeven. Daarom is het ook niet opvallend dat de commissie verzuimde de belangrijkste vraag te stellen, namelijk: “Wie had er belang bij?” Het grootste belang bij de ramp van 11 september diende niet alleen de regering Bush en zijn wereldwijde machtspolitiek, maar ook en vooral een aantal multinationals, de wapenindustrie en de olieconcerns.
De belangrijkste vragen die door de gebeurtenissen van 11 september naar voren komen zijn: ging het hier uitsluitend ‘slechts’ om nalatigheid van de regering Bush, of werd bewust gekozen voor het toelaten van een terreuraanslag op Amerikaanse bodem. Hebben de machthebbers in Washington deze terroristische gruweldaden misschien gepland en werden deze door Bush en zijn naaste medewerkers actief gesteund, zodat er een excuus zou ontstaan om de reeds lang geplande oorlogen in Centraal-Azië en het Midden-Oosten te voeren?
Hoge veiligheidsmedewerkers uit de regeringen Bush en Clinton hebben bevestigd dat er voor die elfde september in de publieke opinie geen ruimte was voor het ondersteunen van een interventie in het Midden-Oosten en Centraal-Azië. Pas na de aanslagen van 11 september 2001 werden dergelijke acties politiek mogelijk.
Moest een terreuraanslag de voorwaarden scheppen waaronder de machthebbers in Washington hun doel, Afghanistan en Irak veroveren en in de regio rond de Golf – het gebied met de grootste oliereserves ter wereld – de Amerikaanse hegemonie te verwezenlijken, konden realiseren? Werden de aanslagen van 11 september 2001 misschien met hulp en steun van de regering Bush uitgevoerd?
De vele bewijzen doen vermoeden dat de zogenaamde terroristen dubbelagenten waren. Stanley Hilton is niet alleen politcoloog, maar ook een zeer succesvol en gerespecteerd advocaat. Hij was stafchef van de republikeinse senator Bob Dole. Hilton beweert in een interview op 10 september 2004: “De negentien Arabische terroristen staan op de loonlijst van de FBI en de CIA. Zij dienden uitsluitend de ware schuldigen te camoufleren en hun opdracht was het spoor in de richting van de Islam te leggen.” Werkten deze zogenaamde al-Qaeda-terroristen misschien voor de Amerikaanse inlichtingendiensten? Wanneer dat zo was, zijn de leden van al-Qaeda, inclusief Osama Bin Laden zelf, daarvan op de hoogte?
Leugens, verdraaiingen en manipulaties vormen vaste onderdelen van de Messiaanse politiek in Washington. Maar wie bepalen die politiek, wie zijn de machthebbers achter Bush? Dit boek stelt veel van die onbeantwoorde vragen en ondubbelzinnige ongerijmdheden aan de orde. Wie nog niet weet, hoe Washington de wereld rijp maakte voor ‘de oorlog tegen het terrorisme’, kan niet om dit boek heen. Het boek is gebaseerd op een diepgaande analyse van de gebeurtenissen van voor, op en na 11 september 2001. Het boek begint met een historische inleiding zodat de lezer een beter zicht krijgt op datgene wat zich precies op die datum heeft afgespeeld.
Door het lezen van dit boek wordt de lezer automatisch lid van de jury. De in dit boek geleverde feiten en bewijzen zullen de lezer de weg wijzen het verschrikkelijke geheim van de macht, die achter de aanslagen van 11 september 2001 verscholen ligt, te onthullen. De lezers zullen als leden van de jury, na het lezen van dit boek, hun oordeel aan de hand van feiten en niet op basis van verdenkingen, kunnen vellen.
Dit boek dient ertoe bij te dragen dat zoveel mogelijk mensen zullen gaan beseffen wat hen in de komende jaren boven het hoofd hangt en waarom.
hierdoor begin ik self iegenlijk al te twijfelen aan het boek, want zo moeilijk zijn die aanslagen helemaal niet om te plegen... het enigste wat je nodig hebt is een aantal mannen die bereid zijn hun leven te geven, waar je als voorvechter van de jihad niet al te veel moeite mee zal hebben, en een aantal tickets.... voor de rest vogel j uit wat voor wapens makkelijk mee te smokkelen zijn, spreke je een tijd af en doelen...quote:Gezien de aard en omvang van de aanslagen is duidelijk, dat achter deze perfect gecoördineerde aanvallen een nog veel minutieuzere voorbereiding steekt. Zowel technisch als logistiek zouden de aanslagen onmogelijk passen in de door de officiële autoriteiten gegeven verklaringen.
Ik denk eerlijk gezegd dat het boek gewoon te oninteressant was om over te schrijven, het is namelijk de zoveelste complot theorie, die iedereen al eens gehoord heeft....quote:Op donderdag 15 december 2005 21:36 schreef Toffe_Ellende het volgende:
ik ben het daar wel mee eens... het is vrij ingewikkeld geweest om het te kapen maar niet onmogelijk voor iemand overzees met veel geld en bereidwillige manschappen. Ik vind het op zich wel vreemd dat hier niet over geschreven is: kunnen ze eens wat afbranden.. of toch niet? Zou niemand zn handen willen branden door dit boek in een gunstig licht te zetten omdat ze het er mee eens zijn of omdat ze geen tegenargumenten hebben.
ik denk dat het fictie is. Die aanslagen waren absoluut niet beraamd door de Amerikanen zelf, want zoals je zelf al zegt, het komt zeker een keer uit. zeker weten doe je het niet natuurlijk, dat is pas zeker over een jaar of tachtig, als alles overgwaait is.quote:Ik geloof eigenlijk alleen mensen als Seymour Hersh en Maarten van Rossem over dit soort materie. Vooral de eerste die met zijn contacten en netwerk helemaal in het web van deze regering Bush zit en zoveel anoniemen bronnen kent en al zo vaak Bush ontmaskerd heeft, dat hij toch zeker hier iets vanaf moet weten. Iemand moet op een gegeven moment gaan praten, zo'n cover up is niet stil te houden immers. Ze zouden Hersh als eerste bellen als ze willen klikken. Zou het nog komen of is dit allemaal fictie?
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |