kesj | donderdag 17 november 2005 @ 10:56 |
Kan iemand me even op pad helpen? Er is ooit een experiment geweest m.b.t. emotie. Een groep mensen keken naar stukjes film van een man. Zijn gezichtsuitdrukking was continu dezelfde, maar door wisselende muziek zagen mensen steeds wisselende emoties bij de man. Wie kan mij hier meer over vertellen of de naam van het experiment doorgeven? Thanks! | |
Apekoek | donderdag 17 november 2005 @ 11:26 |
Geen idee, maar klinkt appart. | |
Guyver2 | donderdag 17 november 2005 @ 12:02 |
http://www.google.nl/sear(...)xpression+experiment | |
kesj | donderdag 17 november 2005 @ 12:17 |
Thanks, heb hem! http://en.wikipedia.org/wiki/Kuleshov_Experiment | |
Mangoworks2002 | donderdag 17 november 2005 @ 12:26 |
Afbeeldingen geven de werkelijkheid anders weer dan beschrijvingen. Beschrijvingen maken gebruik van woorden die in niets hoeven te lijken op wat ze beschrijven (het woord 'boom' heeft geen bladeren). Taal is arbitrair: wat woorden betekenen moet je leren. Afbeeldingen geven (delen van de) de wereld weer door daar (deels) op te lijken. Als een kind een koe in de werkelijkheid kan kerkennen, is het ook in staat om op een plaatje een koe te herkennen, en zal het met gemak ook plaatjes van paarden, huizen enz. herkennen (gesteld dat het die objecten al uit zijn omgeving kent). Deze verschillen hebben een aantal consequenties. Allereerst kunnen alleen talige eenheden iets beweren of ontkennen. Een afbeelding van een paard beweert niet dat dat paard manen heeft, of op vier benen staat. Een foto, bij voorbeeld, zou dan oneindig veel dingen beweren. De zin "Het paard is bruin" daarentegen beweert wel iets, en wel, dat het paard bruin is, en of dat waar is of niet laat zich door waarneming vaststellen. Foto's zijn niettemin op een of andere manier meer waar dan beweringen. Waarom maakt wetenschap niet uitsluitend gebruik van de bewijskracht van foto's en is juist de taal geprivilegieerd? Welnu, dat is precies omdat in taal, vanwege haar arbitraire karakter, iets beweerd kan worden of ontkend, en dat er in taal gegeneraliseerd kan worden. Bovendien taal heeft de beschikking over indexicale uitdrukkingen, zoals 'ik', 'zij', 'hier', 'toen', waarmee uitspraken aan hun context gerelateerd kunnen worden. Foto's zijn altijd aan hun eigen context gerelateerd, maar dan causaal (niet via hun semantiek): het fototoestel was op dezelfde plaats op dezelfde tijd als zijn onderwerp. Het is daarom betekenisloos te zeggen dat een foto zijn eigen context kan aanduiden. Alleen een talige uitspraak kan een foto iets doen beweren, maar feitelijk beweert de bewering dan, niet de foto. Ondertitels zeggen ons door welk element in de foto ze geverifieerd worden. De foto toont wat de ondertitel 'beweert'. |