davako | zondag 6 november 2005 @ 14:11 |
Hallo, ik ben nu aan het leren voor scheikunde alleen ik heb nu een vraag en daar kom ik echt ff niet meer uit. Dit is de vraag. Een huishoudelijk reinigingsmiddel wordt kwantitatief onderzocht op ammoniak. Daartoe wordt 2,50 ml getitreerd met 14.89 ml Zoutzuur c(HCL) = 0.1009mol/l. Bereken het gehalte ammoniak, uitgedrukt in g/l n het huishoudelijk reinigingsmiddel. Ammoniak, NH3 heeft een molmassa van 17.03 g/mol Antwoorden: a 10.2 b 17.5 c 26.2 d 37.5 Ik weet dat het A moet zijn alleen ik weet niet meer hoe ik er ben opgekomen. HELPP | |
davako | zondag 6 november 2005 @ 14:32 |
owh volgens mij heb ik hem eindleijk zelf ook ![]() ![]() eerste berekenen hoeveel Mol die HCl is 0,01489 * (0.1009/1) = 0.00150 dat delen door aantal ml ammoniak 0.00150/0.0025 =0,60096 0.60096 * 17,03 is 10,23 gram per liter dat is hem volgens mij ![]() | |
JDude | zondag 6 november 2005 @ 14:51 |
Zie de huiswerktopics bovenaan ![]() |