TIJD VOOR GEÏNTELLECTUALISEERDE, PRETENTIEUSE NONSENS.Toelichting bij het Lofdicht op de semantiek, versie 1.![]()
.
Het al dan wel of niet bestaan van schoonheid is het axioma dat moet worden aangenomen, (
d.w.z.; dat wij ervan kunnen spreken zonder aan vermoeiende onthologie te geraken), om [...] Het is het beste om deze al dan wel of niet bestaande schoonheid voor te stellen als een hellend, of sterker; golvend oppervlakte. De gradatie in die al dan wel of niet bestaande schoonheid -
het bestaan ervan heeft niets te maken met de functie ervan-, die zich het beste (
d.w.z. het gemakkelijkste) laat vangen in een 'hoog' of 'laag', die wij hebben aangenomen maakt de dingen die wij beschouwen tot datgene wat wij (naar analogie van het Lofdicht op de semantiek) mooi, lelijk, geweldig, vreselijk menen te vinden. Hoe dit vinden van tot stand komt, is een vraag die elders beantwoord moet worden.
Het is interessant te kijken naar wie er dan spreekt. Is het, bijvoorbeeld, de lentebloesem van de kersenboom die de al of wel niet bestaande schoonheid tot ons spreekt, of zijn het veeleer wij die een lelijk, dan wel mooi tot de bloesem spreken?
Zover heb ik weinig interessants gezegd. Het aloude
'beauty is in the eye of the beholder' en voorts ook dat die ballon voor het lelijke net zo goed opgaat is een wijsheid die ik niet meer hoef te verkondigen.
Interessant, voor dit forum vooral, is wat dit wil zeggen voor het schrijverschap en hiermee doel ik gezien mijn persoonlijke ambities vooral op het dichten. Het axioma van het al dan niet bestaan van de schoonheid aannemende en de consqeuenties die dit met zich meebrengt heeft mij tot de gedachte doen komen, dat het werkelijk niets uit maakt wat ik zal schrijven, men zal het ontvangen en tot mijn schrijven spreken. Een ander interessant punt uit deze beknopte
VERHANDLUNG ÜBER DIE ÄSTHETIK -
also spricht der Deutsche.- is dat het veeleer jullie zijn die tot mijn schrijven spreken dan mijn schrijven tot jullie. Zo natuurlijk ook dít schrijven.
Voor mij, velen malen voor mij vrees ik, heeft iemand in zijn gedicht opgenomen dat het gedicht in kwestie een mooi gedicht zou zijn, of beter; een bepaalde gradatie van hoogte in de schoonheid nagestreeft.
De zin '
dit is een mooi gedicht' wordt maar al te graag gebezigd door de componisten van gedichten zelf als, een soort van wanhopige poging tot -
ik weet niet wat-, als door de critici van de gedichten.
Met deze poging tot het spreken over een bepaalde gradatie van hoogte in het golvende vlak van de al of niet bestaande schoonheid snijdt de kok van deze woorden (men
kookt woorden, het hoe en waarom hiervan zal elders behandelt worden) zichzelf in de vingers. De kok, de spreker, is de automutilant. Kok, (dan wel spreker) en automutilant zijn synoniem. Degene die zichzelf erin denkt de verlustigen zich op een bepaald hoogtepunt van een golvend vlak te begeven, zal hoe dan ook naar beneden glijden.
Wellicht kunnen wij het schone ook voorstellen als een fuik.
-Pauze-![]()
.
"The world will note that the first atomic bomb was dropped on Hiroshima, a military base."