http://www.wereldomroep.nl/news/international/#4958279quote:
Amstrong dankzij pen terug op aarde
De bemanning van de Apollo 11 is er destijds dankzij een pen in geslaagd vanaf de maan terug te keren naar de aarde. Dat blijkt uit een nieuwe documentaire over de ruimtemissie, die de eerste man op de maan bracht. In het ruimteschip was per ongeluk een schakelaar afgebroken. Een vitaal onderdeel, want zonder die schakelaar bleek het niet mogelijk om aan de terugreis te beginnen. Astronaut Buzz Aldrin stak toen maar een balpen in het gat waar de schakelaar had gezeten, en dat bleek een gouden greep.
De succesvolle Amerikaanse ruimtemissie naar de maan betekende een overwinning op de Sovjet-Unie. Volgens de documentairemakers hadden de Amerikanen er sterk rekening mee gehouden dat het mis kon gaan. President Nixon had al een speech klaar liggen waarin hij het overlijden van de drie astronauten meldde. Ook moest de rechtstreekse televisieuitzending meteen worden gestaakt als er iets zou gebeuren met de Apollo.
De documentaire is maandag te zien op de Britse televisie.
http://www.scheldenet.nl/main.php?lg=nl&url=/nl/nieuws/actualiteit_pagina&story=1693quote:Middeleeuws schip nog steeds niet onder dak
24-07-2006
Het middeleeuwse koggeschip dat in 2000 bij graafwerkzaamheden voor het Deurganckdok op de linker Scheldeoever bij Doel werd blootgelegd, is nog steeds niet onderdak. De gemeente Beveren wilde de goed geconserveerde restanten onderbrengen in een loods bij Fort Liefkenshoek in Kallo, maar dat stuit op protest.
Pal tegenover de locatie waar de loods zou worden gebouwd, staat de fabriek van Dow Halterman, de eerste producent van biodiesel in België. De directie vindt het onverstandig de kogge te verplaatsen naar een locatie vlakbij een fabriek met ontploffingsgevaar.
Verwacht wordt namelijk dat de opgeslagen koggerestanten veel publiek zullen trekken en dat valt niet te rijmen met de veiligheidsregels van de biodieselproducent. De gemeente Beveren is nu naarstig op zoek naar een oplossing van het zoveelste probleem rond de kogge. Direct na de vondst ontstond een heuse wedloop om het eigendomsrecht én de locatie waar het schip heen zou moeten voor historisch onderzoek en permanente tentoonstelling. Die touwtrekkerij ontaardde in een klucht, die pas eindigde na ingrijpen van de Vlaamse regering, eind vorig jaar. Toen kreeg Beveren het beheer en het onderzoek van de kogge toegewezen.
Waardevol
In september 2000 bestempelden Europese archeologen de vondst als een van de waardevolste van de afgelopen decennia. Een eerste onderzoek wees uit dat de scheepsromp dateert uit 1326. Het is de grootste, oudste en best bewaarde kogge, die ooit in Europa werd gevonden.
De kogge was een typisch schip dat tussen 800 en 1450 de zeeën bevoer.
Het in het Deurganckdok gevonden exemplaar verging vermoedelijk in 1404. Met een lengte van 20 meter, een breedte van 8 meter, een diepgang van 12 meter en een hoogte van 5 meter was het voor die tijd één van de grotere schepen in z'n soort.
Miljoenenproject
Het restaureren van de kogge vergt miljoenen en neemt minstens een jaar of zeven in beslag. Het is de bedoeling de restanten te exposeren in combinatie met een replica.
http://www.wereldomroep.nl/news/zijlijn/#4959184quote:Politie geeft gestolen kleitabletten terug
De politie heeft drie oude kleitabletten die vermoedelijk in 2003 uit een museum in Bagdad zijn gestolen, overgedragen aan de Iraakse ambassade in Den Haag. De kleitabletten werden na de diefstal in Nederland teruggevonden. Volgens de Iraakse ambassadeur Siamand Banaa zijn drie Irakezen bij de zaak betrokken.
De kleitabletten behoren tot de oudste geschriften in de wereld. Na de Amerikaanse invasie in Irak en de val van dictator Saddam Hussein stalen plunderaars vrijwel alles wat los en vast zat in het Iraaks Nationaal Museum in Bagdad. Een deel van de collectie is nog steeds zoek.
http://www.volkskrant.nl/(...)w_in_Utrecht_ontdektquote:Unieke klok-oven uit 13de eeuw in Utrecht ontdekt
Van onze verslaggever Michiel de Hoog
UTRECHT - Op het Pieterskerkhof in Utrecht zijn gave overblijfselen gevonden van een dertiende-eeuwse oven waarin kerkklokken werden gemaakt. Volgens archeologen en bouwhistorici is de oven een unieke vondst.
Het is volgens bouwhistoricus Bart Klück van de gemeente Utrecht ‘voor 99,9 procent’ zeker dat de oven klokken maakte voor Pieterskerk, die aan het Pieterskerkhof ligt.
‘Het was destijds ondoenlijk om klokken van wel anderhalf meter hoog te vervoeren’, zegt Klück. ‘Dus daarom bouwde men naast de kerk van bestemming tijdelijke ovens.’
Volgens Klück is in Nederland niet eerder een dergelijke oven gevonden. Dat komt omdat de tijdelijke ovens meestal werden afgebroken. Baksteen was in de dertiende en veertiende eeuw een kostbaar goed, en moest worden hergebruikt.
De oven aan het Pieterskerkhof is blijven staan omdat tijdens de laatste klokkenfabricage de stenen te veel zijn aangetast door de hitte. Daardoor zijn de bakstenen verkleurd tot feloranje.
‘Er was 1500 graden nodig om brons te bewerken, en die stenen kunnen eigenlijk maar 1200 graden aan’, zegt Klück.
Daarom liggen de bakstenen in de lengte naar de oven toe, de wand dikker makend, en niet in de breedte, zoals bij huizen. ‘Men hield rekening met aantasting van de stenen.’
De klokken die in de oven zijn gebakken hebben geluid in de twee torens van de Pieterskerk, die net als het schip van de nabijgelegen Domkerk, door de storm van 1 augustus 1674 werden vernield.
In de huidige Pieterskerk hangt nog een kleine klok, die vermoedelijk is gemaakt in de opgegraven oven.
http://www.nrc.nl/anp/kunst/article397737.ecequote:Zeldzame klokkenoven gevonden in Utrecht
UTRECHT (ANP ) - Archeologen van de gemeente Utrecht zijn tijdens opgravingen gestuit op een 13e eeuwse oven waarin kerkklokken werden gemaakt. Woensdag toonden ze het bakstenen geval.
Volgens bouwhistoricus Bart Klück gaat het om 'een zeer bijzondere vondst'. Nooit eerder is in Utrecht zo'n oven voor bronzen kerkklokken gevonden, en ook in de rest van het land is het een zeldzaamheid, volgens Klück.
Op het Pieterskerkhof, in het centrum van Utrecht, is men op dit moment bezig met de vervanging van de stadsverwarming. Omdat daarbij een paar meter diep wordt gegraven, is de afdeling archeologie en bouwhistorie van de gemeente Utrecht daar bij.
Restjes brons
De archeologen hadden wel verwacht vondsten te doen uit de Romeinse tijd, omdat op deze plek de stad Castellum gevestigd was. ,,Tot onze verrassing vonden we niks Romeins, maar juist iets middeleeuws'', vertelt historicus Klück. Hij stuitte op het onderste gedeelte van een bakstenen oven, van ongeveer een vierkante meter groot. Aan de verkleuringen in het steen, leidde hij af dat bij hoge temperaturen metaal gesmolten is. Rond de stenen structuur vond hij bovendien restjes brons.
,,Zo vlak naast een Romaanse kerk kan het niet anders dan dat hier kerkklokken zijn gegoten,'' aldus Klück. Inmiddels hebben ook andere deskundigen bevestigd dat het om een oven gaat. ,,En dat is een grote bijzonderheid, want die vind je zelden. Zeker omdat het gieten van klokken midden in de stad vanaf de vijftiende eeuw verboden was wegens brandgevaar.''
Alleen nog woensdag is de stenen bakoven te zien op de vindplaats. De klokkenoven wordt opgegraven, zodat de werkzaamheden op het Pieterskerkhof verder kunnen. Of de oven tentoongesteld gaat worden, is nog niet bekend.
http://www.scheldenet.nl/?lg=nl&url=/nl/nieuws/actualiteit_pagina&story=1693quote:Historische schepen varen op Westerschelde
Liefhebbers van (historische) zeilschepen kunnen zaterdag 19 augustus en dinsdag 22 augustus in hun agenda aankruisen. Een vloot van een 65-tal grote en kleine schepen vaart dan over de Westerschelde op weg naar Antwerpen.
Het zijn deelnemers aan de Tall Ships Race die dit jaar voor de vijftigste keer wordt gehouden. Antwerpen is de laatste stop.
De schepen worden vanaf 12.00 uur in Antwerpen verwacht. Daar blijven ze tot en met dinsdag 22 augustus liggen, waarna ze na een parade om 12.00 uur weer over de Westerschelde het ruime sop kiezen. Tijdens het bezoek aan Antwerpen liggen ze aan de kades afgemeerd en zijn verschillende schepen geopend voor het publiek.
Enkele publiekstrekkers zijn de Amerigo Vespucci uit Italië, de Alexander von Humboldt uit Duitsland, de Christian Radich uit Noorwegen, de Europa uit Nederland, de Mir uit Rusland, de Sagres uit Portugal en de stad Amsterdam uit Nederland. Daarnaast zijn er tientallen (klassieke) jachten in de race.
De vloot verzamelde zich 6 juni in Saint Malo. De 50-ste Tall Ships Race bestaat uit twee wedstrijden. Eén van Saint Malo, via Torbay naar Lissabon en de tweede van La Coruña naar Antwerpen. Tussen deze twee wedstrijden door varen de schepen van Lissabon, via Cadiz naar La Coruña.
Bron: PZC, 28 juli 2006
http://www.scheldenet.nl/?lg=nl&url=/nl/nieuws/actualiteit_pagina&story=1693quote:De Ruyterjaar krijgt vorm
24-07-2006
De vlootschouw en de Zeeuwse havendagen en Sail De Ruyter moeten volgend jaar de hoogtepunten worden van de viering van de vierhonderdste geboortedag van Michiel de Ruyter. Het consulaat Schelde-Delta van de stichting vierhonderd jaar Michiel de Ruyter heeft in grote lijnen het programma voor het herdenkingsjaar rond.
Inmiddels is ook ruim éénderde van de benodigde subsidie- en sponsorgelden binnen. Ook al wordt er vooral veel achter de schermen gewerkt; voor het consulaat Schelde-Delta is er evenwel voldoende aanleiding om naar buiten te treden, vindt voorzitter A. Bakker.
De officiële opening en meteen het begin van het herdenkingsjaar van Michiel de Ruyter is vrijdag 23 maart 2007 met een bijeenkomst in de Sint Jacobskerk in Vlissingen. Dat is dan exact één dag voor zijn verjaardag, maar precies vierhonderd jaar nadat De Ruyter in dezelfde stad werd geboren. Enkele hoogwaardigheidsbekleders houden dan officiële toespraken en de uitreiking van de De Ruytermedaille staat op het programma. Verder verlenen het Zeeuws Orkest en het Scheldeloodsenkoor medewerking.
Vlootschouw
Het grote publiek zal echter de vlootschouw en de Zeeuwse havendagen aansprekender vinden, van vrijdag 6 juli tot en met maandag 9 juli. De organisatie verwacht honderdduizenden bezoekers die dagen. De organisatie van de vlootschouw is in handen van de Koninklijke Marine. Die begint met een saluut vanaf de hr. ms. De Ruyter. Bakker verwacht een ongeveer dertig marineschepen uit binnen- en buitenland in de Vlissingse havens. De schepen zullen die dagen ook opengesteld zijn voor het publiek. Ook de land- en luchtmacht zullen hun medewerking verlenen.
Daarnaast vormen de Zeeuwse havendagen met daaraan gekoppeld verschillende evenementen een grote publiekstrekker. Tijdens dit weekeinde wordt onder meer een krans gelegd bij het standbeeld van Michiel de Ruyter door de commandant zeestrijdkrachten en wordt een plaquette onthuld door de ambassadeur van Hongarije. Michiel de Ruyter heeft ook een plek in de Hongaarse geschiedschrijving weten te veroveren: de admiraal bevrijdde in de zeventiende een aantal Hongaarse predikanten van slavernij.
Verder zijn er een defilé en een optreden van de Marinierskapel en het Zeeuws Orkest.
Overigens zullen ook de nationale vlootdagen die in juli 2007 in Den Helder worden gehouden, in het teken van De Ruyter staan.
Voorafgaand aan Sail De Ruyter is er 20 augustus een Noordzee zeilrace van Den Helder naar Vlissingen, waar studenten mee mee kunnen varen.
Race
Sail De Ruyter wordt van 23 tot en met 26 augustus 2007 in Vlissingen gehouden. Er is een klassieke-jachtenrace vanuit Hellevoetsluis, en een aanbrengtocht vanuit Rupelmonde met klassieke Vlaamse schepen. Vanuit Noord-Nederland komen ongeveer 250 platbodemschepen via Zierikzee en Veere in vlootverband naar Vlissingen. Op het programma staat verder authentieke beloodsing, een historisch overzicht van de Zeeuwse visserij, optredens van shantykoren en andere maritieme evenementen.
Het exacte programma voor de viering van de veertigste geboortedag van De Ruyter in Zeeland moet nog vorm krijgen, maar zeker is bijvoorbeeld al wel dat ook tijdens het Zeeland Nazomer Festival aandacht aan de Zeeuwse zeeheld zal worden besteed. Dan wordt de voorstelling Kabaal vertoond over De Ruyter. In de Nieuwe Kerk in Amsterdam is de tentoonstelling Helden met De Ruyter als hoofdthema. Ook de Wereldhavendagen 2007 in Rotterdam hebben dat thema. En er wordt gewerkt aan een regelmatig terugkerende De Ruyterlezing in Vlissingen.
Bron: René Schrier PZC, 24 juli 2006
quote:Nederlands SS-monument in Estland
Gepubliceerd op: 31 juli 2006
Door Thijs Papôt van de Wereldomroep
Nabestaanden van Nederlandse SS-ers die tijdens de oorlog aan het Oostfront vochten, onthullen een gedenksteen in Estland. Een controversieel laatste eerbetoon in West-Europese landen, dat zich beter schikt in Estlands blik op de geschiedenis.
Was het de geoliede 'anti-bolsjewistische' propaganda van de Duitsers, waren het nationaal-socialistische sympathieën of was het oprechte angst voor het opstomende 'Russische gevaar'? Enkele duizenden jongemannen - soms jonger dan 18 jaar - meldden zich tijdens de oorlog vrijwillig bij de Waffen-SS om mee te vechten aan het Oostfront. Veel niet-Duitse vrijwilligers belandden halverwege de oorlog in de linies rond Leningrad, ten noorden van Estland. Het Nederlandse 'General Seyffardt'- regiment werd in de zomer van 1944 door de Russen uit de huidige Estse grensplaats Narva verdreven en gedecimeerd. Het vredig wuivende helmgras in het drassige land rondom het destijds compleet verwoeste Narva vormt de onvermoede laatste rustplaats voor enkele honderden Nederlandse SS-ers.
Gedenksteen
Niet ver hiervandaan wordt Nederlandse nabestaanden - ruim 62 jaar later - de gelegenheid geboden een gedenksteen te onthullen ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Oostfrontsoldaten en verpleegsters die, volgens de inscriptie op de gedenksteen, 'trouw hun plicht vervulden'. "Dat moet u zien in samenhang met de eed die ze afgelegd hebben. Namelijk om te vechten mét Duitsland tégen het grote gevaar wat toen uit Rusland kwam", zegt initiatiefnemer Gerrit Bothof (76) met nadruk. Voor Bothof, die zelf een neef verloor aan het Oostfront, biedt het monument nabestaanden de mogelijkheid te rouwen. 'Het is voor hen nog altijd onmogelijk om in Nederland tot een goeie rouwverwerking te komen. De Nederlandse samenleving is helaas erg hard geweest tegenover familieleden van Waffen SS-militairen.'
Een dergelijke gedenkplaats is in Nederland nooit denkbaar geweest. Maar in Estland wordt anders aangekeken tegen mensen die hier in de Tweede Wereldoorlog als SS-ers zijn gesneuveld. Zij vochten hier immers tegen de latere bezetters. Voor de Esten was de oorlog vooral een strijd tegen het Rode Leger, zegt Cees Kleijn, die historisch onderzoek doet naar de strijd tussen Russen en Duitsers in dit deel van Estland. "Toen de Esten de kans kregen om de wapens op te nemen de tegen Russen, waren Nederlanders, en alle andere SS-vrijwilligers welkom. Zij worden hier nog altijd gezien als bondgenoten in de strijd voor een onafhankelijk Estland."
Russische minderheid
Volgens Gerrit Bothof kostte het zodoende geen moeite om toestemming te krijgen voor de plaatsing van het monument. "Er staan hier immers ook al monumenten voor Vlamingen, Noren, Denen, Belgen." Nu dus ook een Nederlandse, alsmede een Waalse gedenksteen, die zaterdag gelijktijdig werden onthuld tijdens de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst voor SS-soldaten in Estland. De Esten lijken de stenen net zo welkom te heten als de vrijwilligersregimenten indertijd. Mogelijk heeft Estland zijn eigen agenda voor deze gastvrijheid. De gedenkplaats bevindt zich feitelijk in Russisch gebied. Estland heeft nog steeds een ongewenste Russische minderheid van meer dan 25 procent, waarvan het overgrote deel woonachtig in deze grensstreek.
"De gedenkstenen zijn eigenlijk een provocatie voor de Russen", zegt Cees Kleijn. De aanwezigheid van enkele tientallen nationalistische jongeren met Estse vlaggen en getatoeëerde Runentekens tijdens de herdenking, toont het probleem: "Het zou goed kunnen dat deze plaats op termijn vooral een ontmoetingsplaats zal worden voor Estse ultranationalisten. Je kunt je afvragen wat hier dan voor redevoeringen zullen worden gehouden. Dan zou deze plaats nog wel eens een heel ander karakter kunnen krijgen dan het vooral op de oorlog gerichte herdenkingskarakter dat het nu heeft."
Overgenomen van: Wereldomroep
Bronquote:Viool van Beethoven op cd
Een viool uit de erfenis van de componist Ludwig van Beethoven is voor het eerst op cd te horen. De Duitse violist Daniel Sepec speelt op het historische instrument vioolsonates en Figaro-variaties van Beethoven (1770-1827).
Dat maakte de Duitse Beethoven-stichting woensdag bekend.
Bij de viool van Beethoven gaat het waarschijnlijk om een fabricaat uit Salzburg van omstreeks 1700. Het instrument met het initiaal B werd in 1848 ingrijpend gerestaureerd.
Een Amerikaanse vrouw verkocht de viool elf jaar geleden voor een symbolisch bedrag aan het Beethoven-museum in Bonn. Ze had het instrument gekregen van haar tante, die in de jaren dertig van de vorige eeuw uit Oostenrijk was geëmigreerd.
Bronquote:Waterschap herstelt eeuwenoude sluizen
Waterschap Rivierenland heeft de eeuwenoude sluizen bij stoomgemaal De Tuut in het Gelderse Appeltern gerestaureerd. De sluizen hebben geen functie meer, maar vormen samen met het al eerder opgeknapte stoomgemaal een bijzonder voorbeeld van bemaling van polders in het verleden.
De restauratie heeft ruim 550.000 euro gekost. Het waterschap kreeg onder meer Europees geld en een subsidie van het ministerie van LNV.
Stoomgemaal De Tuut is in 1918 gebouwd. Samen met het sluizencomplex, dat al eeuwen dienst deed, heeft het gemaal tot 1969 voor afwatering van de polder op de Maas bij Appeltern gezorgd. Daarna nam een elektrisch gemaal het werk over. De Tuut en de historische uitwateringssluizen raakten in verval.
Beat en Borgh
Stoomgemaal De Tuut is in de jaren negentig door de particuliere stichting Beat en Borgh opgeknapt en opnieuw onder stoom gebracht. Het waterschap, eigenaar van de sluizen, wilde niet achterblijven en liet in een half jaar tijd de schutwerken, de persleiding naar het gemaal en de frontmuren restaureren.
Dijkgraaf Gerrit Kok stelt de sluizen op 18 augustus weer in werking. In het aansluitende weekeinde is De Tuut onder stoom en toegankelijk voor bezoekers, aldus het schap.
Bronquote:Oorlogskunst in Hollandsche Schouwburg
Kunst die door de Tweede Wereldoorlog op drift is geraakt, zogenoemde 'oorlogskunst', is rond de jaarwisseling te zien in de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. De tentoonstelling wordt georganiseerd door het Joods Historisch Museum.
Een medewerkster bevestigde de plannen hiertoe na een bericht erover in de NRC. Het gaat om kunst die zich in de rijkscollectie bevindt, en waarvan de rechthebbenden zich nog niet hebben gemeld. Ook reeds geclaimde en zelfs teruggegeven kunst gaan deel uitmaken van de expositie, waarover nadere gegevens nog ontbreken.
In de Hollandsche Schouwburg wachtten destijds joden op deportatie naar doorgangskamp Westerbork.
http://www.nd.nl/Document.aspx?document=nd_artikel&id=76130quote:Drie eeuwen kranten lezen, gratis
door onze redacteur Peter Sneep
De Koninklijke Bibliotheek in Den Haag krijgt 12,5 miljoen euro overheidssubsidie. Daarmee worden alle landelijke kranten die verschenen zijn tussen 1618 en 1995 via een website toegankelijk gemaakt. De gebruiker betaalt niets.
DEN HAAG - ,,We hebben zeven kilometer krantenpapier dat gedigitaliseerd moet worden'', zegt Hans Jansen van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag. Jansen, directeur onderzoek en ontwikkeling van de bibliotheek, moet er samen met zijn medewerkers de komende vijf jaar voor zorgen dat iedereen thuis via zijn computer in de enorme papierberg kan zoeken.
Hij heeft uitgerekend dat er vele miljoenen krantenpagina's klaarliggen om gescand te worden. ,,Het is de bedoeling dat alle landelijke dagbladen die ooit in Nederland zijn verschenen, digitaal beschikbaar komen. Verder is er een grote groep regionale bladen die in aanmerking komt en veel koloniale dagbladen, zoals de Sumatrabode en de Javabode. Die laatste categorie vinden we nu misschien opmerkelijk, maar in de koloniale tijd werden in de overzeese gebiedsdelen erg veel kranten in het Nederlands uitgegeven. Onze bibliotheek krijgt erg veel aanvragen van mensen die deze bladen willen inzien. Het is daarom de moeite waard dat ook deze kranten worden gedigitaliseerd.'' Ook de oudste krant van Nederland, de Haarlemsche Courant uit 1618 komt in de digitale krantenbak beschikbaar.
Die hele papierberg scannen, is ondoenlijk, zegt Jansen. ,,Ik schat dat we ongeveer acht miljoen pagina's opnemen. Dat is 14 procent van het totaal. Als de pagina's in de computer zitten, worden ze met behulp van software leesbaar gemaakt. Daarvan wordt een index gemaakt, waarna de gebruikers met behulp van zoekwoorden in de teksten kunnen zoeken. Het woord dat je zoekt, licht dan op in de tekst.''
De Koninklijke Bibliotheek heeft voor het project begin dit jaar subsidie gekregen van het Innovatieplatform. De regering heeft het platform drie jaar geleden opgericht om de 'vernieuwingskracht' van Nederland te versterken. Op die manier moet Nederland in 2010 weer een van de koplopers zijn in de Europese kenniseconomie. Nederland moet een land worden waar ruimte is voor 'uitblinken, ambitie en ondernemerschap van mensen en organisaties', vindt de regering. Minister-president Balkenende is voorzitter van het platform.
Het Innovatieplatform had dit jaar honderd miljoen euro te verdelen. De Koninklijke Bibliotheek wist daarvan 12,5 miljoen binnen te halen voor het krantenproject. Een heel bedrag, maar niet genoeg om de hele papierberg te scannen, zegt Jansen. Maar als over vijf jaar het geld op is, is er toch ,,een prachtige bron'' beschikbaar gekomen voor allerlei wetenschappers. ,,Iedereen die ik sprak, raakte enthousiast, ook in disciplines waar ik nog nooit aan gedacht had, zoals psycholinguïsten en taalwetenschappers.''
De Koninklijke Bibliotheek scant kranten tot en met de edities van 1995. Vanaf dat jaar zijn bijna alle kranten zelf begonnen met het digitaal beschikbaar maken van hun producten. ,,Dat geldt ook voor bijvoorbeeld het Nederlands Dagblad. Die krant scannen wij in vanaf 1967. Tenminste, als de beheerstichting van de krant ermee akkoord gaat. Volgens de huidige wetten, behoudt een journalist het auteursrecht op zijn artikelen tot zeventig jaar na zijn dood. Ik schat dat we in totaal te maken hebben met twee miljoen auteurs. Als kranten en hun eigenaren aan het auteursrecht vasthouden, kunnen we wel stoppen. Maar ik verwacht dat ze medewerking verlenen, te meer omdat wij elke krant hun gedigitaliseerde versie aanbieden. Ze kunnen die dan zelf ook gebruiken, en ermee doen wat ze willen. Ze kunnen er bijvoorbeeld een commercieel product van maken via hun website. Al hoop ik natuurlijk dat iedereen naar onze site komt om de kranten te lezen.''
Dagblad De Telegraaf doet niet mee aan het project, omdat die krant zelf al zijn edities digitaal gemaakt heeft. ,,We willen graag compleet zijn en gaan daarom onderhandelen met De Telegraaf om hun gegevens ook op onze site te hebben.'
Voordat de Koninklijke Bibliotheek met het krantenproject begint, moeten eerst de handelingen van de Tweede Kamer nog verwerkt worden. ,,Bij zo'n project en dat van de kranten is het heel belangrijk om alle jaargangen compleet te krijgen. Mensen denken dat ze iets compleet hebben, maar dat is bijna nooit zo. Bij de Kamerstukken gebruiken we vijftien sets overal vandaan om één complete set te maken.''
Over ongeveer twee jaar moeten de eerste resultaten van het krantenproject op het net staan. Rond 2011 is het project voltooid. Wie de kranten via de site van de Koninklijke bibliotheek wil inzien, hoeft niets te betalen. ,,Betalen past in dit geval niet in onze filosofie. We hebben een groot bedrag aan subsidie gekregen van de overheid. De overheid komt aan geld via belastingen. Wie de site gebruikt, heeft dus al betaald.''
http://www.destentor.nl/buitenlandstn/article551546.ecequote:Pink Karel V onder het mes om doodsoorzaak vast te stellen
door onze correspondent HENK VAN DEN BOOM
5 AUGUSTUS 2006 - BARCELONA - Forensisch onderzoek van de pink van Keizer Karel V door Spaanse wetenschappers heeft uitgewezen dat hij niet alleen gebukt ging onder een ernstige vorm van jicht, maar waarschijnlijk is gestorven aan malaria.
Uit historische geschriften was al langer bekend dat de vorst, die onder meer ook over De Nederlanden regeerde, aan hevige gewrichtspijnen leed. Zodanig zelfs dat hij al op jonge leeftijd zijn eigen brieven niet meer kon schrijven. Hij werd ook regelmatig geveld door zware koortsaanvallen. Een wetenschappelijk bewijs voor zijn kwalen was er tot op heden niet.
De Spaanse wetenschapper, die hun bevindingen hebben beschreven in het gerenommeerde medische blad The New England Journal of Medicine, noemen hun ontdekking ‘spectaculair, zowel in historisch als medisch opzicht’. De ureumkristallen die ze hebben aangetroffen in de gemummificeerde vinger van de in 1558 overleden keizer duiden onomstotelijk op een zeer ernstige vorm van jicht. De conclusie inzake de malaria staat nog niet helemaal vast, maar de onderzoekers zijn er nu al van overtuigd dat ze resten van de malariaparasiet in het vingerkootje zullen aantreffen.
De man die het onderzoek opzette is de 85-jarige Spaanse medicus en malariaspecialist Julian de Zulueta. Als 17-jarige jongen zag Zulueta, toen hij met zijn ouders in Parijs was, in een krant een foto van een Spaanse soldaat, gearmd met het gemummificeerde lijk van Karel V. ‘Die foto is altijd op mijn netvlies gebleven’, zegt Zulueta. Toen hij later als arts las over de koortsaanvallen van Karel V, vatte hij het idee op om het lijk van de keizer te onderzoeken op malaria. Maar hij kreeg geen toestemming van koning Juan Carlos. Totdat hij twee jaar geleden bij toeval hoorde dat de pink van de keizer na de burgeroorlog niet was herbegraven in de grafkelders van Escorial, zoals de rest van het lichaam. De grafschenners hadden de pink als curiosum verkocht aan een verzamelaar. Na veel omzwervingen is het lichaamsdeel toch weer in Escorial terecht gekomen. Daar werd de pink in een aparte urn bewaard.
Opnieuw diende Zulueta een verzoek in bij de Spaanse koning en dit maal kreeg hij wel toestemming. Samen met een collega reisde hij af naar Escorial. ‘Wij hebben de pink geen moment aangeraakt, maar zagen dat hij in een uitstekende conditie verkeerde.’ In een begrafenisauto werd het keizerlijke kleinood naar een kliniek in Barcelona vervoerd. Hoewel het onderzoek nog niet volledig is afgerond, is de pink inmiddels weer teruggekeerd in Escorial.
Voor de wetenschappers blijft er nog maar één vraag over: is de onderzochte pink wel echt de pink van de keizer? De enige manier om daar achter te komen is de sarcofaag van Karel V te openen, zegt Zulueta. ‘Maar daarvoor hebben we de toestemming nodig van de koning.’
quote:843 tt-EEN 843 ma 21 aug 20:36:49
ERFGOED Vlaanderen (3)
OORLOGSERFGOED IN INVENTARIS 1914-2014
Met het oog op de verjaardag van het
uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
krijgt het Vlaams Instituut voor het
Onroerend Erfgoed de opdracht om alle
Vlaamse oorlogsrestanten in kaart te
brengen, in de "Inventaris 1914-2014".
Wanneer de inventaris klaar is, zal
nagegaan worden hoe alle restanten het
best beschermd kunnen worden (bescher-
ming als monument, landschap, archeo-
logische zone, stads- of dorpsgezicht).
In een internationale context kan alle
oorlogserfgoed uit België, Nederland en
Frankrijk gebundeld worden en in aan-
merking komen voor werelderfgoed.
't Vliegend Hert, een vergane VOC-schip staat er bv. inquote:842 tt-EEN 842 ma 21 aug 20:58:06
ERFGOED Vlaanderen (2)
SCHEEPS- EN ANDERE WRAKKEN ONLINE GEZET
De overheid heeft nu ook een maritiem
archeologische databank samengesteld.
Op www.maritieme-archeologie.be staan
scheeps-, vliegtuig- en andere wrakken
geregistreerd met foto's en biblio-
grafische referenties.
Van die wrakken zijn er een aantal
geselecteerd die op basis van de wet
van marinebiodiversiteit zouden worden
beschermd. Het gaat in eerste instantie
om scheepswrakken uit de 18-20e eeuw.
Op termijn zouden ook vindplaatsen van
fossiele resten, verdronken neder-
zettingen en vliegtuigwrakken aan de
lijst worden toegevoegd.
http://www.vrtnieuws.net/(...)ryStuart/index.shtmlquote:Zeldzaam portret ontdekt in Londens museum
do 17/08/06 - Een portret van Mary Queen of Scots (1542-1587) is 200 jaar ouder dan eerst aangenomen. Dat blijkt uit analyses van het schilderij. Het portret hangt in de National Portrait Gallery in Londen.
Het museum nam aan dat het dateerde van de 18e eeuw. Uit onderzoek blijkt nu dat het gemaakt is tussen 1560 en 1592.
Dat betekent dat het geschilderd werd tijdens het leven van Mary Stuart of net na haar dood. Het is een van de enige portretten van de koningin uit die periode. De meeste portretten van haar dateren uit de 17e eeuw of later.
Oorspronkelijk was er een ovaal rond het portret geschilderd, maar die werd later weggewerkt, vandaar dat het werk moeilijk te dateren was.
De katholieke Mary Stuart regeerde over Schotland van 1542 tot 1567. Ze was de nicht van de protestantse Elisabeth I van Engeland. Katholieken zagen haar als de rechtmatige erfgename van de Engelse troon.
Elisabeth I beschouwde haar als een concurrente en liet haar opsluiten. Later werd ze geëxecuteerd.
http://www.slotloevestein.nl/index.htmquote:Slot Loevestein besteedt in september en oktober aandacht aan de Eerste Wereldoorlog.
Deze oorlog is in Nederland veel minder bekend dat de Tweede, maar heeft in heel Europa veel invloed gehad. In Loevestein zijn ruim honderd originele persfoto's uit 1914-1918 te zien, waaronder een aantal zeer bijzondere driedimensionale beelden.
Volgens een woordvoerder van Slot Loevestein is de kennis van de gemiddelde Nederlander over de Eerste Wereldoorlog ronduit slecht. Auteur Hans Andriessen, tevens voorzitter van de stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog, probeert daar op 10 september iets aan te doen met een lezing over onder andere de grote veldslagen bij Ieper, de Somme, Verdun en de Tanneberg.
In België zijn tal van restanten van van die slagvelden te bezoeken.
De expositie duurt van 1 september tot en met 23 oktober.
Langloopgraverig eerder lijkt me; maar er zijn hele mooie stukken geschreven over o.m het leven in die loopgraven. Zoals Lenteriten van Modris Ekstein!quote:Op zondag 27 augustus 2006 01:00 schreef MeneerTim het volgende:
Tsja, klinkt erg saai? Ik denk dat je op andere plaatsen beter kennis kan op doen over de Eerste Wereldoorlog. Mocht je dat willen dan, de oorlog schijnt erg langdradig te zijn geweest.
quote:Army writer came close to exposing secrets of D-Day
By Michael Evans
A CELEBRATED military writer and strategist was investigated by MI5 during the Second World War because he appeared to have acquired one of the biggest secrets — details of the Normandy landings, four months before they took place.
Captain Basil Liddell Hart, Britain’s leading strategist on tank warfare, who was later knighted, shook the Government and military establishment when they discovered that he even knew the names of the beaches on which thousands of Allied troops were due to land on June 6, 1944.
He delivered his bombshell in the form of a report that he showed to Duncan Sandys, then a junior minister in Winston Churchill’s Government, in March 1944. Other copies were sent to Lord Beaverbrook, then Lord Privy Seal, Sir Stafford Cripps, then Minister of Aircraft Production, and three American generals.
Sandys, who was Churchill’s son-in-law, was not one of the few people in the Government who knew about Operation Overlord but as parliamentary secretary in the Ministry of Supply he had some knowledge of what was brewing and tipped off General Hastings Ismay, deputy secretary to the War Cabinet, about the report.
The repercussions of what appeared to be a serious security breach that could have had fatal consequences had the Germans learnt of the contents of the report are revealed in the files released by the National Archives.
Churchill had to be told. So was General Dwight Eisenhower, Supreme Commander of the Allied Expeditionary Force. MI5 was brought in to try to find out who might have revealed the secrets of Operation Overlord to Liddell Hart.
The investigation came as a surprise to Christopher Andrew, the Cambridge University professor who is the official historian of MI5.
He said: “The most important Allied secret was where the D-Day landings were going to take place. Liddell Hart produced a paper that identified the beaches. I had not the slightest inkling this file existed.”
The military writer was interviewed by General Ismay and a Brigadier Jacob, but Liddell Hart denied he had been given any secrets. He insisted he had worked it all out for himself.
China mag dan economisch wel uitgroeien tot een wereldmacht, van al te veel vrijheid is nog altijd geen sprake.quote:HIGH SCHOOL students in Shanghai are learning from a new standard world history text that drops wars, dynasties and communist revolutions in favour of colourful tutorials on economics, technology, social customs and globalisation.
Socialism has been reduced to a single, short chapter in the senior high school history course. Chinese communism before the economic reform that began in 1979 is covered in one sentence. The text mentions Mao Zedong only once - in a chapter on etiquette.
Almost overnight the country's most prosperous schools have shelved the Marxist template that had dominated standard history texts since the 1950s.
Supporters say the overhaul enlivens mandatory history courses for junior and senior high school students and better prepares them for life in the real world. Critics say the textbooks trade one political agenda for another. They do not so much rewrite history as diminish it.
JPMorgan, Bill Gates, the New York Stock Exchange, the space shuttle and Japan's bullet train are all highlighted. Mao's Long March, colonial oppression of China and the Rape of Nanjing are taught only in a compressed history curriculum in junior high.
"Our traditional version of history was focused on ideology and national identity," said Zhu Xueqin, a historian at Shanghai University. "The new history is less ideological, and that suits the political goals of today."
The changes are initially limited to Shanghai, and the textbooks have provoked a lively debate among historians before their full-scale introduction there in the coming school term.
"The junior high textbook castrates history, while the senior high school textbook eliminates it entirely," one Shanghai history teacher wrote in an online discussion. The teacher asked to remain anonymous because he was critcising the education authorities.
Others speculated that the Shanghai textbooks reflected the political viewpoints of China's top leaders, including the former president and Communist Party chief, Jiang Zemin, and his successor, President Hu Jintao.
Some critics say that the new textbooks de-emphasise dynastic change, peasant struggle, ethnic rivalry and war because the leadership does not want people thinking that such things matter a great deal.
http://www.nd.nl/document.aspx?document=nd_artikel&vorigDocument=&id=78310quote:'Willem van Oranje was beter militair dan gedacht'
door onze redacteur Aaldert van Soest
AMSTERDAM - Willem van Oranje geniet veel waardering vanwege zijn politieke optreden en religieuze tolerantie. Maar op militair gebied is hij vaak weggezet als een onbenul. Dat is niet terecht, zegt dr. Erik Swart, die deze week promoveerde op een onderzoek naar de opbouw van het Staatse leger. ,,Oranje was een goed militair.'' In mei 1585 landden Hollandse troepen op een dijk boven Antwerpen. Het was een poging om de stad te ontzetten van Spaanse belegering. De Spaanse veldheer Parma sprak vol lof over het optreden van de Staatse troepen. De aanval was minutieus voorbereid en de soldaten vochten zonder angst en op een intelligente manier, oordeelde hij. Dat staat in schril contrast met de mening van veel moderne historici die stellen dat er geen noemenswaardig Staats leger bestond, of dat het in ieder geval een ongeorganiseerde bende was.
Raar eigenlijk, dat de hedendaagse opinie zo sterk verschilt van de visie van een tijdgenoot. De Amsterdamse historicus Erik Swart weidde er een promotieonderzoek aan, waarin hij de organisatie van het landleger van de Nederlandse rebellen tegen Filips II van Spanje onderzocht in de periode van 1568-1590. Zijn onderzoek, getiteld Krijgsvolk, ligt sinds deze week ook in de boekhandel.
Swart stelt dat Willem van Oranje een veel betere militair was dan vaak is verondersteld. Probleem is dat militaire reputatie sinds de negentiende eeuw wordt afgemeten aan beslissende overwinningen in veldslagen. Veel mensen associëren het militaire optreden van Oranje echter met grote nederlagen bij Jemmingen en op de Mookerheide aan het begin van de Nederlandse Opstand. Maar daarmee is volgens Swart niet alles gezegd. ,,Tussen 1572 en 1576 heeft Oranje Holland en Zeeland succesvol verdedigd. Daardoor herstelde zijn militaire reputatie.''
Tijdgenoten keken daarom ook op tegen de militaire reputatie van Oranje. Hij had dezelfde opleiding genoten in zaken van oorlog als alle andere edelen in de zestiende eeuw. Hij nam deel aan toernooien en leerde de theorie uit de klassieken, zegt Swart. Verder ondervond Oranje de harde praktijk van de oorlog in de veldtochten tegen Frankrijk in de jaren 1550. Een portret door Antonie Mor uit 1555 toont een trotse krijgsman met in zijn rechterhand de pas verworven veldheersstaf, symbool van zijn militaire status. Pierre de Brantôme, die Oranje in 1569 persoonlijk had ontmoet, nam hem zelfs op in zijn boek met levensbeschrijvingen van 'grote officieren'.
Discipline
De verguizing van Willem van Oranje als militair is volgens Swart voor een deel te wijten aan de grote aandacht voor de militaire hervormingen onder zijn zoon Maurits. Het belang dat daaraan wordt gehecht, is echter overdreven, zegt de Amsterdamse historicus. ,,Maurits bouwt voort op de hervormingen die al eerder zijn gestart, zoals de militaire rechtspraak en een beter gebruik van vuurwapens. Onder Maurits veranderde er helemaal niet zoveel meer.''
Eén van de belangrijkste verdiensten van Oranje was de invoering van meer discipline onder de soldaten. Dat was cruciaal om de steun van de steden te behouden. Wanneer de Staatse troepen zich nog meer zouden misdragen dan de Spaanse, kon een stadsbestuur maar zo besluiten weer van de Prins over te stappen naar koning Filips. Oranje drong daarom bij officieren aan op respect voor de Staten van Holland en bijvoorbeeld ook voor de rooms-katholieke bevolking. Swart: ,,Een geuzenkapitein als Lumey van der Marck, die bekend staat om de moord op zestien Gorcumse monniken, stuurde hij daarom meteen de laan uit.''
Voor het doorvoeren van meer discipline was voor Oranje vooral het aantrekken van de juiste edelen en kapiteins van belang. Zij waren namelijk verantwoordelijk voor het werven en aansturen van soldaten. Ze kregen daarvoor een aanstelling en geld van de Staten. ,,Vaak ging het gewoon zo dat ze de boer op gingen door op trommels te slaan en om te roepen dat er soldaten werden gezocht'', zegt Swart. ,,Oranje gooide de slechte kapiteins eruit en trok andere aan. Eén van zijn ideale bevelhebbers was Diederik Sonoy, die zijn mannen zelfs strafte als ze bijvoorbeeld eieren hadden gestolen.''
Professioneel
Ten tijde van Oranje werden maatregelen genomen om de inkwartiering van soldaten aanvaardbaar te maken, zoals de invoering van een financiële bijdrage voor mensen bij wie soldaten waren ingekwartierd. De maatregelen waren nodig vanwege het grootschalige wangedrag van de soldaten. Ook de militaire rechtspraak werd aangepast, zodat de soldaten daar zelf geen invloed meer op hadden. Swart: ,,De opstandige Nederlanden liepen voorop in de meeste van deze ontwikkelingen. De burgers van de koningsgetrouwe en heroverde Nederlanden en die van Duitsland en Frankrijk klaagden in de zestiende eeuw eveneens over zaken als de inkwartiering en het wangedrag van de soldaten, maar concreet resultaat had dit pas veel later.''
Het Staatse leger werd niet alleen steeds gedisciplineerder, het werd ook professioneler. Een van de centrale militaire praktische problemen in de zestiende eeuw was het gebruik van nieuwe handvuurwapens. Tientallen jaren experimenteerden soldaten ermee en zochten officieren naar de tactiek die het effect ervan zo groot mogelijk maakte. Het bleek het beste te kunnen door middel van 'salvovuur', waarbij op commando een aantal soldaten tegelijk vuurde. Onder invloed van Willem van Oranje namen de Staatse soldaten hierin de nieuwste inzichten en ervaringen van de hugenoten over, zegt Swart.
Genie
Al met al was het succes van de Nederlandse Opstand niet alleen te danken aan het falende beleid van Filips II, maar ook aan het goed georganiseerde verzet van de rebellen. En die goede organisatie is niet alleen toe te schrijven aan prins Maurits, maar niet minder aan zijn vader. Maurits profiteerde van het feit dat de situatie in de opstandige gewesten na 1588 stabiliseerde. De Staten van Holland kregen de betaling van de soldaten steeds meer op orde, zodat deze minder reden hadden tot muiterij. Maar de eer die Maurits altijd is toegeschreven in het hervormen van het leger is volgens Swart overdreven. Voor zover er hervormingen plaatsvonden, bouwden deze voort op ontwikkelingen die eerder in gang waren gezet.
Het is dan ook helemaal niet verwonderlijk dat Willem van Oranje onder zijn eigen tijdgenoten een goede militaire reputatie had, zegt Swart. ,,Een militair genie was hij dan misschien niet, maar hij was wel competent en had grote kennis en veel ervaring op het gebied van krijgszaken.'' Typerend is de tekst bij een rond 1590 in Wenen uitgegeven soldatenprent:
Der Printz von Oranien hat
Die Spanisch Kunigliche gnad,
Etlich mal geschlagen im Feldt
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |