abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  woensdag 31 augustus 2005 @ 23:08:54 #201
43311 jozef444
complete and total insanity
pi_30149412
volgende is voor jouw nappie
[16:08] <portier> Manvanmariadienooitsexheeftgehad :W
pi_30149497
Ok, hier een nieuwe,

Ik was de jongste in een zeer rijk gezin. Taal was mijn passie, al zou je op het eerste gezicht zeggen dat het wiskunde was. Ik dacht dat ik alle problemen op mijn vakgebied had opgelost; later kwam ik daar nogal op terug.
pi_30171685
Sommige mensen zijn ervan overtuigd dat er twee exemplaren van mij rondlopen, die ze vervolgens weer van elkaar onderscheiden door de één I te noemen en de andere II. Om de verwarring compleet te maken; ik vocht ook in één leger van twee landen, was niet zo'n succes trouwens
pi_30171721
(nu gaat Pyl 'em raden denk ik )
pi_30172936
Nou vooruit: Ludwig Wittgenstein.
Eenen pyl vlieght snelder dan een clootken even swaer
pi_30177099
quote:
Op donderdag 1 september 2005 17:56 schreef pyl het volgende:
Nou vooruit: Ludwig Wittgenstein.
correct! zoals verwacht...
quote:
Ludwig Josef Johann Wittgenstein (Wenen, 26 april 1889 – Cambridge?, 29 april 1951) was een Oostenrijks/Brits filosoof.

Hij werd geboren in Wenen en was het jongste kind van een extreem rijk Oostenrijkse industrieel. Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog meldde hij zich als vrijwilliger voor het Duits-Oostenrijkse leger. Hij had een boekje in zijn rugzak van Tolstoj over de evangeliën. Hij maakte aan het front aantekeningen waaruit later de Tractatus logico-philosophicus zou groeien. Tevens hield hij een dagboek bij dat belangrijk zou worden bij de interpretatie van de Tractatus.
Wittgenstein heeft in zijn filosofie een belangrijke ommezwaai gemaakt. Zo zeer zelfs dat men spreekt van Wittgenstein I en Wittgenstein II
Wittgenstein I
Het hoofdwerk van Wittgenstein I is de Tractatus logico-philosophicus. Dit werk verscheen in 1921/1922. Het bestaat uit een serie genummerde artikelen. Het handelt over de taal ten opzichte van het domein van de kennis, ethiek, esthetiek en religie. Volgens Wittgenstein I kan met taal alleen zinvol worden omgegaan als daarmee "standen van zaken" worden beschreven (hierin volgt hij zijn voorbeeld Augustinus, wiens werk hij later sterk zal bekritiseren). Over het overige zegt hij: Wovon man nicht sprechen kann, darüber muss man schweigen. Vandaar dat het boekje in de Wiener Kreis zeer populair was en dat Bertrand Russell zich voor de uitgave ervan ingespannen heeft. Deze heeft er ook een voorwoord bij geschreven. Alleen schijnt Wittgenstein daarover te hebben gezegd dat Russell het (ook al) niet begrepen had. Dat zou er mee te maken kunnen hebben dat er volgens Wittgenstein weliswaar over ethiek en dergelijke niet gesproken kan worden, maar dat deze transcendentale zaken wel heel belangrijk zijn. De uiteindelijke levensvervulling vindt juist hierdoor plaats. Hij heeft een soort van categorische imperatief: "leef gelukkig" dat wil zeggen dat je de wereld ervaart zoals hij is. Overigens beschouwde Wittgenstein I de Tractatus ook als niet zinvolle taal. Maar het was de ladder die nodig was om dat inzicht te bereiken. Daarna kon hij worden weggegooid.
Wittgenstein dacht dat hij met de Tractatus alle problemen van de filosofie had opgelost. Daarom stopte hij met filosofie. Onder invloed van Tolstoj schonk hij zijn fortuin weg en werd onderwijzer en later tuinman in een kloostertuin. Van 1926 tot 1928 werkte hij aan een huis voor een van zijn zusters.
Wittgenstein II
In 1929 keerde hij terug tot de filosofie. Hij werd hoogleraar in Cambridge. In 1952 verscheen postuum het tweede hoofdwerk "Philosophische Untersuchungen". Hier blijkt hij een hele andere visie op taal te hebben ontwikkeld. Taal is niet meer alleen een middel om de werkelijkheid mee te beschrijven, maar hij spreekt nu van verschillende "taalspelen". Binnen de taal zijn er verschillende spelen met hun eigen regels over wat juist is en wat niet. Het taalspel van de wetenschap is iets heel anders dan dagelijks taalgebruik. Het ene taalspel kan niet herleid worden tot het andere taalspel.
In 1947 gaf Wittgenstein zijn leerstoel op en hij overleed in 1951
Wittgenstein's filosofie in Nederland
In Nederland werd het denken van Wittgenstein geïntroduceerd door de schrijver W.F. Hermans, die het pamflet Wittgenstein in de mode schreef, en de Tractatus vertaalde — niet geheel tot genoegen van vakfilosofen.
  donderdag 1 september 2005 @ 21:42:28 #207
95998 -DailaLama-
Het is Dalai, niet Daila!
pi_30180686
Ik ben een vrouw met joods bloed. Dat ik een vrouw ben, is me nog behoorlijk gaan tegenwerken in m'n leven. Zo wilde m'n vader me in eerste instantie niet laten studeren. Vrouwen hoorden dat niet te doen, vond hij.

Na mijn studie heb ik nog belangrijk werk verricht, maar bij dat revolutionaire werk denk je denk ik eerder aan twee mannen dan aan mij .... Misschien ook omdat ik vrouw ben?
  donderdag 1 september 2005 @ 22:21:30 #209
95998 -DailaLama-
Het is Dalai, niet Daila!
pi_30182010
Nee, heb wel een poosje in Frankrijk gewerkt, maar ben toch echt een Britse. Ik heb fysische chemie gestudeerd in Cambridge. Mijn belangrijkste ontdekking heb ik gedaan in Londen. Nou ja, ontdekking, ik had het mysterie bijna ontrafeld. Maar dat mannelijke duo is er bekender mee geworden dan ik, terwijl ik hen een heel eind op weg had geholpen!

Op zich had ik wel een Nobelprijs verdiend, maar goed, ik was al op 37-jarige leeftijd overleden. Aan kanker.
  donderdag 1 september 2005 @ 22:35:22 #210
95998 -DailaLama-
Het is Dalai, niet Daila!
pi_30182591


pi_30183378
ok Rosalind Franklin & DNA?
pi_30184206
Ik heb het idee dat het plaatje nogal groot is...

edit: beter...

[ Bericht 20% gewijzigd door Alecks op 01-09-2005 23:25:23 ]
Time's fun when you're having flies - Kermit the Frog
  vrijdag 2 september 2005 @ 09:22:00 #213
95998 -DailaLama-
Het is Dalai, niet Daila!
pi_30193176
quote:
Rosalind Elsie Franklin (25 juli 1920 – 16 april 1958) was een Brits chemicus die voornamelijk bekend geworden is vanwege haar bijdragen aan de ontdekking van de structuur van DNA.

Rosalind Franklin werd geboren in Londen, Groot-Brittannië, dochter van Muriel Waley Franklin en bankier Ellis Franklin. Zij ging na de lagere school op twaalfjarige leeftijd naar St. Paul's Girls School, één van de weinige meisjesscholen waar les gegeven werd in natuurkunde en scheikunde. Op haar vijftiende besloot ze dat ze wetenschapper wilde worden. Haar vader was echter tegen hoger onderwijs voor vrouwen en wilde dat ze sociaal werkster zou worden. Hij weigerde daarom de kosten van haar universitaire opleiding te betalen, alhoewel zij het toelatingsexamen voor de universiteit van Cambridge met succes al had afgelegd. Hij ging pas overstag toen een tante toezegde haar studie te zullen betalen en zijn vrouw zijn dochter bleek te steunen.

In 1938 werd Franklin toegelaten tot het Newnham College van de universiteit van Cambridge, waar ze in 1941 afstudeerde in de natuurwetenschappen met als specialisatie fysische chemie. Na nog een jaar aan de universiteit gewerkt te hebben, werd ze in 1942 in het kader van de Tweede Wereldoorlog onderzoeker bij de British Coal Utilisation Research Association. Ze onderzocht daar de aard van steenkool met het doel deze zo efficiënt mogelijk (gezien de schaarste in de oorlogsperiode) toe te passen. Dit werk vormde de basis voor haar doctoraat in fysische chemie dat ze in 1945 toegekend kreeg van de universiteit van Cambridge.

Na haar Cambridge periode volgenden drie jaren van studie in Parijs aan het "Laboratoire Central des Services Chimiques de l'Etat". Hier leerde ze de röntgendiffractietechnieken die zouden bijdragen aan de ontdekking van de structuur van DNA. In 1948 keerde ze naar Groot-Brittannië terug om als onderzoeker op het gebied van moleculaire röntgendiffractie te gaan werken aan King's College te Londen onder leiding van Sir John Randall.

Onduidelijkheden in de verantwoordelijkheden voor het DNA onderzoek zorgden voor wrijving tussen Franklin en Maurice Wilkens, een onderzoeker die al langer voor Randall werkte. Wilkens toonde op een gegeven moment Franklins röntgendiffractie foto's van DNA aan James Watson, de concurrent uit Cambridge, die hierdoor het idee kreeg dat de structuur van DNA eruit moest zien als een dubbele helix. Dit resulteerde in een artikel in het blad Nature. In hetzelfde nummer van Nature verscheen ook het werk van Franklin ter ondersteuning van zijn conclusies.

Of Franklin zelf de structuur van DNA zou hebben gevonden en in hoeverre haar naam genoemd dient te worden bij de ontdekking van de structuur van DNA blijft tot op heden reden tot discussie. Feit blijft wel dat zonder haar kwalitatief hoge röntgendiffractie foto's van DNA het langer geduurd zou hebben alvorens de structuur daarvan gevonden zou zijn.

Na de DNA publicaties vertrok ze naar het Birkbeck College waar ze haar eigen onderzoeksgroep kreeg en zich concentreerde op virussen - ze mocht alleen bij het King's College vertrekken als ze zich niet meer met DNA zou bezighouden -, met name het tabaksmozaïekvirus en het poliovirus.

Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten in 1956 werd ze ziek en werd ovariumkanker vastgesteld. Twee jaar later overleed ze op 37-jarige leeftijd.

Correct.
pi_30193710

ok nieuwe:
Ik ben geboren in een stad met een kasteel op een rots. Van beroep was ik dominee, maar mijn interesses lagen eigenlijk elders, hoewel ik mijn vak altijd ben blijven uitoefenen. Heden ten dage geniet ik vooral (enige) bekendheid als schrijver en ontginner. Het kanaal dat van mijn grote project naar de stad loopt waar ik gestorven ben, draagt nog altijd gedeeltelijk mijn naam...

wie ben ik?
  Voormalig Sport Koningin zaterdag 3 september 2005 @ 16:16:20 #215
35237 Nuongirl
pi_30232073
quote:
Op vrijdag 2 september 2005 09:47 schreef LodewijkNapoleon het volgende:

ok nieuwe:
Ik ben geboren in een stad met een kasteel op een rots. Van beroep was ik dominee, maar mijn interesses lagen eigenlijk elders, hoewel ik mijn vak altijd ben blijven uitoefenen. Heden ten dage geniet ik vooral (enige) bekendheid als schrijver en ontginner. Het kanaal dat van mijn grote project naar de stad loopt waar ik gestorven ben, draagt nog altijd gedeeltelijk mijn naam...

wie ben ik?
Ik zou t niet weten
Heb je misschien nog een hint ?
Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
pi_30232252
Ik was de eerste die de hunebeddenbouwers beschreef, en wel zo;
quote:
"Barbarische en wreede Reusen, Huynen, Giganten, menschen van grauwelijcke Statuer, groote krachten en beestelijcke wreetheijdt, die God noch menschen gevreest hebben, maer geacht worden geboren te zijn tot verderf des menschelijcken geslachts".
  Voormalig Sport Koningin zaterdag 3 september 2005 @ 16:26:48 #217
35237 Nuongirl
pi_30232303
En dan weet ik hem nu dus wel
Dominee Johan Picard toch ?
Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
pi_30232816
Ja!
Dat is 'm!
Ds.Johan Picardt (1600-1670)

Denkend aan Picardt!
quote:
Denkend aan Picardt zie ik een korte gedrongen man met een ernstige oogopslag.
Keurig in het wambuis, een smalle knevel, lange grijze lokken achter een breed voorhoofd. Een wat plechtstatige figuur, zich bewust van eigen belangrijkheid.
Een wat merkwaardige man, een eenzame persoonlijkheid, openlijk geëerd en heimelijk benijd.
IJdel, eigenwijs, koppig en hebzuchtig, maar ook rechtlijnig, ijverig en bovenal……. wilskrachtig.
Denkend aan Picardt zie ik een jonge, veelbelovende dominee in het zeventiende-eeuwse Hollandse dorpje Egmond aan Zee. Een geleerd man, die medicijnen studeerde; getrouwd met een aanzienlijk juffer: Roeka Brederode van Egmond. Een man, die alles mee had, maar weinig bereikte. Een mislukkeling?
Zondag aan zondag preekte hij in een bijna lege kerk.
Als gereformeerd predikant in een nog overwegend rooms-katholiek denkende gemeenschap bereikte hij met zijn evangelische boodschap bijzonder weinig Egmonders. Die lege kerk moet hem toch wel pijn gedaan hebben.
Maar…..heeft Picardt zich wel ingezet om de afzijdig blijvende dorpelingen van de waarde van de nieuwe leer te overtuigen? Was hij wel een man, die het volk aan sprak?
Een zieleherder, die zich onder de mensen begaf en hen als zijns gelijke behandelde?
Zijn idee “van de autoriteit, de waardigheid en de uitnemendheid van het heilige predikambt boven alle hoogheden, digniteiten en officieën van deze wereld” doen vermoeden, dat hij zich ver boven het volk verheven achtte. Geen dienaar, maar een heerser wilde hij zijn, welgesteld en geëerd!
Hij vluchtte weg in zijn liefhebberij: de verbetering van landbouwgronden door vermenging van grondsoorten zonder gebruik te maken van mest. In de nabijgelegen Beemster kocht hij 15 ha grond en hier zou hij de Hollandse boeren wel eens laten zien hoe zij hun landerijen vruchtbaar konden maken. Maar de van water doordrenkte poldergrond was weerbarstig, de bemaling bleef gebrekkig en de met koemest werkende boeren geleidden de pogingen van de geleerde dominee met minachting en spot. Van zijn ideaal, deze mensen iets te leren, kwam niets terecht.
In één opzicht was hij succesvol. In 1628 promoveerde hij in Leiden tot doctor medicus, bevoegd tot uitoefening van de geneeskunde. Hij maakte hiervan ruimschoots gebruik en liet er zich ook ruimschoots voor betalen. Op huize “Tijdverdrijf”, waar hij zich gevestigd had, leidde hij een vrij luxueus leven, dat hij zich van zijn predikantstraktement beslist niet kon veroorloven. De autoriteiten zagen zijn goed betaalde nevenaktiviteiten met lede ogen aan. Zij wezen hem terecht en verboden hem tenslotte zijn medische praktijk uit te oefenen.
Roeka Brederode van Egmond schonk hem zeven kinderen en het gezicht van die uitgebreide nakomelingschap zal hem met zeventiende-eeuwse trots vervuld hebben. Hij mocht ze, tenminste in Egmond, ook allemaal behouden en dat was, in die tijd, met recht een godsgeschenk. Twintig jaar hield Picardt het vol in het Hollandse dorp. Toen vertrok hij!
Naar Drenthe, “waarnaar zijn hart hem krachtig was trekkende”! Zonder de zekerheid van een nieuw ambt, slechts in de hoop, dat hij hier geholpen zou worden.
Geholpen aan een nieuwe predikantsplaats, aan een nieuwe vergunning tot het uitoefenen van de geneeskunde, aan een mogelijkheid opnieuw en met meer resultaat landbouwgronden te verbeteren. Bij zijn afscheidspreek in Egmond was de kerk stampvol – een schrale troost voor de scheidende leraar.
Denkend aan Picardt zie ik een man van middelbare leeftijd, staande voor een lage, langgerekte hoeve in Rhee, even ten noorden van Assen. Die boerderij is niet zijn eigendom; dank zij de bemiddeling van de hoogste gezagsdrager in Drenthe, de Drost Rutger van den Boetzelaer heeft Picardt de voormalige kloosterhoeve mogen huren. Hij kijkt uit over het vlakke woeste land vóór hem, over zijn akker, waar de vruchten kiemen. Dit is zijn wereld, zijn land, hier zal hij de Drentse boeren, meer nog, de Drentse gezagsdragers, overtuigen van zijn gelijk – zijn enige juiste methode om dit land te herscheppen in bloeiende akkers en welige weilanden.
De hooggeleerde predikant Johan Picardt is een boerendominee geworden, Dank zij alweer de hulp van de drost, wordt hij predikant te Rolde. Ondanks het feit, dat de kerkeraad al een ander met algemene stemmen beroepen heeft. Het machtswoord van Van den Boetzelaer bewerkstelligt alsnog de afwijzing van Martinus Stephanus en de beroeping van Johan Picardt, die zonder gewetensbezwaren zijn nieuwe ambt aanvaardt.
De Rolder boeren echter aanvaarden hem niet zo snel. De geleerde dominee is hen té geleerd, hij blijft de vreemdeling uit Rhee; ze mogen hem niet en zijn preken nog minder. Ze zijn er als de kippen bij om de kerkvisitatoren te vertellen, dat dominee zo weinig werk maakt van zijn catechismuspreken, hoewel ze zelf bepaald geen bewonderaars van dit Calvinistische leerstuk zijn. Picardt heeft ook in Rolde geen succes. Zijn grondexperimenten trekken weinig of geen belangstelling. Niet bij de boeren en ook niet bij de gezagsdragers. Maar……hij geeft niet op!
Picardt wordt schrijver. Onder de zware balken van de eeuwenoude boerderij schrijft hij een geschrift, dat hij opdraagt aan drost en gedeputeerde van Drenthe.
Vol van zijn denkbeelden om van “wildt en woest ontvruchtbaar landt goed groen- en weydtland” te maken, “zonder miss”! Het stuk wordt terzijde gelegd, de heren gaan er niet op in!
Er komt verdriet in zijn leven. Twee kinderen sterven. Heino Joachim in 1642, nog geen twee jaar oud en Marie, veertien jaar oud. Picardt schrijft! “Tractaat over de waardigheid des Predikambts”, heet zijn pennevrucht. Vier predikanten zullen het beoordelen – van een verslag of rapport erover is niets bekend.
Picardt lijkt een, mislukkeling te worden, die door machtige vrienden de hand boven ’t hoofd gehouden wordt.
Machtige vrienden! Zij bepalen Picardt verdere levensloop. In 1647 krijgt hij van de graaf van Bentheim, die de familie Picardt goed kende, een echte opdracht.
Het in cultuur brengen van een gebied van 1000 ha. woeste grond in de omgeving van Neuenhaus. Een uitdaging, een kans uit duizend om zijn ideeën eindelijk gestalte te geven. Hoe zal hij echter vanuit Rhee leiding kunnen geven aan een dergelijk reuzenproject?
De andere machtige vriend brengt uitkomst. Rutger van de Boetzelaer zorgt voor een nieuw beroep. Naar Coevorden, als eerste predikant en dit beroep moet voor Picardt gekomen zijn als een geschenkt uit de hemel.
Als hij echter, overeenkomstig het gebruik, de beweegredenen, die hem ertoe brachten het beroep aan te nemen, op moet geven aan de Classis, rept hij met geen woord over zijn Bentheimse opdracht. Wel van de gelukkige omstandigheid, dat hij nu zijn kinderen in Steinfurt kan laten studeren en ook dat er in Rolde altijd “krakeel is wegens het tractement”. De hervormde gemeente van Rolde geeft hem een loffelijk getuigschrift – hij krijgt het heilige kruis na!’
Denkend aan Picardt zie ik een hooggeëerd burger in de kracht van leven, wandelend door Coevordens straten. Eerbiedig gegroet en minzaam teruggroetend. De hooggeleerde doctor in de medicijnen, de eerwaarde predikant, de vermaarde schrijver, de ingenieuze landontginner, de alwetende historicus. Een geslaagd man! Op 16 april 1648 werd hij, samen met de tweede predikant Van Staveren, in de zojuist gereedgekomen hervormde kerk van Coevorden bevestigd. Een glorieuze toekomst lag voor hem. In Coevorden waren geen eigengereide Hollanders en ook geen achterdochtige Drenten. In Coevorden woonden gans andere lieden! Zichzelf respekterende notabelen, van respekt vervulde ambtenaren, naar respekt hunkerende garnizoenofficieren! Verder nijvere middenstanders, hardwerkende boeren en simpele soldaten. Mensen, die hoog opkeken tegen de geleerde doctor-predikant, belast met een zeer belangrijke opdracht van de bevriende graaf van Bentheim.
Die opdracht uit te voeren en tot een goed einde te brengen, werd Picardts vurigste wens. Hij toog aan het werk in een niet te stuiten ijver. Persoonlijk ontwierp hij de tekeningen van het nieuwe landbouwgebied – de sloten en de kavels, de boerderijen en de wegen. Persoonlijk hield hij toezicht op de goede voortgang der werkzaamheden en het aantrekken van de kolonisten, bijna allen uit Nederland. Een lustoord moest het worden: zijn Picardije, zoals de erkentelijke graaf de nieuwe kolonie te zijner ere liet noemen.
Het is eigenlijk onvoorstelbaar, maar tezelfder tijd schreef Picardt zijn meesterwerk – zijn boek over de geschiedenis van Noord-Nederland, Drenthe en Coevorden.
Voor vele historische vraagstukken vond hij een oplossing. Veel te gemakkelijk in onze ogen, maar….hij was wel de eerste, die oplossingen zocht. Hij schreef zijn gedachten neer in zijn eigen taal, soms platvloers, soms spitsvondig, altijd direkt.
Picardt verrichte zelf, op bescheiden wijze weliswaar, archeologisch onderzoek en zijn conclusie doen ons soms de haren te berge rijzen. Maar, al weer, hij was de eerste, die zich hieraan waagde. Niet voor niets draagt een Leids dispuut zijn naam.
Johan Picardt Theologus, Ecclesiae Covordiensis Pastor Primus et Doctor Medicus – de man die door tegenslag achtervolgd werd, werd eindelijk een zeer verdienstelijk burger. Maar toch! Als predikant had hij ongetwijfeld te weinig tijd om zich aan zijn gemeente te wijden. Te weinig tijd voor pastorale zorg, voor hulp en bijstand. Verder gedroeg hij zich zeer onverdraagzaam ten opzichte van zijn collega Van Staverden, met wie hij vaak hooglopende meningsverschillen had.
Als landontginner onderging hij een enorme teleurstelling toen in 1667 de graaf van Bentheim onder druk van de ons welbekende bisschop Bernard van Galen rooms katholiek werd en Picardts zoon, Alexander, inmiddels belast met de ontginning van Picardije, ontsloeg.
Denkend aan Picardt zie ik een oude man langs Coevordens vestingwerken dwalen. Een man, die veel presteerde en die in veel tekort schoot. Een man, aan wie niets menselijks vreemd was. Een geslaagd man, bij wie veel mislukte, Vaak afhankelijk van anderen en toch een doorzetter. Gevoelig voor eerbetoon en toch een zegen voor velen.
Denkend aan Picardt, zie ik een mens, aan wie veel werd gegeven en die veel wist weg te schenken. Een groot Coevordenaar!!!
  Voormalig Sport Koningin zaterdag 3 september 2005 @ 17:12:52 #219
35237 Nuongirl
pi_30233536
Ik ben geboren in 1577 in Brouwershaven, en ben bekend als dichter en jurist.

Van 1621 tot 1623 was ik pensionaris van Middelburg. Vervolgens pensionaris van Dordrecht van 1623 tot 1636. Op 3 juli 1636 werd ik benoemd tot Raad-pensionaris van Holland, waarbij negen jaar later het ambt van grootzegelbewaarder kwam.

Men zegt van mij dat ik de volksdichter van Nederland ben, al is helaas niet al mijn werk bewaard gebleven. Ik schreef veelal didactische gedichten, waaronder Kinderen zijn hinderen.

Het huis waar ik overleden ben, kennen jullie allemaal

Wie ben ik?
Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
pi_30233571
Jacob 'vader' Cats?
  Voormalig Sport Koningin zaterdag 3 september 2005 @ 17:23:07 #221
35237 Nuongirl
pi_30233785


Cats werd geboren in Brouwershaven als vierde kind van het gezin. Zijn familie was een weinig bekende regeringsfamilie uit Zeeland. Jacob Cats zat eerst op de Latijnse school in Zierikzee en bezocht daarna de hoogeschool te Leiden, hoewel zijn naam in het studenten-album ontbreekt. Hij promoveerde in Orleans en deed zijn eed als advocaat in Den Haag.

Hij vestigde zich na zijn eed in 1603 in Middelburg, waar hij een werkzame praktijk had, vooral in geschillen over de kaapvaart, en werd evenals Simon van Beaumont, z.a., in december 1603 tot stads-advocaat aangesteld. Op 29 mei 1605 trouwde hij in de Nieuwe kerk te Amsterdam met de 26-jarige Antwerpse Elisabeth van Valckenburg. De moeder van Elisabeth woonde in Antwerpen en zij was verwand aan de schatrijke familie Vogelaer.

Met het Bestand hield de kaapvaart op, en de stedelijke processen verminderden, zodat hij bij het einde van 1612 al zijn tijd en geld beschikbaar had om geïnundeerde landen in Zeeuws-Vlaanderen te bedijken. Ondanks veel tegenspoed en rechtsgedingen was hij na een aantal jaar groot grondbezitter geworden.

Van 30 oktober 1621 tot 31 maart 1623 was hij pensionaris van Middelburg. Vervolgens werd hij pensionaris van Dordrecht van 1623 tot 1636. Op 3 juli 1636 werd hij benoemd Raad-pensionaris van Holland, waarbij negen jaar later het ambt van grootzegelbewaarder kwam.

Aan het einde der Groote Vergadering op 27 september 1651, legde hij zijn ambten neer. Zijn Munnikenhof bij Grijpskerke, de Catshoeve bij Groede en bovenal Zorgvliet getuigden allen van zijn zin voor economie en buitenleven. Cats is de volksdichter van ons land, al heeft niet al zijn werk de tands des tijds doorstaan. Hij overleed op Zorgvliet (Den Haag), in het huis dat nu als ambtswoning van de minister-president in gebruik is, het Catshuis. Hij werd begraven in de Kloosterkerk in Den Haag. In deze kerk staat op de plaats waar zijn graf lag een gedenkteken.

Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
pi_30233963

En deze dan?
Ik was niet zolang koning van mijn land, maar ik slaagde erin voor zolang als het duurde, de zee waar mijn land aan ligt te veranderen in een binnenzee. In de plaats waar ik een voordelige vrede sloot, wordt nog elk jaar een groot muziekfestival gehouden (al heeft dat niets met mij van doen natuurlijk )
  Voormalig Sport Koningin dinsdag 6 september 2005 @ 20:05:25 #223
35237 Nuongirl
pi_30330807
quote:
Op zaterdag 3 september 2005 17:30 schreef LodewijkNapoleon het volgende:

En deze dan?
Ik was niet zolang koning van mijn land, maar ik slaagde erin voor zolang als het duurde, de zee waar mijn land aan ligt te veranderen in een binnenzee. In de plaats waar ik een voordelige vrede sloot, wordt nog elk jaar een groot muziekfestival gehouden (al heeft dat niets met mij van doen natuurlijk )
Nog een tipje graag
Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
pi_30331089
Mijn aristocratie bestond uit 'hoeden' en 'petten', ik was vaak van huis en wat le roi soleil voor Frankrijk was, was ik voor mijn land, ik wordt wel dikwijls met hem vergeleken.
  Voormalig Sport Koningin dinsdag 6 september 2005 @ 20:25:03 #225
35237 Nuongirl
pi_30331514
Vrede van Roskilde bedoel je ?
Ik denk dat het koning Karel X Gustaaf van Zweden is
Geluk is niet afhankelijk van dingen buiten ons,
maar van de manier waarop wij die zien. (Tolstoj)
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')