En vandaag een stuk in de Telegraaf:
quote:
Grootouders wanhopig op zoek naar ontvoerde Isra (4)
’We gaan nu ZÉLF naar Libië!’
Gruwelijke moord op moeder schokte Nederland
door JAN COLIJN
GOOR/PEIZE, woensdag
Vrijwel wekelijks pendelen ze op en neer tussen hun woonplaats Peize en Den Haag. Dat alles met maar één doel: Ger en Clary van der Burg hopen ooit nog eens hun kleindochtertje Isra in de armen te kunnen sluiten, de kleuter die vorig jaar door haar vader Hasèn werd ontvoerd naar diens vaderland Libië. Vandaag wordt Isra vier jaar oud, maar opa en oma Van der Burg hebben nog steeds geen enkel levensteken van het kleine meisje vernomen.
De hoop van Ger en Clary is nog altijd gevestigd op de stille diplomatie. Vandaar het wekelijkse overleg met ‘Den Haag’. ,,We willen nu echter zelf naar Libië, liefst deze maand nog”, zegt oma Van der Burg.
Er ging een golf van afschuw door ons land toen duidelijk werd op welke gruwelijke wijze Marisse van der Burg, kapster in het Twentse dorpje Goor, door haar ex-vriend Hasèn A. van het leven was beroofd. De vrouw was van top tot teen gewikkeld in plakband. Als een mummie. In een ultieme poging probeerde ze Hasèn nog op andere gedachten te brengen: ‘I love you’, zei ze voordat hij haar ogen en mond afplakte met de tape. Het waren haar laatste woorden. Marisse stierf een langzame verstikkingsdood.
Hasèns twee handlangers die hielpen met de kidnap, onder wie zijn nieuwe vriendin die zich tijdens de reis naar Libië uitgaf als de moeder van Isra, zijn intussen in Nederland veroordeeld tot jarenlange celstraffen. De kwade genius ontsprong echter de juridische dans en zit in zijn vaderland.
Omdat Libië de internationale verdragen omtrent kinderontvoeringen niet heeft ondertekend, heeft het weinig zin de autoriteiten daar te vragen om uitlevering van Hasèn. Het is nu de zogenoemde stille diplomatie die haar werk moet doen. Een langslepende, veelal frustrerende procedure, waarbij de betrokkenen veelal in het duister tasten over wat er zich daadwerkelijk achter de schermen afspeelt. Om de autoriteiten in het moslimland niet te veel tegen de haren in te strijken, gebeurt alles immers in het diepste geheim.
Voor Ger (56) en Clary (55) van der Burg is het dan ook vooral gissen in welk stadium zich de onderhandelingen bevinden: ,,Maar we hebben wel degelijk de indruk dat er wat gebeurt. Vorige week nog hebben we een gesprek gehad met de directeur-generaal van Buitenlandse Zaken en we pendelen veelvuldig op en neer naar Den Haag. De mensen zitten dus heus niet stil.”
Hasèn zou al die tijd al vast worden gehouden. ,,Dat is wat wij via-via hebben gehoord. Maar er is niemand die het wil bevestigen. De grote vraag is dan ook waar Isra verblijft. Nee, niet bij de familie van Hasèn. Die mensen hebben we ooit ontmoet. Kort na Isra’s geboorte waren ze speciaal voor haar naar Nederland overgekomen. Dat waren hele fatsoenlijke mensen. Heel anders dan die Hasèn.”
Beide grootouders willen innu op korte termijn zelf naar Libië. Niet om er zelf te gaan lopen zoeken, want dat heeft volgens Clary van der Burg niet zo veel zin: ,,Het is een land, waarover we ons hebben laten vertellen dat je het kunt vergelijken met het Oost- Duitsland van voor de val van De Muur. Iedereen doet maar wat. Toch willen we er naar toe. Om de situatie nu eens met eigen ogen te bekijken.”
Volgende kolom
•Ger en Clary van der Burg zijn op zoek naar hun kleindochter Isra (inzet).
FOTO: JOS SCHUURMANS
Hoop doet leven. De grootouders verzamelen alle informatie die ooit over Isra en hun dochter Marisse is verschenen. ,,Krantenknipsels, foto’s, alles. We hopen haar dat ooit te kunnen laten zien. Zodat ze weet dat we alles in het werk hebben gesteld om haar te vinden. Want, mocht ze in Libië blijven, dan moet zo’n hoogblond meisje zich in zo’n land op een dag toch af gaan vragen wat eigenlijk haar achtergrond is. Wellicht gaat ze dan zelf op onderzoek uit.”
De Groningse oma gelooft niet dat het voor Isra – nu ze al een jaar weg is uit ons land – steeds lastiger wordt om de cultuurkloof tussen Libië en Nederland te overbruggen: ,,Ik denk dat ze zich moeiteloos aan zal weten te passen.”
Intussen proberen Ger en Clary het leven van alledag weer op te pikken. Zo goed en zo kwaad als dat mogelijk is. Deze maand is het een jaar geleden dat hun dochter in koelen bloede werd vermoord. En dús komen er weer allerlei nare herinneringen boven. ,,We hebben ontzettend veel steunbetuigingen gehad. Kaarten, gedichten. We hebben nog overwogen die dag een soort herdenkingsdienst te houden. Uiteindelijk hebben we daarvan afgezien. Je gaat dan toch al die ervaringen herbeleven. En ik wilde die afschuwelijke dag niet nog eens meemaken.”
,,In plaats daarvan hebben we samen met vrienden gevaren op de Friese meren. Met het bootje dat we een week voordat Marisse werd vermoord, hadden aangeschaft. Je moet als ouders immers toch verder. Al varend vergeet je dingen. Het water werkt helend.”