quote:
Op maandag 9 mei 2005 17:24 schreef ChRoNiC het volgende:OKe ik heb een aantal vragen. Ik hoop dat jullie mij willen helpen.
Het gaat om oefenvragen in de examenbundel.
En dan wel op pagina 47
Vragen over Produceren en Welvaart dus.
En dan vraag 5
Hoe kan je daar in hemelsnaam uitrekenen hoeveel producenten er op die markt aanbieden? Je hebt daar toch helemaal geen gegevens voor? Het antwoord geeft ook geen duidelijkheid. Dus als iemand er even naar kan kijken ben ik die zeer dankbaar!!!
Logischerwijs snap ik vraag 6 ook niet.
Hoe komen ze aan die evenwichtsprijs?
Mijn dank is zeer groot!!! Als iemand het snapt.
Mocht je nog geinteresseerd zijn in het antwoord, dan wil ik wel een poging wagen.
Bij vraag 2/4 heb je bepaald dat deze aanbieder een Marginale opbrengst heeft van 80 en dat hij streeft naar maximale winst. (dus MO=MK) Dit gebeurt op het punt MO=MK=80
Het aanbod is op dat moment 40.
Nu wordt gesteld dat alle producenten op deze markt dezelfde doelstelling hebben en dezelfde kostenfunctie. De MK is dus het zelfde als de vorige producent EN aangezien dit een markt is van volkomen concurrentie, is de producent een hoeveelheidsaanpasser en heeft GEEN invloed op de prijs en MO. De prijs is hier dus de marginale opbrengst. (voor elk product dat hij extra op de markt brengt is de marginale opbrengst gelijk aan de prijs). Je kunt dus concluderen dat alle aanbieders exact dezelfde grafiek hebben als de producent uit figuur 1. Aangezine ook zij voor maximale winst gaan, zal ook bij hun het aanbod liggen bij MO=MK=80. De hoeveelheid is hier 40.
Er wordt in totaal 20040 aangeboden, dus de hoeveelheid aanbieders is 20040/40
(elke aanbieder biedt 40 aan en er wordt 20040 aangeboden, dus is het aantal aanbieders, de totaal aangeboden hoeveelheid gedeeld door de hoeveelheid per aanbieder). Het aantal aanbieders is dus 501 (20040:40)
Vraag 6 dan maar
Op dit moment is de evenwichts prijs 80. Aangezien alle aanbieders het nu interresant vinden om aan te bieden (hun MK is immers gelijk aan die van elkaar en ligt in eerste instantie lager dan MO) zullen er meer aanbieders komen,omdat iedereen vrij kan toetreden op deze markt is dit mogelijk. Men zal blijven toetreden tot de winst nul is. Hoe meer aanbieders er komen, hoe lager de prijs wordt. Pas bij een uitganssituatie van MO=MK wordt het niet meer interresant om toe te treden tot deze markt. Deze situatie ontstaat als MO= MK het punt GTK snijdt. Dit is immers het 'break evenpoint'. Hier wordt tegen de laagste gemiddelde kosten per product geproduceerd. Als de prijs hier nog verder zakt, zal MK boven MO gaan liggen en is het niet meer interresant om toe te treden tot de markt, aangezien er geen winst te behalen is. Nu is het slechts een kwestie van aflezen van MK=GTK -> dit is bij een prijs van 50 euro per product zo.
Ik hoop dat het nu wat duidelijker is.