En toen kwam Verhulst…..In de biologie worden populatiemodellen met de komst van de computer ook steeds meer ontwikkeld en ingewikkelder.
Een van de eerste op dit gebied was Verhulst (rond 1850), ja een Belg met gevoel voor populatie.
In eenvoudige populatiemodellen wordt uitgegaan van een constante groeiverhouding. (Dit was nog heel lang het geval bij het modelleren van de bevolking van een land, ook ons kikkerlandje).
Verhulst zei dat de populatiegroei afhankelijk is van de huidige grootte ten opzichte van de maximale grootte (die een bepaald gebied aan kan).
Je krijgt dan de volgende formule:
p
n+1 = r p
n(1- p
n)
p
n= P
n/N en N is de maximale populatiegrootte. 1- p
n is de fractie van het gebied dat nog niet is bevolkt door de populatie.
Nadeel is dat voor de meeste waardes van r de vergelijking geen expliciete oplossing kent. En een evenwichtspopulatie is niet uit te rekenen.
Wat je kunt doen is voor verschillende waardes van r de eindtoestand uitrekenen.
En wat blijkt. Die eindtoestand is niet uniek. Er kunnen verschillende eindtoestanden bestaan.
En dan hangt het ook nog af van de begintoestand.
![]()
In deze twee tabelletjes staan r p
n(1- p
n waarbij r is 1; 1+ wortel(5) ; 4. De beginstap is 0,40 of 0,39 (2e tabel)
Bij kleine r, zeg maar, relatief kleine groei, bljikt de eindsituatie uniek te zijn. Op een gegeven moment splitst de oplossing zich en ontstan er twee stationaire toestanden.
Bij r = 1 + wortel(5), (niet zomaar gekozen), gaat de begintoestand altijd naar een eindtoestand 0,5 of 0,809017.
De oplossing springt heen en weer. En dat blijkt ook onafhankelijk van de begintoestand te zijn.
Tenslotte, als r groot wordt ontstaan er uiteindelijk oneindig veel oplossingen. Of ze aftelbaar zijn weet ik niet (bv. zijn ze als een reeks te schrijven?)
Als je voor de hele serie r (van 0 tot 4) de eindsituatie bepaalt (zeg 1000 stappen) dan ontstaat er het volgende plaatje.
![]()
Op het einde, als r tegen de 4 aan loopt zie je inderdaad dat vrijwel alle oplossingen mogelijk zijn.
Maar je ziet ook een witte balk. Ongeveer bij r = 3,7. En het blijkt dat daar het hele plaatje opnieuw begint. En dan ipv verdubbeling: 1, 2, 4, 8 , gebeurt het drie keer: 3, 6, 12, 24, 48
Om te zien wat er binnen zo'n plaatje gebeurt heb ik de volgende plaatjes uit deze
bron, voor het gemak hierheen gelinkt.
![]()
Dit is hetzelfde plaatje als het voorafgaande. Maar om te kunnen vergelijken (qua schaal en richting is het alsnog bijgevoegd)
![]()
Dit is een vergroting van het periode-verdubbelingsgebied. Je kunt de opeenvolgende bifuracties goed zien. Horizontaal staat telkens de r-schaal.
![]()
Bovenstaand plaatje is een inzooming in de linkerbovenhoek. De kleine gebieden zien eruit als de grote gebieden.
![]()
Hier is een deel van het chaotische gebied te zien. Met een vrijwel leeg gebied.
![]()
Inzoomen op dat lege gebied levert het hierboven staande resultaat. En nu ontstaat er een splitsing in drie takken.
![]()
Als er met een factor 1000 ingezoomed wordt op de middelste van de drie.
Het kon wel hetzelfde zijn als de beginsituatie.
Hoe meer de dingen veranderen hoe meer ze hetzelfde blijven.
(En dan komt Gaia om de hoek kijken).
[ Bericht 0% gewijzigd door Yosomite op 27-02-2005 21:43:37 ]