Tennis

Laat ik maar beginnen met de basis dingen van tennis. Je speelt tennis op een veld dat is ingedeeld in twee helften. Om die helften van elkaar te scheiden hebben ze een net over de middellijn geplaatst. Het veld is meestal gemaakt van gemalen baksteen maar ook wel eens van plastic gras. Je kunt tennis met zoveel mensen spelen als je wil. Maar als je over de honderd spelers komt word het vrij vol op het veld. Daarom is het aantal spelers in de officiële regels ook gelimiteerd op twee of vier. Bij vier spelers speel je op een groter veld dan bij twee spelers. Als je tennis met z’n tweeën speelt volgens de normale regels speel je één tegen één. Bij vier spelers speel je volgens die regels twee tegen twee maar in overleg kun je hier natuurlijk ook drie tegen één van maken.

Tennis speel je doorgaans met een harig geel balletje. Soms hebben ze ook andere kleuren zoals groen of roze. In principe heb je om te kunnen tennissen aan één balletje genoeg. Toch worden bij een gemiddeld partijtje amateur tennis al snel zes ballen gebruikt. Niet tegelijk natuurlijk. Maar als één bal buiten het speelveld geslagen word zijn de meeste tennissers te lui om meteen die bal te gaan halen. Ze spelen dan liever verder met een andere bal en wachten met oprapen tot dat er meerdere ballen buiten het veld liggen, dan hoeven ze namelijk niet zo veel te lopen.

Het doel van tennis is om de bal naar de tegenstander te slaan. Als het kan op zo’n manier dat hij hem niet meer terug kan slaan. Om te verkomen dat mensen de bal vijf dorpen verder slaan hebben ze de regel gemaakt dat de bal wel bij de andere speler in het veld moet komen. De makkelijkste manier om te winnen is dus om met de bal de tegenstander knock out te slaan. Dit is alleen vrij lastig. Daarom is er ook ingesteld dat je vijftien punten krijgt als de tegenstander een fout maakt. Behalve als je al dertig punten hebt, dan krijg je maar tien punten. Als je veertig punten hebt en de tegenstander maakt dan nog een fout dan krijg je een game. Om het nog ingewikkelder te maken moet je ook nog een voorsprong van twee fouten hebben. Dus als het veertig – veertig is en de tegenstander maakt een fout dan heb je voordeel. Dan kun je de game winnen als hij nog een fout maakt. Is het je uiteindelijk gelukt om zes games te winnen dan heb je een set (games). Maar dan heb je nog steeds niet gewonnen. Je moet dan nog twee of drie sets hebben. Dat ligt aan je geslacht. Of elk ander aantal als je dat van te voren afgesproken hebt.

Om de bal naar de tegenstander te rammen mag je gebruik maken van een tennisracket. Ik vermoed dat dit vroeger gewoon een houten plank was. Op den duur heeft men uitgevonden dat als je een ronde pakt en daar touwtjes inspant dat de bal dan harder bij tegenstander aankomt. Uiteindelijk hebben ze de ronde wat vervormt en er een handvat aangemaakt. Het touw is een soort plastic geworden omdat daardoor de bal nog wat harder aankomt.

Het gene dat tennis nog het meeste onderscheid van andere sporten is dat tennissers stoppen met spelen zodra ze ook maar een beetje regen voelen. Dat is omdat de gemalen bakstenen dan glad worden. Hierdoor is de kans groter dat ze vallen en hun mooie witte pakjes dan vies worden. Waarom ze de tennisbanen dan niet gewoon overdekken is mij ook een raadsel.

Ja klopt, maar nou is het forum niet meer down... (toch?)