Het grote baggerboek is een geestig, vlot geschreven boek waarin prachtig wordt aangetoond dat je met taalgebruik en woordkeuze alleen twee heel verschillende werelden kunt oproepen. Het eerste verhaal, dat van de baggeraar zelf, is hier en daar iets te fantasievol, maar het tweede plot, dat zich ontwikkelt tijdens het schrijven van het baggerboek, is ijzersterk. Andere boeken zouden zichzelf misschien bedelven onder een overdaad aan stijl en creativiteit, maar niet dit boek. Het bijzondere aan Het grote baggerboek is dat je een zeer goed geschreven boek leest, dat stevig in elkaar zit en dat bovendien de luchtigheid behoudt. Om met clichés uit maandverbandreclames te spreken: je voelt niet eens dat het literatuur is. Het grote baggerboek doet zijn titel gelukkig geen eer aan.
eindelijk een goed boek