Ik heb gekozen voor een pop met bewegende armen en benen (zitten vast met knopen), ongeveer de maat van een babyborn, omdat er voor de babyborn veel patronen voor kleertjes zijn. In zonnekindtaal is dat een "ledematenpop".
We beginnen met het hoofdje. Voor het hoofd heb je een stuk wit/beige tricot nodig van ongeveer 35 bij 45 centimeter (kan bijvoorbeeld van een oud t-shirt) en ongeveer 80 gram gewassen schapenwol. Het is belangrijk dat de wol gewassen is, omdat ongewassen wol nog erg naar schaap ruikt en daardoor honden aan kan trekken. Je moet de wol uitpluizen om de harde stukjes eruit te halen. Kaarden kan ook, maar pluis het daarna nog een keertje met je handen door om de vezels wat door de war te gooien.
Vorm de schapenwol ruweg tot een bol en span daar de tricot omheen. Trek de randen naar elkaar toe en hou ze vast in je vuist met een klein beetje wol ertussen om het nekje te vormen. Nu is het zaak om de bal steeds strakker te maken, zodat je uiteindelijk een bol overhoudt met een omtrek van ongeveer 30 centimeter (meten vanaf voorkant nek, via neus, over voorhoofd, kruin, achterhoofd, naar achterkant hals). Je "masseert" het tricot, en trekt daarbij het nekje steeds strakker aan. Dat is behoorlijk zwaar werk. Als je het echt niet redt, kun je wat wol eruit halen, maar bedenk wel dat een hoofdje behoorlijk hard moet zijn omdat het anders snel uitzakt.
Als je de gewenste maat hebt, bindt je de nek af met een stukje ijzergaren. Sla het een paar keer om de nek heen, en bindt het af met een platte knoop. Meet nog één keer de omtrek na.Nu gaan we de hoofdcontouren afbinden. Je moet even bepalen wat de zijkanten zijn van het hoofdje. De voor- en achterkant is waar de draadrichting van het tricot recht loop, de "oren" waar het tricot in een cirkeltje gaat.
Neem een stuk ijzergaren van ongeveer anderhalve meter. Hecht de draad vast op één van de oorpunten. Daarna sla je de draad twee keer dwars om het hoofdje heen, om de lijn van de ogen te vormen. Trek de draad strak aan en maak een platte knoop. Zet de draden vast op het oorpunt van waaruit je was begonnen. Vanuit dat punt ga je voor de fontanel bovenlangs het hoofd, naar het andere oorpunt. Trek de draad een beetje aan en zet vast met een paar steekjes. Maak nu van oor tot oor, via de hals, de kinlijn. Rijg de draad in een lange naald, en steek nu dwars door het hoofd van oor tot oor. Trek de draad iets aan en hecht af. De begindraad en deze einddraad kun je via de hals aan elkaar vastknopen, of kort afknippen. Trek tot slot de draad die recht over het achterhoofd loopt (de achterkant van de "ogendraad") naar beneden, de hals in, om zo een ruimer achterhoofd te vormen.
![]()
Voor de neus vorm je met je vingers direct onder de ogenlijn een propje van de vulling. Rijg een dunne draad en maak met kleine steekjes een cirkeltje rondom het propje en trek de draad aan. Als de neus naar je zin gevormd is, smeer je er wat lijm op om hem te fixeren. Om te voorkomen dat het "vel" snel slijt, kun je een stukje leukoplast over de neus heen plakken. Een zonnepop ziet er trouwens ook prima uit zonder neus, vooral bij kleine popjes is het erg lastig de neus in goede proporties te maken en kun je hem beter weglaten.