abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Eindredactie Frontpage / Forummod woensdag 1 september 2004 @ 23:03:14 #1
41809 crew  Ouwesok
Leuke lamp overigens
pi_21695682
Dit topic gaan we gebruiken om soort levend boek der fototechniek te creëren.

De inhoud kun je aanleveren in de overige topics. Wanneer het een goeie is voor 'het algemeen belang' kopiëren we hem in dit topic. Eventueel kun je een voorstel naar één van de modjes mailen

Dit gaat ook de plaats worden voor antwoorden op steeds terugkerende vragen en voor de uitleg van fotografische technospeak.

We trappen hem af met een bijdrage van Shark.Bait over perspectiefcorrecties
Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
  Eindredactie Frontpage / Forummod woensdag 1 september 2004 @ 23:05:39 #2
41809 crew  Ouwesok
Leuke lamp overigens
pi_21695742
Shark.Bait heeft dus de eer van de eerste bijdrage:

Wanneer men gebouwen fotografeert, lijken de gebouwen op foto achterover te vallen.
De fotografen met een groter budget beschikken over de mogelijkheid om een mooi objectief te kopen waarbij het perspectief gecorrigeerd word.


Nikkor 28 mm f/3.5 PC (Perspective Control)


Canon 35mm f/2.8 TS FD versie (Tilt& Shift)


Het PC objectief op een camera

Prijzen voorbeeld:
Canon TS-E 24/3.5 Euro 1169.00
Canon TS-E 45/2.8 Euro 1169.00
Canon TS-E 90/2.8 Euro 1169.00
Nikkor AF 85/2.8 PC ø 77mm Euro 1765.00
Nikkor manual P.C. 28/3.5 Euro 1199.00

Voor de mensen die geen zin hebben om een extra objectief mee te dragen of gewoon geen geld hebben om een (best wel) dure PC/TS objectief aan te schaffen (die niet in zoom versie te krijgen zijn):



Open de aan te passen foto in Photoshop of een vergelijkend programma. Hier een voorbeeld van een of andere fontein waar het perspectief erg vertekend is.
(In dit geval Photoshop Elements wat gratis bij mijn scanner zat)




Maak het window rond je foto groter dan de foto met je muis. Zet grid aan (Menu: View-->Grid)
Selecteer de hele foto (Menu: Select-->Select All)




'Trek' met de muis de bovenste hoek-hokjes naar buiten totdat het gebouw recht is. Maar omdat de ogen toch perspectief verwachtten, is het eigenlijk zaak om een minimale inclinatie te laten zitten. Zet het gebouw dus niet 100% recht!


Crop de foto zotat er een mooie uitsnede gemaakt word.

Het kan nog voorkomen dat de foto in de lengte iets uitgerekt moet worden, omdat deze bij het nemen korter lijkt dan hij is. Dit is per foto anders, en ik weet zeker dat het jullie ook moet lukken.


Voila. Perspective Correction in 1 minuut



[ Bericht 1% gewijzigd door Ouwesok op 04-09-2004 22:10:40 (zooipunttelevisie) ]
Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
  Eindredactie Frontpage / Forummod zaterdag 4 september 2004 @ 11:15:09 #3
41809 crew  Ouwesok
Leuke lamp overigens
pi_21743512
SharkBait gaf een voorzetje over diafragma's . Ik heb het verhaal op details wat aangevuld .

Met diafragma kan men het licht dat door de lens valt beheersen. Hoe kleiner het gaatje (hoe groter het getal), hoe minder licht er doorheen valt.

Het sluiten van het diafragma heeft echter nog een bijverschijnsel: de scherptediepte wordt groter.

hoe komt dat nou eigenlijk
Het beeld dat een lens opbouwt bestaat uit verstrooiingsschijfjes, wat we scherp zien wordt bepaald door de grootte van de verstrooiingsschijfjes, hoe kleiner ze zijn, hoe scherper we zien. Als je je diafragma dichtdraait worden de verstrooiingsschijfjes kleiner omdat het oppervlak van de lens kleiner wordt, daardoor vallen meer schijfjes binnen het zgn. scherptecriterium.

Diafragmeren heeft nog een (meestal vrij aangenaam) bijverschijnsel, namelijk dat je lens beter gaat presteren.

en hoe zit dat nou weer
Elke lens beschikt over fouten die het gevolg zijn van de weg die het licht door een bol of hol stuk glas moet afleggen. De kromming van een lens is het sterkst aan de randen, en dus worden daar ook de meeste fouten veroorzaakt. Schakel je die randstralen uit, dan krijg je dus minder fouten en een beter plaatje. Grootste beeldvernietiger is de sferische aberratie (krommingsfout). Die hef je dus op door een stop of twee te diafragmeren.

Soms is die sferische aberratie echter ook gewenst. Hij kenmerkt zich namelijk door een vorm van overstraling en dat vormt nou net de basis voor het fraaiste softfocus effect. Bij Rodenstock hebben ze dat opgelost door voor de Imagon niet gebruik te maken van het gebruikelijke irisdiafragma, maar van een zgn. zeefdiafragma dat een gecontroleerde hoeveelheid randstralen doorlaat. Diafragmeren met een Imagon komt dus neer op het vervangen van de zeef.

hier zie je die zeef mooit zitten

Men kan de lamellen van een irisdiafragma heel mooi zien als men in een objectief kijkt en met de diafragma ring speelt, vooral wanneer het optiek niet op een camera zit, het automatisch diafragma wordt namelijk door de camera opengehouden om het instelgemak te verhogen
[afbeelding]
en dit is dus niet de sluiter zoals zommige mensen denken

Als je het bij verschillende objectieven probeert zie je verschillende vormen. Die vorm heeft weer invloed op de manier waarop de onscherpte wordt afgebeeld. In het algemeen geldt dat hoe meer lamellen het diafragma heeft, hoe ronder de verstrooiingsschijfjes en hoe natuurlijker de onscherpte buiten de zone waarop je hebt scherpgesteld.
en waarom heeft dan niet elk objectief een rond diafragma
Dat heeft dus te maken met de bouw van het optiekje. In een klein gebouwd objectief past niet een diafragma met 32 lamellen, op standaard- en groothoeklenzen vind je er dus 6 of 8.

Op de diafragma ring van de oude handmatige objectieven staan vaak streepjes. Op dit nikon objectief zijn ze gekleurd.

[afbeelding]

De twee verste (oranje) geven de scherptediepte aan als het objectief f/16 heeft, de blauwe geven de scherptediepte aan als het objectief f/11 heeft, geel is voor f/5.6.
De zwarte stip geeft aan welke afstand scherpgesteld is (in deit geval 2 meter) en onder welke f waarde (11 in dit geval)


hyperfocaal scherpstellen
Let op; dit is niet meer mogelijk met die autofocus objectieven...


Als men normaal scherpstelt op een object in de verte, draait men aan de scherpstelring totdat het onderwerp scherp is (in dit geval "oneindig". Alles van tussen de 5 meter en oneindig, en oneindig zelf is scherp bij deze instelling.

Echter, nu gaat de helft van de scherptediepte verloren. (tussen oneindig en de blauwe streep links is loze scherptediepte.



Door de scherpstel ring terug te draaien, kan men meer scherptediepte krijgen. Dit heet hyperfocussen
In bovenstaand voorbeeld is dus alles scherp tussen oneindig en 4 meter. Deze manier van instellen kan heel behulpzaam zijn wanneer snelheid gewenst is. Ook al vergeet je scherp te stellen dan heb je met een hyperfocale instelling toch een bruikbaar plaatjevermits je brandpunt niet te lang is

goh, da's helemaal nieuw, dat heb ik nog nooit gedaan
Helemaal vreemd is de hyperfocaalinstelling niet. Misschien was je eerste camera zo'n fixed focus-compact. Die staan dus allemaal hyperfocaal ingesteld. Het is overigens niet tot goedkope camera's beperkt. Ook de Horizon202 van Ouwesok heeft een hyperfocale instelling, het komt dus in de beste families voor

Opmerking: de rode stip geeft aan wanneer het onderwerp scherp is als men infrarode film gebruikt. Het scherptevlak voor infrarood ligt namelijk ergens anders dan dat van het zichtbare spectrum, maar daar gaan we het bij het bespreken van chromatische afwijkingen wel eens over hebben
Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
  Eindredactie Frontpage / Forummod zaterdag 11 september 2004 @ 10:02:42 #4
41809 crew  Ouwesok
Leuke lamp overigens
pi_21876401
Deze gaat over het glaswerk. Beschouw het als achtergrondinformatie

Die 15mm... is dat nou een groothoek

.... Niet dus.

Enne....zo'n Novoflexar is dat nou een supertele

ook niet

Wat zijn het dan wel

Aan beide zijden van het objectievenspectrum heerst er wat spraakverwarring. Een ding met een beeldhoek van meer dan 63o heet al snel een groothoek en zo'n toeter met een krappe beeldhoek krijgt al even snel het predikaat telelens opgeplakt, terwijl dat nog niet per definitie het geval is.

Eerst maar eens met een brede beeldhoek beginnen. Pak je reflex erbij en probeer je eens voor te stellen wat er zich op zeg zo'n 28mm van je filmvlak afspeelt. Juist, daar moet bij elke opname even een spiegel langs . Kennelijk ligt het hoofdvlak van een 28mm verder dan 28mm van je filmvlak vandaan.
Met de opkomst van de kleinbeeldreflex in de jaren '50 kwam de Franse edelopticien Angenieux met een vrij revolutionair optiekje. Het kwam er gesimplificeerd op neer dat men een 35mm nam (past nog wel) en die combineerde met een hoeveelheid negatieve elementen, waardoor de beeldhoek enorm toenam, maar de back-focus (afstand hoofdvlak-scherptevlak) niet toenam. De constructie staat te boek als retrofocus en is de basis geweest van alles wat een korter brandpunt heeft dan 45mm.
De retrofocus is een drama om te bouwen, er zijn heel veel correcties noodzakelijk. Een aspect van een retrofocus is vrijwel niet te corrigeren, zijn vertekening, die ten grondslag ligt aan de constructie. Hier heb je een retrofocus:

de kenner ziet er een Distagon in

En dit is een echte groothoek

Inderdaad, een Biogon

Wat aan de 'echte' groothoek opvalt is dat zijn bouw volledig symmetrisch is, waar de retrofocus zich kenmerkt door een asymmetrische bouw. En net dat is het aspect dat de vertekening veroorzaakt.

Heeft een retrofocus ook nog technische voordelen boven de groothoek
Jazeker, kenmerktend aan de 'echte' groothoek is de lichtafval naar de rand van de beeldcirkel. Bij grote opnameformaten ben je daarvoor al snel een apart filter nodig dat een verlopende grijstint vanuit het midden heeft. De retrofocus heeft van die lichtafval veel minder last.

De echte groothoek is alleen bruikbaar op camera's zonder spiegel, dus op meetzoekers, field- en technische camera's

En nu die tele die geen tele is

Als je minder gebruikte beeldhoek op hetzelfde formaat wilt gebruiken kun je uiteraard gewoon een lens met een langer brandpunt nemen. Daarbij krijg je echter wel een steeds langere toeter aan je camera te hangen. Al eerder dan de retrofocus werd de teleconstructie uitgevonden. Heeft een retrofocus zijn bril aan de voorkant zitten, de bril zit bij een tele aan de achterkant en verkort de bouwlengte van het objectiefen brengt nog een paar aangename eigenschappen mee
De Novoflex-toeters vallen dus niet onder de teleobjectieven maar zijn simpelweg van het type 'langbrandpunt'. Ze zitten verbluffend simpel in elkaar met slechts drie elementen (kon zo snel geen doorsnede vinden). Door het lage aantal elementen geven langbrandpuntoptieken een uitermate briljant plaatje, waar echter nogal wat beeldfouten in zitten. Door de aard van de langbrandpuntfotografie vallen die fouten niet echt op. De Novoflexen waren dan ook jarenlang bijzonder populair, wat niet in de laatste plaats kwam omdat ze er erg imposant uitzagen.

De tele heeft echter boven het langbrandpunt een paar ontegenzeggelijke voordelen. Vooral door de verregaande correctie van kleurfouten geven de teleobjectieven van tegenwoordig(speciale glassoorten als ED of fluoriet) een uitermate fraai, toch nog briljant plaatje en zijn veel lichtsterker te bouwen dan een langbrandpuntobjectief. een Novoflex 400mm zit bij F-5,6 toch wel zo ongeveer aan zijn limiet, terwijl bij de tele het feest dan pas begint (tot en met een 2,8/400mm Nikkor) Wat met name de supertele aan briljance mist wordt ruimschoots goedgemaakt door de scherpte die het ding levert.
Wat een kwestie van smaak is is de scherp-onscherp-overgang. Die is voor sommige onderwerpen fraaier uit een langbrandpunt (vloeiend) en voor andere weer uit een supertele (abrupt).

Net als bij de retrofocus zie je ook bij de tele een stuk vertekening dat lastig te overwinnen is, ook hier ligt het aan de sterk asymmetrische constructie. Omdat je met een lange tele doorgaans geen architectuur fotografeert springt de vertekening minder in het oog dan bij een retrofocus versus een groothoek
Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
  Eindredactie Frontpage / Forummod zaterdag 18 september 2004 @ 10:41:41 #5
41809 crew  Ouwesok
Leuke lamp overigens
pi_22033359
Irfanview Een programma van de Bosnier Irfan Skiljan dat al een aantal jaartjes in omloop is

Downloaden kun je hem op www.irfanview.com Vergeet ook de plugins niet, daarmee krijg je zo ongeveer alles open dat beeld of geluid bevat

Omschrijving
Irfanview is in de eerste plaats bedoeld om je plaatjes te bekijken, daarnaast kun je er kleur-, contrast- en scherptecorrecties mee uitvoeren en zitten er een aantal effectjes in verwerkt. Wanneer de hele set plugins is geladen krijg je met Irfanview zo ongeveer elk beeld- geluids of videobestand open dat maar geopend moet worden.

Installatie en eerste indruk
Irfanview is probleemloos in de installatie en molt vrijwel niets in Windows. Ook het installeren van plugins is een fluitje van een roebel.
Na openen krijg je een interface die aan duidelijkheid weinig te wensen overlaat

Wat heb ik er mee gedaan
Normaliter gebruik ik Irfanview wanneer ik grote hoeveelheden plaatjes te bekijken of te managen heb, gebruikt worden dan de thumbnails.
Tweede gebruiksmogelijkheid die ik aanspreek is de batchverwerking. Je kunt hele directories tegelijk resizen, renamen, nummeren en er eenvoudige correcties op aanbrengen.
Voor de review heb ik daarbij nog de mogelijkheid onderzocht om een ruwe scan te bewerken met de helderheid en contrastcorrecties.

Wat gaat er goed mee
Irfanview doet het prima als electronische lichtbak om je beeldbestanden te managen. De batchfunctie is vervolgens al reden genoeg om Irfanview op je harde schijf te planten.
Het corrigeren van helderheid, contrast of scherpte viel me eigenlijk voor een gratis tooltje ontzettend mee. De preview is net groot genoeg om aardig op te kunnen werken. Het gemak en de precisie waarmee je je plaatje corrigeert zijn nog voor verbetering vatbaar, maar echt behelpen is het niet

Wat moet je er zeker niet mee doen
Voor retoucheren van scans is Irfanview nagenoeg ongeschikt wegens geen tekenfuncties.
Fotomontages maken.....ach, het zal wel kunnen maar zonder layers wordt het natuurlijk echt nooit fraai

Conclusie
Irfanview is het perfecte werkpaardje om je digitale opnamen of scans mee te managen. Je kunt een scan die niet geweldig is er aardig mee oppoetsen, alleen is retouche eigenlijk onmogelijk.
De batchfuncties zijn een klasse apart. Voor de meer creatieve bewerkingen is het beter om er een ander pakket naast te zetten. ernaast ja, want van Irfanview zul je altijd een aantal features blijven gebruiken

  • Techniek *
  • Mogelijkheden **
  • Gemak ***
  • Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
      Eindredactie Frontpage / Forummod zondag 17 oktober 2004 @ 12:55:47 #6
    41809 crew  Ouwesok
    Leuke lamp overigens
    pi_22678008
    Batterij- en accuweetjes

    We zijn in de loop van de tijd steeds afhankelijker geworden van batterijen en accu's. Kon je veertig jaar geleden nog gewoon zonder batterijen fotograferen(een seleniummeter haalt zijn energie uit het licht dat je ermee meet, en een sluiter was in die dagen nog helemaal mechanisch). Gaandeweg is de hele fotografie geëlectrificeerd.
    Dat begon in de early sixties met de CdS-lichtmeters die een spanningsbron moeten hebben, daar kwam later(vanaf 1968) de sluiter bij die elektrisch en later elektronisch getimed werd. Vervolgens werden filmtransport en scherpstelling door electriek geregeld en ondertussen werden er ook nog eens flitsers en displays in camera's ingebouwd. Een digitale camera zonder stroom is vooralsnog ondenkbaarje merkt, ik sluit niets uit

    Basisbegrippen
    In batterijenland is een geheel eigen taal van kracht met terminologie die soms zinvol is en soms alleen folderpraat. Ik som even een paar zinvolle begrippen op:
    Spanning
    Van elke batterij wordt een spanning opgegeven. Soms kunnen verschillende types weliswaar dezelfde afmetingen hebben maar een iets andere spanning. Belangrijk is die spanning wanneer je dingen als LED- of LCD-displays moet voeden, die zijn een bepaald minimum nodig
    vandaar dat die goedkope gehoorapparaatbatterijtjes het zo beroerd in een camera met LED's doen
    De spanning blijft niet over de hele levenscyclus van de batterij gelijk, maar loopt langzaam terug. Met een simpele universeelmeter kun je dat spanningsverloop inzichtelijk maken

    Vermogen
    Het vermogen bepaalt hoeveel energie er in je batterij/accu zit opgeslagen. Bij accu's wordt het vermogen weergegeven in mAh. Bij batterijen moet je er maar een slag naar slaan. Het vermogen van een accu is niet zonder meer te meten. Om te meten of een batterij/accu nog vermogen heeft moet hem namelijk met de universeelmeter in de amperestand kortsluiten. dat kan bij sommige batterijen en accu's redelijk catastrofale gevolgen hebben, en dat mot je dus niet doen
    Als je het spanningsverloop van een batterij/accu kent kun je aan de hand van het afgegeven voltage(dat je wel veilig kunt meten) zien of ie op zijn end is of nog energie in huis moet hebben.en dat is dan alleen nog noodzakelijk wanneer de batterijcontrole van je camera het laat afweten

    Inwendige weerstand
    Hoewel ie niet in de folder staat is de inwendige weerstand het belangrijkste gegeven van een batterij of accu. Eh...sok, wat moet ik me bij inwendige weerstand voorstellen
    Stel je voor, je neemt een fles van een liter en een emmertje van een liter en doet ze allebei vol met water. Je zet ze tegelijk op de kop en kijkt welke het eerst leeg is. Dat wint de emmer omdat de uitstroomopening het grootst is.
    Iets dergelijks is bij batterijen ook aan de hand en dat bepaalt of de batterij/accu snel heel veel vermogen kan leveren of dat het vermogen er heel geleidelijk aan onttrokken kan worden. Een lage inwendige weerstand maakt een spanningsbron geschikt voor bijvoorbeeld een flitser, een hoge weerstand is meer iets voor de batterij van een lichtmeter die lange tijd kleine beetjes energie gebruikt. De inwendige weerstand bepaalt dus het toepassingsgebied van een gegeven batterij .

    Zelfontlading
    Gekoppeld aan de inwendige weerstand is de zelfontlading, ofwel de ontlading die plaatsvind ook al wordt de spanningsbron niet gebruikt. Een lage inwendige weerstand betekent in de meeste gevallen een hoge zelfontlading, hoewel er hele gelukkige uitzonderingen zijn.
    Zelfontlading is temperatuurafhankelijk. Bewaar dus nieuwe batterijen gekoeld tot je ze daadwerkelijk inzet.

    Types batterijen
    In het batterijenrek vind je van elk formaat batterij meerdere types. Bovendien kennen we voor fotografie nog een aantal speciale batterijen voor speciale toepassingen. Afgezien van de afmetingen kennen de verschillende types nog een aantal eigenschappen die het gebruiksgebied bepalen. We lopen de basistypes even doorwaarbij ik niet inga op hoe ze werken, maar meer wat je er in fotografisch opzicht mee kunt

    De traditionele Zink-kool-batterij
    Meestal de goedkoopste van het rekje. Kent een vrij hoge inwendige weerstand die hem ongeschikt maakt voor toepassingen als flitsers, digicams en zo. Voor lichtmeters is ie op grond van zijn zelfontlading niet geschikt. In een zaklantaarn of radio komt ie het beste tot zijn recht. Snel vergeten dus

    Alkali-Mangaan, Alkaline
    Veel lagere inwendige weerstand waardoor een flitser er heel aardig op vooruit komt. Het vermogen is veel hoger dan van de traditionele batterij, en de zelfontlading is vrij gering waardoor je hem als noodstroom mee kunt nemen wanneer bijvoorbeeld de AA-accu's van je digicam of flitser het vaantje strijken.

    Zink-lucht
    Is een type knoopcel dat vooral in gehoorapparaten wordt gebruikt. Vanwege een net iets te lage spanning (1.35V) meestal ongeschilkt voor camera's die voor hun LED's of LCD's een brugspanning van minstens 1.5V moeten hebben.
    Bovendien is de zinklucht niet geschikt voor intermitterend gebruik (aan en uitzetten van een lichtmeter of de korte energiebehoefte van een electronische sluiter).
    Voor fotografie vergeten dus

    Zilveroxide, kwik
    Deze types vind je meestal als knoopcel, of als cluster van knoopcellen (bijvoorbeeld de PX28/4SR44 die uit vier SR44's bestaat). Hele lage zelfontlading waardoor enorm geschikt voor lichtmeters en (bij die clusters) electronische sluiters. Gekoeld blijven ze jarenlang bruikbaar.
    Vanwege milieutoestanden is dit soort batterijen overigens terrein aan het verliezen, vooral kwikbatterijen zijn in een flink aantal landen niet meer te verkrijgen.
    Daarnaast speelt nog het enorme aantal verschillende typen knoopcellen een rol, voor veel fabrikanten is het niet meer interessant om exoten in produktie te houden waardoor ook die van de markt verdwijnen. Vaak is er echter wel een bruikbaar alternatief voorhanden.

    Lithium
    Lithiumbatterijen hebben een unieke combinatie van eigenschappen. Ze kennen vrijwel geen inwendige weerstand, maar kennen ook nauwelijks zelfontlading. Vooral door die eerste eigenschap duurde het lang voor de lithiumcel zijn intrede maakte in fotografie, de eerste types konden bij kortsluiting vrij zware explosies veroorzaken. De huidige types zijn daartegen helemaal beveiligd, en daarom zijn al sinds 15 jaar veelvuldig toegepast vooral in SLR's waarin alles electrisch wordt afgehandeld. Een SLR loopt een eeuwigheid op een 2CR5-blok.
    Omdat ze nogal gecompliceerd in elkaar zitten zijn de lithiumblokken echter nogal aan de prijs en dat maakt ze minder geschikt voor digitale fotografie.

    Lithiumknopen zijn er ook. Die gaan zo lang mee dat je simpelweg vergeet dat er eentje onder in je camera zit. Verder zie je deze knoopcellen vaak als bufferbatterij in videocamera's (CR2025).

    en dan nu de accu's
    Ook binnen de accuwereld zijn er verschillende types met verschillende toepassingen. Naast het vermogen en ontlaadkarakteristiek is bij een accu ook het laadkarakteristiek bepalend voor je keuze. We lopen de vier types even door:

    De loodaccu
    Naast auto's en motorfietsen is de loodaccu ook binnen fotografie toegepast. In grotere reportageflitsers komen ze tot hun recht omdat ze een enorm piekvermogen aankunnen en zich daarna ook snel kunnen herstellen. Vermogen ligt rond de 4Ah. Een loodaccu kun je gewoon bijladen of met een druppellading op gebruiksspanning houden.
    Voor fotografie wordt overigens de echte natte loodaccu niet meer toegepast. De enige loodaccu die we momenteel nog kennen(van de Metz60) is een zgn dryfit, waarin de vloeistof is vervangen door een gel, en waardoor de accu niet meer zo angstvallig rechtop hoeft worden gehouden.

    Nikkelcadmium
    In de jaren 70 kwam de NiCd-accu op en werd voor fotografen interessant omdat de flitsers weliswaar steeds sterker werden maar meestal een legendarische batterijconsumptie kenden. Daarnaast heeft de NiCd voor een flitser het voordeel dat ie vrijwel geen inwendige weerstand kent en dus het tempo van de flitser aanzienlijk omhooggaat.
    Nadelen had de NiCd ook. Door die lage inwendige weerstand zag je niet aankomen dat het eind eraan zat te komen en stond je ineens met een totaal lege accu, terwijl je bij de vorige flits nog gewoon een hele korte laadtijd had.
    Nog een nadeel van de NiCd: het geheugeneffect. Als je een deels gebruikte NiCd bijlaadt ontstaat binnen de accu een soort evenwicht dat bepaalt dat de accu zich al bij halve capaciteit 'leeg' meldt. Je moet een NiCd-accu daarom totaal ontladen voor je hem weer oplaadt.
    Momenteel zijn ze eigenlijk alleen nog interessant voor gebruik in electronenflitsers. Vermogen: 500mAh, daarom ongeschikt voor digitale camera's. Mijn S1 lust op een dagje fotograferen drie setjes NiCd'sja, ik heb het geprobeerd

    Nikkelmetaalhydride
    Doorontwikkeling van de NiCd. De NiMH rekent af met een aantal eigenschappen van de NiCd. Het geheugeneffect is bijvoorbeeld een stuk minder, zoniet helemaal weg. bovendien kun je de NiMH druppelladen.waarschuwinkje: stop nooit een NiCd in een NiMh lader, dat gaat afgrijselijk verkeerd
    Grootste winst voor digitale fotografie is echter dat een NiMH een veel groter vermogen heeft dan een NiCd. Een NiMH heeft echter net als zijn voorganger de hebbelijkheid om vrij plotseling leeg te raken.
    Als laatste plus geldt de mogelijkheid tot snelladen. Een traditionele NiCd hangt zo'n 16 uur aan de lader voor 500mAh. Een NiMH is in een uur te laden tot minstens het viervoudige .
    Als voordeel van zowel de NiCd als NiMH mag verder gelden dat ie in alles past waar ook AA-batterijen in passen, voor fotografen betekent dat motordrives, flitsers en camera's met één type accu

    Lithium-Ion
    Afkomstig uit de videocamcorder en laptop heeft de Li-Ion zijn plek in fotoland veroverd. Qua capaciteit en vermogen doet ie denken aan een loodaccu, alleen is ie veel compacter en lichter. Qua laden is het de meest vriendelijke accu die er is, je kunt hem zowel snel als druppelladen, stukladen zoals bij een loodaccu mogelijk is is er bij de Li-Ion niet bij.
    Nadeeltjes zijn
  • de 'eigen' types (ten opzichte van de universele NiMH's).
  • Prijzig
  • De levensduur

    [ Bericht 0% gewijzigd door Rewimo op 09-11-2004 08:54:54 (cursief even gefatsoeneerd) ]
  • Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
      Eindredactie Frontpage / Forummod zaterdag 6 november 2004 @ 18:56:41 #7
    41809 crew  Ouwesok
    Leuke lamp overigens
    pi_23125755
    Hoe krijg ik toch in godesnaam dat glaswerk weer schoon

    Na enig gebruik en zelfs na enig stilliggen wil je kostbare optiek nogal eens vervuild raken en dat gaat ten koste van de kwalité .

    Even een rondgang langs alle ongerechtigheden die je op je glas kunt aantreffen. Die mag je ook als werkvolgorde gebruiken.

    Stof

    Het eerste wat je moet verwijderen van je lens is stof. Ook wanneer er andere vervuilingen aanwezig zijn begin je eerst met het verwijderen van loszittende stofdeeltjes. Haal je die niet weg dan kunnen ze letterlijk hun sporen in het glas achterlaten, en die sporen zijn redelijk definitief.

    Het verwijderen van stof doe je bij voorkeur met een blaasbalgje, oftewel het achterend van een blaaskwastje. Het voorend van een blaaskwastje (de kwast) is een stofreservoir op zich en dat verwijderen we dus, zodat het blaaskwastje geen kwastje meer heeft en min of meer een blaas is geworden


    Hou je optiekje zo dat je over het oppervlak kijkt en kunt zien wat er allemaal op ligt. Met het balgje blaas je netjes alle stofjes van het oppervlak, net zo lang tot er niks meer op ligt. Blaas ook de lensdop goed schoon van binnendat stof moet toch ergens vandaan komen

    Vlekken en Vingerafdrukken

    Die blaas je er zo maar niet af. Voor deze akkefietjes ben je het beste bediend met lenstissues, die in handige kleine pakjes geleverd worden onder andere van Hama.


    De lenstissue werkt als volgt: Het van stof ontdane oppervlak licht beademen en met een tissue voorzichtig en rustig schoonvegen, zonder druk te zetten. Zonodig de behandeling herhalen tot je van vlekje of vingerafdruk verlost bent .

    Laat een vingerafdruk niet te lang zitten, er zitten namelijk stoffen in die zich na verloop van tijd door je coating kunnen vreten. Verwijderen is er dan niet meer bij,

    Zolder- en kelderresten

    Een apparaat dat normaal in gebruik is zal het niet snel overkomen. Koop je echter een stukje fotografica dat lange tijd onder beroerde condities is bewaard, dan kan het oppervlak van de optiek er bijzonder beroerd uitzien . De verontreiniging bestaat dan meestal uit een combinatie van een vettige aanslag waarin stof is aangekoekt. Het goeie nieuws is dat met een beetje geduld en fingerspitzengefühl je het optiekje weer als nieuw krijgt.

    In plaats van lenstissues neem je nu een produkt dat vocht absorbeert, gewone zachte tissues of een pluk watten. Vervolgens neem je een fles Jack Daniels spiritus . Met een met spiritus doordrenkte prop watten of tissue los je voorzichtig alle vettigheid op, door middel van droogdeppen verwijder je de spiritus inclusief vervuiling van het oppervlak. Het gaat erg langzaam, maar het wordt allemaal weer als nieuw.
    Vooral niet boenen, maar steeds weer opnieuw een tissue/wat met alcohol inzetten, tussen twee stukken door steeds met het balgje losse stofdeeltjes verjagen. Na verloop van tijd ligt je omgeving bezaaid met vuile tissues en watten, meurt de hele hut naar alcohol, maar heb je wel weer een optiek van de ondergang gered .

    Grootste poetswapenfeit van Ouwesok is tot op heden de spiegel van een Yashica D geweest. De spiegel gaf geen beeld meer op het matglas en was helemaal dof en tegen het zwart aan. Na een alcohol/tissue-sessie van een uur of tweeënhalf was de spiegel weer als nieuw en gaf een verblindend beeld op het matglas.
    Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
      Eindredactie Frontpage / Forummod dinsdag 30 november 2004 @ 20:44:47 #8
    41809 crew  Ouwesok
    Leuke lamp overigens
    pi_23678038
    Bloedogen

    Met de ingebouwde flitser deed een nieuw fenomeen zijn intrede in fotografie : Rooie ogen

    Hoe komt het

    Bloedoogjes ontstaan omdat de as van de flitser vrijwel overeenkomt met de optische as van het objectief van je camera. Daardeur wordt het netvlies aangestraald en de daarin in overvloede aanwezige adertjes lichten op. De ooglens doet daarbij dienst als projectielens en versterkt het effect.
    Het effect wordt sterker naarmate de omgeving donkerder is en de pupillen van het slachtoffer wijd open staan.

    en waarom wordt het erger wanneer je de rode-ogen-reductie aanzet

    Geeft je flitser eerst een paar voorflitsen of een straal licht dan reageert je slachtoffer meestal door recht in je lens te kijken. Omdat de pupillen van die drie piepflitsjes niet bepaald dicht gaan staat je slachtoffer ideaal voor het vervaardigen van een paar fenomenale bloedogen. Rodeogenreductie dus gewoon uitzetten .

    En wat moet je er dan wel aan doen

    Met een ingebouwde flitser kun je niet zo manouvreren dat je het effect verhelpt. Wat je er ook voor plakt, de as blijft ongewijzigd ten opzichte van de optische as.

    Heb je een losse flitser dan is indirect flitsen dé oplossing, vooropgesteld dat je een plafond in de buurt hebt dat niet een uitgesproken kleur krijjgt. Bijkomend voordeel is dat je die lelijke slagschaduwen kwijt bent .
    Heb je dat plafond niet of zit het te hoog, dan kan het helpen (wederom bij een externe flits) om de flitser onder een flauwe hoek omhoog te laten flitsen, de assen van flits en optiek lopen dan uit elkaar.

    Nog een oplossing met een externe flits is om hem los van de camera te halen en hem op een handgreep te zetten, hierdoor vergroot je de afstand tussen optische en verlichtingsas. Met een staafflits als een Metz45 of 60 heb je zelden tot nooit rooie ogen .

    Ik heb alleen een ingebouwde flits

    Nu moet je het hebben van je opnametechniek. Let op dat je slachtoffer niet recht in de lens kijkt. Bij een geregisseerde opname kun je vragen of hij m/v over de camera heen wil kijken, dan is de kans dat het netvlies direct aangestraald wordt een stuk kleiner.

    Mooi Sok , nou zit ik hier met een half archief vol bloedogen .

    In dat geval helpt alleen nog retouche . Voor papieren opnamen heb je aparte stiften om rooie ogen weer zwart te krijgen. Voor digitale bestanden kun je grijpen naar Photoshop of naar welke beeldbewerker dan ook. Denk er wel aan dat je de gecorrigeerde ogen even weer van een glimlichtje voorziet, anders staat het zo onnatuurlijk
    Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
      Eindredactie Frontpage / Forummod vrijdag 4 februari 2005 @ 21:41:12 #9
    41809 crew  Ouwesok
    Leuke lamp overigens
    pi_24925989
    Shark.Bait gaf de voorzet, ik schuif hem voorzichtig in de kruising

    In het kort:
    Vanuit het 35mm film perspectief:
    Fisheye: wordt altijd bij het type van de lens bijgeschreven of gecodeerd (bijv F-Distagon)
    Omdat een fisheye een ingewikkeld stelsel is wordt er gewoon een brandpuntsafstand aan toegekend. Je hebt ze voor kleinbeeld tussen de 6 en de 17mm.

    Super-Wide-Angle Lenses (supergroothoeken)
    Beeldhoek tussen de 90 en 115o
    12 - 21mm
    De 12mm is overigens een echte groothoek, vanaf 14mm heb je ze ook als retrofocus(zie boven)

    Wide-Angle Lenses(groothoeken)
    21mm-35mm

    Standaard lens
    44-55mm

    Tele lens
    75-200mm
    De korte telelenzen met een beeldhoek van rond de 30o worden wel als portretlenzen aangeduid, omdat ze voor portretwerk zorgen voor aangename werkafstanden, en een pracht van een perspectief. Qua brandpunt zit je dan tussen de 80 en 105mm

    Super Tele Lens
    300mm-en verder
    Maatgevend voor de typering SuperTele is de mate waarin je er nog mee uit de hand kunt fotograferen. Dat lukt met 300mm nog net, met een 400 net niet meer.

    Groothoek Zoom Lens
    17-35mm

    Standard Zoom
    24-85mm of 28-200mm en misschien zelfs 28-300mm . In elk geval een bereik waarbij een standaardbrandpunt 'in het midden' zit

    Telezoom
    70-300mm, 100-300 etc.

    Close-Up
    In strikte zin zijn dit voorzetlenzen. Vaak hebben zoomlenzen echter een close-focusstand, die nog wel eens als macro wordt aangeduid.

    Macro-objectieven
    Vallen uiteen in vier groepen
    Standaardmacro, oftewel een 50 of 60mm die tot 1:1 scherpstelt
    Licht-tele-macro, oftewel 90 of 100mm
    Telemacro, oftewel 150 of 200mm of iets ertussenin

    Als vierde groep zijn er nog de loepobjectieven waar de MPE-65 van HGT toe behoort, van oudsher zijn dit microscoopobjectieven die middels een balgapparaat worden scherpgesteld, ze halen op hun gemak vergrotingen van 5:1 en groter.

    Voor digitaal zijn de echte waardes anders: maal 1,5 of 1,6 of 1,7 (ligt aan het merk+type van de body). Omdat de sensor kleiner is is de gebruikte beeldhoek ook een stuk kleiner. Hou er rekening mee dat wat op een 35mm een standaardlens is voor een DSLR een lichte tele is. Een 28 is dan ineens een standaardlens geworden

    Een objectief alleen bij zijn zoomfaktor kenmerken is (dus 3x zoom ) is een veel misbruikte gewoonte. Het geeft alleen de verhouding tussen kortste en langste brandpunt weer en niet of je met een groothoek, een standaard of een tele werkt.
    Gotferdomme wat heb ik weer een last van een goed humeur
    abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
    Forum Opties
    Forumhop:
    Hop naar:
    (afkorting, bv 'KLB')