Het volgende artikel komt uit de 2-Tone-special van MOJO en gaat over de Bodysnatchers. Ian Harrison blikt met zangeres Rhoda Dakar terug op het korte maar heftige bestaan van deze ondergewaardeerde meidenskaband ; In maart 1980 hadden ze een nr. 22-notering met de Dandy Livingstone-cover Let's Do Rocksteady, maar zeven maanden later was het alweer voorbij. Terugkijkend op het afscheidsconcert in de hoofdstedelijke Music Machine zegt Rhoda Dakar "Backstage kregen we ruzie om iets onbenulligs dat enorm uit de hand was gelopen. Hoewel de anderen niet meer met me wilden samenwerken hebben we de resterende optredens toch nog afgemaakt. Op het podium trokken we allemaal blije gezichten behalve ik, het was gewoon niet leuk meer". En het begon allemaal zo prachtig; bassiste Nicky Summers plaatste in de zomer van 1979 een advertentie in de muziekbladen nadat ze de Specials in de Moonlight Club had gezien. Ze recruteerde gitariste Sarah-Jane Owens, saxofoniste Miranda Joyce, drumster Jane Summers, toetseniste Pennie Leyton en gitariste Stella Barker. Dakar, een ex-designer punk uit Brixton, kwam er als laatste bij nadat ze aanvankelijk de oproep had genegeerd. "Ik sprak Shane McGowan tijdens een optreden van een Mod-band in de Greyhound; hij kende Nicky Summers die ook aanwezig was. Ik heb haar maar even gesproken, ze vroeg alleen of ik zin had om in een band te gaan zingen. En dat zonder enige audities, zo stom". Wel vond er een metamorfose plaats; nu punk op z'n retour was stapte Dakar over op zwartwitte Modkleding uit de tweedehandswinkels, en dan was er natuurlijk ook nog de aankomende skagolf. Sixties reggae was haar niet vreemd (haar eerste single is namelijk My Boy Lollipop van Millie Small), maar de kersverse bende rudegirls had nog een paar obstakels uit de weg te ruimen. In de punk was gebrek aan muzikaal talent iets doodnormaals, maar met de complexe klanken van de rocksteady lagen de zaken wel even anders ("We oefenden in een kelder in Camden en ik weet nog dat ik in de verkeerde toon zong"). Dat weerhield ze er niet van om toch het podium op te gaan. Op 24 november 1979 hadden ze hun eerste optreden in de Windsor Castle. Bij hun tweede, in het voorprogramma van McGowan's punkband The Nips, kwamen 2-Tone-coryfeeen Jerry Dammers en Pauline Black een kijkje nemen. De Bodysnatchers kregen een aanbod om met de Selecter en de Beat op tournee te gaan plus een contract voor een single. De tweede 2-Tone-tournee ging in februari 1980 van start maar haalde het niet bij de succesvolle voorganger met de Specials, Madness en de Selecter. De Beat ging halverwege op eigen houtje verder, en vervangers Holly & The Italians (van het later door Transvision Vamp gecoverde Tell That Girl To Shut Up; J_TM) "gingen af als een karbonade op bar mitswa. Nadat ook zij opstapten schoven wij een plaatsje op. Toen was het 'okee, we gaan ervoor', maar achteraf denk ik toch dat iemand had moeten ingrijpen. We konden nauwelijks een instrument vasthouden of we werden al in het diepe gegooid. Maar uiteindelijk hebben we in een jaar tijd 200 optredens gedaan. Niet slecht, toch ?". Tijdens live-optredens speelden de Bodysnatchers zowel rocksteady-covers (o.a. 007 en Monkey Spanner) als eigen materiaal (het over een verkrachting gaande The Boiler). "We kregen lovende reacties, maar we waren wel de enige meidenband die het deed. In ieder geval lieten we merken dat we er zin in hadden". Na een tournee met de Specials verscheen in juli 1980 de tweede single Easy Life die niet verder kwam dan de vijftigste plaats. De dames kregen niet alleen twijfels maar ook ruzie over hoe het nu verder moest. "Als liveband konden we samenwerken, maar daarmee was dan ook alles gezegd. Onze karakters en achtergronden verschilden gewoon teveel. Nicky en ik wilden de reggae-kant op, de rest wilde hogerop. Muziek versus rijkdom, het aloude klassenverschil". De overige Bodysnatchers scoorden nog enige hits als The Belle Stars (waarvan The Clapping Song, Sign Of The Times en Iko Iko de bekendste zijn; J_TM) terwijl Dakar en Nicky Summers met de Special AKA de studio indoken om The Boiler op te nemen. "En zoals we dat van Jerry Dammers gewend zijn kwam het pas een jaar later uit". Dakar bleef bij de Special AKA om mee te werken aan de rampzalige afscheidsplaat 'In The Studio'. "Dat was echt de laatste druppel; twee jaar lang de studio in voor een overdub of om iets voor de vijftigste keer over te moeten zingen. De laatste keer barstte ik in de zangcabine in tranen uit en werd er een taxi voor me gebeld. Het was zo erg dat ik het lange tijd niet aandurfde om de studio weer in te gaan, en dat alles in vijf jaar tijd". Rhoda Dakar neemt momenteel een plaat op met Selecter-gitarist Nick Welsh'.
[ Bericht 1% gewijzigd door J_TM op 21-10-2004 22:37:06 ]