twee discipline's in een topic, het vlakke kanovaren en de slalom
Het vlakwater kanoën staat sinds Berlijn 1936 officieel op het Olympische programma. Vrouwen deden vanaf Londen 1948 mee. Nederland was van 1936 tot en met 1992 met kleine ploegen vertegenwoordigd. In totaal leverde dit drie zilveren en vijf bronzen medailles op, behaald in 1936, 1948, 1964, 1968 en 1988. Marc Weijzen en Jan-Dirk Nijkamp waren in Barcelona 1992 de twee laatste vlakwater kanoërs die voor ons land uitkwamen.
Nederland is in Athene niet vertegenwoordigd bij het vlakwater kanoën. Het Olympisch kwalificatietoernooi in mei 2004 vormde het laatste kwalificatiemoment. Geen van de Nederlandse vlakwaterkanoërs wist daar aan de kwalificatie-eis (een plaats bij de eerste 2 of 3) te voldoen.
Slalom:
De kano slalom (op wildwater) stond nog maar vier keer op het Olympische programma: in 1972, 1992, 1996 en 2000. Voor Nederland waren slechts twee kanoslalommers Olympisch actief: Frits Sins en de van oorsprong Duitse Michael Reijs. Beide heren kwamen zowel in Barcelona 1992, als in Atlanta 1996 uit in de K-1. Reijs eindigde beide keren als 11e, terwijl Sins in Barcelona 19e en in Atlanta 37e werd.
Nederlandse kanoslalommers hadden voor Athene maar één nominatiemogelijkheid: het WK in juli 2003. Van de drie die daar in slaagden, wisten er twee dit jaar vormbehoud te tonen. Zij gaan in augustus dus naar Athene.