Tussen verfrissing en vergrijzing
door Yoeri van den Busken
AMSTERDAM - Bliksemsnel corrigeerde hij zichzelf. Terugkijkend op een voor hem ambivalente start van het Europees kampioenschap begon Wesley Sneijder beleefd. "Het was even een kleine teleurstelling." Maar hij had al meteen in de gaten dat niemand dit zou geloven. Een voetballer die zó gebrand was op het duel tegen Duitsland, kan niet een klein beetje ontgoocheld zijn. Sneijder keek eerst naar de grond, toen omhoog en gaf toe: "Eigenlijk was het een grote teleurstelling."
Het is de reactie van een jonge speler die vindt dat hij nog geen recht van spreken heeft, maar die wel op zijn tong moet bijten. Enerzijds begrijpelijk, soms ook jammer. Er zijn al genoeg internationals die geen brood zien in het beleid van de bondscoach, maar nooit met de vuist op tafel durven slaan. Gisteren, na een bezoek aan de 'uitslaapkamer' in Albufeira, kroop een aantal weer zonder iets te zeggen in de bus. De sfeer wordt bepaald door het resultaat. Verlies zou wellicht iets hebben losgemaakt. Thans bevindt iedereen zich nog op neutraal terrein.
Oranje wordt door tientallen prominenten gevolgd in Portugal, en door miljoenen zelfbenoemde bondscoaches in Nederland. Vaak zijn de meningen verdeeld, maar na de eerste wedstrijd in Porto viel vooral de eensgezindheid in de commentaren op. Dick Advocaat is onnavolgbaar geworden, en niet in positieve zin. Niet voor het eerst moest het elftal na een ontluisterende eerste helft, de eerste tien minuten daargelaten, omgegooid worden. Advocaat heeft opnieuw aangetoond een behoudende twijfelaar te zijn die geen keuzes kan maken en ergens bengelt tussen verfrissing en vergrijzing.
Het gesol met Sneijder is illustratief voor het gezwabber. Sinds het begin van de voorbereiding had Advocaat al zijn bedenkingen. Hij vreesde dat 'young Wesley' de fysieke strijd zou gaan verliezen, terwijl Sneijder het juist omdraaide en van mening was dat Duitsland achter Nederland moest aanlopen.
"We gaan altijd van onze eigen kracht uit", zei Advocaat vooraf nog, maar die krasse taal strookt niet met zijn opvattingen. Hij durft Arjen Robben niet te brengen, maar valt terug op Boudewijn Zenden. Hij durft Sneijder niet te laten duelleren met de Duitsers, maar komt met een ingewikkelde theorie over 4-3-3, waarin drie linksbenige spelers op papier het middenveld bemannen. Om vervolgens het elftal te zien overhellen, waardoor Andy van der Meyde er aan de rechterkant verloren bij liep. Het is te hopen dat Advocaat in de aanloop naar de tweede wedstrijd niet hetzelfde scenario raadpleegt. Of zal de angst voor de Tsjechen weer groter zijn dan het geloof in een dominerend Oranje?
"Ik had begrepen dat ik het goed heb gedaan", zei Sneijder over de eerste weken. Juist omdat hij die indruk kreeg, kwam de klap zo hard aan. De man van 1 miljard, zoals hij na de wedstrijd tegen Schotland werd genoemd, voegt ook als hij niet uitblinkt altijd wel iets toe aan het stramme spel van Oranje. "Sneijder zorgde in de tweede helft voor de ommekeer", vond analist Johan Cruyff. "Hij leek de enige die wist wat hij deed. Hij speelde vooruit, de rest niet."
Vanwege bovenstaande uitlatingen was het zo frappant dat Advocaat, geconfronteerd met de rol van Sneijder, na afloop luchtig opmerkte dat invallen veel makkelijker is. Het klonk kinderachtig. Alsof hij niet wilde erkennen dat Nederland, door vooruit te voetballen, de Duitsers veel eerder in de houdgreep had kunnen nemen. Zoals het ook erg goedkoop was om Johnny Heitinga en Wilfred Bouma te bekritiseren. De jonge verdedigers zijn makkelijke slachtoffers.
Over de tweede helft vertelde Sneijder: "Je kon wel zien dat Andy meer ballen kreeg." Dat de rechterspits daar erg weinig mee deed, is een ander verhaal. Maar het was geen schande om het opportunisme weer eens bij de hand te nemen. Of, zoals invaller Pierre van Hooijdonk stelde: "Het gaat niet om namen, maar om de manier van spelen." In de beginfase was al gebleken dat Duitsland achterin kwetsbaar is én bang voor de Nederlandse stootkracht. Advocaat heeft verzuimd dat psychologische voordeel uit te buiten. Eerst verzoop Sneijder in het verworpen systeem als 'ruitenwisser'. Daarna vond hij zijn plek in het systeem dat hem op het lijf is geschreven, hoewel hij zegt: "Het maakt me geen donder uit waar ik speel; als ik maar speel. Ik wil het heel graag laten zien." Wat in zijn voordeel spreekt: niemand kan aanvallers beter bedienen dan hij. En als er iets niet gebeurt met de tweebenige Ajacied in de ploeg, is het dat een elftal maar één flank gebruikt.
De teleurstelling heeft niettemin weer plaatsgemaakt voor optimisme. Wesley Sneijder geniet namelijk wél het vertrouwen van zijn medespelers. " Phillip Cocu heeft me even apart genomen. 'Wes, maak je niet druk', zei hij. 'Je krijgt nog genoeg kansen'. Dat compliment kan ik in mijn zak steken. Ik heb veel aan dat gesprek gehad. Zó maak je mensen beter."