Limsdealer | donderdag 20 mei 2004 @ 13:39 |
Al geruime tijd vraag ik mij eigenlijk af waarom er eigenlijk evenveel mannen zijn als vrouwen. Zou het biologisch gezien niet evidenter zijn moesten er bijvoorbeeld 10% mannen en 90% vrouwen zijn? Mannen zijn weliswaar nodig voor de voortplanting, maar 1 man op 10 vrouwen zou zeker al voldoende zijn om een soort in stant te houden. Als er veel meer vrouwen dan mannen waren, zou er waarschijnlijk ook geen enkele man het zonder partner moeten doen (nu is dat wel zo :'( ) En toch zijn er ongeveer evenveel mannen dan vrouwen. Waarom dan? | |
1337Wolf | donderdag 20 mei 2004 @ 13:40 |
chromosomen zijn netjes 50/50 bepaald. | |
Stuart | donderdag 20 mei 2004 @ 13:40 |
Er zijn volgens mij meer vrouwen dan mannen hoor ![]() | |
_The_General_ | donderdag 20 mei 2004 @ 13:40 |
Er zijn niet even veel mannen als vrouwen! | |
Limsdealer | donderdag 20 mei 2004 @ 13:41 |
quote:Niet precies evenveel, maar wel ongeveer evenveel. | |
beelz | donderdag 20 mei 2004 @ 13:43 |
hmmm 10% man en 90% vrouw klinkt wel heel erg goed eigenlijk... | |
_The_General_ | donderdag 20 mei 2004 @ 13:43 |
Zelfs dat niet geloof ik, heb je cijfers? | |
Stuart | donderdag 20 mei 2004 @ 13:44 |
quote:Ik ook niet, ik denk dat het iets is van 45% mannen en 55% vrouwen ![]() | |
Biancavia | donderdag 20 mei 2004 @ 13:45 |
Dan moet die man wel hard werken om al die huisvrouwen waar hij kinderen verwerkt heeft te onderhouden. | |
marcom2 | donderdag 20 mei 2004 @ 13:45 |
Het is ongeveer 50/50, ooit wel is biologie gehad mensen? Dan zou je geleerd hebben dat de chromosomen altijd zo verdeeld zijn dat de kans op een jongetje of een meisje 50% is! | |
1337Wolf | donderdag 20 mei 2004 @ 13:49 |
marcom2: zie eerste reactie ![]() | |
Biancavia | donderdag 20 mei 2004 @ 13:49 |
quote:Jaja, dat snappen we hier ook wel. Het punt van TS is, of het niet efficiënter is als er meer vrouwen dan mannen zijn. | |
Eronymus | donderdag 20 mei 2004 @ 13:49 |
iets meer vrouwen in NL.... bron: CBS | |
Doe_je_nix_aan | donderdag 20 mei 2004 @ 13:50 |
Het gaat hier om X en Y chromosomen Een vrouw is: XX Een man is: XY Een spermacel (man) bevat een X of een Y chromosoom. Een eicel (vrouw) altijd een X chromosoom. Dus zijn er 2 combi's mogelijk bij een bevruchtte eicel: XX (meisje) en XY (jongetje) Enz enz. | |
_The_General_ | donderdag 20 mei 2004 @ 13:51 |
quote:Ja, maar dan krijg je landen zoals china met een miljard mensen die liever een jongetje krijgen dan een meisje, gaat je hele biologie les! | |
bullshit. | donderdag 20 mei 2004 @ 13:51 |
dan krijg je een dikke overpopulatie, want je krijg dan 80% meer babys | |
fris | donderdag 20 mei 2004 @ 13:55 |
bejaardentehuizen zitten vol met vrouwen.... | |
EnderOnline | donderdag 20 mei 2004 @ 13:56 |
twee oermannen die 18 oervrouwen moest beschermen tegen alles wat dreigde van buitenaf? lijkt me nogal een zware baan. en wat als ze daarbij doodgingen? 18 vrouwen nutteloos onproductief | |
digitaLL | donderdag 20 mei 2004 @ 13:59 |
Er zullen wel ongeveer evenveel meisjes als jongens geboren worden maar omdat vrouwen ouder worden dan mannen zijn er meer dan 50% vrouwen. | |
Fixxxer | donderdag 20 mei 2004 @ 14:07 |
quote:Coole redenering. | |
VendoR | donderdag 20 mei 2004 @ 14:12 |
quote:Hoezo cool? Een leeuw beschermt toch ook een groep vrouwtjes... mensen konden dat niet? (met hun intelligentie) In de huidige situatie helemaal... beschermen van het vrouwtje speelt nagenoeg geen rol meer. | |
Murray | donderdag 20 mei 2004 @ 14:16 |
quote:Dat was ook mijn eerste gedachte. Maar omdat er evenveel mannen als vrouwen waren lijkt het mij logisch dat de man de jagende/beschermende rol op zich nam toen. Als er minder mannen waren dan zou de vrouw toch gewoon een deel van de jagende/beschermende rol op zich nemen? | |
Tijn | donderdag 20 mei 2004 @ 14:20 |
quote:Sorry? Ik snap niet hoe het beleid in China invloed heeft op de genetica van de mens. | |
BazP | donderdag 20 mei 2004 @ 14:35 |
De mensen die praatten over de chromosomen geven een causale verklaring. De kans op een jongen is iets meer dan 50% de kans op een meisje iets minder dan 50% Jongens gaan vaker dood: op reproductieve leeftijd is de verhouding presies 50% op 50%. De topic starter is volgens mij meer geinterreseert in een Evolutionaire verklaring, dus waarom geven die genen die 50-50 verhouding. Het is goed opgemerkt dat 9 vrouwtjes en 1 mannetje meer nakomelingen zouden opleveren dan 5 mannetjes en 5 vrouwtjes, immers een mannetje kan meerdere vrouwtjes snel achtterelkaar bevruchten, terwijl een vrouwtje een zekere draagtijd heeft. Waarom zien we dan zovaak die 50-50% verhouding? De Fitness van een vrouwtje = aantal dochters + aantal vrouwtjes bevrucht door zonen. De 50% 50% verhouding heeft te maken met het feit dat de 9:1 verhouding met veel meer vrouwtjes een makkelijk invadeerbare strategie is, oftewel er is zeer makkelijk 'cheating' mogelijk. Stel alle vrouwen krijgen 9 dochters en 1 zoon. Dat zou een heel mooi gunstig systeem zijn, is het niet dat cheaten nu kan: stel een vrouwtje krijgt nu juist heel veel zonen: de fractie vrouwtjes die haar zonen bevruchten wordt heel erg groot. Oftewel haar fitness wordt heel hoog. Een populatie sexratio van 0.5 kan niet worden geinvadeerd (50% - 50 %, er is dan geen 'cheating' mogelijk) Dit is dus een " Evolutionair Stabiele Strategie" | |
JohnDDD | donderdag 20 mei 2004 @ 14:36 |
De biologische redenering is niet juist. De topicstarter vraagt naar de evolutionaire redenering. Het is natuurlijk evolutionair gezien beter wanneer het kind evenveel kans maakt op de eigenschappen van de moeder als van de vader. Daarom maakt hij ook evenveel kans man te worden als vrouw? | |
teknomist | donderdag 20 mei 2004 @ 14:38 |
Meer vrouwen dan mannen ![]() | |
DakDuuf | donderdag 20 mei 2004 @ 14:39 |
ahuw... totally agree met BazP.. maar theoretisch gezien, 50/50 op man vrouw, in de praktijk gezien, 51% man en 49 % vrouw... geef eens een verklaring??? Is redelijk simpel... man: xy vrouw: xx.. De laatste(geslachts chromosoom) is bij een vrouw groter dan bij een man, en die zaadcel moet meer meedragen aan erfelijke eigenschappen.. is dus trager.. tadaaaa | |
_The_General_ | donderdag 20 mei 2004 @ 14:40 |
quote:Niet op de genetica, wel op de verhoudingen m/v die geboren worden, en of blijven leven! | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 14:41 |
quote:Dat wil nog niet zeggen dat er evenveel jongetjes als meisjes worden geboren, na het maken van de XX of XY combinatie kunnen er nog tig factoren zijn die bepalen of het uiteindelijk levensvatbaar is. Stel nou dat de combinatie XY maar 50 % levensvatbaar is t.o.v. de XX combinatie, dan zouden er ongeveer tweemaal zoveel meisjes als jongens rondlopen op deze aardkloot. Biologisch gezien hoeven er niet zoveel mannen rond te lopen om voor voldoende nakomelingen te zorgen, dan zou de ratio 1:10 al voldoende zijn. De taakverdeling zou dan ook totaal anders zijn als nu het geval is en ik denk de rol van de man ook meer ondergeschikt zou zijn aan de die van de vrouw, immers mannen worden dan meer gezien als een soort fokstieren. | |
caponi | donderdag 20 mei 2004 @ 14:42 |
quote:omdat mannen over het algemeen eerder sterven dan vrouwen. | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 14:43 |
quote:Dat had meer te maken met de zuurgraad waarin de zaadcel zich moet bewegen, bij een lage pH is de mannelijke sneller dan de vrouwelijke (of omgekeerd), in ieder geval wisten bepaalde volksgroepen zich op die manier altijd te verzekeren van een mannelijk nageslacht. | |
Karina | donderdag 20 mei 2004 @ 14:44 |
quote:Maar dan zouden er wel een heleboel vrouwen zonder partner zijn, of de vrouwen zouden het geen probleem moeten vinden hun partner te moeten delen. | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 14:44 |
quote:Dat is aan het veranderen de laatste tijd, mannen stabiliseren, terwijl de vrouwen minder oud worden. Dit komt ondermeer omdat vrouwen meer (zijn gaan) roken en omdat vrouwen steeds meer werken in stressvolle omgevingen. | |
digitaLL | donderdag 20 mei 2004 @ 14:45 |
Denk ook dat het te maken heeft met de enorme investering die in een mensenbaby moeten worden gedaan. Beide ouders willen zeker zijn dat hun investering ook hun genen en goede komt. (The selfish gene) | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 14:45 |
quote:het mormoon principe dus ![]() | |
Tijn | donderdag 20 mei 2004 @ 14:48 |
quote:Tsja, alles wat er na de bevruchting gebeurt is eigenlijk irrelevant. Het gaat erom waarom die verhouding aanvankelijk 50/50 is. Hoe we dat later zelf manipuleren heeft daar niks mee te maken. | |
BazP | donderdag 20 mei 2004 @ 14:50 |
Zelfs Darwin kwam niet uit dit probleem: quote:Volgens mij kwam Hamilton in 1967 met de oplossing die ik net gaf, dus met die stabiele strategieen en invadeerbare strategieen. Als je er meer over wilt weten kan ik het wel opzoeken, het is voor mij onderhand al meer dan een jaar geleden dit ![]() | |
BazP | donderdag 20 mei 2004 @ 14:53 |
quote:Inderdaad zo is het aan mij ook geleerd. Ik weet niet of hier ooit leuke experimenten mee zijn gedaan ![]() | |
BazP | donderdag 20 mei 2004 @ 14:59 |
quote:Interresant! Maar ook dit is een causale verklaring, laten we ons in dit topic bezig houden met evolutionaire daar ben ik beter in ![]() ![]() | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 15:23 |
quote:Niet echt causaal, want op die manier wordt ook in bepaalde klinieken selectie gemaakt tussen "mannelijk" en vrouwelijk" zaad voor KI toepassing, op die manier kun je kiezen voor een meisje of jongetje, met een zekerheid van 90 %. Maar goed nog even terug op de topic dan maar: er worden iets meer meisjes dan jongetjes geboren, dat kwam omdat de meisjes meer overlevingskans hadden totaan de geboorte. Na de geboorte hebben de jongetjes weer meer kans om te komen overlijden, vanwege de grotere risico's die ze nemen met spelen etc. Op middelbare leeftijd hadden de vrouwen meer overlevingskans, omdat ze minder risico';s hadden qua hart en vaatziekten, maar dat is aan het uitdoven, omdat mannen minder zijn gaan roken en vrouwen meer, daarnaast krijgen vrouwen steeds meer leidinggevende banen en daarmee gepaard gaande gezondheidsproblemen door stress etc. | |
Asclepius | donderdag 20 mei 2004 @ 15:41 |
quote:Onjuist. In Nederland ligt de verhouding bij geboorte op 51,38% - 48,62%, in het voordeel van de jongetjes. In de spermatozoa ligt de verhouding op 50,31% (verschilt significant van de geboorteverhouding, p = 0,0000055, verschilt niet significant me de 50% verwacht gezien de Mendeliaanse erfelijkheidsleer). Met andere woorden: 50.3% van de spermatozoa bevat een Y-chromosoom, terwijl ruim 51,3% van de levend geboren een mannetje is. Er is blijkbaar een voordeel voor het Y-chromosoom. Waarschijnlijk is dit voordeel resultaat van een complex samenspel van factoren, waaronder leeftijd van pa en ma. Wat ook wel weer opmerkelijk is, bij spontane abortus ligt de de verhouding M:V nog hoger, in NL 53,87 : 46,13. http://humrep.oupjournals.org/cgi/reprint/14/11/2917 [ Bericht 0% gewijzigd door Asclepius op 20-05-2004 15:56:59 ] | |
_joepie_ | donderdag 20 mei 2004 @ 15:49 |
quote:ergens klopt iets niet in deze getallen... ik denk dat de tweede uitspraak niet klopt, want dan zouden er tweemaal zoveel meisjes als jongens zijn. | |
Asclepius | donderdag 20 mei 2004 @ 15:56 |
ah, je hebt natuurlijk gelijk... even snel editten! | |
Gutnre | zondag 23 mei 2004 @ 11:49 |
quote:[X] interesse | |
sol1tair | zondag 23 mei 2004 @ 12:08 |
quote:Klinkt zeker goed, wel moet de week dan uitgebreid worden van 7 naar 9 dagen ![]() | |
_joepie_ | zondag 23 mei 2004 @ 12:24 |
quote:Slecht idee, dan heb je nog minder weekenden op jaarbasis, beter de week inkorten ![]() | |
DionysuZ | zondag 23 mei 2004 @ 12:55 |
Ik denk dat het 50/50 principe het beste principe is. Vroeger leefden mensen niet in grote steden van 50.000 of meer inwoners, in de oertijd leefden ze in kleine groepjes. Als de kans op een jongen dan 1/10 is en de kans op een meisje 9/10, dan worden er dus heel veel meisjes geboren en is de kans in een kleine groep dat er helemaal geen jongens worden geboren de komende 20 jaar dus veel groter en sterft de groep uit ![]() | |
BabeWatcher | zondag 23 mei 2004 @ 19:52 |
quote:Als er veel meer vrouwen dan mannen zijn, zal de man in veel gevallen "het doen" met een familielid waardoor er grotere kans is op gen-defecten (mongooltjes). | |
hace_x | zondag 23 mei 2004 @ 22:38 |
Die uitleg van BazP is wiskundig gezien heel mooi. Het is logisch en daarom evolutionair verklaarbaar. Je moet het gedachtenexpiriment gewoon even zelf doen. Neem een populatie met evenveel mannen als vrouwen. Stel dat al deze mensen in 90 procent van de gevallen een dochter krijgen en 10 procent een zoon. Elk kind, heeft een kleine variatie: het 90/10 kan dus worden 91/9 of 89/11 kans. Als je dat in een computer stopt, zie je heel snel, dat de mensen die samen zorgen voor kinderen met een hogere kans op een zoon, zich plotseling 'snel door de populatie verspreiden'. Simpelweg omdat die zonen kunnen 'feasten' op al die dochters. De kinderen van die partners, hebben echter ook een hogere kans op een zoon, juist omdat die eigenschappen zich zo snel door de populatie heen verspreiden. Oftewel: de eigenschappen dat mensen 90 procent dochters krijgen, sterft in de populatie snel uit. Op een gegeven moment stabiliseert zich dat zo rond de 50/50. Andersom beginnen, met 10 procent kans op dochter en 90 op jongen, heeft hetzelfde effect: De eigenschappen 90 procent zonen sterft snel uit simpelweg omdat er snel geen vrouwen zijn om te bevruchten ![]() Evolutie is pijnlijk logisch wiskundig na te doen. | |
sol1tair | maandag 24 mei 2004 @ 07:09 |
quote:Geemancipeerde vrouwen werken toch ... dus dat hoef jij niet te doen en bovendien met negen vrouwen heb je sowieso geen tijd om te werken ![]() | |
BazP | maandag 24 mei 2004 @ 15:47 |
Hier een stukje uit een Ecologie dictaat uit het 2e leerjaar Biologie Geslachtsverhoudingen ( Auteur: Jacques van Alphen) In de wetenschappelijke literatuur wordt onder de geslachtverhouding verstaan het aantal mannetjes, gedeeld door aantal mannetjes plus aantal vrouwtjes. Een geslachtsverhouding van 0.1 wil dus zeggen 10% mannetjes, 90% vrouwtjes. De meeste seksuele organismen produceren ongeveer evenveel mannelijke als vrouwelijke nakomelingen. Waarom dit zo is, is een vraag die Darwin (1859) zich al gesteld had. Het was echter ruim 70 jaar later dat Robert Fisher (1930), als eerste een theorie publiceerde die een antwoord geeft op deze vraag. Fisher argumenteerde, dat als er, om wat voor reden dan ook, op een bepaald moment méér mannet j es in de populatie zijn dan vrouwtjes, dat ouders dan méér kleinkinderen kunnen verwachten via een dochter dan via een zoon. Dat komt omdat niet alle mannen in de populatie pamters zullen kunnen vinden. Ouders met een erfelijke aanleg om meer dochters dan zonen te krijgen zullen onder die omstandigheden meer kleinkinderen krijgen, waardoor de geslachtsverhouding in de populatie zal gaan verschuiven. Als er na verloop van tijd meer vrouwtjes dan mannetjes in de populatie worden geproduceerd, dan hebbenjuist de ouders met een erfelijke aanleg om méér zonen te produceren eenvoordeel, omdat zonen dan gemiddeld meer kleinkinderen zullen opleveren dan dochters (zie fig. 1 ). (Immers, een zoon kan verwachten met meer dan een vrouwtje te paren.). Natuurlijke selectie zal dus steeds in de richting van een gelijke geslachtsverhouding werken, omdat er altijd tegen het meest talrijke geslacht wordt geselecteerd. Zulke selectie heet frequentie-afhankelijke, stabiliserende selectie. De evenwichtssituatie met evenveel mannen als vrouwen is een Evolutionaire Stabiele Strategie, waarbij de fitness opbrengst van een zoon gelijk is aan die van een dochter. Let er op dat de ESS voor de populatie geldt: niet iedere ouder moet 50% zonen en 50% dochters produceren. Als de geslachtsverhouding in de populatie 0.5 is, zijn zonen en dochters evenveel waard, en kan een ouder net zo goed allemaal zonen, allemaal dochters of een mengsel van zonen en dochters produceren (figuur 2) Fisher realiseerde zich dat dit selectieproces alleen opgaat, als de investering die een ouder moet doen om een zoon groot te brengen gelijk is aan die voor een dochter. Dus, als een van beidesexen méér aan investering kost, leidt de selectie tot een evenwicht bij eenscheve geslachtverhouding, .waarbij het "goedkope"geslacht in de meerderheid is. Fisher ging er van uit dat ieder mannetje in de populatie een gelijke kans zou hebben om met ieder vrouwtjes in de populatie te paren, en omgekeerd, een zogenaamde"panmictische" populatie. Bill Hamilton (1967) besefte dat dit voor veel organismen niet opgaat. Vooral kleine dieren waarvan het voedsel verdeeld is over geisoleerde plekjes, kunnen vaak alleen maar paren met soortgenoten die zich op hetzelfde plekje bevinden. Hoe evolueert de geslachtsverhouding in die situatie? Laten we eerst de meest eenvoudige situatie bekijken. Een enkel vrouwtje vindt een plekje om eieren te leggen. Na haar komen er geen andere vrouwtjes op dat plekje. Ze weet dat haar dochters moeten paren met haar zonen. De zonen zullen dus met elka~r om partners moeten concurreren. (Daarom staat Hamilton' s model bekend onder de naam "Local Mate Competition".) Hoe kan ze het aantal kleinkinderen maximaliseren? Ze legt tien eieren, en ook haar dochters zullen later tien eieren kunnen leggen. In tabeli kun je zien hoe het aantal kleinkinderen afhangt van de geslachtsverhouding bij haplo-diploide insecten. Als één zoon met 9 dochters kan paren, is 9 dochters en één zo'n de geslachtsverhouding die de hoogste fitness geeft, omdat dan de meeste kleinkinderen worden geproduceerd. Figuur 1: Relatieve fitness van verschillende geslachtsverhoudingen in een panmictische populatie. ![]() Figuur 2. Als de geslachtsverhouding in de populatie = 0.5, dan zijn zonen even veel waard als dochters ![]() Tabel I Geslachtsverhouding N kleinkinderen 1.0 0 0.9 10 0.8 20 0.7 30 0.6 40 0.5 50 0.4 60 0.3 70 0.2 80 0.1 90 0.0 ? Nu een iets ingewikkelder geval: Er komen twee vrouwtjes op één plekje leggen. Als ze beide zouden afspreken ieder 9 dochters en één zoon te produceren, dan zou de produktie aan kleinkinderen gemaximaliseerd worden. Maar is dat wel een evolutionaire stabiele strategie? Of, om het anders te vragen, kan een populatie van individuen met deze strategie geinvadeerd worden door individuen met een andere strategie? In tabel 2 kun je zien dat 9 dochters en 1 zoon geen ESS is. Die tabel. geeft een rekenvoorbeeld, als vrouwtjes die een verschillende geslachtsverhouding produceren samen op het zelfde plekje leggen. Drie combinaties zijn gekozen: vrouwtjes die ieder 9 dochters en 1 zoon produceren, een combinatie van een vrouwtje dat 5 zonen en 5 dochters produceert en een vrouwtj e dat 9 dochters en een zoon produceert, en ten slotte de combinatie van twee vrouwtjes die ieder 5 zonen en 5 dochters produceren. De onderstaande tabellaat zien dat plekjes met twee mutantvrouwtjes met een s.r van 0,1 de grootste produktie hebben en die met twee vrouwtjes met s.r. 0.5 de laagste. Op het niveau van de populatie is er dus selectie voor de mutant want die geeft de grootste bijdrage aan de volgende generatie. Maar als je kijkt wat er gebeurt op het plekje dat gedeeld wordt door de vrouwtjes van beide typen, zieje dat het vrouwtje met s.r = 0.5 beter af is. Haar zonen kunnen behalve met hun eigen zussen ook paren met de dochters van de mutant. ledere zoon van de mutantmoeder moet concurreren tegen 5 zonen van de moeder met s.r 0.5. Dus het produceren van 9 dochters en 1 zoon is geen stabiele strategie in aanwezigheid van concurrenten die 5 zonen en 5 dochters produceren, want selectie binnen plekjes werkt tegen zulke mutanten. In ons getallenvoorbeeld doet de mutant met s.r. = 0.1 het toch beter dan de resident met s.r. =0.5. Maar de vraag is of er mutanten bestaan die het nog beter zouden doen. Het antwoord op die vraag komt van een model van de evolutiebioloog Bill Hamilton. Tabel 2. Fitness van mutant en resident in een habitat met 3 plekjes. ![]() Selectie binnen 3 plekken en in de populatie Hamilton rekende uit wat de beste geslachtsverhouding was voor twee vrouwtjes die samen op een plekje zijn, en ook voor drie vrouwtjes en meer. De wiskundige afleiding vind je als appendix. De oplossing blijkt te zijn dat de fti:! evolutionair stabiele geslachtsverhouding voor n-vrouwtjes op een plekje (n-l )/2n is. Als er meer vrouwtjes samen op een plekje komen moeten ze meer zonen produceren, om te compenseren voor de concurrentie van de zonen van de andere vrouwtjes. Voor grote waarden van n nadert de stabiele geslachtsverhouding tot 0,5 (zie figuur 1) en zijn we terug bij de theorie van Fisher. De conclusie is dat selectie kan optreden voor voor geslachtsverhoudingen die naar de vrouwelijke kant zijn verschoven in populaties die onderverdeeld zijn in geïsoleerde groepjes reproducerende vrouwtjes. Voorwaarde is dat de mannetjes die op zo'n plekje geboren worden ter plaatse de aanwezige vrouwtjes bevruchten. In figuur twee zie je nog een reden waarom bij kleine dieren waarvan het voedsel verdeeld is over geïsoleerde plekjes selectie optreedt voor scheve geslachtverhoudingen. De scheve geslachtsverhouding leidt tot een grotere populatiegroei, waardoor het aandeel van vrouwtjes die zo'n geslachtsverhouding produceren in de totale populatie steeds groter wordt. Scheve geslachtverhoudingen kunnen op eenvoudige wijze geproduceerd worden door dieren die een haplo-diploïde geslachtsbepaling hebben. Bij zulke dieren zijn de mannetjes haploide en de vrouwtjes diploide. Dit is het geval bij de vliesvleugelige insecten (de Hymenoptera). Het systeem werkt als volgt: Een mannetjes insemineert een vrouwtje. Het sperma woordt door het vrouwtje opgeslagen in een afsluitbare holte, de zogenaamde spermatheca. Als ze een ei legt, kan ze al of niet de spermatheca openen en een spermatozoïde bij het ei laten. Legt ze een onbevrucht, dus haploïde ei dan ontwikkelt dat tot een mannetje, laat ze een spermatozoïde toe, dan is een diplode vrouwelijke nakomeling het gevolg. Dit systeem laat toe dat bij Hymenoptera de geslachtsverhouding van de nakomelingen kan worden aangepast aan de situatie. Bij organismen met gedifferentieerde geslachtschromosomen is aanpassing van geslachtsverhouding moeilijker. Er is dan wellicht sprake van een erfelijke beperking. Toch kan er ook daar wel van de 0.5 verhouding worden afgeweken. Bij zoogdieren bijvoorbeeld door selectieve abortus. Bij veel soorten sluipwespen, vijgenwespen en mijten zijn geslachtsverhoudingen gevonden zoals voorspeld door het Hamilton model. | |
MeneerGiraffe | maandag 24 mei 2004 @ 15:47 |
Komtie: Het is belangrijk evolutionair gezien dat er een grote diversiteit is van genen. Stel: 10% mannen 90% vrouwen. Elke man 'moet' 9 vrouwen bevruchten. Dat betekent dat die 9 vrouwen allemaal genen overerven van een mannetje. Hierdoor is er een kleinere diversiteit aan genen, wat een verkleinde overlevingskans tot gevolg heeft. Bij een 50%/50% verhouding paart in theorie elk vrouwtje met een ander mannetje, wat een grotere diversiteit aan genen tot gevolg heeft. Dit heeft als gevolg dat de populatie beter op een omgevingsverandering kan reageren. Daarnaast zou het ook een erg complex systeem zijn als er een 1:9 verhouding zou moeten komen. En aangezien het toch via de evolutie gaat is waarschijnlijk dit mindere complexe systeem ontstaan. | |
BazP | maandag 24 mei 2004 @ 15:50 |
quote:Dit is voor de echte bikkel/liefhebber ![]() ![]() ![]() | |
MeneerGiraffe | maandag 24 mei 2004 @ 15:51 |
quote:Dit is zelfs nog logischer ![]() | |
Doe_je_nix_aan | dinsdag 8 juni 2004 @ 22:09 |
Leuk slim stukje BazP... Maar een ding klopt niet:quote:Hoevaak gaan wij jongens dan dood? |