Dekker heeft zijn samenwerking met Cecchini verbroken. Vandaag stond er in de Telegraaf ook een interview met Cecchini.
quote:
LUIGI CECCHINI
WIELERTRAINER
(Telegraaf) Hij staat bekend als de beste trainer in de wielersport. Maar zijn reputatie is even zo bedenkelijk nadat tal van ‘zijn’ kampioenen betrokken raakten in dopingaffaires. Sinds UCI-voorzitter Pat McQuaid vorige week zijn naam noemde en de renners adviseerde niet meer met hem te samenwerken, is de maat vol. Voor het eerst in tien jaar doorbreekt Luigi Cecchini het stilzwijgen. Tegenover Telesport wil de Toscaan eenmaal zijn verhaal doen, omdat hij ziet dat zijn huidige pupil Thomas Dekker gebukt gaat onder alle kritiek. ,,Thomas moet zijn trainingswerk met mij beëindigen. Helaas heeft hij geen andere keuze”, zegt ‘Cecco’ berustend.
,,Thomas Dekker moet stoppen met mij. Mijn naam schaadt zijn imago”
IN DE VUURLINIE
,,Fuentes heb ik de laatste drie jaar nooit meer gesproken”
door RAYMOND KERCKHOFFS (Telegraaf)
LUCCA, zaterdag 30 juni
In zijn riante landhuis net buiten Lucca toont hij zich een ware ‘patras familias’. De grote tafel in de keuken is ’s avonds het verzamelpunt, waarbij bekenden welkom zijn om tijdens het diner aan te schuiven. Zijn twee zonen Azano en Stefano komen trouw naar dit samenzijn, terwijl voelbaar is dat Thomas Dekker het afgelopen anderhalf jaar als familielid is geaccepteerd. Vol trots schenkt Luigi Cecchini de wijn uit zijn eigen wijngaard en toont met Italiaanse charme zijn gastvrijheid.
Totdat de jonge Dekker even de tafel verlaat. Cecchini pakt ineens mijn pols. De glimlach verlaat zijn gelaat en de groeven in zijn voorhoofd tonen zijn ernst. ,,Zeg alstublieft dat Thomas stopt met onze samenwerking”, vraagt hij op haast smekende toon. ,,Helaas schaadt het zijn imago wanneer hij met mij verder gaat. Ik heb een slechte naam. Als de media een bepaald beeld van je creëren, kun je daar moeilijk tegen vechten. Drie keer deed justitie een onderzoek naar me. Ze hebben zelfs mijn telefoons afgetapt. Maar ze kwamen er snel achter dat ik niet betrokken was in dopingaffaires. Wanneer de voorzitter van de UCI mij echter zonder bewijzen in een slecht daglicht plaatst, houdt het op.”
Cecchini wijst erop dat Dekker zelf in staat is zijn training te vervolgen, terwijl hij vertrouwen in Rabobanktrainer Louis Delahaye heeft. Al vindt hij het belangrijk dat het 22-jarige talent in de buurt van de bergen blijft wonen. ,,Wil Thomas ooit meedoen in een grote ronde, dan moet hij dagelijks klimmen. Dat is een voorwaarde. Thomas blijft verder altijd een vriend van de familie. Dat kunnen ze ons niet afnemen. Hij is een van de meest sociale, talentvolste en intelligentste renners met wie ik ooit gewerkt heb.”
Met pijn in zijn hart gaat Cecchini afscheid nemen van de wielersport. Nog vijf renners begeleidt hij in de training, maar eigenlijk wacht hij tot zij het besluit nemen de samenwerking te beëindigen. Het kenmerkt zijn realisme, waarbij hij zijn eigen passie naar het tweede plan schuift. Aan de overkant van de weg ademt zijn kantoor de sfeer van een wielermuseum. Overal staan trofeeën en hangen foto’s van winnende renners met bijschriften. ‘Grazie Cecco’ is veelal de boodschap. Bugno, Ballerini, Tchmile, Cipollini, Bartoli, Sörensen, Bettini, Riis, Hamburger, Casagrande, Petacchi, Basso, Ullrich, Cancellara en Cunego zijn de belangrijkste kampioenen. Toch spreekt de Toscaan niet over ’zijn geheim’.
Hij noemt het een voorrecht dat hij met de betere renners heeft gewerkt. Een goede trainer is in zijn ogen iemand die zo weinig mogelijk fouten maakt. ,,De wielersport is nog geen professionele sport. Kijk naar voetbal, atletiek en tennis, waar iedereen zijn persoonlijke trainers heeft. In het wielrennen deed de ploegleider tot vijf jaar geleden alles, terwijl de meeste ploegen nu een trainer voor dertig renners hebben. Een trainer kan hooguit tien coureurs goed begeleiden.”
Halverwege de jaren tachtig was hij een van de eersten met het SRM-systeem. Door hartslag, pedaalomwentelingen, kracht, wattage en snelheid in beeld te brengen, kreeg hij een goed beeld van de training. Doordat hij jaarlijks ruim 30.000 kilometer fietste, kon hij zijn ervaring naar de SRM vertalen. ,,Ik heb heel veel ervaring en informatie van topwielrenners verzameld. Dagelijks sta ik in contact met de renners en neem hun uitdraai van de SRM en persoonlijke notities door. Vaak kijk ik een half uur naar alle gegevens, voordat ik beslis hoe de renner de volgende dag traint. Daarbij is het belangrijk dat de renner weet wat hij doet. Sommigen noemen mij een goede psycholoog. Dat gaat te ver. Wanneer een renner begrijpt wat hij doet, wordt hij uiteindelijk zelf de beste trainer.”
Cecchini’s naam wordt veelvuldig genoemd in de Italiaanse heilige drievuldigheid. Samen met Francesco Conconi en Michele Ferrari bracht hij de wielersport op een hoger plan. Maar de drie namen zijn ook onlosmakelijk verbonden aan dopingbegeleiding. ,,Overal word ik de leerling van Conconi genoemd, maar ik ken hem alleen van congressen van sportartsen. Slecht één keer heb ik Conconi ontmoet. En op de universiteit van Ferrara ben ik ook slechts eenmaal geweest. Toch wordt mijn naam in de media aan die universiteit gelinkt. Waarom? Geen idee. Met Ferrari had ik eveneens nooit innig contact. Een seizoen werkten we samen bij Ariostea. Ons contact was koel en zakelijk, maar met onderling respect.”
Ondanks zijn opleiding als arts besloot ‘dottore’ Cecchini in 1996 zijn medische werkzaamheden in de sport te stoppen. Hij richtte zich vanaf toen, zo zegt hij, alleen op trainingstechnische aspecten. Een bewuste keuze. Juist in 1996 won zijn pupil Bjarne Riis de Tour de France. Een zege die met hulp van epo tot stand kwam. Het werd als een ‘smoking gun’ richting Cecchini gezien. Tot drie keer toe raakte ‘Cecco’ betrokken in onderzoeken naar doping. In 1994 werd zijn naam genoemd door dopingjager Sandro Donati. In een rapport over epo-gebruik in de sport werd zijn naam door twee van de elf getuigen genoemd. ,,Er werd een onderzoek naar twintig sportartsen gedaan. Mijn naam verscheen in de kranten, maar ik heb van justitie nooit iets van gehoord.”
Vier jaar later doen de autoriteiten wel een huiszoeking in Lucca. In de apotheek Giardini Margherita in Bologna, een draaischijf van de dopinghandel in Italië, stuitte het gerecht op ondertekende dopingrecepten door onder meer Ferrari en Cecchini. ,,De politie heeft alles onderzocht, maar niets gevonden. Ik ben later nooit verhoord. Justitie heeft verklaard dat het onderzoek naar mij was afgesloten. Toch stond mijn foto in de kranten en schreef men dat er verboden producten waren aangetroffen. Drie keer heb ik een proces aangespannen tegen journalisten. Drie keer kreeg ik een schadevergoeding. Maar ik kan niet tegen iedereen blijven vechten. Ik heb fulltime een advocaat in dienst om alle leugens over mijn persoon te onderzoeken. Ooit haal ik mijn gram.”
Ook in ‘Operacion Puerto’, de grootste dopingaffaire in de wielersport, dook zijn naam op in de media. Cecchini kan niet ontkennen dat hij het spilfiguur, de Spaanse gynaecoloog Eufemiano Fuentes, heeft gekend. In 2001 wint Angel Luis Casero de Ronde van Spanje. In de afsluitende tijdrit verovert hij de leiderstrui. Niet veel later wordt er telefoonverkeer ontdekt tussen Fuentes en Cecchini. Die vraagt aan de arts naar Madrid te gaan om ‘datgene waar hij weet van heeft klaar te maken’. ,,Toen ik ploegarts bij Ariostea en MG was, kwam ik Fuentes als arts van Kelme tegen. In 2001 vroeg hij me of ik Casero wilde begeleiden, omdat die met het SRM-systeem wilde werken. Voor de bewuste tijdrit besloot ik om Casero met een langere crank te laten rijden. Dat gaf ik telefonisch aan Fuentes door. Met Fuentes heb ik drie jaar geleden voor het laatst contact gehad. Zijn dochter was ernstig ziek en Fuentes zocht contact met alle artsen die hij kende voor de beste behandeling. Ik kende oncologen in Sienna waarmee ik contact heb gelegd. Uiteindelijk heeft Fuentes besloten om zijn dochter elders te laten opereren. Sindsdien heb ik hem nooit meer gesproken.”
Het raakt hem dat zijn naam gekoppeld wordt aan ‘Operacion Puerto’. Al is het natuurlijk opvallend dat zijn renners Basso, Jaksche en Hamilton betrokken zijn in deze bloeddopingzaak. ,,Maandenlang is Fuentes gevolgd. Lees het dossier echter na en mijn naam komt nergens voor. Zo langzamerhand ga ik eraan kapot altijd leugens over mij te lezen.”
Dat een aantal van zijn renners betrapt zijn op doping komt zijn naam niet ten goede. ,,Ik ben enorm in die renners teleurgesteld. Maar ik voel me niet schuldig. Ik heb te maken met volwassen personen. Als zij dingen achter mijn rug om doen, kan men mij daar niet de schuld van geven. Met Basso heb ik goed gewerkt. Ik ben overtuigd dat hij in de periode onder mijn trainingsregime geen verkeerde dingen heeft gedaan. Ullrich zag ik maar tien dagen per jaar. Ik weet niet wat hij de rest van het jaar heeft gedaan. Het raakt me als ik zie wat er nu allemaal gebeurt. Ik zit in een positie waarbij mijn naam ten onrechte in allerlei zaken wordt verwikkeld. Aan alle onderzoeken heb ik meegewerkt en nooit hebben de onderzoekers iets kunnen vinden. Helaas telt dat niet voor de journalisten.” Wanneer we Cecchini na afloop vragen om voor een foto te poseren, weigert hij resoluut. ,,Sommige mensen zijn er trots op om in de krant te komen. Voor mij heeft dat geen waarde meer. Ik heb nog een keer willen spreken voor Thomas. Omdat hij geen slachtoffer moet worden van mijn naam.”