.Johan Cruijff, 1947 - ????.
Als we aan Johan Cruijff denken, dan denkt het gros van de mensen aan de voetballer Cruijff. Ik zou willen zeggen dat het bijna jammer is dat Johan Cruijff zo'n geweldige voetballer is geweest en nog steeds zoveel goede en briljante dingen doet op het gebied van deze sport, want anders zou het fenomeen Cruijff de geschiedenis ingegaan zijn als een, wellicht zelfs de grootste denker die Nederland ooit heeft voortgebracht.
Voordat ik begin met mijn korte gedachten over het briljante gedachtengoed van Cruijff vind ik het belangrijk om eerst van een paar vooroordelen over Johan Cruijff af te stappen. Velen hebben de neiging om te denken dat Cruijff 'dom' zou zijn, terwijl het tegendeel waar is, zoals ik al eerder zei. Dit vooroordeel komt deels tot stand omdat Cruijff met een Amsterdams accent praat, maar zoals jullie ongetwijfeld met mij eens zijn kunnen wij dit beter wijten aan het feit dat Johan Cruijff de eerste jaren van zijn nu al bewonderingswaardige leven op een steenworp afstand van het oude Ajax-stadion 'De Meer' heeft doorgebracht dan aan een gebrek aan hersencapaciteit. Dan is er ook nog het stigma dat alle voetballers dom zijn wat wordt beargumenteerd met het feit dat vrijwel geen enkele voetballer een vervolgopleiding heeft gevolgd. Realiseer je dat het moment waarop men de keuze maakt om van voetballen een beroep te maken vrijwel altijd op hetzelfde moment komt waarop anderen een keuze maken om door te leren en aangezien voetballen op zulk een hoog niveau nogal veel tijd kost heeft men dan geen tijd meer om nog te studeren. Cruijff heeft hierom ook de
Cruijff-universities opgericht in meerdere landen zodat prof-sporters het studeren en sporten kunnen combineren. Maar laat ik nu geen tijd meer verspillen aan het proberen weg te nemen van vooroordelen over Cruijff en professionele sporters in het algemeen en overgaan tot het gedachtengoed van Cruijff.
De citaten van Cruijff, waar hij vooral om bekend is komen op het eerste gezicht meestal over als
'boerenwijsheidjes', maar ik zou liever spreken van pure efficiëntie. Zijn stijl van uitdrukken is vaak vergelijkbaar met die van spirituele leiders, zoals de Dalai Llama, de Here Jezus en veel van dit soort denkers. Een groot verschil is echter dat er in de schijnbare algemeenheden van Cruijff daadwerkelijk een achterliggende boodschap zit. Hij brengt het alleen sneller. Ik zal even een voorbeeld geven.
Italianen kennen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen.Buiten de voetbaltechnische zaken waar Cruijff met dit citaat op wijst, zoals het verdedigende spel gericht op de counter wat het Italiaanse voetbal typeert, toont het citaat ook weer de beklemmende werking van taal bij het uiten van gedachten. Het is nog simpel om in te zien dat er meerdere manieren en oorzaken te zijn om in bepaalde zaken te falen. Dit kan men wijten aan gebrek aan inzet, gebrek aan kunde, gebrek aan de juiste middelen om het doel te bereiken en zo gaat dat ook op voor winnen. Het citaat van Cruijff gaat echter verder dan puur op het wijzen van mogelijke oorzaken die tot winnen of verlies kunnen leiden. Laten we eerst even de volledige juistheid van het citaat aantonen, voordat we verder gaan met een iets diepere analyse. 'Italianen kunnen niet van je winnen.' Dat klopt, genoeg voorbeelden uit de geschiedenis waarin men verloor van Italianen. 'Maar je kan wel van ze verliezen.' En daar hebben we ook genoeg voorbeelden van.
Cruijff zegt in dit citaat, dat het niet mogelijk is dat Italianen winnen. Of om dit dan met iets meer nuance te brengen:
'Het is zo dat; Italianen niet de middelen, de inzet, de begaafdheid of andere mogelijke oorzaken die tot winst kunnen leiden hebben'. De enige manier waarop, om even in de voetbalmetafoor te blijven, de Italianen '
de drie punten in eigen huis houden', is door zelf te verliezen. Het tweede deel van dit citaat is '
Maar je kan wel van ze verliezen.' Om hier dan weer meer nuance in te brengen zeg ik het volgende: '
Het is zo dat het kan tekortschieten aan middelen, inzet, de begaafdheid of andere mogelijk oorzaken die tot winst kunnen leiden.'
Hiermee komen we tot een vraag op het gebied van levensbeschouwende zaken en taal. Als we er simpelweg van uitgaan dat winnen en verliezen een tegenstelling zijn, dan maken we een grote fout. Zoals Cruijff al zei
'Kennen Italianen niet van je winnen, maar je ken wel van ze verliezen.. Er zit dus een duidelijke nuance in het
'winnen' en het
'winnen door verlies van de tegenstander'. Wat Cruijff ons met dit citaat leert, is dat het het eigen verlies, of zelfs het eigen verliezen is, dat de tegenstander de winst mogelijk maakt. Om dan vanaf hier weer een hele grote en volkomen dronken stap te maken naar andere vraagstukken die ons bezighouden vervangen wij de tegenstellingen.
De tegenstander in de gedachte '
winnen door verlies van de tegenstander' kunnen wij gemakkelijk vervangen met '
de andere'. Zelfs met deze verandering houden wij ons nog steeds op hetzelfde voetbal-technische citaat van Cruijff. Laten we dan deze nieuwe zin nemen als basis voor andere vraagstukken, Cruijff leert ons nu dat er iets is als '
winnen door verlies van de tegenstander'. Laten wij nou eens twee andere tegengestelde woorden nemen en die hier invullen. En dan zien wij de volledige relativering van prangende vraagstukken waar 14-jarige pubertjes zich mee bezighouden als ze blowtjes roken in grasvelden en dan roepen 'dat filosofie best wel diep gaat, man...'
Een voorbeeld;
Er is goedheid, door slechtheid van anderen. Met het oorspronkelijke citaat een een gedachtengang van mijn kant van ongeveer een uurtje, heeft Cruijff Platonisch gewauwel zoals '
het Goede' volledig gerelativeerd en wederom bewezen dat het toch weer de existentialisten zoals Sartre zijn die weer aan het langste eind trekken. Ik sluit zo langzamerhand af met een citaat van Sartre om de gelijkheid van Cruijff nog een keer te versterken.
Nous ne sommes nous qu'aux yeux des autres, et c'est à partir du regard des autres que nous nous assumons comme nous. Oftewel, wij zijn enkel wij in de ogen van anderen, en het is vanaf de eerste blik van de anderen dat wij ons waarnemen als onszelf.
Om de parallel met Cruijff te versimpelen voeg ik er het volgende aan toe. Het zijn de anderen die bijvoorbeeld 'goed' zijn en ons tot 'slecht' maken. Wij zijn niet wie wij zijn, wij zijn wat de anderen van ons maken en denken. In de sociologie kennen wij dit verschijnsel ook, zij het in een iets andere vorm. Daar heeft het geen directe betrekking op hoe de anderen over ons denken en ons zo maken, maar op hoe anderen ons met hoe zij gemaakt zijn ons vormen tot wat wij zijn. Het zogenaamde socialisatieproces. Hier stop ik, voordat men het te deterministisch gaan interpreteren (wat het niet is) en laat ik jullie weer verder ouwehoeren (want vergeet niet dat het allemaal geouwehoer is, maar daarover meer). Laat ik afsluiten, om toch bij het begin te blijven, met Cruijff.
Als ik had gewild dat je het zou begrijpen, had ik het wel beter uitgelegd.[ Bericht 1% gewijzigd door Luchtpost op 12-05-2004 00:13:36 ]
Con la luz del cigarro, yo vi el molino, se me apagó el cigarro, perdí el camino...