Het meest duidelijke artikel over het gebruik van kamfer in hoestmedicatie voor kinderen kon ik zo snel niet vinden. Hier een samenvatting van een artikel dat ik wel snel gevonden heb (bron:
http://search.geneesmiddelenbulletin.nl/2000/nov/hfd0011.htmHoestmedicatie bij kinderen
Een met virale bovenste luchtweginfecties samenhangende hoest komt veelvuldig voor op de kinderleeftijd. Vaak is het niet nodig om hiervoor medicatie toe te dienen. Wanneer de ouders ongerust zijn, is een luisterend oor, geruststelling en (het geven van) uitleg in de meeste gevallen toereikend. Soms kan hardnekkig hoesten leiden tot spanningen in het gezin. Het is dan van belang om tijdens het consult aandacht hieraan te besteden (Gebu 2000; 34: 127-132).
Er is geen overtuigend bewijs dat hoestmedicatie bij bovenste luchtweginfecties bij kinderen effectiever is dan placebo. Het gebruik van magistrale producten tegen hoest is obsoleet.
Van veel hoestmiddelen zijn bovendien min of meer ernstige bijwerkingen beschreven.
Indien het geven van medicatie desondanks geïndiceerd wordt geacht, is een 'niet-actieve' hoestsiroop wellicht de meest geschikte keuze.
De keuze van een preparaat wordt, op basis van persoonlijke voorkeur, gemaakt uit de beschikbare suikerstropen (pas op bij diabetes mellitus!).
Bijwerkingen
Hoestprikkeldempende middelen.
Codeïne. In een artikel worden 430 kinderen beschreven met een acute codeïne-intoxicatie (waarvan 234 meer dan 5 mg/kg lich.gewicht kregen toegediend). Hiervan kregen er 8 een ademstilstand die noodzaakte tot intubatie en kunstmatige beademing.15 Bij elk van de overige beschreven kinderen ging de intoxicatie gepaard met ten minste één van de volgende verschijnselen: somnolentie, ataxie, miosis, braken, huiduitslag, oedeem en jeuk. Geadviseerd wordt om kinderen die meer dan 2 mg/kg lichaamsgewicht codeïne binnenkrijgen, nauwgezet te bewaken.15 Codeïne bevattende producten kunnen hyperactiviteit9 en obstipatie2 veroorzaken. Vanwege de mogelijke effecten op de ademhaling dienen codeïne bevattende preparaten niet te worden gebruikt bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Dextromethorfan. Dit middel kan in overdosering ook hyperactief gedrag, slaperigheid9 en depressie van de ademhaling16 veroorzaken. Voorts zijn dystone reacties beschreven na inname van een dextromethorfan en fenylpropanolamine bevattend preparaat.17
Van
noscapine zijn weinig bijwerkingen bekend. Duizeligheid, sufheid en misselijkheid kunnen voorkomen. Overgevoeligheidsreacties, waaronder rinitis, conjunctivitis, huiduitslag en acute pijn in borst en buik, zijn gemeld.
Pentoxyverine Hoewel gegevens ontbreken, zouden de van codeïne beschreven effecten op de ademhaling ook kunnen optreden bij het gebruik van (dextromethorfan of) pentoxyverine. Bij gebruik van de pentoxyverinezetpil voor baby's is (m.n. bij prematuren en/of bij overdosering) ademhalingsdepressie opgetreden. Bij het gebruik van pentoxyverine door de moeder is tijdens de lactatieperiode respiratoire depressie bij het kind waargenomen.
Emollientia en expectorantia. Bijwerkingen die kunnen optreden bij het gebruik van hoestdranken met ipecacuanha betreffen allergische reacties, en bij hoge doseringen braken (Gebu 1993; 27: 109). Guaifenesine kan bij hoge doseringen eveneens tot braken leiden.18
De werkzaamheid van
deptropine is niet bewezen. Daarentegen zijn er wel ernstige bijwerkingen van bekend.
Middelen in combinatiepreparaten.
De klaring en het metabolisme van de componenten van hoestmiddelen kunnen met de leeftijd en met de ernst van het ziek zijn variëren, hetgeen het risico van ongewenste bijwerkingen bij sommige kinderen verhoogt.16
Sympathicomimetica (zoals efedrine) zijn niet geregistreerd voor het gebruik bij kinderen onder de 3 jaar. Van efedrine is paradoxale sedatie bij kinderen gemeld.19 Van pseudo-efedrine zijn visuele hallucinaties beschreven.20 Gedragsveranderingen, zoals prikkelbaarheid, extreme agitatie, hyperactiviteit en humeurigheid, zijn beschreven na het gebruik van een combinatiepreparaat met fenylpropanolamine en chloorfeniramine.21 Het gebruik van kamfer bij kinderen wordt afgeraden.
Kamfer is een carcinogene stof en er is geen effectiviteit aangetoond in klinisch onderzoek. Levomenthol bevattende preparaten dienen niet aan kinderen jonger dan 2 jaar te worden voorgeschreven, vanwege het risico van levensbedreigende laryngospasmen.6
Deptropine. Dit middel kan bij overdosering ernstige bijwerkingen geven, zoals hallucinaties en agressief gedrag.
Antihistaminica. De sedatieve werking van antihistaminica vermindert de 'wekfuncties'. Antihistaminica bevattende hoestdrankjes zijn in verband gebracht met wiegendood.22-25 Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen heeft in mei 1992 besloten dat in de IB-teksten en bijsluiters van orale fenothiazine bevattende producten, die mede bestemd zijn voor kinderen, de volgende contra-indicatie moet worden opgenomen: 'Niet gebruiken bij kinderen jonger dan 1 jaar wegens mogelijk verband tussen het gebruik van fenothiazine bevattende producten en wiegedood.. Volgens sommigen is het wenselijk de leeftijdsgrens te verleggen naar 2 jaar.
Promethazinegebruik bij kinderen jonger dan een jaar wordt in verband gebracht met wiegendood.
Van 52 kinderen die aan wiegendood waren overleden, hadden maar liefst 12 kinderen (22%) tijdens de voorafgaande 24 uur een fenothiazinepreparaat gebruikt, evenals 8 (22%) van de 36 die een acute levensbedreigende gebeurtenis hadden doorstaan, tegenover slechts 2 van de 175 controlekinderen.22 Bij 4 gezonde zuigelingen die een promethazinesiroop kregen toegediend in een dosering van 1 mg/kg lichaamsgewicht per dag en bij wie polysomnografie werd uitgevoerd, werd een toename van obstructie-apneus vastgesteld.23 Voorts zijn 4 zuigelingen beschreven die overleden aan wiegendood, terwijl zij in de voorafgaande 24 uur promethazinesiroop toegediend hadden gekregen. Deze zuigelingen maakten deel uit van de in totaal 220 gevallen van wiegendood die tijdens de jaren 1985-1991 bij de Vereniging van Ouders van Wiegendoodkinderen waren gemeld.24 Genoemde effecten van promethazine zijn ademhalingsdepressie22 en demping van de 'wekfuncties', waardoor een lichte adembelemmering niet wordt gecompenseerd door een toename van de ademactiviteit. Daarnaast speelt de anticholinerge bijwerking van fenothiazinen, waardoor bij zuigelingen warmtestuwing in de hand wordt gewerkt, een rol.24 25 De toename van obstructie-apneus wordt vooral toegeschreven aan een toegenomen hypotonie van de gelaats- en halsmusculatuur.23
Plaatsbepaling
Hoesten bij een ziek kind kan de ouders gespannen maken en een machteloos gevoel geven, hetgeen vervolgens weer leidt tot onrust en verergering van het hoesten bij het kind. Angst en spanning zijn dan ook vaak de factoren die het gezin beheersen. Het valt daarom te begrijpen dat de ouders dikwijls op zoek gaan naar hoestmedicatie als remedie om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Wanneer echter geen specifieke oorzaak kan worden aangewezen, is het meestal niet nodig om het hoesten te behandelen. Uitleg aan en geruststelling van de ouders is meestal voldoende. Het kan zinvol zijn om een informatiefolder, zoals een NHG-patiëntenbrief, mee te geven die thuis nog eens rustig kan worden doorgelezen. Daarbij is het nuttig om te benadrukken dat de effectiviteit van hoestmedicatie niet is bewezen, terwijl deze middelen wel ernstige bijwerkingen kunnen geven. Hierin schuilt ook het gevaar van deze zelfzorgmiddelen. Het is niet verstandig om toe te geven aan de druk van de ouders om sederende medicatie voor te schrijven. Deze middelen worden namelijk in verband gebracht met wiegendood en andere levensbedreigende bijwerkingen.
Bij het opmaken van de balans van effectiviteit en bijwerkingen van hoestmedicatie bij kinderen kan het volgende worden vastgesteld. Er zijn onvoldoende gerandomiseerde dubbelblinde en placebogecontroleerde onderzoeken verricht, waarin de effectiviteit van hoestprikkeldempende middelen, verzachtende middelen (emollientia) en expectorantia, en combinatiepreparaten bij hoestklachten bij kinderen is aangetoond. Het placebo-effect van dergelijke medicatie speelt waarschijnlijk een belangrijke rol. Er is een risico van min of meer ernstige bijwerkingen. Magistrale (combinatie)preparaten hebben geen plaats meer.
Dit suggereert dat indien het behandelen van hoestklachten in het kader van een respiratoire infectie bij kinderen (die vrijwel altijd vanzelf overgaat) onvermijdelijk is, een simpele hoestsiroop wellicht de enige veilige en geschikte behandeling vormt.De keuze van een verzachtend preparaat wordt, op basis van persoonlijke voorkeur, gemaakt uit de beschikbare suikerstropen met toevoegingen van althaea of tijm (pas op bij diabetes mellitus!). Van deze toevoegingen zijn geen schadelijke effecten bekend of te verwachten. Het gebruik van combinatiepreparaten met hoestprikkeldempende middelen en/of expectorantia en/of antihistaminica en/of analgetica wordt ontraden. Het voorschrijven van deptropine, mucolytica en promethazine wordt eveneens ontraden.