De grote vraag waar iedere geloofsdiscussie uiteindelijk in verzandt: bestaat God? Elke keer komt hij weer terug, enorme topicreeksen zijn er over gevuld, en menig discussie is er door verziekt omdat het oorspronkelijke onderwerp er volkomen door werd ondergesneeuwd.
Deze keer geen discussie over het bestaan van God, maar eentje over de discussie over het bestaan van God.
Mijn stelling is dat deze discussie totaal en volkomen zinloos is, en dat er per definitie niet uit te komen is, maar alleen maar tot wigvorming zal leiden. 2 groepen zullen tegenover elkaar blijven staan en niet tot elkaar komen, eerder verder van elkaar af komen staan. O.a. om de volgende redenen:
Er is geen bewijs voor het bestaan, en ook geen bewijs tegen het bestaan van God
Nog nooit is God objectief waargenomen, dwz onafhankelijk van de waarnemer bewezen. Heel vaak is God subjectief waargenomen, dus onbewijsbaar voor anderen. Echter afwezigheid van bewijs is geen bewijs van afwezigheid. Want ook nog nooit is het niet-bestaan objectief en wetenschappelijk bewezen. Andersgezegd: de (huidige) wetenschap kan simpelweg geen enkele uitspraak doen over het bestaan van God. Aanvoeren van wetenschappelijke argumenten tegen het bestaan van God, of wetenschap voor het karretje spannen om het bestaan van God te bewijzen, is dus onzin en zinloos.
Het bestaan van God is geen objectieve waarheid, maar een individuele waarheid.
Het bestaan van God is niet hetzelfde als het bestaan van rode auto's, pimpelpaars gevlekte olifanten. Over het bestaan van rode auto's bestaat geen misverstand, je hoeft er maar eentje aan te wijzen en je hebt onweerlegbaar bewijs geleverd. Ze bestaan. Voor het niet-bestaan van pimpelpaars gevlekte olifanten is er inductief bewijs: er bestaan wel grijze olifanten maar nog nooit is er een olifant met pimpelpaarse vlekken waargenomen. Verder is er geen reden om aan te nemen dat er pimpelpaars gevlekte olifanten bestaan. Er zijn geen getuigenverklaringen die bevestigen dat ze zijn waargenomen, niemand die goed bij zijn verstand is zal beweren dat pimpelpaarse olifanten daadwerkelijk bestaan.
Met het bestaan van God ligt dat ingewikkelder: er zijn hele volksstammmen die God waarnemen als een realiteit, en er zijn ook hele volksstammen die God absoluut niet waarnemen. God is geen aanwijsbare fysieke entiteit, zoals het geval is met rode auto's of pimpelpaarse olifanten. Er is dus geen objectieve waarheid over. Het is iets innerlijks, en het bestaan of niet is afhankelijk van iemands innerlijk, en voor iedereen iets persoonlijks en dus even subjectief als smaak.
De beide partijen accepteren elkaars argumenten niet
Wetenschappelijk ingestelde mensen zien de wetenschap als enige objectieve waarheid, en de bijbel (of andere heilige boeken) is een onbetrouwbare bron. De bijbel is geschreven door weinig objectieve mensen, die erbij gebaat (kunnen) zijn om anderen van het bestaan van God te overtuigen. Verder zijn er in de bijbel dingen te vinden die niet stroken met het wetenschappelijke wereldbeeld. Voor een wetenschappelijk ingesteld persoon is de bijbel dus nooit een relevant argument.
Gelovigen zien de bijbel vaak wel als absolute waarheid, want die is "het woord van God". Als er wetenschappelijke aanwijzingen of zelfs bewijzen zijn die tegen het woord van God ingaan, zullen veel gelovigen eerder de wetenschap betwijfelen dan de bijbel. Wetenschappelijk bewijs is voor hen ondergeschikt aan geloof, en vaak dus geen argument.
2 partijen tegen elkaar, die elkaars argumenten bijna per definitie niet willen/kunnen accepteren. Is er een ergere patstelling mogelijk?
Wetenschap en religie sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan
Vaak lopen discussies over God uit op een enorme polarisatie tussen aan de ene kant de "wetenschappelijken" en aan de andere kant de "gelovigen". Er wordt gedaan alsof wetenschap per definitie geloof uitsluit, en andersom. Terwijl in de kern wetenschap en religie hetzelfde doel hebben, nl het zoeken naar waarheid. Wetenschap is op een zo objectief mogelijke manier de wereld buiten beschrijven, religie richt zich (als het goed is) op het doorgronden en ontdekken van de innerlijke wereld. Wetenschap heeft niks over deze innerlijke wereld te zeggen (die houdt zich nl niet aan de logica) en religie heeft weinig over de objectief kenbare uiterlijke werkelijkheid te zeggen (want religie is per definitie individueel). Voor een compleet begrip van de werkelijkheid kun je je niet alleen maar met de wereld buiten je bezighouden of alleen bezig zijn met subjectieve, innerlijke waarheid, maar ze zijn beiden nodig. Einstein zei het als volgt: "wetenschap zonder religie is blind, religie zonder wetenschap is kreupel."
Dus samengevat: als tijdverdrijf kan de discussie best aardig zijn, maar ze zal altijd vruchteloos zijn. Discussieren over het bestaan van God is even zinnig als het tellen van de zandkorrels in de woestijn: je kan er een eeuwigheid mee bezig zijn, maar je schiet er geen ene ruk mee op. Het is een discussie om het discussieren, niet meer.
Unox, the worst operating system.