quote:
Problemen Op School.
Voor de meeste hoogbegaafde kinderen is de schoolperiode een regelrechte hel.
Ze lopen vooruit op de rest van hun klasgenootjes, soms ver vooruit, en worden dan toch gedwongen om zich aan te passen aan het tempo van de rest van de klas.
Het onderwijs in Nederland is afgestemd op het gemiddelde kind, presteer je onder het gemiddelde is er een heel scala aan hulpmogelijkheden.
Presteer je daarintegen boven het gemiddelde, is er plotseling heel weinig tot niets mogelijk.
Het begint meestal al in groep 1, het is niet ongewoon als hoogbegaafde kinderen zichzelf op die leeftijd al hebben leren schrijven, rekenen en redelijk communiceren.
De klasgenootjes zijn meestal nog niet in staat in het benoemen van de kleuren, en ook begrippen als “voor”, “achter”, “boven” en “beneden” leveren dikwijls nogal wat problemen op.
De leeftijdsgenoten denken nog helemaal niet op het abstracte niveau van het hoogbegaafde kind.
Er ontstaat een sociale kloof die vaak nooit meer wordt hersteld, aangezien het kind contact wil met de andere kinderen gaat hij het gedrag van de klasgenoten imiteren.
Hier wordt het begin gemaakt met "onderpresteren", een vaardigheid die veel hoogbegaafden nooit meer kwijtraken.
Ondanks het stelselmatige onderpresteren om erbij te horen lukt het met de sociale contacten maar matig, de leeftijdsgenoten zijn immers geen ontwikkelingsgenoten.
Vaak dan ook zijn hoogbegaafde kinderen het pispaaltje van de klas, kinderen schijnen het feilloos aan te kunnen voelen als iemand “anders” is.
Hoogbegaafde kinderen zijn over het algemeen buitenbeentjes, ze zijn anders, dat weten ze, en de andere kinderen weten het ook.
Als je als hoogbegaafd kind dan het geluk hebt de basisschool afgerond te hebben, begin je vol goede moed aan “de middelbare”.
Er is echter 1 probleem.
Ze hebben nog nooit iets hoeven doen op school, en iedereen zegt dat de middelbare o zo moeilijk is, slapeloze nachten ten gevolg.
Als ze eenmaal een paar weken op school zitten, komen ze echter tot de ontdekking dat er hier ook niet zo veel gedaan hoeft te worden, en het inmiddels vertrouwde onderpresteren begint weer.
Ondanks dat ze hun best doen om dezelfde cijfers te halen als hun klasgenootjes, verlopen de sociale contacten moeizaam.
Het kind komt dan ook niet zelden met zichzelf in de knoop te zitten, ze vragen zich af waar ze dit aan verdiend hebben, waarom ze niet gewoon konden zijn.
Ze denken over heel andere dingen na als hun klasgenootjes, en kunnen er met hun dan ook niet over praten.
Hierdoor worden veel hoogbegaafde kinderen stille, teruggetrokken kinderen, of het gaat juist de andere kant op, en ze zetten een “masker” op.
Ze doen zich drukker voor als ze eigenlijk zouden willen zijn, doen zich dommer voor als ze eigenlijk zijn, in een poging zo geaccepteerd te worden. Dat ze hiermee zichzelf alleen nog maar meer kwetsen, nemen ze op de koop toe. Ze hebben zich nooit echt begrepen gevoeld, en ook echte vrienden hebben ze nooit gehad.
Dit komt voornamelijk doordat hoogbegaafden anders zijn, en "anders zijn" is juist bij jongeren een slechte manier om populariteit te verwerven. Daarnaast is er weinig wederzijds begrip omdat beiden in een geheel andere wereld leven.
Het is overigens niet mijn bedoeling de indruk te wekken alsof hoogbegaafd zijn slechts kommer en kwel is.
Wel is het zo dat ik wil bijdragen aan een realistische beeldvorming rondom dit fenomeen.
De meest gangbare opinie van "de leek" is er toch vaak een die redelijk optimistisch van aard is.
Dit overdreven optimistische beeld heeft er mede toe geleid dat er ook in het onderwijs weinig aandacht is voor de afwijkingen aan de bovenkant van de norm. Ook zijn veel hoogbegaafde bang om hun “handicap” bekend te maken, omdat ze bang zijn dat de omgeving er verkeerd op reageert.
Slim zijn is een taboe, iedereen wil het zijn, maar als je het bent, en je verteld het tegen iemand, vinden ze je veelal een opschepper.
De houding van de meeste hoogbegaafde is echter niet: "ik ben slimmer dan wie ook", maar eerder "waarom is iedereen zo dom?".
Hoogbegaafde mensen denken heel veel na, over van alles, ze begrijpen niet waarom de wereld zo slecht is georganiseerd en zo inefficiėnt wordt geleid. Dit zorgt vaak voor veel problemen, aangezien ze bijvoorbeeld op school vaak afwezig uit een raam staren, of zich helemaal terugtrekken in hun eigen wereldje.
Deze kinderen krijgen vaak te horen dat ze een concentratiestoornis hebben. Vaak pikken deze kinderen toch alle lesstof op, en krijgen hierdoor problemen met de leraar, en de rest van de klas.
Die zijn namelijk ook niet helemaal dom, en hebben heel goed in de gaten dat er 1 iemand is die eigenlijk helemaal niets doet, en toch goede cijfers haalt. Aangezien kinderen tegenover elkaar erg hard zijn, word deze persoon dan ook snel niet meer geaccepteerd, hij wordt buitengesloten.
Een goede vriend van mij omschreef het hoogbegaafd zijn ooit als koploper zijn in een lange marathon.
Je kunt makkelijk winnen, je hoeft niet eens je best te doen, maar een koploper loopt altijd alleen, en dat is zo eenzaam.
Als je niet langer eenzaam “op kop wil lopen” dan wil je minder hard rennen om contact met de anderen te houden.
Maar gelijk komen er ouders en scholmeesters op je af.
Ze zeggen dat je “onderpresteert” of lui bent, maar jij wil alleen maar niet alleen zijn!, je wil aansluiting bij de rest van de klas.
Als je toch koploper wil blijven bestaat de kans dat de “superslimme volwassenen die altijd alles beter weten” zeggen dat je een “sociaal-emotionele achterstand” hebt, omdat je je niet kunt aanpassen aan de rest van de klas.
Ach, weet je, je wou het best kunnen, maar die anderen doe vaak zo kinderachtig, je verveelt je ook met de lessen.
Ze blijven alles honderd keer uitleggen, je gooit het bijltje er bij neer, je beseft dat het nutteloos is.
Je word een onderpresteerder, je leeft op een ander niveau; een andere golflengte.
Vaak door dit fenomeen mogen meer- of hoogbegaafde kinderen geen klas overslaan, wat vaak juist goed voor ze zou zijn, omdat ze dan in een klas met oudere kinderen komen die ze ook beter begrijpen.
Bovendien is de lesstof moeilijker, wat voor die kinderen ook uitdagender is, ze zullen zich minder vervelen en het kind zal zich vele malen beter voelen.