Kick* topic
quote:
Op maandag 1 maart 2004 07:48 schreef Pietverdriet het volgende:
Niet helemaal, het is een experiment in weersvoorspelling,
Was een gozer in Hamburg die dit voor het eerst deed als ik me goed herinner.
Experiment gaat ongeveer zo:
Je neemt een supercomputer en stopt daar een meteorologisch model in, en je gaat het weer voorspellen (zo doen ze dat, weersvoorspelling) en je kijkt voor welke tijd welk weer voorspelt word.
Als je niets veranderd aan de begin toestand dan komt er telkens hetzelfde resultaat uit.
Echter, als je nu de begin toestand van je model 1 kleine aanpassing doet, een turbulentie ter grote van een vlinder vleugelslag, dan zal je zien dat na een aantal dagen dit een effect heeft dat een duidelijke verandering in je weer is.
Klopt dat was Lorentz met zijn vlinder effect, ik meen zelfs dat dit experiment in de jaren 40-50 was uitgevoerd. Met een weer model van 6 of 7 vergelijkingen. Eerst had hij dezelfde getallen ingevoerd van zijn metingen van 7 dagen geleden. Bij validatie van de huidige en de gesimuleerde resultaten zag hij dat zijn scope niet verder ging dan 2-3 dagen. Daarna was de voorspelling BS.
Tegenwoordig zijn de weer modellen wel iets beter, maar verder dan 3 dagen komen we eigenlijk ook niet. Hoeveel meetpunten en vergelijkingen heb je dan nodig om wel een goeie weersvoorspelling te maken ...... antwoord is oneindig.
Voorbeeld van de kustlijn. Hoe groot is de kustlijn van zeeland.
Met een atlas en nauwkeurig opmeten met een meetlat = 120 km
Ga ik het echter meten met een meetlint van 100 m en ik loop langs de kust dan is de kustlijn opeens 140 km.
Ga ik nu echter meten met een kleine liniaal 30 cm dan meet ik nog meer oneffenheden en dan is de kustlijn opeens 205 km.
Ga ik de kustlijn meten met een 1 cm liniaal dan is de kustlijn opeens 400 km.
Ga ik de kustlijn meten op atomaire schaal dan is de kustlijn zeer groot
Verder kun je ook niet bepalen waar de elektronen zitten op dat moment, je weet alleen de kans dat ze voor 85 % in een valentiebaan zitten.
Dat is het onzekerheidsprincipe, je kunt niet alles absoluut bepalen.
Hier verloor Einstein zijn discussie met N.Bohr over zijn unificatietheorie dat alles verklaard zou kunnen worden : met de uitspraak : "God dobbelt niet" (volgens Bohr dus wel - en hij had gelijk).Chaos = Het niet-deterministische gedrag van een niet lineair dynamisch systeem afhankelijk van zijn begin condities.
Het bekenste niet lineaire systeem is een waterkraan met de vallende druppels.
Als je de kraan maar ver genoeg opendraait dan vallen de druppels niet meer regelmatig maar in een willekeurig patroon (choas).
Er zijn wel hulpmiddelen zoals de feigenbaum constante , om de volgende vertakking te bepalen en waneer deze optreden (dit is een universele constante, net zoiets als pi).
En het Poncaire gebied, daarmee kun je een gebied (dwars doorsnede maken van alle toestandsmogelijkheden), en daarmee kun je dan aangeven binnen welke baan (van punten) de volgende toestand zou kunnen optreden (maar je kunt hem niet voortijdig aanwijzen). Net zoiets als die elektron en zijn valentiebaan.