quote:lol
Op maandag 5 januari 2004 12:26 schreef Wombcat het volgende:
Ook opvallend: de manier waarop de FBI hun materiaal archiveerde, met al die doorhalingen. Vind ik erg vreemd voor een organisatie die toch de misdaad serieus bestrijdt (mag je toch aannemen).
quote:Het was een leuk verhaaltje, maar de bewijzen waren nihil, onsamenhangend en het verhaal zelf bestond uit losse brokken. Zelf geloof ik er absoluut niet in, Hitler is gewoon zoals bekend aan zijn eind gekomen....
Op maandag 5 januari 2004 12:47 schreef JeffreyD het volgende:
Ik vond de uitzending eigenlijk zwaar tegenvallen... De bewijzen (als je ze zo mag noemen) zijn echt flinterdun. Maar als de documentaire Hitler of the Andes heet mag je eigenlijk ook wel verwachten dat je uitgebreide info krijgt over hoe hij dan daar geleefd zou hebben en dat het dan niet maar 10 min gaat over Argentinië. En dat er wel wat meer getuigen aan het woord kwamen dan een of ander dement serveerstertje... Maar goed, voor de rest was het wel leuk
quote:Ik vond het ook al zo vreemd. Maar om het te anonimiseren hebben ze dan wel erg veel doorgehaald.
Op maandag 5 januari 2004 12:36 schreef _The_General_ het volgende:[..]
lol
die doorhalingen doen ze alleen in stukken die ze naar buiten brengen, in hun archief zitten ze gewoon helemaal
Ik had verder ook niet het idee dat de aflevering probeerde te bewijzen dat Hitler in de Andes leefde, maar meer chronologisch naliep welke theorieën er zoal geweest waren. De deskundigen die erbij gehaald werden, moesten duidelijk niet veel van het Andes verhaal hebben.
quote:mengele was wel geen "kopstuk" hij had vrijwel geen macht in duitsland, alleen in zijn lager, hij is verdronken tijdens een zwempartij, te zachte dood voor hem!
Op dinsdag 6 januari 2004 12:29 schreef Het_Vijfde_Wiel het volgende:
Het staat vrijwel vast dat Hitler in Berlijn is omgekomen, maar andere nazi-kopstukken zijn wel degelijk naar Zuid-Amerika gevlucht. Het is bijvoorbeeld een feit dat Mengele pas eind jaren '70 in Brazilië is overleden.
Op die manier heb ik dus een heuze "Hitler videoband" .
quote:Nu nog komt men af en toe volkjes tegen in oerwouden enz. Die nog nooit contact gehad hebben met de bewoonde wereld oid. Maar die zijn niet ver ontwikkeld. Maar het lijkt me nog wel mogelijk (alleen niet met hitler,nazi's en die bla bla bla)
Op zondag 28 december 2003 11:24 schreef JeffreyD het volgende:
Maar de vraag is natuurlijk als Hitler zich dan in een onneembare vesting op Antarctica teruggetrokken zou hebben of het in deze tijden überhaupt (om maar eens een Duits woord te gebruiken) wel mogelijk is dat een ontwikkeld volk ergens op de wereld leeft zonder dat wij (de rest van de wereld) weten dat ze er zijn... Zou dat kunnen?
quote:Eichman is niet in de val gelokt maar z'n stem werd toevallig herkend door een Jood die in Zuid-Amerika in een kamp van m had gezeten.
Op zondag 28 december 2003 19:01 schreef Karrakas het volgende:[..]
Eichman (spreek ik het goed uit?) is ook gevlucht (in ieder geval naar Zuid Amerika) die is alleen in de val gelokt door de Joodse geheime dienst en meegenomen naar Israel, waar hij, meen ik me te herinneren, zelfmoord gepleegd had in zijn cel, voordat hij opgehangen zou worden.
De documentaire viel me wat tegen (zoals men al zei wat weinig over Argentinie zelf. Die vrouw leek me nou ook niet echt betrouwbaar). Ik zou wel eens wat meer willen lezen over de bunker van Hitler enz. enz. Dit word ook nooit echt uitgelicht hoe groot dat was. Wat het bevatte en waarom het echt op een plek zat die iedereen zich wel kon voorstellen.
wat ik niet wist is van de ziekte parkinson....dus hij heeft het als die het gered heeft niet lang kunnen volhouden !
das een troost hoop ik !
[Dit bericht is gewijzigd door merlin693 op 07-01-2004 04:15]
Helaas in het Spaans:quote:De vlucht van de nazi's naar Zuid-Amerika.
Door Hernan Etchaleco.
Na de Tweede Wereldoorlog bereikten ten minste vijf Duitse onderzeeërs Argentinië met niet minder dan vijftig hoge Duitse nazi's aan boord. Tijdens de reis brachten ze een Amerikaans oorlogsschip en de Braziliaanse kruiser Bahia tot zinken; er vielen meer dan vierhonderd doden, waaronder Amerikaanse burgers. Zowel de Verenigde Staten als de Britse overheid hebben deze operatie systematisch geheim gehouden. Waarom? Hebben zij Hitler naar Patagonië gebracht?
Twee Argentijnse onderzoekers, Carlos de Napoli en Juan Salinas, hebben met hun goed onderbouwde onderzoek een bijdrage geleverd aan de onthulling van het laatste geheim van de Tweede Wereldoorlog. De operatie heette Ubersee Süd (naar het Zuiden over zee) en volgens hun onderzoek hielpen de Amerikaanse en de Engelse regeringen zo nazi-officieren ontsnappen uit Russische handen.
'De Tweede Wereldoorlog eindigde op 7 mei 1945 en de eerste onderzeeërs arriveerden in Argentinië op 10 juli van dat jaar. De tweede onderzeeër bereikte op 17 augustus Argentinië', zegt De Napoli. De Argentijnse onderzoeker refereert aan de bekende landing van de Duitse onderzeeërs U-530 en U-977 die zich destijds aan de Argentijnse marine overgaven. De bevelvoerders Otto Wermuth en Heinz Schäffer werden gearresteerd en verschillende keren ondervraagd in Buenos Aires, Washington en London. Wat echter systematisch geheim gehouden is door de Amerikaanse en Britse overheid, is het feit dat zij het Amerikaanse gevechtsschip de USS Eagle 56 voor de Amerikaanse kust en de Braziliaanse kruiser Bahia temidden van drie andere schepen tot zinken brachten. De vraag is nu waarom de Britten en Amerikanen de moord op meer dan vierhonderd mensen geheim hielden, terwijl de oorlog twee maanden eerder al afgelopen was?
'Het was een samenzwering tegen de Sovjet-Unie. Operatie Sunrise was ontworpen om de oprukkende troepen van Stalin in Europa tegen te houden. Daarom wilden de Engelsen Duitse officieren en soldaten achter de hand houden om de oorlog tegen Rusland voort te zetten en het communisme te vernietigen. Operatie Ubersee Süd is onderdeel van deze grotere operatie', legt Juan Salinas, voormalig onderzoeker van de bomaanslag op een joodse club in Buenos Aires in 1995, uit.
Top Secret
Helaas is het niet mogelijk deze informatie bij officiële bronnen te controleren aangezien documenten die betrekking hebben op operatie Sunrise door zowel de Britse als de Amerikaanse overheid zijn geclassificeerd als 'Top Secret'. Dit betekent dat ze gedurende 75 jaar niet voor onderzoek beschikbaar zijn. Saillant detail: alleen deze documenten over de Tweede Wereldoorlog blijven gesloten.
Churchill was het meesterbrein achter de ontsnapping van de nazi-officieren. De Argentijnse marine had - op aangeven van Britse instructies - een vrije zone gecreëerd om de Duitsers de kans te geven te ontschepen zonder gestoord te worden', vertelt Salinas aan de Russische nieuwswebsite pravda.ru. Er bestaat zelfs een bevel, uitgevaardigd door de Argentijnse autoriteiten, om aanvallen op Duitse onderzeeërs in de nabijheid van de Argentijnse kust te stoppen. De oplettende lezer kan zich afvragen waarom anderen de Duitse onderzeeërs aanvielen, als de Engelse regering achter de operatie zat. De Napoli antwoordt: 'De opvolgers van Churchill (de conservatieven verloren de verkiezingen die direct na de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden en de Labourpartij kwam aan de macht) wilden niet dat de operatie doorging.'
De operatie ging echter door en niet minder dan vijftig hoge officieren van het Derde Rijk vonden een schuilplaats in de desolate streek in de zuidelijke regio's van Argentinië en Chili. Het is belangrijk om op te merken dat in Patagonië de grootste gemeenschap Duitsers van Latijns Amerika woont en veel nazi's en Ustasha-criminelen daar na de oorlog geleefd hebben, o.a. Mengele, Eichmann, Martin Bornmann, Ante Pavelic en Erich Priebke.
Salinas en De Napoli konden de tocht van de Duitse onderzeeër doen herleven op basis van documenten die werden geleverd door de Argentijnse, Braziliaanse en Amerikaanse marines, de Noorse en Deense ambassades in Buenos Aires en het Nationaal Archief (NARA) van de Verenigde Staten. Ook werden interessante gegevens geleverd door de memoires van Hans Schaeffer, bevelvoerder van de U-977.
Tragedie
Een vloot van bijna twintig onderzeeërs vertrok uit de Noorse havenstad Bergen, tussen 1 mei en de capitulatie van het Derde Rijk zes dagen later. Ze voegden zich samen in Cape Verde, een Atlantische archipel dichtbij Afrika, met een andere groep onderzeeërs die van de Amerikaanse kusten kwamen (o.a. de U-530). Daar hoorden zij dat de Flensburg-regering met aan het hoofd groot-admiraal Dünitz, die aan de macht kwam na het vertrek van Hitler en die door de geallieerden tot 23 mei 1945 in leven werd gehouden, was gevallen.
De Duitse commandanten, die een nieuwe wending in de internationale politiek verwachtten door het uitbreken van een conflict tussen de Sovjet-Unie en de Amerikaans-Engelse coalitie, werden zich ervan bewust dat ze nu op eigen kracht verder moesten. Sommige officieren besloten hun onderzeeërs te laten zinken en zich over te geven aan de vijand of terug te keren naar Europa. Ten minste zes overblijvers, waaronder de U-530 en de U-977, zetten koers naar Argentinië met aan boord belangrijke passagiers en een hoeveelheid goud.
'Toen kwam de tragedie', vertelt Salinas. 'Vermomd als vissersschepen varen de onderzeeërs op zee. Kort na het passeren van de evenaar ontmoeten ze de begeleiders van de Amerikaanse vliegtuigen die op weg zijn naar Japan, op de route Natal-Dakar.'
De Braziliaanse kruiser Bahia nam aan deze operatie deel, toen zij volgens de onderzoekers werd beschoten door twee akoestische torpedo's die afgevuurd werden door de U-977. In deze grootste ramp van de Braziliaanse marine kwamen 366 bemanningsleden om het leven.
Aan boord van de Bahia werkten vier Amerikaanse radiobedieners. Zij kwamen in de beschieting om het leven, maar werden door de Amerikaanse regering als vermist opgegeven. Blijkbaar is dit de belangrijkste reden waarom de Duitse regering niet meewerkte aan het onderzoek van Salinas en De Napoli. De Brazilianen zeiden dat het zinken van de Bahia een ongeluk was, exact dezelfde reden als de Amerikaanse marine tot vorig jaar gaf voor het beschieten van de USS Eagle 56. De U-977, de U-530 en de andere onderzeeërs voeren door naar Argentinië en de eerste twee gaven zich daar over aan de plaatselijke autoriteiten.
Was Hitler een van de passagiers van deze duikboten? De Napoli: 'Wij denken dat Hitler, Eva Braun, Grettel Braun en Martin Bornmann met deze operatie wisten te ontsnappen. Wij kunnen echter niet bevestigen of Hitler in Argentinië is aangekomen of niet.'
Martin Bornmann stierf in Paraguay. Misschien worden de verdenking van Stalin nu bewaarheid: 'Hitler vluchtte naar Spanje of naar Argentinië', zei hij tegen de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, James Byrne. Het onderzoek gaat door. (Bron: pravda.ru)
Uit TARGETS, maart 2003. (redactie@targets.org)
quote:Hitler no se suicidó en Berlín, murió en la Argentina
Hola!, mi nombre es Sara Levi, estoy utilizando este medio junto a unos amigos
periodistas freelance en todo el mundo para difundir una investigación
sumamente importante de un colega. En síntesis la tesis de Patrick Burnside
es que Hitler sobrevivió a la Segunda Guerra Mundial, se evadió de Berlín en
un avión jet y desde Noruega se embarcó con sus seguidores en un convoy de
U-Boote viajando hasta la costa patagónica de la Argentina, donde, en la
falda de los Andes, vivió tranquilo por casi 15 años. Esto fue posible
gracias a un plan desarrollado por el jefe de la Inteligencia alemana, el
Almirante Canaris, entre el 1942 y el 1943 y el rol de una de sus agentes
que en la Argentina resultó indispensable Eva María Duarte. Evita,
utilizando a Domingo Perón, logró ejecutar exitosamente parte del plan de
Canaris, quien también tuvo conexiones interesantes en Chile y en Uruguay.
Hay pruebas documentales que varios servicios de Inteligencia americanos
sabían, ya desde 1944, cuanto se había proyectado y que, desde 1945, dejaron
tranquilo a Hitler en caso de necesitarlo ante la perspectiva de una Tercer
Guerra Mundial considerando una eventual invasión soviética a través de
Alemania Oriental. Los documentos que avalan la investigación fueron
desclasificados hace poco tiempo por el FBI y pese a este hecho el tema y la
investigación relativa es sistemáticamente ignorado por la prensa. Se eligió
este medio incorruptible por que sólo es nuestro deseo que sean de total
dominio público los elementos documentales y testimoniales de lo que
ocurrió. Por eso si le interesa el tema o conoce a alguien que le pueda
interesar puede ingresar libremente al sitio www.hitlerescape.com donde hay
una síntesis de la investigación nacida como complemento a la misma, donde
se pueden visualizar 600 fotos y documentos muy comprometedores para la
pareja Perón y los Servicios de Inteligencia estadounidenses OSS-FBI-CIA.
Tiene que saberse la compleja verdad y no el dogma simplón que conocemos
desde más de medio siglo, es el mínimo que se debe a las decenas de millones
de muertos de la Segunda Guerra Mundial desencadenada por Hitler.
quote:¿Pudo refugiarse Hitler en Argentina?
Adolf Hitler vivió en la Patagonia tras huir en 1945 de Alemania, al menos eso sostiene el periodista argentino Abel Basti en su libro Bariloche nazi-guía turística, que saldrá a la venta la semana próxima en su país.
Hitler y su amante Eva Braun «no se suicidaron, huyeron hasta las costas argentinas en un submarino y vivieron muchos años» en las proximidades de San Carlos de Bariloche, ciudad turística y centro de esquí a unos 1.350 kilómetros al suroeste de Buenos Aires, indicó el periodista.
Basti reproduce documentos, testimonios, fotografías y planos para guiar al lector (o turista) hasta los lugares que habrían servido de refugio a Hitler, Martin Borman, Joseph Mengele y Adolf Eichmann.
Numerosos miembros destacados del partido nazi alemán lograron escapar de Berlín y entre otros lugares, se refugiaron en Argentina. El autor del libro recuerda la «oleada de submarinos» alemanes que llegaron a las costas del sur del país poco después de concluida la Segunda Guerra Mundial.
«Hay muchas y fehacientes pruebas de la huida de nazis hacia la Argentina en coincidencia con la llegada de submarinos alemanes a la Patagonia», señaló, tras recordar el «vital apoyo» que el entonces gobierno argentino presidido por Perón prestó «para refugiar en el país a los secuaces del Führer».
Basti, que reside en Bariloche, inició hace una década su investigación sobre los nazis refugiados en esa pintoresca ciudad y asegura contar con testimonios de pasajeros de los submarinos alemanes que llegaron a la Patagonia, que serán la base de un segundo libro.
No le agrada la pregunta de si con su obra desafía la historia oficial sobre el suicidio de Hitler y de Eva Braun en su bunker de Berlín, el autor asegura en tono polémico que «nunca se encontraron, al igual que de muchos otros nazis presuntamente suicidados».
«La única historia oficial es el informe al Kremlin del general Jukov (comandante del Ejército soviético que ocupó Berlín) de que Hitler y varios jefes nazis escaparon, presumiblemente a España o a Argentina, y así se lo comunica Stalin al Gobierno de Estados Unidos», aseguró Basti.
La versión del periodista argentino contradice el relato de Otto Guensche, principal teniente de las temidas SS y miembro del círculo cercano a Hitler durante la guerra que aseguró haber ayudado a quemar el cuerpo del Hitler.
En una entrevista concedida a la cadena británica BBC porco antes de su muerte, el pasado 2 de octubre de 2003, el ex oficial nazi afirmó que se encontraba junto a Hitler y Eva Braun en el búnker en el que la pareja se suicidó poco después de que el propio Führer le pidiera personalmente que quemara su cuerpo. Guensche contó en esa entrevista que arrojó sobre el cadaver los trapos que iniciaron el fuego después de que el jefe de personal Martin Boorman fracasara en un primer intento de quemarlos.
El libro "Bariloche nazi-guía turística", que se complementará con una web en Internet de próxima aparición (www.barilochenazi.com.ar), comienza con la historia de otro oficial de las SS, Erich Priebke, extraditado de Argentina a Italia en 1995 por su responsabilidad en el fusilamiento de 345 rehenes italianos por las tropas alemanas en 1944, como represalia por un atentado de los partisanos antifascistas.
Usando su verdadero nombre, Priebke llegó con su familia a Bariloche en 1948 donde presidió la "Asociación Cultural Germano-Argentina" y vivió como un ciudadano más hasta que fue descubierto por la BBC de Londres en 1994. La reacción de una parte de la sociedad barilochense que se manifestó a favor del "buen vecino" de la colonia alemana, ocasionó que Bariloche fuese considerada como un pueblo “pro-nazi” en el resto de Argentina y buena parte del mundo.
Este caso fue la punta del iceberg de la investigación de Basti para describir una compleja trama de empresas e instituciones creadas en Argentina "al sólo efecto de la huida de los nazis y de blanquear dinero de las rapiñas de guerra".
El periodista también matiza en su libro la historia oficial sobre las muertes de Martin Borman, el segundo en la jerarquía nazi después de Hitler, y del médico Joseph Mengele, ya que reproduce testimonios y fotografías que dan cuenta del paso por Bariloche de esos dos criminales de guerra.
El autor del libro menciona a Ridolf Fraude, hijo del millonario alemán Ludwing Fraude, como pieza clave para la entrada en Argentina de destacados nazis, entre ellos Eichmann, capturado en 1960 a las afueras de Buenos Aires por un comando israelí y ejecutado dos años después en Israel.
Sobre la supuesta presencia de Hitler y Eva Braun , en el libro publica una fotografía de la finca "Inalco", ubicada en Villa la Angostura, a orillas del lago Nahuel Huapi, 80 kilómetros al norte de Bariloche, el «refugio elegido por los nazis argentinos para esconderlos», una residencia que pertenecía a un empresario argentino allegado a Juan Domingo Perón.
Basti asegura que Hitler también vivió durante su paso por Argentina en la hacienda San Ramón, a 10 kilómetros al este de Bariloche, una propiedad en aquel entonces del principado alemán de Schaumburg-Lippe
quote:Taras
La literatura nazi en América
Hitler llegó a Península Valdez en un submarino alemán, cruzó la Patagonia a caballo y vivió catorce años en la mansión del sur argentino en la que murió plácidamente. O quizá no murió, hizo un pacto con alienígenas reptiloides, fue modificado genéticamente y ayuda desde la Antártida a conquistar el planeta a cambio de un 25%. O quizá pasa el día pintando blancos paisajes árticos. O... Informes del FBI, guías turísticas para conocer las casas de los nazis refugiados, avistajes de ovnis con esvásticas y kilos y kilos de libros publicados en Argentina y Estados Unidos siguen sosteniendo las hipótesis más descabelladas sobre el destino de Adolf Hitler. Radar leyó copiosamente y cuenta lo mejor (o lo peor).
Por Sergio Kiernan
Adolfo Hitler murió tranquilo, en 1959, a los 70 de edad, mirando un lago y una montaña en el sur argentino. En realidad, no: murió en una base secreta de la Antártida, habiendo puesto en marcha una alianza entre los nazis y los alienígenas reptiloides para dominar el mundo, con los alemanes yendo con el 25 por ciento del negocio. Pero, verdaderamente y entre nosotros, todavía vive entre los hielos argentinos, gracias a la tecnología genética de los rebeldes de la constelación de las Pléyades, una raza extraterrestre que también lo quiere de socio en la conquista del mundo y le ofreció un mejor porcentaje.
Como el führer alemán se rehusó a entregarse –tenía miedo de que Stalin lo exhibiera en una jaula, algo que probablemente él hubiera hecho de capturar al soviético– su final en Berlín, en mayo de 1945, dio pie a todo tipo de leyendas. Son cuentos que han florecido y se han complejizado hasta transformarse en una pseudociencia rentable, apasionante y con variantes “seria” y “pop”. Así como hay gente que cree que los cristales tienen energía, hay gente que cree que Hitler huyó de Alemania y se refugió en Argentina. Las bases son casi igualmente “serias”.
Los campeones de este deporte mental son los norteamericanos y los argentinos. Ellos publican jugosos bestsellers con “investigaciones científicas” y “documentación hasta ahora secreta”. Los nuestros rastrean submarinos enterrados, entrevistan patagónicos de la tercera edad y hasta publican guías turísticas mostrando las casas de Hitler en el sur. Es todo bastante tonto, no tiene la menor seriedad y resulta pomposo. Es el nazi trash.
El origen del mito es la oblicua manera de morirse del austríaco que llegó a dictador de Alemania. Después de desatar la mayor masacre en la historia humana, Hitler decidió coherentemente escapar al castigo. Así como se cuidó de no dejar un papelito que mostrara que ordenó el exterminio masivo de judíos, gitanos y demás untermenschen, se obsesionó con que sus conquistadores no tuvieran un cadáver para exhibir. La historia es bien conocida: Hitler se casa con Eva Braun, su novia 25 años más joven, brinda, dicta su testamento, toma veneno y además se pega un tiro, como para que no digan que murió mariconeando.
El problema de esta historia es que es aburrida, anticlimática, fría. Nadie se la quería creer: desde Stalin hasta Eisenhower, pasando por el inconmovible Churchill, medio mundo expresó en la posguerra temprana sus dudas de que Hitler estuviera muerto. Resultaba tieso pensar que el malvado más completo de la historia se hubiera acabado y listo; daba más ganas de creer que, como los villanos de ficción, siempre volvería de un escondite y una muerte aparente.
Gracias a la dictadura de 1943 y a Perón, los fantasiosos del mundo tuvieron fácil el escenario del exilio secreto de Hitler. Es natural: si Perón trajo a cientos y cientos de nazis, si Mengele, Eichmann, Priebke, Schwammberger y tantos otros cretinos tuvieron refugio por aquí, ¿por qué no Hitler? De hecho, el mito conspirativo se alimentó por el exilio ustasha, rexista, nazi, fascista, vichista y demás –este sí bien real y cuidadosamente documentado– que aparece como la “base” de un Cuarto Reich, tropa propia para el jefe exiliado.
Hace cinco años, el FBI realimentó el mito confesando su parte en crearlo. Fue cuando publicaron papeles de época que pasaron su medio siglo de secreto. El pecado fue cometido en informes de septiembre de 1945 -cuatro meses después de la rendición alemana y menos de uno de la japonesa– que explican que un agente del Bureau se encontró con un alemán que le contó una historia chocante. El encuentro fue en la Los Angeles de la novela negra, en un restaurante de Hollywood y Vine, pagos de Phillip Marlowe, y el alemán informó que había sido parte de la delegación de cuatro hombres que recibió a Hitler en la Patagonia. El führer, según el marino, llegó a Península Valdez en un convoy de dos submarinos –undetalle destinado a desatar ríos de tinta– 17 días después de la caída de Berlín.
El informe del FBI detalla que el primer submarino se acercó a la costa a las once de la noche y el segundo un par de horas después. De éste último desembarcó Hitler, acompañado por dos mujeres. En total, llegaron cincuenta alemanes que al salir el sol comenzaron su viaje rumbo a la cordillera. Aquí aparece el primero de una larga serie de errores, descuidos y delirios: según el informante, “seis altos oficiales argentinos” habían provisto caballos para que la comitiva llegara al “ranch” preparado para Hitler al pie de las montañas. Además de no inmutarse por la misma idea de Hitler cabalgando, el informe reporta sin pestañear que los alemanes habrían cruzado la Patagonia, a caballo, en cosa de doce horas: para la noche estaban en casa.
Con variaciones en el medio de transporte –en otras versiones, van en coche y Hitler es reconocido en una estación de servicio– el mito estaba creado: submarinos, costas exóticas, lejanas Patagonias salvajes llenas de “colonias alemanas” como Rawson o Viedma. En estos sesenta años, el cuento fue cambiando de acuerdo con la moda, incorporando ingredientes que el FBI de 1945 no conocía, como la manipulación genética y los platos voladores.
La versión “seria” más reciente del mito es de Patrick Burnside, autor de El escape de Hitler, que afirma haber pasado diez años investigando hasta descubrir dónde murió el führer. Lo que en realidad hizo Burnside, que adoraba el cuento, fue creerse cada bola que le rodara cerca, y adjudicarle a Hitler una temporada en la estancia de cada alemán rico que pudo encontrar al pie de los Andes. El resultado es algo confuso y vueltero, pero listo para que alguien lo filme.
La semilla, cuenta el autor, fue el padre Cornelius Sicher, párroco de la aldea de Monclassico, en la región italiana que fue austríaca hasta el fin de la Primera Guerra Mundial. Resulta que Sicher fue amigo del almirante Canaris, jefe del servicio secreto militar alemán, submarinista veterano y alguna vez joven oficial naval que tuvo una peripecia formidable. Siendo teniente, Canaris sirvió en la escuadra alemana que desafió el dominio británico del Atlántico sur y fue destruida en 1915 en la batalla de las Malvinas. Junto a buena parte de los sobrevivientes, Canaris fue internado en el Chiloé, en una escuela naval chilena. Al tiempo se escapó, cruzó a pie el macizo andino, llegó a la Patagonia de una Argentina neutral, fue ayudado por inmigrantes alemanes y, después de varias aventuras, volvió a Alemania, donde se hizo submarinista.
Burnside hizo click: jefe de inteligencia + Patagonia + alemanes residentes. El curita le terminó de regalar el mito: antes de morir, Canaris le habría contado que la armada alemana le había preparado “un jardín al führer” como refugio. Adivinen dónde quedaba el jardín.
Los siguientes años Burnside los pasó “reconstruyendo” la huida. El cuento tiene momentos delirantes, como la descripción de una reunión de pilotos en la Berlín bombardeada y ya sitiada por los soviéticos para ver cómo sacar a Hitler de la ciudad en un helicóptero. Tal vez porque el helicóptero todavía no se había inventado y nunca nadie encontró un prototipo alemán en los talleres capturados, Burnside decide retomar el gastado testimonio de un piloto y un radioperador de un Junker 52, que juran haber visto a Hitler, de uniforme, subiéndose a la cabina de un Arado 234B, uno de los primeros jets operacionales del mundo –esto sí un invento alemán– el 30 de abril de 1945. Los aviadores afirmaron que se sorprendieron mucho de escuchar, esa misma noche, que su líder se había suicidado en Berlín.
El “investigador” agrega entonces que Hitler voló en el jet –al que le inventa capacidades insólitas en velocidad y altura de crucero– hasta Dinamarca, de donde pasó en un avión más convencional a Noruega, para embarcar en una flotilla de submarinos con rumbo sur. Burnside inserta aquí la rendición de dos submarinos alemanes en bases navales argentinas,meses después de la caída de Berlín, repasa el hundimiento de un buque militar brasileño y hasta critica al húngaro residente en Argentina Ladislao Zsabó, que dedujo que otros submarinos llevaron al führer a la Antártida. Según Burnside, los nazis tenían la curiosa costumbre de decirle “Antártida” a la Patagonia, de ahí la confusión.
De la flotilla salida de Noruega, dos submarinos habrían desembarcado a Hitler en el sur, que se convirtió en jinete, y luego fueron hundidos. Como prueba, Burnside cita la expedición montada por el diario Ambito Financiero para buscarlos con un “magnetómetro a protones” en 1998, que encontró una masa ferrosa en caleta de Los Loros. Según parece, a nadie se le ocurrió que bien puede haber algo hundido en ese cementerio de buques que es el litoral patagónico, pero ese “algo” no necesariamente es un submarino alemán.
“En un día del invierno austral de 1945, Hitler se embarcó en la playa de la estancia San Ramón, cerca del cerro Leones, y cruzó el lago Nahuel Huapi en toda su longitud hasta su punto más lejano y aislado”, escribe Burnside. La San Ramón era una estancia de alemanes, que fuera administrada por el barón Von Bulow, que en 1915 le dio techo y comida al joven oficial Canaris. El punto más lejano del Huapi es el brazo Ultima Esperanza, cerca de Villa La Angostura, donde está la casa Inalco, en la que se habría asentado Hitler. Curiosamente, la Inalco –una mansión de fuste restaurada en 1994 después de muchos años de abandono– fue construida por el arquitecto Alejandro Bustillo, el mismo del Llao Llao y el Centro Cívico de Bariloche. Otra obra de Bustillo, la torre Sarracena, también despierta las sospechas de Burnside: el argentino la alzó a orillas del lago como su estudio, el americano sospecha que en realidad era una torre de alerta temprana que permitía ver si alguien se acercaba a Inalco y avisar “por medio de un simple radiorreceptor de tipo militar”.
Burnside relata que Hitler se encontraba muy cómodo en Bariloche. Le hacía bien el aire de montaña, le gustaba el paisaje que le recordaba a los Alpes y la tranquila vida de campo y aislamiento. Con el bigote afeitado, canoso y algo calvo, el Hitler de Burnside es un hombre que se permite no esconder más que usa anteojos para leer y no se enoja porque Eva Braun se pone “rellenita”. Sus fuentes son cuatro “avistamientos” de Hitler en la región: uno de una polaca en Cholila, al pie del Tronador; otro de una enfermera en un hospital de Comodoro Rivadavia –Hitler visitaba un paciente–; el tercero de un carpintero empleado por Ante Pavelic, el líder nazi croata, en Mar del Plata, y el cuarto de una doméstica en casa de alemanes en Cervantes, un pueblito del valle del Río Negro. Este último es el más romántico e incluye una fiesta de nazis emocionados saludando con el brazo en alto “al señor y la señora Hitler”.
Los Hitler tuvieron, sin embargo, que mudarse. Bariloche fue creciendo y perdió ese aislamiento tan conveniente, por lo que la familia se fue a la estancia Valle Huemules, en Lago Blanco, cerca de la frontera chilena. Esto duró unos años, y la mudanza final fue a la estancia Altavista, cerca del monte Fitz Roy. Allí, en otra “mansión espectacular” frente a las montañas, jura Burnside que murió Hitler en 1959.
Una inexorable ley del periodismo dice que donde hay un éxito, enseguida aparece un refrito. El argentino Abel Basti, periodista con base en Bariloche, decidió tomar el libro de Burnside y componer una guía turística, Bariloche Nazi, que lleva el subtítulo de “Sitios históricos relacionados al nacionalsocialismo”, aclara que se incluyen los lugares donde vivieron Hitler y Eva Braun “cuando escaparon de Berlín” y muestra en su tapa un fotomontaje donde el führer es el monumento en el Centro Cívico. Parte del pequeño libro es una desprolija y mal escrita recorrida por las direcciones de vecinos barilochenses más que reales, como Priebke, de instituciones en su momento fuertemente asociadas a los nazis, como elClub Andino, y del cementerio donde yacen varios criminales de guerra. El resto es un interesado eco del libro de Burnside.
Por ejemplo, ahí está la foto de Canaris, de la estancia San Ramón –y de la tumba de su administrador Von Bulow– con la afirmación de que fue “el refugio de Hitler”. También está la torre de Bustillo, definida como “observatorio nazi” junto a los refugios del Club Andino, la casa Inalco, “mansión patagónica de Adolf Hitler”, y tonterías como “el búnker”, una losa de hormigón abandonada cerca del Llao Llao que, como nadie se acuerda para qué fue construida, seguramente debe haber servido para algún propósito siniestro.
La chapuza es tal que la “guía” está escrita como si la dirección de los Hitler en Bariloche fuera asunto de conocimiento común y él sólo arrimara una foto y un mapita. Es como esos mapas de las Estrellas que se venden en Hollywood para mirarle la mansión a Madonna, sólo que con otro elenco.
En el enredado mundo conspirativo, la vieja técnica de citar una publicación para validar otra es exprimida hasta el fondo. Por ejemplo: Pravda cita a Carlos de Napoli y Juan Salinas, “investigadores argentinos”, que en su momento escribieron que en mayo de 1945 Hitler mandó una flota de 20 submarinos cargados de oro rumbo a la Argentina. El recorte de Pravda es tomado como prueba de la seriedad de la “investigación” por otras publicaciones, que le agregan que Ambito Financiero anduvo buscando submarinos por la Patagonia. En algún momento, se cuela “un oficial alemán que contactó al diario argentino y le dio su nombre entero y en alemán”, y completó que los dos submarinos habían sido hundidos a propósito y eran parte de una flotilla enviada para fundar el Cuarto Reich en Argentina.
La sanata sobre este Reich criollo se alimenta además por las cargas de los submarinos que se rindieron por medio mundo después de la caída de Berlín. Los “investigadores” entran en un frenesí de difícil pronóstico detallando naves que cargaban desde uranio hasta expertos en propulsión a chorro, pasando por radares, aviones desarmados, vanadio, planos y diagramas industriales y platino. El mito afirma que esos materiales eran provisiones para el Cuarto Reich, que parece que tenía sección fumadores: uno de los U-Boot rendidos en Argentina tenía millares de cigarrillos en su bodega, otra “prueba” de la conspiración. Otra versión muy citada es la de un submarino, hundido en combate, repleto de botellas de mercurio, “substancia que puede usarse para propulsar cohetes espaciales”.
¿Qué hacían en realidad esos submarinos tan ricamente cargados? Iban a Japón, aliado en problemas pero con más aire que Alemania, que sufría un atraso tecnológico y falta de materiales raros que Hitler ayudó a paliar con una flotilla de submarinos de largo alcance capaces de llevar cargas y personas sin ser detectados.
La variante “pop” del mito es una mezcla de pato y gallareta en la que Nelson Rockefeller es el centro de una conspiración de la Orden del Cuarto Reich que busca crear una raza aria superior con sus aliados los banqueros internacionales, los nazis y... las finanzas judías. Una versión de esta historia dice que Canaris creó, si no un jardín, sí una cueva de hielo para su líder en la Antártida, y que Argentina sirvió como base cercana y como distracción. Perfectamente confortable, con submarinos y tropas SS a su disposición, Hitler hizo una alianza con los extraterrestres, que como todo el mundo sabe tienen sus bases en el continente helado.
No se sabe qué aspecto tienen estos marcianos filonazis, pero a Hitler le debe haber caído muy bien que se hicieran llamar “Arianni”. Según los fragmentos difundidos de un “diario secreto”, supuestamente escrito por un almirante norteamericano y supuestamente censurado por la CIA, los Arianni forman un frente con los Grises, los Draco, los Sasquatch y los rebeldes de la constelación de las Pléyades, y prometieron a los nazis un 25 por ciento de la Tierra si ayudan a conquistarla. El gobierno norteamericano,dice por ejemplo la revista Seventh Week, está al tanto de esta alianza desde hace muchos años y ya en 1947 envió en secreto a la Antártida una flota y 4000 tropas norteamericanas, inglesas y australianas, con apoyo ruso, para destruir a los nazis. A estos aliados les fue mal: “Se encontraron con una fuerte resistencia de platos voladores nazis, y tuvieron que retirarse”.
La flota existió y partió de Norfolk, Virginia, el 2 de diciembre de 1946, con el rompehielos Northwind como buque insignia y el portaaviones Philipines Sea como nave mayor. Para marzo de 1947, su comandante, el almirante Byrd, andaba dando entrevistas a El Mercurio de Chile, diciendo cosas como que “los Estados Unidos pueden ser atacados por objetos voladores que viajen de polo a polo a velocidades increíbles”. No sorprende que, a su regreso, a Byrd le hayan prohibido dar entrevistas y que haya pasado varios años hospitalizados. Para los “investigadores”, esto prueba que existe una conspiración para tapar que la supuesta expedición científica era un operación militar.
Por suerte hay otras fuentes. Por ejemplo, los ufólogos que coleccionan informes sobre avistamientos de platos voladores con esvásticas pintadas en el fuselaje. O los “abducidos” –esa pobre gente que jura que fue secuestrada por extraterrestres– que dicen que fueron llevados a ovnis que tenían banderas nazis enmarcadas en las paredes, o que vieron “seres reptiloides y humanos en uniforme nazi trabajando juntos en experimentos”.
Nazis y reptiles parecen tener una base cómoda. Ya en 1952, un pasquín notable llamado The Plain Truth informaba que la base se había empezado a construir en 1940, en o al lado del sector argentino. Los nazis llevaron “masas de tractores, aviones, trineos, planeadores y todo tipo de maquinaria y materiales”, y ahuecaron una montaña. Para cuando terminó la guerra y Hitler “fingió su suicidio”, el lugar era “la Shangri-la del führer”. Más o menos la misma idea es repetida en revistas francesas como Bonjour y Police Gazette, hasta en el diario Le Monde, y en cables de la agencia France Presse, agregando detalles probatorios como que en 1940 los nazis trabajaban “en la construcción de edificios que soportaran temperaturas de 60 grados bajo cero”.
¿Y los platos voladores nazis? Además de los que puedan haber aportado los reptiloides, parece que los nazis tenían los suyos. En Internet flotan todavía las fantasías paranoides sobre lo que encontraron los aliados en los laboratorios industriales de la Alemania ocupada. Por haber inventado el misil –las famosas V1 y V2 que incendiaron buena parte de Londres– los nazis “naturalmente” tenían proyectada una estación espacial. Reportes “serios” detallan que los norteamericanos se llevaron “decenas” de prototipos de platos voladores alemanes y que “la evidencia muestra que todos los científicos especializados en aviones y platos voladores que no fueron capturados partieron a América del Sur y la Antártida”. Allí también fueron a parar los Discos Bellonzo-Schriever-Miethe, platos voladores de hasta 70 metros de diámetro que “entraron en producción hacia 1940 y que para 1945 alcanzaban velocidades de 4500 kilómetros por hora”. ¿Cómo es que no capturaron alguno? Simple: con esa supervelocidad, se escaparon a la base antártica con gran facilidad. Lo que nadie explica es por qué Hitler no usó un arma tan maravillosa para ganar la guerra y listo.
La montaña ahuecada de los nazis tiene una sucursal subterránea en las Georgias del Sur. Según los “investigadores”, la lucha por mantenerla en secreto fue la verdadera causa de la guerra de Malvinas. El truculento torturador Alfredo Astiz, al mando de las tropas argentinas que tomaron el lugar, habría sido entonces enviado por los alemanes, “que controlan desde la Antártida vastas extensiones de Argentina”, para sacarse a los ingleses de encima. Los “investigadores” norteamericanos –en especial uno muy insistente y prolífico que firma “Branton”– muestran como prueba las memorias de Alexander Haig, negociador de Reagan que buscó parar la guerra. Haig escribió que el detonador fue un desembarco de argentinosciviles en las Georgias, una posesión británica “a unos grados del círculo antártico”. Agrega Branton: “¡¡¡Apuesto a que ustedes pensaron que la guerra de las Malvinas fue por la posesión de las Malvinas!!!”.
Otros “expertos” agregan detalles fatigosos. El físico búlgaro Vladimir Terzizki dice que los alemanes tenían 50 modelos de platos voladores en operaciones, construían cohetes que iban a la luna con más carga que las Apolo, y habían inventado el “jet de pulsión”. Los norteamericanos tienen pedazos de esta tecnología, ahora antártica, que guardan en un ya famoso hangar de una ya famosa base aérea llamada Roswell.
Con tanta tecnología por todos lados, no extraña que los extraterrestres hayan aportado algo más “soft” a sus socios nazis. Según “anónimo”, una fuente supersecreta que jura haber trabajado en la inteligencia naval norteamericana y es citada con devoción, Hitler no sólo vivió en la Antártida sino que sigue viviendo, genéticamente alterado por sus socios reptílicos de las Pléyades. Su principal actividad es pintar a la acuarela el paisaje blanco y falsificar dólares para financiar su Reich.
De rol van volksheldin Eva Peron en haar manquote:Según un historiador paraguayo y un escritor argentino, Hitler no se suicidó en Alemania: se escapó a Argentina con Eva Braun.
"Coincido plenamente con Abel Basti, quien a inicios de mes dijo que Hitler se escapó y se radicó en Argentina, específicamente en la Patagonia", declaró el paraguayo Mariano Llano al diario asunceño ABC.
Llano tiene previsto lanzar en febrero 'Hitler. Nazis en Paraguay', un trabajo de investigación que demuestra que la protección a los nazis fue fuerte "tanto en Argentina como en Paraguay".
El historiador y abogado considera que la ayuda a los "perseguidos políticos sea cual fuera su ideología" fue grande por "la historia de persecuciones" que ha caracterizado a sus compatriotas.
Entre los gobernantes que dieron refugio a los nazis cita al dictador paraguayo Alfredo Stroessner (hijo de un alemán), Perón (Argentina), Geisel (Brasil) e Ibáñez del Campo (Chile).
El periodista argentino Abel Basti ha presentado una curiosa guía turística con los sitios en donde vivieron y trabajaron ex jerarcas nazis refugiados en el sur argentino tras la Segunda Guerra Mundial.
También detalla dónde vivieron, presuntamente, Hitler y Eva Braun, según su polémica teoría que sostiene que no se suicidaron en 1945 en Berlín, sino que escaparon y vivieron en Bariloche.
quote:Friday June 27, 1997
Cry for us, Argentina -- Did Eva Peron hide Nazi loot?
SERGIO KIERNAN
Jewish Telegraphic Agency
BUENOS AIRES -- The Swiss government has decided to investigate whether Argentina deposited Nazi loot in Swiss banks after World War II.
Eva Peron, the wife of Argentine leader Juan Peron is suspected of having deposited in Geneva-based banks part of the Nazi loot she received in exchange for giving safe haven to alleged war criminals in Argentina.
The Swiss probe was announced Monday at the opening of a conference in Geneva on Nazi gold. The conference was organized by the Simon Wiesenthal Center.
In 1947, then-First Lady Eva Peron toured Europe in a trip designed to boost the image of her husband's regime abroad. She included a brief visit to Switzerland.
Eva Peron may have opened at least one secret bank account to deposit funds she received from Nazis in exchange for Argentine passports and visas, according to historians.
After her death in 1952, Juan Peron spent years trying to get the funds he believed his wife deposited in Geneva.
According to Felix Luna, a well-known historian specializing in Peronism, Juan Peron sent over a period of 20 years several of his top aides to Switzerland, including his second wife, Isabel Peron.
But Peron never found his wife's stash, according to one of the envoys, businessman Jorge Antonio.
"All we could get was a handful of gold coins deposited at a safe box belonging to Evita's brother, Juan Duarte," Antonio wrote in an unpublished memoir.
San Carlos de Bariloche en Aspenquote:The Peróns:
Argentina’s Populist Power Couple
Juan Perón and his wife Evita have been lionized by some, while they have been accused of many evil things by others. Were the Peróns really so bad? Or have they merely been smeared because the populist Perón was not unfriendly to the Third Reich?
By Robert K. Logan
Understandably, the mainstream media have chosen to ignore the first results of the much-ballyhooed “CEANA” investigations into Argentina’s alleged Nazi past. CEANA is the Argentine “Commission of Inquiry into the Activities of Nazism in Argentina” (Comisión Para el Esclarecimiento de las Actividades del Nazismo en la Argentina).
After more than three years of investigations, CEANA effectively exonerates the Argentine government of incessant malicious charges, accusations and insinuations—generated by the media—of having deliberately harbored countless Nazi war criminals, and ill-gotten art treasures and gold, confiscated from Jewish victims of World War II. Aside from the unfounded media re ports, sensational books of fiction like Frederick Forsyth’s The Odessa File and Jorge Camarasa’s Odessa al Sur suggested that a vast network had been established, with the complicity of the Vatican and Juan Perón’s administration, to funnel former SS men and Nazi gold into Argentina. A veritable hysteria, fed by the media, over the alleged presence of Nazis in Argentina has prevailed since World War II. These falsehoods are now being ex posed.
On November 11, 1999, CEANA, an official board of inquiry, issued preliminary findings after a comprehensive and exhaustive investigation. Established by Argentine Foreign Minister Guido Di Tella in 1997 to determine the truth about the extent of Nazi infiltration and stolen gold hoards allegedly brought to Argentina by German submarines during the closing days of the war, CEANA was staffed by a team of international scholars, chosen for a belief in their integrity, who, to further ensure their findings would be accepted by the world, were monitored by Jewish academic and media shepherds. The CEANA commission was granted full access to the state archives of the nations of Argentina, the United States, Great Britain, Switzerland, Germany, Italy, France, Belgium and Portugal.
The researchers, with the concurrence of the Jewish members, found that in fact very few Nazis and Nazi collaborators had entered Argentina. For example, respected historian Carlota Jakisch estimated that some 65 alleged war criminals, including the much-publicized Adolf Eichmann and Josef Mengele, had succeeded in entering Argentina and thereby escaping Allied “justice,” i.e., the hangman. German historian Holger Meding was able to find that only 45 Nazi war criminals had escaped the victors’ justice by slipping into Argentina. The researchers also verified that 36 French and Belgian and 52 Croatian collaborators had also managed to escape justice in Argentina. Thus, a grand total of fewer than 200 Nazis and Nazi collaborators, of whom only a few could be considered dangerous war criminals, was determined to have entered Argentina.
Admittedly, Austrian Bishop Alois Hudal and other priests were found to have aided several wanted individuals in their time of need, just as they helped Jews earlier, when they were threatened. Some gold and valuables belonging to dubious individuals may have been transferred from Europe to Argentina, the land of silver, but certainly not large quantities. Concerning gold transfers, CEANA reports unequivocally that “Nazi gold never entered the country physically . . . and that any complicity of Argentina Central Bank in transactions related to Nazi gold was, in any case, very marginal.” Further, no official records involving the Perón administration on the matter of gold transfers or looted art have been revealed.
Quite naturally, many Germans, who saw no future in Germany in 1945, chose to emigrate to Argentina. Moreover, Argentina, as a Catholic country, has a long tradition, shared with other Latin countries, of permitting its churches to grant sanctuary to individuals in need and of granting defeated military personnel the privilege of seeking safety in exile.
The continued animosity of the Anglo-American Establishment directed against the persons of Juan Domingo Perón and his wife, Eva Duarte de Perón (known as “Evita”), which borders on the pathological, deserves special attention. This enduring animus would be incomprehensible without understanding the history of British imperialism in Argentina and the sociopolitical revolutions of the first half of the 20th century.
The underlying cause of the continuing UK/U.S. hostility toward Argentina stems from the Peróns’ success in freeing the country, albeit temporarily, from its traditional economic dependence on foreign markets and capital, initially British but later American. British and U.S. companies eventually held a virtual monopoly over the Argentine meat-packing, railroad, electric power, pharmaceutical and other industries. In 1933, the controversial Roca-Runciman Treaty seemed to seal the special Argentine-British relationship. It would also have kept Argentina in a quasi-colonial status as agricultural supplier to Britain.
Several unforeseen events upset this special relationship. First, the onset of World War II cut Argentina off from its traditional markets and investment sources and forced the country to become more self-sufficient by developing its own industrial and financial base. With modernization and industrialization, the labor unions grew ever more powerful. The long-reigning Argentine oligarchy, with which the British had always dealt, began to lose its privileged position. The very word “autarky” (i.e., national self-sufficiency) is, of course, anathema to international moneylenders.
In 1943 a military coup overthrew the corrupt Castillo government. A young, charismatic colonel, Juan Perón, assumed control of the Ministry of Labor and Welfare of the economically foundering nation. With the indispensable assistance of a fellow colonel, Domingo Alfredo Mercante, who assumed control of the vital Buenos Aires province, Perón’s organizational and leadership qualities won him the support of the working class that be came his main political base.
The bulk of the population in Argentina is of Italian and Spanish extraction. It was quite natural in the Great Depression of the 1930s, when American and British capitalism was on the rocks, which the military and the common people in Argentina turned to Mussolini’s Fascist Italy and National Socialist Germany as models. Moreover, like Italy, Argentina was a Catholic country with mores and a spirit quite different from those of “Perfidious Albion.”
As Perón’s power increased (he became vice president and minister of war in 1940), the oligarchs and others whose status was now being threatened staged a coup in early October 1945 that ousted Perón from the government. However, the insurgents miscalculated badly, and within a few days Perón’s followers were able to regroup and fight back. Under the leadership of the labor leaders in Buenos Aires and Perón’s loyal friend, Col. Mercante, whom Evita was later to call “the heart of Perón,” massive street demonstrations were staged.
With World War II concluded and Britain an economic basket case, Perón pushed ahead with his domestic industrialization program, including nationalizing foreign-owned businesses. Joining and reinforcing Perón in this major restructuring of the Argentine economy was Evita, whom he married. A woman fiercely dedicated to her husband and his program, Evita proved a tremendous asset to Perón, who, by 1946, had become president of Argentina. Contrary to American public opinion, Juan Perón’s power did not derive from Evita, but Evita’s from Juan’s.
Perón himself was referred to as the leader and standard bearer of the descamisados (“the shirtless ones,” i.e., the workers). Perón’s political doctrine was justicialismo (“social justice”) and “the Third Position,” which was opposed to the oligarchs, the communists and the imperialists. Evita Perón, who had a successful career in radio, movies and theater before her marriage to Perón, soon won the affection of the Argentine people. Evita was an extremely effective public speaker, arguing emotionally and dramatically on behalf of Perón’s policies.
Evita almost single-handedly took over all welfare in Argentina, opening hospitals, schools, housing projects, orphanages, libraries, homes for the elderly, shelters for the indigent and social security programs—all under the auspices of her Social Aid Foundation. In doing so, she in effect re placed charity with a government aid program. Equally important and long lasting were her support of women’s rights and her championship of the law that gave Argentine women the right to vote.
To have accomplished so much in Argentinian society at tests to Evita’s unusual appeal and tact. In her speeches she al ways presented herself modestly as Perón’s “bridge to the people,” never ceasing to defer to and praise her husband, El Presidente. For his part Perón could only be most thankful for his wife’s loyalty and support. Evita’s activities further incurred the wrath of the oligarchs, especially the wealthy Ladies of Beneficence, who had traditionally managed charitable operations in Argentina.
Juan and Evita were a perfect team: he, the strong, macho military leader fighting against communism and imperialism for an independent Argentina; she, childless, frail in appearance, in failing health, the wife and main supporter of her revered husband. Upon her death on July 26, 1952, the government announced: “It is our sad duty to inform the people of the republic that Eva, the spiritual leader of the nation, died at 8:25 p.m.”
Perón’s fortunes began to decline following his wife’s death. Europe recovered from World War II, and its industries were again working overtime—supplying South American countries. The United States was now not only helping the British reestablish their pre-Perón privileges but also intervening in Argentine affairs. (The total diplomatic and logistical support the U.S. government gave Britain during the Falkland Islands War in 1982 demonstrated clearly the commonality of U.S-UK policy vis-a-vis Argentina, whose claims to the islands are at least as valid as Britain’s.) Perón’s hopes to establish home industries eventually foundered. Economic distress was soon followed by political action against Perónism.
In 1955 Perón was ousted in a military coup. The new regime, backed by the oligarchy and other enemies of the Peróns, undertook to dismantle as many of Evita’s innovations and institutions (shelters, schools, hospitals) as it could, especially those bearing her name. Even her body was disinterred and transported out of the country. Perón himself went into exile in Spain.
To discredit Perónism, a campaign of calumny and slander concerning the private lives and character of both Juan and Evita was started, and it continues to this day. He was accused of living with teenage girls and of being a Nazi sympathizer. Evita was maliciously denounced as a common prostitute who stole money from the Eva Duarte Foundation. But the campaign of hate and vilification against the Peróns failed completely in Argentina and most of the Latin world, though the allegations continue to titillate British and American scandalmongers.
Juan Perón was returned to power in 1974, and Evita’s body was finally laid to rest in her native land. The Perónist Party continues to exist, but, without an effective leader, it has become very fragmented. While Evita never quite became “Santa Evita,” she is nonetheless fondly remembered by many in present-day Argentina.
After the war many immigrants from Europe arrived in Argentina seeking to start new lives, as they did in the United States. For historical, ethnic and religious reasons the Argentine government chose not to seek out, pursue, arrest or indict “suspect” Germans who arrived as immigrants after World War II. Was this so terrible? For their own reasons, the United States, Britain and France have themselves elected not to seek out, pursue, arrest, indict or deport Russians, Ukrainians or Jews who were involved in communist crimes, not even those associated with the infamous Gulag system, even though communist crimes lasted over a much longer period, involved millions more victims and were of much more recent origin.
During the war the United States was an active belligerent, allied with the Soviet Union, while Argentina, remained neutral as long as possible with obvious sympathies for the Italian and German people. Not until March 27, 1944, under great pressure from the United States, did Argentina finally declare war against Germany. None other than Juan Domingo Perón, then minister of war, signed the declaration of war. Moreover, most Argentine exports of raw materials during World War II went to the United States and Britain, not to Germany and Italy.
The international CEANA commission has proved extremely useful in demystifying and dispelling many misconceptions about the extent of Nazi influence in Argentina. The selection of honest, independent and unbiased researchers, with the participation of open-minded Jews, combined with the cooperation of involved states, seems the perfect vehicle for resolving lingering doubts about other controversial events of World War II. It is to be hoped that a similar international commission is established to define—once and for all—the exact parameters of Jewish losses in the holocaust.
Postscript
Half a century after Eva and Juan Perón established the populist Perónist movement, Perónistas, admittedly of varying convictions and authenticity, continue to control the Argentine Congress and most of Argentina’s provinces. But in his day and awash himself in party power struggles, Juan Perón liked to compare the various warring Perónist factions to cats having sex. “It may seem like they are fighting,” Perón would say, “but they are really just reproducing. In the end, Perónism survives and expands.”1
FOOTNOTE:
1Faiola, Anthony, “Squabbling Perónists Can’t Get It Together,” The International Herald Tribune, Sept. 6, 2002, 2.
quote:They reveal step of Hitler by Argentina
EFE
Buenos Aires, Argentina (5 January 2004). Adolf Hitler lived in the Patagonia after fleeing in 1945 of Germany, assures the Argentine journalist Abel Basti in a book where, with the style of a tourist guide, reveals the places al foot of the mountain Range of the Andes that served of refuge to various former Nazi hierarches.
Hitler and his sentimental couple Eva Braun himself did not kill, they fled to the coasts Argentinas in a submarine and many years lived near San Carlos of Bariloche, tourist city and center of esquí to thousand 350 kilometers al southwestern of Buenos Aires, indicates in interview the author of the text.
In its book "Bariloche Tourist Nazi-Guide", that the next week in the south american country will leave for sale, Basti reproduces documents, testimonies, photos and flat to guide al reader or tourist to the places that served of refuge to Hitler, Martin Borman, Joseph Mengele and Adolf Eichmann.
It does not it please the question if with their work challenges the official history on the suicide of Hitler and of Eva Braun when the allied troops arrived at Berlin, since maintained that the corpses of the Führer and of their lover never they were found, al the same as of many other Nazis presumedly killed.
"The official only history is the report al Kremlin of the General one Jukov (commander of the Soviet Army that occupied Berlin) that Hitler and various Nazi leaders escaped, likely to Spain or to Argentina, and thus communicates it (José) Stalin al U.S. government", assured in controversial tone.
In its book publishes a photograph of the farm "Inalco", that in native tongue signifies "near the water", located in Village the Narrowness, to edges of the lake Nahuel Huapi, 80 kilometers al north of Bariloche.
"That was the refuge elected by the Argentine Nazis to hide to Hitler and to Eva Braun".
The residence, that still is conserved in the middle of a leafy forest and to which only can arrive for launch or seaplane, belonged al Argentine businessman Jorge Antonio, one of the men of greater confidence of the three times President of this country, Juan Sunday Perón.
Basti mentions to Rodolfo Fraud, son of the German millionaire Ludwing Fraud, as key piece since its position of secretary of Perón, for the transfer to Argentina of Nazis, among them, Eichmann, captured in 1960 near Buenos Aires by an Israeli command and executed two years later in Israel.
The author of the book, has worked in several investigations on the Nazis for the European television, assures that Hitler also lived during its step by Argentina in the Estate San Ramón, 10 kilometers al this of Bariloche, a property at that time of the German principality of Schaumburg-Lippe.
The long stretch among the possibility that Hitler and their deputies have managed to escape from Berlin, and refugee in the Patagonia, for Basti shortens with the "wave of submarines" German that they arrived at the little, Argentine southern coasts after concluded the Second World War.
"There are many and fehacientes you test of the flight of Nazis toward argentina in coincidence with the arrival of German submarines to the Patagonia", indicated, after recalling the support that the then Argentine Government presided by Perón lent to take refuge in the country to the followers of the Führer.
Basti, who resides in Bariloche and initiated a decade ago its investigation on the radicación of Nazis in that picturesque city, assures to count on testimonies of passengers of the German submarines that arrived at the Patagonia, that will be the base of a second book "in preparation".
The book "Bariloche Tourist Nazi-Guide", that will be complemented with the place in internet www.barilochenazi.com.ar, begins with the history of the former captain of them feared SS, Erich Priebke, extradited from Argentina to Italy in the decade weighed by its responsibility in the fusilamiento of some 300 persons.
Priebke, who presided in Bariloche the Cultural Association German-Argentina, was the tip of the iceberg of the investigation of Basti to describe a complex plot of businesses and institutions created in the country "al only effect of the flight of the Nazis and to whiten money of the rapiñas of war".
The journalist also qualifies in its book the official history on the deaths of Martin Borman, the second in the Nazi hierarchy after Hitler, and of the medical one Joseph Mengele, since reproduces testimonies and photographs that give account of the step by Bariloche of those two criminals of war.
quote:Dear Editor:
I apologize to all who have been offended, hurt or outraged by my comments as reported in The Aspen Times on March 18 (Bariloche article) and repeated in two subsequent stories. I am sensitive to the issues raised by this article, and I understand the seriousness of this matter. If my comments conveyed otherwise, for that I am deeply sorry.
I have talked with many Aspenites, Jewish and non-Jewish; have met with Aspen Sister Cities; have requested a letter of explanation from Bariloche's mayor; and am working with the Aspen Institute to provide a setting for a dialogue for members of the Aspen community to discuss this issue, and any other issues that might arise, in order for all of us to develop deeper understanding and sensitivity to each other's beliefs, feelings, differences and points of view.
This issue is far too serious to be resolved by newspaper articles or letters to the editor. In fairness to Aspen citizens, Bariloche citizens and to Jews everywhere, we need to determine the facts in this matter, and make our decisions accordingly. I assure you, the city of Aspen will thoughtfully and thoroughly address this matter.
Furthermore, the city of Aspen will not tolerate any form of threat or discrimination, whether subtle or blatant toward any person of any belief, ethnic or national background that may arise from this matter or at any time.
Helen Kalin Klanderud
Mayor
City of Aspen
A partir de la nota de Eben Harrell los lectores en el Aspen times comenzaron una larga pólémica que reproducimos a continuación
www.aspentimes.com
Aspen sister city former Nazi haven
By Eben Harrell
Aspen Times Staff Writer
March 18, 2004
Aspen’s newest sister city, Bariloche, Argentina, was for years a stronghold for high-ranking German Nazis, and the town’s population still refuses to condemn them for their actions, according to a report in The Daily Telegraph in Britain.
The report has caused concern among Aspen’s Jewish leaders and frustration among city officials.
“The only thing I find bothersome about this is that you would give this credibility by writing a story,” Griff Smith, the Bariloche city coordinator for Aspen’s sister cities, told The Aspen Times.
A sister city official from Bariloche confirmed that high-ranking Nazis were prominent members of the community, but believes this should not tarnish the town’s image.
According to The Daily Telegraph, a respected conservative paper in London, Bariloche provided refuge to many high-ranking Nazis for years after World War II. Joseph Schwammberger, commander of the Polish ghetto Przemysl, Erich Priebke, a former SS officer now serving a life term in Italy for the massacre of 335 Italians, and possibly even Joseph Mengele, the Auschwitz death camp doctor known as the “Angel of Death,” resided in or near the town.
The Telegraph’s Feb. 14 article was written after the publication of a controversial guidebook of former Nazi homes in Bariloche by a local author.
When Priebke was arrested 10 years ago, he was the respected president of a local German school and a beloved delicatessen owner, the Telegraph reports. His son, George Priebke, who still lives in Baroliche, said that Nazis were alwa"We moeten ons bewust zijn van de superioriteit van onze beschaving, met zijn normen en waarden, welvaart voor de mensen, respect voor mensenrechten en godsdienstvrijheid. Dat respect bestaat zeker niet in de Islamitische wereld".
Bij deze...quote:Op vrijdag 29 oktober 2004 19:31 schreef DiegoArmandoMaradona het volgende:
Effe in het kort wat feiten:
Het lichaam van Hitler is nooit gevonden
Laat de discussie maar losbarsten
quote:De Groene Amsterdammer van 2-2-2002
Laatste tango in Bariloche
Máxima, Jorge Zorreguieta, Willem-Alexander, prins Bernhard: allen komen zij graag naar San Carlos de Bariloche, het chique Argentijnse wintersportparadijs. Er kleeft echter ook een schaduwzijde aan dit «Beieren aan de voet van de Andes».
René Zwaap
San Carlos de Bariloche — Reizen door Patagonië, het diepe zuiden van Argentinië, is een surrealistische ervaring. Niet alleen door het overweldigende landschap, met massieve gebergtes en eeuwige sneeuw, de onafzienbare azuurblauwe meren, de desolate vlaktes en de duizenden kilometers verlaten stranden, maar vooral door de indringende aanwezigheid van de pan-Germaanse cultuur, en dat alles zo'n 1700 kilometer ten zuiden van Buenos Aires.
In de chique ski-resorts van Patagonië, zoals Cerro Catedral, waar Willem-Alexander en Máxima eind vorig jaar nog twee weken verbleven, klinkt jodelmuziek, schieten de Münchner Bierstuben de bezoeker van alle kanten tegemoet en is de overheersende architectuur geheel in Tiroler stijl, compleet met koekoeksklokken en eikenhouten pergola's. Er schuifelt zowaar een sint-bernhardshond rond.
Máxima bracht hier een belangrijk gedeelte van haar jeugd door. Vader Jorge had een vakantiehuis in de Cerro Catedral. Tot 1996, het jaar waarin een grote brand, waarvan de sporen nog altijd zichtbaar zijn, een fors deel van de bebouwing in de as legde en Jorge Zorreguieta het terrein verkocht. Een buurvrouw kan zich de familie nog goed herinneren, al had ze nooit direct contact, want daarvoor was de familie Zorreguieta naar haar zeggen «veel te hoog». «Altijd aan het ravotten met de jongens, die Máxima», aldus de buurvrouw. «Een heerlijke meid. Heel goed dat ze koningin van Nederland wordt. Goed voor de verbroedering van onze volkeren.»
In de tijd dat de familie Zorreguieta ieder jaar in de Cerro Catedral kwam skiën, waren de aanwezige instructeurs strikt Duitstalig. Bariloche en omgeving waren toen nog een stuk exclusiever dan nu. Het benadrukt de germanofiele trekjes van de Zorreguieta's, wier dochter op de lagere school van Buenos Aires werd opgevoed door Duitse nonnen.
Ook in het vijftien kilometer verder gelegen San Carlos de Bariloche, met tachtigduizend inwoners een metropool naar Patagoniaanse begrippen, is de sfeer Tirools-Teutoons. Boven op de Cerro Otto, de boven de stad gelegen berg, bevindt zich der Berghof. In de alpenhut daar huisde tot zijn dood in 1989 Bariloche's prominente inwoner Otto Meiling, een uit Beieren afkomstige alpinist die onder meer optrad als ski-instructeur van de legendarische dictator Juan Domingo Perón. Meilings Berghof is nu museum en bevindt zich nog in ongeschonden staat. Een gedicht gekerfd in een houten blad zegt iets over de filosofie van deze legendarische «hombre de montaña»:
«Kommt mit auf den Berg, Kamerad/ Hoch werden wir steigen/ Bis oben aus Hoffen und Tat/ Schliessen wir der Reigen».
Meiling kwam begin jaren dertig naar Bariloche. Hij was een van de drijvende krachten achter de Hitler Jugend in Argentinië, die tot diep in de jaren dertig ongemoeid kon opereren. In 1931 was Meiling samen met vier andere Duitse emigranten medeoprichter van de Club Andino Bariloche (CAB), officieel een vereniging voor georganiseerde sneeuwpret, in werkelijkheid een mantelorganisatie voor virulent pan-Germaans inlichtingenwerk in Patagonië.
De Duitse agitatie in Bariloche was in de jaren dertig al behoorlijk manifest. Boven op het gebouw van de Duitse taalschool Primo Caparo (de naam van een Italiaanse fascist die in Bariloche was neergestreken) wapperde de hakenkruisvlag en de uit Duitsland afkomstige docenten waren verplicht lid van de Liga van Nationaal-Socialistische Docenten. Hitlers Mein Kampf was het belangrijkste oefenboek. In 1938 maakte de gekozen Argentijnse president Roberto Ortiz een einde aan deze «anti-Argentijnse activiteiten». Het instituut werd ontbonden, om na de Tweede Wereldoorlog, toen dictator Perón eenmaal was aangetreden, te worden heropgericht door naar Bariloche uitgeweken nazi's.
Beneden, in het toeristenstadje zelf, waant men zich al evenzeer in Teutoonse sferen. De huizen en winkels wijken architectonisch op geen enkele wijze af van het Germaanse model. Het belangrijkste exportproduct van het stadje is chocolade. In de Stube van de familie Weiss serveert men gerookt edelhert en glühwein. In de etablissementen Der Biergarten, El viejo Munich en La Alpina treft men een keur aan Duitse bieren. De hotels Edelweiss, Pirker en Wickter dragen bij aan Bariloche's naam als «het Beieren van Argentinië». De wijk Belgrano herbergt zoveel Duitse migranten dat ze in de volksmond «el barrio alemán», de Duitse wijk, wordt genoemd.
Alleen de taferelen op het plein in het centrum van Bariloche, alwaar een woedende menigte zich heeft verzameld en stenen gooit naar het stadhuis uit protest tegen het uitblijven van de salarissen, maken de bezoeker duidelijk dat hij zich nog altijd in het in een diepe economische crisis verwikkelde Argentinië bevindt.
San Carlos de Bariloche werd in 1902 gesticht door de Duitse consul in Chili, Carlos Wiederhold. De decennia durende slachting van de zich hardnekkig verzettende inheemse bevolking vond op dat moment zijn voltooiing. Het enorme gebied — Patagonië telt 787.163 vierkante kilometer en beslaat een derde van de staat Argentinië — behoefde dringend herbevolking. Aan het grote meer Nahuel Huapi, veertig kilometer van de grens met Chili, stichtte Wiederhold het koopmanshuis La Alemana, waar de Sociedad Anónima de Importación y Exportación de la Patagonia van José Menéndez en Mauricio Braun goede zaken deed en zou uitgroeien tot de grootste supermarktketen van Zuid-Amerika, La Anónima, tegenwoordig goed voor een jaarlijkse winst van driehonderd miljoen dollar per jaar. Uit het koopmanshuis La Alemana — nu het stadhuis — groeide het stadje Bariloche.
In 1910 kocht een prins uit het Duitse vorstengeslacht Schaumburg-Zur Lippe, een verre verwant van prins Bernhard zur Lippe-Biesterfeld (Juliana's eerste biograaf J. Waterink duidde Bernhard in zijn boek Onze jonge koningin thuis uit 1936 zelfs abusievelijk aan als prins Schaumburg-Zur Lippe), het vijftien kilometer buiten Bariloche gelegen landgoed San Ramón aan. Deze «estancia» telde maar liefst dertigduizend hectare en werd ter plekke beheerd door baron Ludwig von Bülow, die hier in 1915 onderdak bood aan Wilhelm Canaris, de latere chef van Hitlers Abwehr. Canaris trok als tweede stuurman van de Duitse kruiser Dresden in naam van Kaiser Wilhelm II in 1914 ten strijde tegen de Britten op de tegenover de uiterste zuidoostelijke punt van Patagonië gelegen Falkland-eilanden (Las Malvinas). Hij werd gevangen genomen in Chili, maar wist vervolgens met een paar vertrouwelingen te ontsnappen naar Bariloche. Daar kreeg hij een warm welkom van baron Von Bülow in de estancia San Ramón.
De latere admiraal en spionnenchef zag onmiddellijk de strategische waarde van de locatie in. In 1926 werd San Ramón overgedaan aan het Duitse bedrijf Treuhand — de latere zakelijke tak van de NSDAP — en daarna aan de gebroeders Dietrich en Christel Lahusen uit Bremen, zakenrelaties van de reeds genoemde Mauricio Braun. In samenwerking met prins Stephan von Schaumburg-Zur Lippe, adviseur van de Duitse ambassade in Buenos Aires, maakten de gebroeders Lahusen van San Ramón een centrum van Duitse spionage activiteiten. Handig daarbij was dat de estancia vanaf 1940 het enige vliegveld van de regio herbergde.
De Argentijnse politicus Silvano Santander beschuldigde prins Schaumburg-Zur Lippe en de gebroeders Lahusen ervan hand- en spandiensten te verlenen aan het Derde Rijk. In 1941 werden deze beschuldigingen onderzocht door de Comisión de Actividades Anti-Argentinas van het parlement in Buenos Aires, die haar activiteiten twee jaar later echter weer moest staken op aandringen van de nazi-vriendelijke Perón.
Na de Tweede Wereldoorlog was de toevloed aan Duitse emigranten richting Argentinië helemaal niet meer te stoppen. Patagonië was veruit de populairste reisbestemming, want wie eenmaal daar was beland, was nauwelijks meer traceerbaar.
Zulks ondervonden eerder al de Amerikaanse gangsters Robert Leroy Parker en Harry Longabaugh, beter bekend als Butch Cassidy en The Sundance Kid, die nadat zij in 1900 de First National Bank van Winemucca, Nevada, hadden beroofd, een veilig heenkomen vonden in Cholila bij El Bolsón, zo'n 120 kilometer ten zuiden van Bariloche. Zelfs de fanatieke boevenjagers van het detectivebureau Pinkerton konden hen daar niet meer vinden. Indien het duo niet verder was gegaan met het overvallen van banken (in 1909 werd een poging de recette van een mijn in Bolivia op te strijken hun fataal) hadden zij hun dagen ongemoeid in Patagonië kunnen slijten.
Juan Perón begon in 1945 aan zijn presidentiële carrière. Op de valreep — drie weken voor de Duitse capitulatie — verklaarde hij weliswaar nog de oorlog aan de As-mogendheden, maar dat was alleen voor de vorm, een diplomatiek gebaar richting de Amerikanen en de Britten. In de praktijk steunde Perón, die in de jaren dertig als Argentijns ambassadeur in Mussolini's Italië danig onder de indruk van de fascistische beweging was gekomen, de nazi's waar hij maar kon. Volgens een verklaring van zijn adviseur Pedro Bianchi in 1979 verkocht Perón alleen al in zijn eerste termijn in de Casa Rosada in Buenos Aires tweeduizend paspoorten en achtduizend blanco persoonsbewijzen aan nazi-kringen in Europa. Het legde de dictator geen windeieren. Perón zou — met het huidige prijspeil — zes miljoen dollar hebben verdiend aan deze bemiddeling, zo vertelde zijn vertrouweling Bianchi trots.
Tussen 1945 en 1955 begonnen naar schatting in totaal tachtigduizend Duitsers, Oostenrijkers en Kroaten een nieuw leven in Argenti nië. Ongeveer vijftienduizend van hen deden dat met valse persoonsbewijzen, hetgeen een voorzichtige indicatie geeft van de nazi-populatie in het Argentinië van Perón.
Ook Evita Duarte Perón bemoeide zich persoonlijk met de zogeheten «rat lines». Daartoe maakte de Argentijnse first lady in de zomer van 1947 een tournee door Europa, waarbij zij onder meer Franco in Spanje, paus Pius XII en vertegenwoordigers van de Zwitserse regering bezocht. In het Zwitserse Bern werd een geheim emigratiebureau ingericht, geleid door de voormalige SS'er Carlos Fuldner. Een vlucht naar de pampa's kostte de reiziger inclusief aangepast identiteitsbewijs zo'n vijftigduizend dollar. Minder kapitaalkrachtige voortvluchtigen moesten het doen met een trip op een van de vele schepen van de Uruguayaanse reder Alberto Dodero, een persoonlijke vriend van het echtpaar Perón.
Ook aan San Carlos de Bariloche ging deze immigratiestroom niet onopgemerkt voorbij. Journalist Abel Basti van de lokale krant Mañana del Sur maakte het zijn levenswerk de nazi-populatie van zijn woonplaats in kaart te brengen. Dat deed hij in talrijke reportages voor zijn krant, die vaak leidden tot landelijk nieuws, én in een nog niet uitgegeven «toeristische gids voor nazi-locaties in Bariloche». «Misschien dat het in Nederland gepubliceerd kan worden», verzucht hij. «Het Argentijnse publiek is hier nog niet helemaal rijp voor, tenminste, niemand wil het uitgeven.»
Basti kreeg belangstelling voor de materie toen in 1995 ex-SS'er en voormalig Gestapo-officier Erich Priebke in Bariloche werd gearresteerd en uitgewezen naar Italië, waar hij werd beschuldigd van het leiding geven en het eigenhandig deelnemen aan een moordpartij in de grotten van de Fosas Ardeatinas bij Rome in 1944. Daarbij werden 335 Italiaanse mannen en jongens, allen burgers, bij wijze van represaillemaatregel voor een actie van partizanen geëxecuteerd. Priebke kwam in 1948 per boot aan in Argentinië. Met een paspoort van het Rode Kruis op naam van Otto Pape op zak vestigde hij zich met vrouw en twee kinderen in Bariloche. Daar werd hij uitbater van een delicatessenzaak, gespecialiseerd in gerookte ham.
Al snel voelde hij zich zo veilig dat hij weer zijn eigen naam gebruikte, hetgeen vele uitgeweken nazi's in Argentinië plachten te doen. In Bariloche was Priebke een sleutelfiguur in het openbare leven: zo was hij oprichter van de plaatselijke Asociación Cultural Germano-Argentina en van het Duitse taleninstituut Primo Capraro, waarvan hij tevens voorzitter was. Regelmatig reisde hij af naar Europa. De gewezen SS'er was net van plan zich terug te trekken op een landgoed dat hij even buiten Bariloche had aangeschaft, toen het Simon Wiesenthal-centrum in Wenen lucht van hem kreeg.
In 1994 streek nazi-jager Rick Eaton neer in Bariloche, op zoek naar de nog immer zeer actieve nazi-propagandist Reinhard Kops, alias Juan Maler. De in 1914 in Hamburg geboren Kops/Maler was een geheim agent van de nazi's tijdens de Tweede Wereldoorlog in Albanië. In 1948 was hij naar Argentinië getrokken, waar hij in de jaren vijftig in Buenos Aires uitgever en redacteur was van het neonazistische strijdschrift Der Weg, een in Duitsland verboden blad. In Bariloche was hij uitbater van hotel Campana in de «barrio alemán» van Bariloche.
De agent van Wiesenthal wist zijn vertrouwen te winnen door zich tijdens een ontmoeting in hotel Edelweiss in Bariloche voor te doen als een miljonair die bereid was veel geld te doneren aan de internationale neonazistische beweging. Kops/Maler vertelde dat het geld zou worden gedoneerd aan diverse ondergrondse cellen in Duitsland. Deze verklaringen werden op een band opgenomen en in handen van CNN gespeeld. Eenmaal daarmee geconfronteerd door een verslaggever van de Amerikaanse nieuwszender sloeg Kops/Maler door. «Ik ben maar een klein radertje in de organisatie», riep hij uit. «Waarom gaan jullie niet achter het brein aan, waarom pakken jullie Priebke niet?»
Zo viel het doek voor de beul van Rome. Op verzoek van de Italiaanse justitie werd hij gearresteerd en in november 1995 besloot het hoogste gerechtshof van Argentinië met drie tegen twee stemmen om hem daadwerkelijk uit te leveren. In Bariloche leidde dat nog tot de nodige verontwaardigde reacties, aldus Abel Basti. «Priebke, ook wel oom Erich genoemd, was een graag geziene figuur, vooral in de betere kringen van deze stad. Velen zagen hem met lede ogen vertrekken. Maar toen eenmaal bekend werd wat Priebke precies had gedaan tijdens de oorlog, vonden de meesten toch dat hij zijn straf verdiende. Behalve natuurlijk de vele kameraden die hij hier achterliet.»
De grote internationale publiciteit rondom de zaak-Priebke was voor de toenmalige Argentijnse regering onder leiding van president Carlos Ménem reden tot oprichting van een speciale commissie die de activiteiten van nazi's in Argentinië in kaart moest brengen. Deze Comisión de Esclarecimento de las Actividades Nazis en Argentina (CEANA) leverde in 1999 een redelijk doorwrocht werkstuk af, hoewel men zich er nadrukkelijk voor hoedde in te gaan op de machtspositie van de talrijke nog in leven zijnde Argentijnse ondernemers met nazi-relaties. Daarnaast liet Ménem in Bariloche een Centrum tegen Racisme en Discriminatie oprichten. Dit Instituto Nacional Contra la Discriminación, Xenofobía y Racismo bestaat anno 2002 al niet meer. Het was kennelijk niet meer dan een pr-stunt, vooral bedoeld voor consumptie in het buitenland. Aan de oprechtheid van de peronist Ménem in dezen mag worden getwijfeld, aldus Basti.
Voor Basti was de zaak-Priebke aanleiding de nazi-connecties van zijn woonplaats uitputtend in kaart te brengen. Waar mogelijk zocht hij de mannen in kwestie zelf ook op voor een interview. Wie zijn «gids voor nazi-toerisme in Bariloche e.o.» heeft gelezen, kijkt met andere ogen naar het op het eerste gezicht zo idyllische stadje aan het Nahuel Huapi-meer. Joseph Mengele, de «Engel des Doods» van Auschwitz, zou volgens het speurwerk van Basti enkele jaren hebben gewoond in de barrio alemán. In 1948 of 1949 haalde Mengele zelfs zijn rijbewijs in Bariloche, zo verklaarde een gewezen gemeenteambtenaar aan de verslaggever. Mengele zou nog diverse keren naar Bariloche terugkeren, waar hij een graag geziene gast zou zijn op de estancia van de puissant rijke ondernemer Ludwig Freude en zijn zoon Rodolfo, privé-secretaris van het echtpaar Perón vanaf 1946.
Tegenover Basti verklaarde Mengele-jager Simon Wiesenthal dat de voormalige kamparts in februari 1960 in Bariloche werd herkend door een toen 48-jarige toeriste uit Israël, genaamd Nora Eldoc, die een overlevende van Auschwitz was en daar door Mengele persoonlijk zou zijn gesteriliseerd. Eldoc stuitte op Mengele tijdens een feest in een hotel. Enige seconden stond ze oog in oog met hem, waarna ze haastig het hotel verliet en de politie waarschuwde. Enkele dagen later, op 12 februari 1960, werd het lichaam van de vrouw gevonden in een grot in de bergen buiten Bariloche. De vinder was de Sloveense bergbeklimmer Vojko Arko, de vriend en biograaf van Berghof-bewoner Otto Meiling. Deze verklaarde tegenover Basti dat de dode vrouw zijns inziens «een agente van de Mossad» was. Van Mengele zelf ontbrak ieder spoor. Pas in 1995 werd in Brazilië een stoffelijk overschot gevonden dat volgens de plaatselijke autoriteiten aan de Engel des Doods had toebehoord.
Ook de Oostenrijker Adolf Eichmann zou in Bariloche zijn gesignaleerd, en wel in 1956, toen een Israëlische geheim agent die alleen bekend werd als B.A. neerstreek in een café bij het Nahuel Huapi-meer en daar een groep in het Duits hoorde praten. Een van deze mannen praatte met enig gezag over zijn verzameling Oostenrijkse postzegels. Toen B.A. later in Buenos Aires kwam en daar in een krant een foto van de gezochte oorlogsmisdadiger aantrof, herkende hij daar de filatelist uit Bariloche in. Een en ander zou uiteindelijk leiden tot de ontvoering van Eichmann in 1960 door een groep agenten van de Israëlische geheime dienst in Eichmanns woonplaats Buenos Aires. In het op gesprekken met Eichmanns vertrouweling Willem Sassen gebaseerde boek De fatale vriendschappen van Adolf Eichmann van de Belg Stan Lauryssens ontbreekt dit gegeven. Wel wordt daarin duidelijk dat Eichmann een aanbod had gekregen om in Patagonië als opzichter bij het slaan van olieputten aan de slag te gaan. Eichmann zou dit aanbod hebben afgewezen. Als hij er wel op in was gegaan, zou Eichmann, aldus Sassen, nooit door de Israëli's zijn gevonden.
Intrigerend in Basti's gids is ook het verhaal dat Hitlers plaatsvervanger Martin Bormann in Bariloche zou hebben verbleven. Het Italiaanse tijdschrift Tempo meldde in 1960 een grafsteen met de inscriptie M. Bormann te hebben aangetroffen. Kort daarop bleek dit graf verdwenen te zijn. Officieel stierf Bormann in mei 1945 in Berlijn. Volgens Basti leefde de vice-Führer onder de naam Ricardo Bauer ongestoord verder in Patagonië, waar hij nog werd gefotografeerd aan de zijde van een plaatselijke schone. Uit de foto die Basti laat zien, spreekt in elk geval een verbluffende gelijkenis.Bormann is officieel door de Duitse regering dood verklaard, dus het lijkt dat dit een broodje aap verhaal al heb ik die fot´s nooit gezien Basti: «Volgens mij is er genoeg reden tot onderzoek, maar zelfs het Wiesen thal-centrum wil er niet aan. Er is een zekere nazi-moeheid ontstaan.»
Volgens de journalist is de uitgestrekte, verlaten kust van Patagonië direct na de Duitse capitulatie vele malen bezocht door Duitse onderzeeboten, die de geroofde schatten van het Derde Rijk plus de overlevende leiders overbrachten naar wat het Vierde Rijk zou moeten worden. Basti: «Dat de Patagonische kust voor en na de Duitse capitulatie vele malen werd bezocht door U-boten is een feit dat wordt bevestigd door vele rapporten van de Argentijnse marine. Nog jaren na de oorlog meldden mensen in het achterland van Patagonië dat ze Duitse U-boten hadden gezien. Een paar jaar geleden sprak ik met een kapitein van de Argentijnse marine die had deelgenomen aan de oorlog met de Britten om de Malvinas. Die bezwoer bij hoog en laag dat hij nog in 1982 nazi-onder zeeërs had waargenomen. Noem het plaatselijke folklore, maar fascinerend blijft het wel.»
Een cruciale rol vervulde de SS'er Horst Fuldner, samen met Priebke oprichter van de Asociación Cultural Germano-Argentina in Bariloche. Fuldner werd bij verstek veroordeeld door het tribunaal van Neurenberg. In Argen tinië bekleedde hij een hoge adviseursfunctie bij de eerste regering van Perón. In Córdoba, ten noorden van Buenos Aires, richtte hij de Fuldner Bank op. In deze provincie was de nazi-activiteit al voor de Tweede Wereldoorlog groot te noemen. Zo dreven de gebroeders Walter en Ullrich Eichhorn er het reusachtige en internationaal gerenommeerde hotel Eden in het dorp La Falda. De Eichhorns waren Hitler-fans van het eerste uur. Al in 1925 maakten ze grote sommen geld over naar de NSDAP. Hitler was daar zo blij mee dat hij de Eichhorns later als speciale gasten uitnodigde op de NSDAP-partijdagen in Neurenberg.
Fuldner was verantwoordelijk voor de komst van Kurt Tank, een bekende nazi-geleerde, naar Argentinië. Tank, die in Argentinië aanvankelijk schuilging onder de naam Pedro Matthies, nam een groot deel van zijn medewerkers van de nazi-firma Fucke-Wulf en de ontwerpen van het nieuwste model Messerschmidt mee. In Córdoba kreeg Tank van Perón de beschikking over een eigen fabriek, El Instituto Aeronáutico de Córdoba, waar hij onder meer de Pulque II ontwierp, het supersonische gevechtsvliegtuig dat de ingenieur schonk aan het «Nieuwe Argentinië» van Juan Perón, en dat de trots van de Argentijnse luchtmacht werd. Als testpiloot nam Tank Hans Ulrich Udel mee uit Duitsland.
In Bariloche stond zowel Fuldner als Rudel ingeschreven als lid van de Club Andino Bariloche. Vanuit Argentinië wierp ex-kolonel van de Luftwaffe Rudel zich in 1952 overigens nog eens op als lijsttrekker bij de Bondsdagverkiezingen in Duitsland namens de Deutsche Reichs Partei, doch daar stak de Duitse regering een stokje voor vanwege diens lidmaatschap van de NSDAP.
Een van de eerste niet-Argentijnen die de Pulque II met eigen ogen mocht bewonderen, was prins Bernhard, tijdens diens legendarische rondreis door Zuid-Amerika in 1951. Bernhard was op 3 april dat jaar als «goodwill-ambassadeur» van het Nederlandse bedrijfsleven in Buenos Aires gearriveerd, na eerst Rio de Janeiro en Uruguay te hebben aangedaan.
Het was Bernhards opdracht «de grond voor de Nederlandse handel in Argentinië te bewerken». Als vertaler tijdens de gesprekken van de prins met de Peróns trad de Nederlandse SS'er Willem Sassen op, ex-hoofdredacteur van De Telegraaf in 1944 en in Argentinië werkzaam als pr-adviseur en vertaler van het echtpaar Perón. Via Sassen zou ook oorlogsmisdadiger Klaus Barbie in Argentinië toegang tot de prins hebben gehad. Dat leidde echter pas veel later tot enige consternatie, namelijk toen het weekblad De Tijd op 14 september 1984 een artikel plaatste.
De officiële inzet van Bernhards missie in Argentinië was een miljoenenorder voor het Nederlandse werkspoor, dat al sinds 1936 probeerde een Argentijnse opdracht binnen te halen. Het Argentijnse spoornet was van oudsher aangelegd met Britse expertise en materialen, maar het was de Nederlandse ondernemers ter ore gekomen dat Perón met die traditie wilde breken. Een en ander hing samen met het feit dat zijn echtgenote tijdens haar grote Europese tournee in 1947 niet welkom was in Engeland.
De aanleg van het Argentijnse spoorwegnet was nu het onderwerp van open inschrijving. Dus arriveerde Bernhard met in zijn kielzog een stoet van ondernemers per Fokker Friend ship in Buenos Aires, met in zijn bagage het Grootkruis in de Orde van Oranje-Nassau voor Evita (Juan had het al) en een lading kostbare juwelen. Later zou de geschenkenlijst — althans, dat schrijven V.S. Naipaul en de Argentijnse historicus Felix Luna — nog worden uitgebreid met vijfduizend automatische pistolen en 1500 machinegeweren ten bate van de peronistische militia. Hoe dan ook, de missie slaagde. De N.V. Werkspoor kreeg een Argentijnse order ter grootte van 250 miljoen gulden, die overigens voor een fors deel weer zou worden uitbesteed aan het herrijzende(NAZI) Krupp-concern in Duitsland. Bovendien — aldus beweerden rancuneuze Britse bronnen — zou dertig miljoen gulden bij wijze van steekpenningen moeten worden teruggestort op geheime Zwitserse bankrekeningen van het echtpaar Perón. Waar kennen we dat van?
Daarmee was de Argentijnse missie van Bernhard echter nog niet ten einde. In Buenos Aires werd hij onthaald op een demonstratie van de Pulque II. Zowel Bernhard als zijn piloot Gerben Sonderman waren bijzonder geïmponeerd, zo schrijft Bernhards secretaris F.A. de Graaff in zijn reisverslag Met de prins op reis.
Er was echter een andere vrucht van Duits-Argentijnse samenwerking die Bernhard nog meer interesseerde, en die hem naar San Carlos de Bariloche zou leiden. Het is een tot dusver in Nederland zeer onderbelicht gebleven episode, die in Argentinië echter al gedetailleerd werd onderzocht en beschreven, en wel door de gerenommeerde natuurkundige Mario A.J. Mariscotti van de Universiteit van Buenos Aires in zijn boek El secreto atómico de Huemul (1996).
Op de dag dat Bernhard zijn reis naar Zuid-Amerika begon, op 24 maart 1951, maakte Juan Perón tijdens een spectaculaire persconferentie bekend dat Argentinië een eigen procédé voor het ontwikkelen van kernenergie had ontwikkeld, en wel door een gecontroleerd proces van thermonucleaire atoomfusie. Een en ander, zo verklaarde Perón, was te danken aan zijn atoomgeleerde Ronald Richter, die een jaar daarvoor in het diepste geheim een kernreactor had gebouwd op het eiland Huemul in het Nahuel Huapi-meer bij Bariloche.
De Argentijnse atoomplannen waren al enige jaren een punt van zorg in de internationale verhoudingen. In 1944 was de Asociación Física Argentina opgericht, die volgens bronnen in Engeland, Amerika en Brazilië zou zijn gericht op het ontwikkelen van een atoombom. Daarop volgde de oprichting van een Argentijns atoombureau, het Instituto Nacional para la Energía Atómica, voorgezeten door Perón zelf en gefinancierd door de schatrijke ondernemer Otto Bemberg, eigenaar van tienduizenden hectares landbouwgrond in Patagonië en andere delen van het land, en het conglomeraat van de Menéndez-Braun-clan.
In het internationale wetenschappelijke milieu was Ronald Richter een grote onbekende. De reacties op de bekendmaking van Perón waren dan ook sceptisch. Mariscotti schrijft dat Richter, een geboren Oostenrijker, in 1942-1943 werkzaam was in een privé-laboratorium van baron Manfred van Ardenne in Berlijn.
In 1946 zou hij in Londen Kurt Tank hebben ontmoet, die toen al op weg was naar Argenti nië. Richter echter verkoos eerst af te wachten of de Amerikanen wellicht geïnteresseerd waren in zijn diensten. Toen dat niet het geval bleek, vertrok hij naar Buenos Aires, waar hij op 24 augustus 1948 met Perón sprak. Richter verklaarde dat hij Perón een eigen atoombom naar Amerikaans model kon leveren voor zes miljoen dollar, maar dat hij ook een eigen, aanzienlijk goedkopere methode voor de opwekking van nucleaire energie in de aanbieding had, zij het dat daarvoor nog «twee of drie» wetenschappelijke ontdekkingen nodig waren.
Het was een uitdaging waar de Argentijnse dictator graag op inging. In november dat jaar kreeg Richter een eigen laboratorium binnen de werkplaats van Kurt Tank in Córdoba. Tank had de dictator inmiddels al lekker gemaakt met het vooruitzicht op de ontwikkeling van een atoomonderzeeër, zodat Perón dacht twee vliegen in een klap te kunnen slaan. In 1949 weigerde Richter echter nog verder te werken in Córdoba. Er was brand geweest in zijn laboratorium, vermoedelijk door kortsluiting, maar Richter dacht onmiddellijk aan sabotage en dreigde alsnog naar Amerika te vertrekken. De atoomgeleerde eiste een eigen autonome werkplek, waar zijn geheim goed bewaard zou kunnen blijven.
De keuze viel op het eiland Huemul, zeven kilometer buiten Bariloche. Het was ontoegankelijk voor de buitenwereld en het meer van zevenhonderd vierkante kilometer leverde voldoende koelwater voor de te bouwen reactor.
Bariloche was toen nog een klein dorpje. De rest van de omgeving was totaal ontvolkt. Het Nahuel Huapi-gebied was al in de jaren twintig tot beschermd reservaat uitgeroepen, als gevolg waarvan de inwonenden allen rigoureus waren onteigend en weggestuurd. Richter kon hier in alle rust werken aan zijn topgeheime project.
In maart 1950 vestigde Ronald Richter, inmiddels Argentijns staatsburger, zich in Bariloche. Onder zijn supervisie werkten vierhonderd soldaten, elektriciens en timmermannen aan de bouw van het laboratorium en de reactor. Richter had carte blanche gekregen van Juan en Evita Perón, die hem dat jaar al snel een bezoek brachten.
Vooral 's nachts, als de felle lichten vanaf de reactor brandden boven het water van het reusachtige meer, maakte het atoomeiland een mystieke indruk op de bewoners van Bariloche, zo schrijft Mariscotti. Niemand wist wat er zich precies afspeelde op het eiland, alleen dat het zeer en zeer geheim was. Sommigen fluisterden dat Perón hier een waterstofbom liet bouwen.
Wat nu precies werd gedaan op Huemul bleef ook na de historische persconferentie van Perón en Richter op 24 maart 1951 in nevelen gehuld. Om veiligheidsredenen kon er nu eenmaal geen totale openbaarmaking van de precieze experimenten geschieden, zo hielden zij de pers voor. Richter wilde wel kwijt dat er voor de directe omgeving geen gevaar was geweest. Dit in tegenspraak tot een geheim memorandum van zijn hand dat Mario Mariscotti in de archieven vond: daaruit bleek dat Richter wel degelijk had gewaarschuwd voor eventuele gevaren, zoals die voor de vruchtbaarheid van de mannen in de omgeving van de reactor.
Vier dagen na de bekendmaking, op 28 maart, kreeg Richter tijdens een speciale ceremonie in de Salon Blanco van Peróns Casa Rosada de peronistische Eremedaille uitgereikt, de hoogste onderscheiding van het land. Ook werd hij doctor honoraris causa aan de Universiteit van Buenos Aires, onder meer «vanwege zijn werk in voortdurend levensgevaar». In het Argentijnse parlement werd Perón door zijn paladijnen bewierookt «omdat hij het nu cleaire probleem van Argentinië heeft opgelost ter meerdere eer en glorie van het vaderland en van de vrede in de wereld».
Samen met de Pulque II van dr. Tank gold de nucleaire doorbraak in Bariloche als het definitieve bewijs voor Peróns profetie van de komst van het «Nieuwe Argentinië», een nieuwe grootmacht in de wereld.
Vanzelfsprekend kwam het spectaculaire nieuws ook ter sprake in de diverse tête-à-têtes van Bernhard en het presidentiële paar. Van Bernhards kant was sprake van meer dan alleen interesse: hij bood samenwerking aan. Professor Richter had dan naar eigen zeggen wel het recept van de nucleaire oerknal gevonden, in de praktijk miste hij nog tal van belangrijke elementen alvorens werkelijk sprake kon zijn van een Argentijnse nucleaire industrie. Hij miste bijvoorbeeld de knowhow om een elektromagnetische energiegeleider, een cyclotron, te maken; een onmisbaar onderdeel van een kernreactor. Het toeval wilde dat Philips Duphar in Amsterdam net een van de grootste cyclotrons van de wereld had weten te fabriceren in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam. Door die ontwikkeling had Nederland een belangrijke stap gezet als komende atoommacht, los van Britse en Amerikaanse technologie, precies wat Perón ook wilde voor zijn land.
Bernhard bood aan de Amsterdamse professor C.J. Bakker naar Bariloche te sturen met een model van de cyclotron van Philips. Perón ging gretig op dat aanbod in. Bakker zat nog niet in het vliegtuig of de New York Times meldde dat Nederland en Argentinië op nucleair gebied samenwerkten. Perón vreesde dat dat tot irritatie zou leiden bij zijn geliefde atoomgeleerde Richter. Op 23 mei 1951 schreef Perón aan Richter: «Toen prins Bernhard mij onlangs bezocht, toonde hij zich bereid om ons producten van de firma Philips ter beschikking te stellen die ons zeer van nut zouden kunnen zijn. Ik accepteerde het aanbod en hij bood aan iemand te sturen teneinde te onderzoeken in welke vorm we de samenwerking zouden kunnen gieten. U moet goed begrijpen dat wat hij aanbood een industriële samenwerking was, en geen wetenschappelijke samenwerking, die we ook niet nodig hebben. De publiciteit die is voorafgegaan aan het bezoek van Bakker heeft een bijzonder slechte indruk op mij gemaakt, want zo wordt de schijn gewekt als zou hij gaan deelnemen aan het wetenschappelijke onderzoek, dat echter exclusief in uw handen berust en altijd zal berusten, aangezien u de leider en directeur bent van alle atomaire werken in Argentinië. Om deze redenen vraag ik u bijzonder voorzichtig te zijn met alles wat u tegen dr. Bakker zegt. Ik neig ertoe door te gaan op het ingeslagen pad, zij het met de grootst mogelijke voorzichtigheid, opdat Philips ons de gewenste spullen levert en meer niet.»
Dr. Bakker arriveerde nog diezelfde maand in Bariloche. Vier dagen lang voerde hij gesprekken met Richter, maar die liet hem niet toe op het reactoreiland. Op 27 mei keerde Bakker ontevreden terug naar Buenos Aires.
«Professor Bakker is door ons met de grootst mogelijke vriendelijkheid ontvangen en we hebben er alles aan gedaan zijn bezoek aan Bariloche zo interessant mogelijk te maken», schreef Richter aan Perón. «Hij verzocht herhaaldelijk onze experimentele installaties te mogen bezoeken, hetgeen we in overeenstemming met uw wensen in de meest vriendelijke bewoordingen hebben moeten afwijzen.» Richter scheef voorts dat hij de aankoop van de Synchro-Cyclotron van Philips Duphar een goede aankoop zou vinden. Bakker, zo schreef hij, had wel de «vrees uitgesproken wat er met het apparaat zou gebeuren in het geval van een nationalisering» (kennelijk vreesde men voor de patentrechten).
Op 30 juni werd de koop afgesloten voor een bedrag van 790.000 dollar. Van Nederlandse kant was nog wel bedongen dat de geleverde apparatuur alleen «voor vreedzame doeleinden zou worden gebruikt». Gelukkig hoefde deze clausule niet op de proef te worden gesteld. In 1952 zou Ronald Richter door andere Argentijnse atoomgeleerden worden ontmaskerd als een charlatan. Zijn spectaculaire ontdekkingen bleken vooral op autosuggestie te zijn gebaseerd. Werken deed zijn reactor nooit.
Zijn eiland werd ontmanteld en Richter vertrok uit Bariloche. Het Centro Atómico Bariloche verhuisde naar de bergen even buiten Bariloche, alwaar Richters plaats werd ingenomen door een andere nazi-geleerde, Wolfgang Meckbach, die in 1998 na veertig jaar trouwe dienst overleed.
Nog voordat de ontmaskering van Richter plaatsvond, kwam Bernhard eind maart 1951 op uitnodiging van Perón zelf naar Bariloche. Hij streek met zijn gevolg neer in het exclusieve Llao Llao-hotel, dat in zijn geheel ter beschikking stond van de Nederlandse delegatie. De prins verbleef er drie dagen alvorens terug naar Nederland werd gereisd. Bij Perón kon Bernhard duidelijk niet meer stuk. De prins op zijn beurt was zeer gegrepen door dit deel van Patagonië, waar hij jaar na jaar zou terugkeren.
In hetzelfde hotel Llao Llao, ook alweer zo'n typisch staaltje van Patagonisch-Tiroolse architectuur, stelde Willem-Alexander zich in augustus 1999 voor aan zijn aanstaande schoonouders. De eerste foto's die in de Argentijnse pers verschenen van Willem-Alexander en Máxima werden ook in de bergen van Bariloche genomen. En de Argentijnse televisie meldde deze week dat het paar na 02-02-2002 direct weer naar Bariloche zal afreizenZe vertrokken naar Lech.
Kennelijk zijn de echtelieden gegrepen door de Zuid-Amerikaanse grandeur in een Tiroler jasje van het landschap hier. Maar om misverstanden te voorkomen, moeten ze binnenkort toch maar eens verklaren dat zoveel nazi's op één plek het milieu wel erg bederven.
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |