quote:
Op woensdag 5 juli 2006 16:06 schreef fishbeer het volgende:Aanraders Potala (ze zeggen dat je een dag van te voren kaartjes moet kopen maar volgens mij slaat dat nergens op),
inderdaad dag van te voren kaartjes kopen, want anders kom je er niet in
![]()
We zijn op Lhasa gevlogen, daarna met de bus naar Shigatse, met de minibus naar Gyantse, via Shigatse weer naar Lhasa. Van daar een oververgetelijke treinreis naar Xining. Je moet echt de trein nemen, vanuit Lhasa naar Xining of Lanzhou gaat makkelijk, tickets kun je 9 dagen van te voren kopen. Adembenemende vergezichten, technisch hoogstandje. Je kunt uren naar buiten kijken, en je heeeel klein en respectvol voelen.
Het leukste is gewoon naar al die mensen, de pilgrims, de verweerde koppen te kijken. Oude vrouwtjes die de kora lopen, in traditionele kleding, maar wel op gympen. Tashi Dele te zeggen, waarna je een tandeloze lach te deel valt (of een vragend handje, vooral in Lhasa).
Minder leuk is dat Lhasa ultiem toeristisch is, accomodatie lastig te vinden is, er waanzinnig veel westerlingen rondlopen (waaronder onevenredig veel Nederlanders, is dat het Peking Expres effect?), dat vervoer lastig is, als je tenminste geen 4WD wil afhuren. En het is schreeuwend overpriced, Tibet is het melkkoetje van Chinezen. Dat merk je wel als je naar Tibetaanse gebieden gaat buiten de Tibetan Autonomous Region (bijvoorbeeld Tongren), met name omdat openbaar vervoer buiten Lhasa eigenlijk off limits is voor westerlingen, dat je voor alles zaken moet doen met het FIT, en dat het aantal hotels dat westerlingen toelaat ook beperkt is. Een prachtige voedingsbodem voor de corruptie waar China zo vol van is. Het is totaal geen vrij land, en als je een beetje van de gebaande paden afwijkt, dan merk je dat absoluut. Als je iets vraagt zegt elke agent dat je een permit nodig hebt en een 4WD moet afhuren. Dat werkt toch echt wel anders in de rest van China (nou ja, Tibet is geen China, hoe zeer Chinezen dat ook vinden).
Ook zijn mensen duidelijk aan toeristen gewend, dat merk je als je naar andere delen van China gaat waar ze geen laowai tegenkomen.
Ik heb me het meest verbaasd over het landschap en het ruige klimaat. Onverstelbaar dat daar mensen leven. Dat ze van heinde en verre komen om talloze rondjes om heilige plekken te lopen. Oude vrouwtjes die je in een zucht van ademnood achterlaten. Religie in een atheistisch China.
Verder heb ik me erg verbaasd over de postie en rol van monniken. Heel anders dan bijvoorbeeld in Myanmar of Laos, waar ze in soberheid leven, en in hun eigen onderhoud voorzien. Ook anders dan in monasteries buiten de Tibetan Autonomous Region (bijv. Tongren of Xiahe). In Tibet wordt voor hen gewerkt, rijden ze in grote Landcruisers, en houden ze gewoon hun hand op. Extreem cynisch als er een groep monikken zit, die om geld bedelen, en daar tegenover iemand zonder benen en met maar 1 hand, zittend op een bord met versleten wieltjes. Daar zit toch wel iets heel scheef, maar zelf vinden ze het heel normaal.
Als ik het nog een keer zou doen, zou ik waarschijnlijk meer de gebieden net buiten de Tibetan Automous Region bezoeken. Die zijn wellicht nog wel meer autentiek dan Tibet, en dan zeker Lhasa en het gebied daaromheen, zelf.