Zo vreemdeling wat brengt u hier?
* Ik zette mijn zwaard tegen de bar en vertelde hem wat ik had meegemaakt in Imloth Melui - De Rozenvalei.
Feitelijk ben op zoek naar portier of iemand anders die mij kan helpen me het beschermen van dorpen zoals deze.
* De man achter de bar gaf toe dat hij veel had gehoord over de Orcs die dorpen plunderden en iedereen vermoordden die hen in de weg stond, maar geluukig hadden de dorpen in deze buurt dit lot nog niet getroffen. De naam portier liet zei hem ook iets, maar hij wist niet meer waar hij deze gehoord had. Misschien dat de dorpoudste er meer over weet
Waar kan ik deze vinden? vroeg ik hem
De dorpsoudste woont aan het einde van het dorp bij het meertje. Ik zal u dadelijk wel naar hem toe brengen maar eet nu maar eerst wat.
[Dit bericht is gewijzigd door Jago op 19-04-2003 19:11]
En waarmee kan ik u helpen vroeg de dorpsoudste aan mij.
* Ik vertelde hem precies hetzelfde verhaal dat ik de tavernebeheerder had verteld. De oude man luisterde aandachtig naar wat ik vertelde. Nadat ik mijn verhaal verteld had, zei hij dat hij me wel kon helpen en nodigde me binnen uit, ik bedankte de tavernebeheerder voor zijn hulp en liep achter de oude man aan naar binnen. Binnen in het huis was het een geheel van potjes, flesjes met drankjes en boeken. De dorpsoudste liep naar een ketel toe en gebaarde dat ik naar hem toe moest komen. Terwijl hij wat drankjes in de ketel schudde sprak hij een spreuk uit, ineens kwam er een beeld in de inhoud van de ketel. In het beeld was enigszins vaag portier te herkennen
Portier zit nog steeds in de Rozenvalei sprak de oude man, maar hij is aan een belangrijke toch bezig die hij beter alleen kan afleggen.
Trouwens binnenkort kom je zelf voor een opdracht te staan die al moeilijk genoeg is.
* Ik keek op en vroeg hem wat hij hier mee bedoelde
Dar zul je snel genoeg achterkomen antwoordde hij
* Na enkele dagen te hebben gereisd komt Nocens aan bij een klein, en op het oog, nietszeggend dorpje, maar ook hier hoort hij de zang van magie.
Nadat hij inlichtingen heeft gewonnen bij de taveerne brengt de vriendelijke en niets vermoedende eigenaar hem bij de dorpsoudste.
Wanneer de vreemdeling binnen treedt, lopen de koude rillingen over de rug van de dorpsoudste. De taveerne eigenaar groet hem en biedt zijn excuses aan voor deze bliksem bezoek en spoedt zich terug naar de taveerne.
"Gegroet heer, waarmee kan ik u helpen?"
"Mijn naam is Viator en ik ben op zoek naar Chaos Mountain en een vrouw die kwaad in zin heeft. Mijn Meester heeft mij opgedragen haar te vinden en haar te stoppen"
De dorpsoudste kijkt Nocens doordringend aan, maar ziet niets in de vale witte ogen van de vreemdeling.
"Uw woorden zijn mooi, maar ik zie dat u liegt. Ik kan u helaas niet helpen"
* Nocens buigt voorover en retouneert de indringende blik met al zijn kwaadaardigheid.
"U zult mij helpen en dit kan kwaadschiks of goedschiks, wees wijs zoals het een dorpsoudste betaamt."
* De oude man schudt heftig nee met zijn hoofd en weigert alle medewerking. Er speelt een halve glimlach op Nocens zijn lippen en hij knikt naar de dorpsoudste.
Hij slaat met zijn staf op de grond en roept met luide stem "Voco occisor!"
Het huis van de dorpsoudste begint te schudden en de grond onder de arme man splijt zich open. Als hij naar beneden kijkt ziet hij zichzelf verdwijnen in een gapend gat met scherpe punten.
De punten dringen zich in het onderlijf van de man en hij schreeuwt het uit van de pijn. Zijn lichaam is half opgeslokt als de aanval stopt en hij ziet Nocens voor zich knielen.
"En nu zult u mij vertellen wat u weet, wat jammer dat het op deze manier moet"
* Nocens komt op oog hoogte met de man en kijkt hem aan. Hij wuift met zijn staf tussen hun ogen en zegt zachtjes " Percontor". Nocens veegt zijn gezicht schoon en begeeft zich naar het zuidelijke pad. Hetzelfde pad wat de monnik heeft gekozen.
Twee slierten rook schieten uit Nocens ogen en boren zich in de ogen van de dorpsoudste. Het bloed druppelt van beide mannen hun gezicht op de grond en spettert naar alle kanten als de rook zich terugtrekt.
De grond onder de man begint te schudden en het wezen slokt het dode lijf op en verdwijnt. Het enige bewijs van wat er zich heeft afgespeeld zijn de spetters bloed van beide mannen.
[Dit bericht is gewijzigd door Nocens_Veneficus op 01-05-2003 11:54]
Eens was Chaos Mountain het laatste strijdtoneel van een epische oorlog...De berg was het laatste bastion en toevluchtoord van de perfide chaos-magiërs en het was hier dat de legers van de vrije volken de laatste en machtigste van de Chaos-magiërs versloegen....versloegen, maar niet doodden, want zo sterk was de magie van deze 'zoon van Chaos' dat geen sterfelijk wezen een eind aan zijn leven kon maken...dus werd hij gevangen en geketend door magie in het hart van de berg...
In een magische stasis doorstond Samaell, de zoon van Chaos, de eeuwen, wachtend op het moment dat de magie die hem ketende zou verzwakken...Want geen magie is machtig genoeg om Chaos voor eeuwig te binden...
Weer bewoog de gedaante en heel even leek er een glimlach over het gelaat van de slaper te komen......
Geïnteresseerd observeert ze elke man, vrouw, dwerg, elf of ander creatuur dat het pad over de Chaos Mountain op gaat of afdaalt. Chaos Mountain... eigenlijk de meest toepasselijke plaats om zich op te houden nu haar berekenende verstand en haar scherpe geest zo verschrikkelijk met elkaar in de knoop zijn geraakt. De magische winter die Atrimar over het Eiland had uitgeroepen is bedwongen en de zon schijnt weer. In haar hoofd blijven de ijsstormen echter rondrazen, een enkele blik uit haar ogen is voldoende om ieder wezen te doen verstijven van de kou, bij wijze van spreken tenminste.
Telkens weer werden de kaarten verdeeld, geschud en opnieuw verdeeld. Steeds leken er sterkere kaarten in de handen van het Licht te komen. Maar dat is schijn, en schijn bedriegt. Er is een wild-card in het spel, voelt ze, en ook weet ze dat men de sterke kaarten die zij in handen heeft al bijna is vergeten. Geduld... rustig afwachten.
Ze heeft geen haast en wacht rustig op Het Teken. Dan pas zal zij haar kaarten uitspelen en geen moment eerder.
Op een grote steen, een paar meter van het pad vandaan, zit ze de mensen die het pad op en af lopen gade te slaan.
Geef me door de geuren van de bloemen
kracht om mijn verdriet te dragen
Laat me door het zingen van de vogels
horen dat je gelukkig bent
Neem over de golven van het water
mijn tranen met je mee
Zorg door alles om me heen
dat ik kan aanvaarden dat jij er niet meer bent
* Nocens glimlacht in zichzelf, dit soort liederen zullen nog vaak op het eiland luiden wanneer hij zijn spoor van verdriet en angst achter zal laten. Echter, eerst zal hij zijn bondgenoot moeten vinden. Opnieuw brandt het beeld van een vrouw gehuld in vuur in zijn geest en hij spoed zich verder het pad af.
Plots hoort hij de zang van magie en voelt zware intense trillingen vanuit de grond komen, een pure rauwe en eeuwenoude kracht. Deze heeft hij maar een keer eerder in zijn leven gevoeld, aan het hof van Chaos. Hij haast zich verder naar het geheime pad.
Na verloop van tijd komt Nocens bij een pad gehuld in mist en illusies, het pad naar de berg. Ook hier hoort hij weer de zang van magie.
[Dit bericht is gewijzigd door Jago op 04-05-2003 00:18]
Nocens glimlacht kwaadaardig en zijn vale witte ogen stralen een ijzingwekkende kou uit. Hij pakt zijn staf en roept met luide stem "Bestia novercalis. Voco!" terwijl hij met zijn staf op zijn borst slaat.
Uit de ogen van Nocens verschijnt er een duistere grijze mist en hij raakt in deze gehuld. Een kreet van pijn ontsnapt zijn lippen als de mist zijn buik openrijt, het bloed stroomt uit zijn ogen en uit de nieuwe wond. Hij valt op zijn knieen en steunt op zijn handen als het duistere wezen uit zijn buik kruipt. De mist trekt zich terug in Nocens en de wond waaruit het monster kwam sluit zich, alleen een litteken blijft achter.
Nocens kruipt overeind, zwaar leunend op zijn staf, en bestudeerd in afwachting het monster wat voor hem ligt.
Uit het donkergrijze en in slijm gehulde lijf van het wezen beginnen langzaam acht poten te groeien. Het duistere creature staat op zijn poten en zijn lijf begint te zwellen. Het beest begint te schokken en uit zijn achterlijf groeit er een slanke schorpioenen staart, uit de angel druppelt er wat gif op de grond. Als het monsterlijke beest tot zijn volle grote is gegroeid komt het tot Nocens middel.
Acht paar ogen kijken hem verwachtingsvol aan.
"Ergens dichtbij wordt krachtige duistere magie gebruikt!" Denkt de man die in het centrum van de ruimte geketend is...Voor het eerst in eeuwen is hij ontwaakt uit de magische slaap waartoe hij veroordeelt was..De magie die hem al die tijd op deze plek gehouden heeft is tanende, dat blijkt wel uit het feit dat hij zijn geest heeft kunnen ontworstelen aan de stasis-spreuk...Maar dit is slechts één van de magische beschermingen die in het gesteente van de kamer geweven zijn....
Met zijn geest begint de man de magische cocon waar hij zich in bevind te testen...één barstje is alles wat hij nodig heeft om te ontsnappen...De volgende keer dat er ergens in de buurt duistere magie gebruikt wordt zal hij er klaar voor zijn...
Als de duistere magier de bezwering heeft gesproken begint de berg te schudden op zijn grondvesten. De aarde begint heet te worden en al het water begint te koken, de berg in een dikke mist van stoom hullend...
De felle blauwe gloed wordt spoedig gevolgd door een rommelend geluid, en een sensatie alsof de heel berg op zijn grondvesten schudt....Dit is het moment waarop de gevangen magiër gewacht heeft!
Zijn onderzoek van even daarvoor heeft hem de plek aangewezen waar de magische cocon die hem van de buitenwereld afsluit het zwakst is, en het is dan ook op die plek dat Samaell zich nu concentreert...Met een uiterste krachtsinspanning slingert hij de volle kracht van zijn wil en de laatse resten van zijn Chaos-magie tegen de cocon die zijn gevangenis vormt....
De beschermende spreuken, die de kamer omvatten, hebben aan kracht ingeboet in de eeuwen sinds hun ontstaan en zijn dan ook niet opgewassen tegen de enorme kracht die zowel van binnenuit, als van buitenaf op hen uitgeoefend wordt...Spoedig verschijnt een eerste barst in de magische cocon....gevolgd door een tweede en een derde...
In enkele tellen ondergaat de cocon een dramatische transformatie en valt helemaal uit elkaar....Als een duiker die, na lange tijd onder water te zijn geweest, eindelijk weer gewoon adem kan halen, neemt Samaell de alom tegenwoordige Chaos-krachten in zich op waar hij zo lang van afgesloten is geweest...Binnen luttele seconden zijn zijn krachten weer aangevuld en eindelijk heeft Samaell de kracht om zich op te richten van het stenen bed dat zo lang zijn rustplaats vormde....
Met diepe teugen haalt de magiër adem en langzaam kijkt hij om zich heen...De diepe laag stof leert hem dat er een zeer lange tijd voorbij is gegaan....eeuwen.....millenia wellicht....
Langzaam verschijnt een glimlach op de lippen van de Zoon van Chaos...Herboren in een wereld die onbekend is met de kracht van Chaos...Een nieuwe kans om te verkrijgen waar hij zo lang geleden in faalde...
Maar eerst...Een sterke wind steekt plotseling op en veegt de gangen, grotten, zalen en kamers die zich in de berg bevinden schoon van stof...Ondertussen begeeft Samaell zich naar de troonzaal, in het centrum van de berg, van oudsher de zetel van de Zoon van Chaos.....Hij heeft een gast te begroeten!
Een heldere lach weerklinkt door de gangen die eeuwenlang van geluid gevrijwaard geweest zijn....
* Nocens glimlacht tevreden en kijkt hoe de poorten zich openen. Ja, het bloed van Chaos vloeide nog steeds in zijn aderen. Welliswaar verdund en niet puur, maar Chaos erkende al zijn afstammelingen. Dit was dan ook de reden waarom hij uit de druidenstam werd verstoten en de reden waarom zijn Magister hem aangenomen had. Nocens snelt zich naar binnen door de poorten en de echo van een luid gelach was zijn eerste begroeting, maar als hij het gelach tegemoet looptt krijgt hij het gevoel dat hij bespied wordt. Een vluchtige blik over zijn schouder leert hem niets. Hij vestigd zijn aandacht weer op de entree hal en treedt verder naar binnen. Langzaam loopt hij door de grote hal en neemt zijn omgeving aandachtig in zich op.
Nocens had het niet voor mogelijk gehouden dat er na al deze tijd nog een puur kind van Chaos zou leven en dat uitgerekend op dit eiland een Hof van Chaos zou zijn. Het was lang gelden, verschillende millenia waren al verstreken sinds zijn laatste bezoek aan het Eerste Hof van Chaos.
De hal en de aangrenzende zalen zijn een exacte replica van het oude Hof. Met weemoed denkt Nocens terug aan de dagen van glorie tot zijn aandacht wordt getrokken door de sterker wordende echo van lachen. In de verte verschijnt er een schim die steeds dichterbij komt.
"Gegroet bloed van Chaos. Ik dank u voor uw hulp. Mijn naam is Samaell, zoon van Chaos."
Gegroet Prins van Chaos. Mijn naam is tegenwoordig Nocens, een verre afstammeling van Chaos en in dienst van de Naamloze."
De duistere magier en de Prins van Chaos groeten elkaar en begeven zich naar de troonzaal....
Urenlang praten de twee...Samaell vertelt Nocens in het kort zijn verhaal, en hoort hem ondertussen uit over de wereld waarin hij ontwaakt is....Het is zaak zo snel mogelijk te leren, want hij vermoed dat de verschuiving die zijn ontwaken in het magische veld moet hebben veroorzaakt zeker niet onopgemerkt zal zijn gegaan...
Hij zal deze Nocens goed kunnen gebruiken....
Terwijl een gedeelte van zijn geest zich bezighoudt met het voortgaande gesprek, stuurt een ander gedeelte zijn mentale tentakels eropuit...Kort glijden de tentakels over Nocens heen....en treffen daar een sterke magische bescherming aan....waarschijnlijk aangebracht door Nocens' meester...een intrigerend figuur....wellicht....maar nee, dat is van later zorg...
Langzaam stuurt Samaell zijn geest door de hele berg heen... Onderweg wordt puin opgeruimd en worden de dunne kanalen die de diepste grotten met de buitenlucht verbinden leeggeblazen van alles wat zich daar in de eeuwen ervoor heeft opgehoopt...Gelukkig is niets onherstelbaar beschadigt...Gelukkig, want de gangen en kamers van Chaos Mountain zijn aangelegd als een enorme Machina.....een katalysator voor enorme hoeveelheden Chaos-energie...Het zal veel tijd vergen voordat alles naar behoren functioneert, en tot die tijd zal hij zich rustig moeten houden...bondgenoten verzamelen en informatie inwinnen zijn zijn eerste prioriteiten...Pas als hij er klaar voor is zal hij zich aan de wereld laten zien...
"Nocens...Ik denk dat je voorlopig maar beter door kan gaan met de missie die je van je meester gekregen hebt...Ik wil de aandacht nog niet op mij vestigen, nu ik pas ontwaakt ben...Als ik er klaar voor ben zal ik je roepen en kunnen we verdere plannen bespreken....
Als jij, of je meester, nog vragen hebt, stel ik voor dat je ze nu stelt..."
"Nocens...Ik denk dat je voorlopig maar beter door kan gaan met de missie die je van je meester gekregen hebt...Ik wil de aandacht nog niet op mij vestigen, nu ik pas ontwaakt ben...Als ik er klaar voor ben zal ik je roepen en kunnen we verdere plannen bespreken....
Als jij, of je meester, nog vragen hebt, stel ik voor dat je ze nu stelt..."
* Nocens knikt begrijpend, de audiëntie is afgelopen en zijn taak op de berg is bijna vervuld. Rest hem om nog zijn bondgenoot te vinden. Hij staat op en buigt voor de Prins.
"Vragen heb ik niet mijn Prins, doch mijn Magister heeft een verzoek en hij heeft te kennen gegeven deze zelf te willen uiten."
* Een korte uitdrukking van pijn verschijnt op het gezicht van Nocens en uit zijn bloederige ogen verschijnt de hem oh zo bekende grijze mist. De mist omhult de magiër zijn gezicht en alleen zijn ogen blijven zichtbaar. Deze verkleuren van vaal wit naar het diepste zwart en stralen een harde wreedheid uit. De magiër nu bezeten van zijn meester voelt zijn eigen identiteit verdwijnen.
Prins van Chaos, een diepe respect heb ik voor de eeuwenoude macht die u vertegenwoordigd. Graag zou ik u als mijn bondgenoot willen beschouwen en niet als vijand. Ik voorzie dat een samenwerking, wanneer de tijd daar rijp voor is, ons beide beter zou gevallen dan een oorlog tussen onze machten. Vergeet deze woorden niet wanneer de tijd daar is Zoon van Chaos!.
* De mist verdwijnt en de vale witte ogen van Nocens zijn nu gericht op de Prins. Deze behoudt een strak gezicht waaraan niets af te lezen is.
"Het is tijd om mijn taak verder te vervullen. Vergeet niet de woorden van mijn Magister, echter vergeet ook niet wat er in mijn bloed stroomt en waar dus mijn loyaliteit ligt."
* Samaell knikt naar Nocens in acceptatie van zijn verklaring van trouw en de mannen nemen afscheid. Eenmaal buiten sluiten de poorten zich achter Nocens en als hij zich weer op zijn weg begeeft overweegt hij deze recente gebeurtenissen. In gedachten verzonken wandelt de duistere magiër verder de berg op, op zoek naar de in vuur gehulde vrouw.
Ze had de oude man gezien. De oude man die de reuzenschorpioen voortbracht en later de hele berg liet schudden en beven. De oude man die zoveel anders was dan een eerste blik op hem deed vermoeden.
Phoenixx had echter in één oogopslag al gezien wie hij was. Op het moment dat hij zijn staf oprichtte had zij zich dan ook al voorbereid op de dingen die zouden gaan komen.
Toen hij enkele seconden later met zijn staf de berg in beroering had gebracht, had zij zich al door enkele eenvoudige runen in de lucht te tekenen beschermd tegen het magische natuurgeweld. De rust keerde terug op Chaos Mountain en daar, vlak voor zich bij het pad, had zich een fraaie poort verheven die toegang verschafte tot het binnenste van de berg. Toegang tot de Burcht van Chaos...
Een duivelse grijns speelt rond haar lippen; het wordt almaar interessanter!
Ze laat de pij van haar schouders glijden en bindt haar lange rode lokken in een staart bijeen. Gewoon gekleed in spijkerbroek en shirtje ziet ze er weer uit als een doodgewone vrouw die verveeld langs het pad op Chaos Mountain slentert.
[Dit bericht is gewijzigd door Abbadon op 09-05-2003 15:41]
Maar dat is van een latere zorg....
Een kort moment van concentratie en een handgebaar later stijgt de magiër op....Door een gat in het dak boven de troon, onzichtbaar gemaakt door illusie, komt hij in een andere kamer....Dit is het ware hart van de berg, en het is hier dat zijn machtigste magie gewrocht werd...Samaell sluit zijn ogen en strekt het web van zijn geest uit...
Enige tijd later weerklinkt een subtiele roep over het eiland...vanaf de berg, door bossen en valleien heen, door dorpen en steden...Overal waar de roep langsgaat kijken mensen en andere wezens kort op, om daarna hun bezigheden weer voort te zetten.....maar bij sommigen, diegenen bij wie het verdunde bloed van Chaos door de aderen stroomt, heeft de roep een ander effect...De Prins van Chaos is opgestaan en zij kunnen niet anders dan gehoorzamen aan zijn roep...en in de loop van de komende dagen zullen allen een reden bedenken om hun huis, hun dorp, hun familie te verlaten en op reis te gaan...Op weg naar een voor hen onbekende bestemming....
Met een licht glimlach om zijn lippen voelt Samaell het effect van zijn spreuk...De eerste stap is gezet...
Hij wandelt verder het pad op en weer besluipt hem het gevoel dat hij bespied wordt. Hij kijkt om en ziet daar een vrouw gekleed in een simpele broek met shirt. De magier doet haar af als een voorbijganger en wandelt verder.
"Nee! Dat kan niet, dit pad kan niet door iedereen bewandeld worden. De illusies, bezweringen." Nocens draait zich om en de vrouw kijkt hem indringend aan. Haar prachtige rode haar is in een staart gebonden en een paar los gesprongen lokken dansen om haar gezicht. Hij knikt naar de vrouw en een duivelse glimlach verschijnt op haar gezicht.
* Ik denk dat we het beste onder de grond door kunnen gaan. Op die manier kunnen we vlakbij die donkere berg komen. Ik heb een week in de gangen rondgezworven en weet de weg ongeveer. Maar de weg is niet zonder gevaar. Ben je bereidt om deze gevaren tegemoet te treden.
De nymph die nog steeds overloopt van de magie antwoord met een vastberaden blik in haar ogen.
* Leidt de weg ik laat me door niets en niemand meer van mijn pad afbrengen. Het is me tijdens het gevecht met dat giftige besst allemaal duidelijk geworden. En maak je in de grotten geen zorgen om mij. Ik kan mijn weg net zo makkelijk vinden als jij.
Na nog wat proviand in een rugzak te hebben gedaan, gaat het tweetal op weg. Ze lopen een aantal dagen door de mijnen. Tot ze op de ochtend van de derde dag de afslag naar de donkere berg bereikt hebben. Op het moment dat de dwerg de bocht om wil gaan, hoort hij voor zich uit voetstappen. Een stuk voorzichtiger nu steekt de dwerg zijn hoofd om de hoek. Een eindje verderop ziet hij een eenzame orc voorzichtig naderbij komen.
* Wacht hier. Er loopt daar een Orc. Waarschijnlijk een verkenner van een hele groep. Ik ga hem doden.
Tot verbazing van de Nymph zet de dwerg zijn bijl tegen de rotswand en stormt in een sprint de hoek om. De orc die inene een kleine schim op zich af ziet schieten is te verast om te reageren.
De nymph, die niets van deze aanval wil missen, is nog net op tijd om te zien dat de dwerg in volle vaart tegen de orc opspringt. Zodanig dat de punten van het armor dat de dwerg draagt diep in de orc zijn borst doordringen. Na even met zijn lichaam geschud te hebben, valt de orc morsdood neer. Snel loopt de dwerg terug en pakt zijn bijl op. Dan zegt hij tegen de Nymph.
* Ik kan aan mijn baardharen voelen dat het in die gang stikt van de magie. Jouw zintuigen zijn daar meer op ingesteld. Ga jij maar voor, dan dek ik onze rug tegen eventuele orcs.
[Dit bericht is gewijzigd door Werik op 10-05-2003 14:15]
De wegen van de Naamloze zijn ondoorgrondelijk... maar, is dit nu werkelijk de persoon op wie zij heeft zitten wachten? Is hij werkelijk de persoon die zijn macht en kracht met de hare zal gaan bundelen om de totale heerschappij van de Naamloze te realiseren? Nu ja... je mag iemand natuurlijk niet op zijn of haar uiterlijk beoordelen, en - toegegeven - de spreuk die hij gebruikte om de berg zich te laten roeren valt niet onder "beginnersmagie". Misschien dat zij hem, evenals hij haar waarschijnlijk - nog niet op de juiste waarde heeft geschat.
"Ave, eenzame reiziger. Waarheen voert uw weg? Welke duistere plannen spelen er in uw gerimpelde hoofd?"
* Verwachtingsvol kijkt zij hem aan. Langzaam loopt ze op hem toe, voor het oog om hem gewillig terzijde te staan, in haar hart voelt zij een wantrouwen. Zíjn hart is niet aan slechts de Naamloze gewijd, vreest ze. Maar voorlopig zijn zij op elkaar aangewezen. Ten minste één taak zullen zij samen moeten vervullen. Om deze reden schuift Phoenixx de ongemakkelijke gevoelens ter zijde, en biedt de oude man haar arm aan. Nocens_Veneficus neemt deze dankbaar aan en samen lopen zij rustig het pad af. Voor de buitenwereld ziet het er zo onschuldig uit, een jonge vrouw die een oude man ondersteunt. Als zij echter zouden horen wat het antwoord op Phoenixx' vragen is...
* Eerst maar eens kijken wie er hier voor me gelopen hebben. Tarran denkt dat wel belangrijk is. Misschien moet ik mijn meester dan waarschuwen.
Tarran bukt en pakt een hand zand van het pad op. Vervolgens spreekt hij een woord.
* Visualis extendus
Aan het einde van de spreuk werpt hij de hand met zand voor zich uit. In de wolk die verschijnt komen op magische wijze 2 figuren naar voren.
* Ah, nog meer volgers voor mijn meester. Het gaat goed zo. Nu maar hopen dat alles op het goede moment samenvalt.
Op dit moment is de laatste zandkorrel neergedaald. Tarran kijkt nog even rond om te kijken of hij niet gevolgd is en fluistert een paar woorden. Als bij toverslag stijgt Tarran een stukje van de grond en schiet vooruit. Vastbesloten om zo snel mogelijk bij zijn meester aan te komen.
Als Nocens haar arm pakt neemt zij hem nog eens goed op. De man ziet eruit als een vriendelijke oude grootvader, gekleed in een zwarte mantel en leunend op een staf. Alleen zijn vaal witte ogen, met daarin de mist van de Naamloze, doen Phoenixx huiveren. Ze kijkt hem nogmaals aan en ziet diepe rimpels in zijn gezicht verschijnen als hij vriendelijk naar haar glimlacht.
* Geduldig luistert Nocens naar de vragen van de jonge vrouw en hij verteld haar zijn verhaal. Hij hoort een krachtige magische zang van de vrouw uit komen en weet dat hij haar niet moet onderschatten. De Naamloze had deze vrouw immers met een goede reden uitgekozen als zijn nieuwe bondgenoote.
"Vrouwe, onze Magister heeft ons samengebracht voor een specifieke reden. Hij voorzag een tweetal stenen die zijn macht verder kunnen uitbreiden en wilt dat wij deze aan hem zullen presenteren.
Een van deze stenen is te vinden in een elven nederzetting. Alleen de precieze locatie is aan mijn zicht ontrokken en mijn kennis van dit eiland is beperkt. Ik zal op jouw kennis van dit eiland moeten vertouwen."
* Vragend kijkt de magier Phoenixx aan. Hun taak is duidelijk, alleen hun bestemming moet nog bepaald worden. De vrouw kijkt hem aan met twinkelende ogen en weer speelt er een duivelse glimlach om haar lippen.
Ergens op de flank van de berg, ziet hij twee mensen lopen...Nocens en een onbekende vrouw....Even laat Samaell zijn aandacht over de vrouw gaan, en raakt zijn geest de hare met een vederlichte streling...Een dienaar van de Naamloze...lagen binnen lagen. Een mysterie, verpakt in een enigma.....intrigerend, machtiger dan ze lijkt...maar van later zorg....de Naamloze is immers zijn 'bondgenoot'...voorlopig....
Een glimlach speelt kort over zijn lippen, en zijn aandacht verplaatst zich...
Even verderop loopt een andere gedaante. Als de Zoon van Chaos een mentale arm naar hem uitstrekt voelt hij als snel de resonantie van het Bloed van Chaos...het lijkt erop dat zijn eerste dienaar aan zijn roep gehoor gegeven heeft...
"Welkom, Tarrant, kind van het Bloed...treed binnen en ik zal je deelgenoot maken van de erfenis die in je aderen besloten ligt..."
* Fluistert hij in de geest van de nieuwkomer...en even later is zijn aandacht al weer elders...want zijn geest heeft een andere resonantie opgemerkt uit een onverwachte hoek... Met grote snelheid baant zijn geest zich een weg omlaag, door grotten en gangen, door de kelders van Chaos Mountain en verder omlaag, totdat hij, aan de uiterste rand van zijn domein twee gedaantes opmerkt... Een dwerg en een jonge vrouw, nee, een nymf...banen zich een weg door de tunnels, achtervolgd door een kleine groep orcs, die zich blijkbaar een huis hebben gemaakt in de verlaten grotten...Een korte aanraking bevestigd dat de dwerg niet meer is dan hij lijkt...de nymf echter...Bij haar detecteert Samaell een hem vreemde magie en geïntrigeerd blijft hij kijken naar wat er te gebeuren staat...
"Ik ben blij dat ik je als een vriend kan bescouwen Werik en ik zou vereerd zijn als je mij wat van jouw vechtkunsten zou willen leren."
* Werik zwelt met trots en de nymf glimlacht vriendelijk naar hem. Ze pakt haar talisman en deze geeft een zachte blauwe gloed af.
"Mijn magie kan geen andere magie herkennen, maar mijn talisman wel. Er is nog geen direct gevaar, maar de zang van de natuur is hier verstoord. Een macht zo oud als de natuur zelf is opgestaan en heeft zijn dienaren geroepen..."
Het tweetal besluit om voorzichtig verder gaan en na verloop van tijd komen ze bij een T-splitsing aan. Plots begint de talisman van de nymf fel te gloeien.......
|
Forum Opties | |
---|---|
Forumhop: | |
Hop naar: |