abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 02:07:37 #1
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218665284
Etapa 11: Bilbao - Bilbao, 157,4 km

De dag begon weer geestig, met een ziedende Ayuso bij de start. In een interview vooraf noemde hij zijn ploeg een dictatuur, gaf hij aan dat Almeida terecht zijn excuses had aangeboden en ga zo maar door. Ze willen zijn imago schaden! Dat hij daar zelf een stevige bijdrage aan heeft geleverd vergeten we maar even. Deze Vuelta is geen uitstekende koers, wel een uitstekende soap. De start vond plaats buiten beeld en vaak krijgen we dan te maken met een leuke start. Als er geen beelden zijn doen de renners ineens hun best, heel typisch is dat. In het eerste uur werkten ze 50 kilometer af, terwijl er geen vlucht ontstond. Iedere kopgroep werd meteen weer ingerekend, men was de eerste paar uur continu kop over kop aan het demarreren. Het ging zo hard in het peloton dat de boel een paar keer uit elkaar werd gereden, rode trui Traeen zat op een bepaald moment op een gaatje, maar alles kwam continu weer terug. Er werd een valpartij gemeld, met Raul Garcia Pierna als grootste slachtoffer. Hij was sterk aan het rijden deze Vuelta, maar na die valpartij moest hij de strijd staken. Jorgenson viel ook, konden we zien toen de uitzending begon. Hij hing bij de dokter aan de wagen, dat was zo ongeveer het eerste beeld. Vaak ontstaat de kopgroep net voor de uitzending begint, maar nu een keer niet. Er werd nog steeds slag om slinger gedemarreerd toen de uitzending al lang en breed bezig was. Ook in het tweede uur van de koers reden de renners nog tegen een gemiddelde van 50. We bevonden ons al op 80 kilometer van het eind en op dat punt ging Campenaerts ineens versnellen in een afdaling, met Vingegaard in zijn wiel. In het wiel van Vingegaard zaten nog een paar renners, maar er viel al snel een gat. Lag alles ineens helemaal uit elkaar, gewoon, tijdens een unipuerto. De renners reden als gekken, het was oprecht een gekkenhuis. Ook dankzij de Baskische fans, we bevonden ons in Nafarroa en daar heeft de plaatselijke vlaggenboer een recordomzet gedraaid. In ieder dorpje waren er tientallen Palestijnse vlaggen te zien, terwijl er ook allemaal verstandige teksten op de weg werden aangebracht. Stop genocide, boikot Israel, Netanyahu asesino, het laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Die teksten en de vlaggen zijn een prima en terecht protest, het was wel jammer dat er een paar onverlaten besloten het peloton in te rennen. Dat moet je niet doen, dat is levensgevaarlijk voor jezelf en voor anderen. Een smetje op een protest dat verder keurig was. In Spanje en nog meer in het Baskenland hebben ze beter in de gaten wat er aan de andere kant van de wereld aan de hand is dan hier. Goed, de groep van Vingegaard werd weer ingerekend en een paar kilometer later reed de vlucht van de dag dan eindelijk weg. Of nouja, dat had ook nog wel wat voeten in de aarde. Er reed een grote groep weg, daar reden een paar renners naartoe, en nog een paar renners, en nog een renner, en zo ging het door tot we met een groep van 30 man te maken kregen. Een van de late overstekers was Jay Vine, toen hadden we wel alweer een vermoeden.

Terwijl Bahrein best strak controleerde voor Traeen bleef het vooraan onrustig, vrij ver van de finish volgden er alweer nieuwe demarrages. Op de voorlaatste klim ging Javier Romo alvast in de aanval, net als Jay Vine. Daar sloten later dan weer wat andere renners bij aan, ook weer in een aantal schuifjes. Met een groepje van een man of tien reden we door, hopende dat iemand iets aan Vine zou kunnen doen. In aanloop naar de slotklim reed Alec Segaert weg uit die groep, hij reed ook een leuke voorsprong bijeen, maar op de klim naar Larra-Belagua viel hij al snel stil. Hij werd bijgehaald door de rest, waar Vine een slecht moment leek te hebben. Pablo Castrillo ging in de aanval en Vine ging niet mee. Het leek er even op dat UAE een keer niet ging winnen, maar Vine nam ons allemaal in de maning. Hij kwam moeilijk op gang, maar toen hij eenmaal op stoom kwam reed hij zo naar Castrillo toe en even later liet hij Castrillo achter. Weer geen spannende strijd om de dagzege, al mocht Castrillo wel even een kilometertje dromen van een nieuwe zege in de Vuelta. In het peloton zagen we dan weer iets bijzonders: Juan Ayuso reed op kop! Na alle toestanden tijdens de eerste week en het bericht dat zijn contract na dit seizoen verscheurd wordt hebben ze het bij UAE blijkbaar toch voor elkaar gekregen dat hij in dienst gaat rijden. Al ging het wel weer precies zoals je kon verwachten, hij reed een halve minuut heel hard op kop en stond daarna 'geparkeerd' aan de kant. Leuk geacteerd Juan, maar daar trappen wij niet in. Marc Soler nam het commando over en daarna was het de beurt aan Almeida om aan te vallen. De Portugees kreeg het niet voor elkaar om Vingegaard te lossen, wel zorgde het hoge tempo ervoor dat rode trui Traeen afhaakte. Door het hoge tempo was Vine ineens niet meer buiten schot, ze hadden nog naar hem toe kunnen rijden. Dat gebeurde uiteindelijk niet, zeker niet toen het na een tweede versnelling van Almeida stilviel. Het lukte de Portugees wederom niet om het verschil te maken, al haakten er wel wat renners af. Gall had een matige dag, ook Bernal was niet bij de beteren. Verder bleven de verschillen beperkt, wat op de aankomst in Larra-Belagua ook te verwachten viel. Weer een klim die eigenlijk niet lastig genoeg is. In Nafarroa was local hero Miguel Indurain ook op de afspraak en hij was niet te spreken over de rit, te makkelijk. In Navarra kun je leukere dingen doen, heeft ie volledig gelijk in. Uiteindelijk niet de meest memorabele dag, een tweede ritzege voor Jay Vine en weinig verschil tussen de klassementsrenners. Al was het goed om te zien dat UAE het wel probeerde, ze hebben zich duidelijk nog niet neergelegd bij de suprematie van Vingegaard. Almeida had misschien wel het verschil kunnen maken als hij ook nog over een knecht als Vine had kunnen beschikken. Wel opmerkelijk, Ayuso ligt onder een vergrootglas, maar Vine doet ondertussen precies hetzelfde. Lekker in de aanval gaan voor ritzeges en de bergtrui, terwijl de kopman je misschien wel nodig heeft. Het koersgedrag van UAE blijft bizar, al hebben ze nu wel al hun vierde rit gewonnen en dus doen ze blijkbaar toch iets goed. Met het oog op de eindzege rijden ze niet heel slim, maarja, dat krijg je met zo'n verzameling BV'tjes. Vine won, een halve minuut voor Castrillo. Romo en Archie Ryan bleven net uit de greep van de groep der favorieten, waar Pidcock het sprintje voor de vorm won voor Ciccone en Hindley. We zijn weer niet veel wijzer geworden, al was de aankomst dankzij de aanvallen van Almeida wel leuker dan verwacht. Over leuk gesproken, we gaan nu door naar de eerste toprit van deze Vuelta. Heel wat flopritten gehad, maar nu staat er een knaller op het programma. Een heuvelrit in Bizkaia, we rijden van Bilbao naar Bilbao. We combineren het parcours van vorige Vueltaritten in Bilbao met dat van de Tourrit in Bilbao, hopelijk levert dit samen een topshow op. Show is hoe dan ook gegarandeerd, alleen al dankzij de Baskische fans. De Basken staan haast unaniem aan de kant van Palestina en dat gaat het peloton merken. Palestina askatu! We zijn in Euskal Herria, dat gaan we aan alles merken. Het parcours staat op punt, de stad Bilbao staat op punt, de natuur staat op punt en de fans zullen ook op punt staan. Nu de renners nog. Zij maken de koers, maar het helpt als je ze de goede ingrediënten geeft. Na 11 dagen vinden we voor het eerst het perfecte recept. Kom maar door.




De elfde etappe gaat van start in het altijd ongeëvenaarde Baskenland, we bevinden ons in de grootste stad van de autonome regio. Een stad waar we de laatste jaren ontzettend vaak zijn geweest, ik ga daarom heel veel oude info kopiëren. Ik schrijf die boekwerken niet voor niets, natuurlijk. We zijn in Bilbao, het prachtige, rauwe Bilbao. Bilbao is de grootste stad van het Baskenland, er wonen 354.000 mensen in deze stad en in de agglomeratie wonen in totaal bijna een miljoen mensen. Bilbao is het economische en industriële centrum van het Baskenland en dat is eigenlijk altijd al zo geweest. Officieel heet de stad Bilbao, maar de Basken mogen de stad ook graag Bilbo noemen. Jan Boskamp zei het al die tijd al goed. In principe maakt het weinig uit of je Bilbao of Bilbo zegt, allebei even goed. Zo lang als we ons kunnen heugen een industriestad, wat in het verleden een beetje uit de hand liep. Bilbao ligt aan de rivier de Nervión, die even verderop uitmondt in zee. Uiteraard werd Bilbao daardoor een belangrijke havenstad, vooral ook omdat er in de Baskische heuvels allerlei grondstoffen werden gevonden die men kon winnen. Alle bergen in de omgeving werden leeggeroofd, overal ontstonden mijnen waar bijvoorbeeld ijzererts werd gewonnen. De ijzererts werd omgesmolten in de hoogovens beneden aan het water in Bilbao en andere dorpen aan de monding van de Nervión. Altos Hornos de Vizcaya was zo'n bedrijf waar in de hoogovens alles gesmolten werd en waar het asfalt uiteraard doodleuk in de rivier werd gedumpt. Daardoor dreigde Bilbao op een gegeven moment onleefbaar te worden. De rivier was vervuild, de lucht was nog vervuilder, alles ging helemaal mis. In Bilbao wilde je niet zijn, totdat men op het idee kwam het Guggenheim binnen te halen. Die organisatie was op zoek naar een locatie voor een nieuw museum en in Bilbao trokken ze de stoute schoenen aan. Geldverspilling, vond men, maar uiteindelijk heeft het de stad op de kaart gezet. Pleur één interessant gebouw neer in je stad en je komt al een heel eind. Al zijn er natuurlijk veel meer interessante gebouwen te zien en een hoop van die gebouwen gaan we tijdens de etappe ook terug zien komen. Een greep uit de gebouwen die tijdens de rit minder aan bod gaan komen: Museo de Bellas Artes de Bilbao: een museum voor de Schone Kunsten, Museo Etnográfico Vasco: museum over de geschiedenis van Baskenland, Museo Marítimo Ría de Bilbao: Maritiem museum van Bilbao. Meer dan alleen het Guggenheim, willen we maar zeggen. De metro van Bilbao is ook de moeite waard en heeft eveneens geholpen om de stad weer op de kaart te zetten. Ineens was alles in de metropool beter bereikbaar, dat helpt. Er is de San Antonbrug, de oudste brug van de stad. Langs de Nervión staat de Mercado de la Ribera (1929), een overdekte markt aan de rand van het historisch centrum. Het station van Abando is ook heel vet en zoals veel steden in dit deel van de wereld is er ook een centraal plein volledig omgeven door gebouwen. Plaza Nueva, of Plaza Barria, want we hanteren zoveel mogelijk het Baskisch. De Plaza Barria ligt in de Casco Viejo, het middeleeuwse deel van Bilbao. Smalle straatjes, kleurrijke huizen, pintxosbarretjes overal waar je kijkt. Zo kan ik nog een uur door blijven gaan over de stad en verhip, dat ga ik tijdens de rest van de voorbeschouwing ook doen. Bilbao is een stad die een volledige transformatie heeft ondergaan, van smerige industriestad tot hippe plek voor een citytrip. Of voor een Tourstart. Of voor mening Vueltarit. De geschiedenis en de toekomst van de stad worden wel goed gecombineerd, zo komen we naast de Nervión nog een oude kraan tegen op een van de vele plaatsen waar de industrie ooit floreerde. Bilbao blijft een ruw randje houden, het is niet het gepolijste gedoe van Donostia. Tussen alle stadsvernieuwing door is het industriële karakter zeker nog aanwezig. Boek dus snel een hotelletje en ga naar Bilbao. Nog steeds een belangrijke havenstad, nog steeds veel industrie, maar ook steeds meer toerisme. Tussen alle toeristen door lopen er enkele bekende sporters rond in de stad. Als we ons beperken tot de wielrenners komen we uit bij Jonathan Lastra, een renner van Cofidis die helaas voor hem niet aanwezig is deze Vuelta. Een oud-prof uit Bilbao is Iñaki Gaston, toch 32 overwinningen als prof, waaronder de Klasikoa en drie ritzeges in de Vuelta. Relatief gezien weinig bekende wielrenners uit Bilbao, daarna kom je al uit bij iemand als Iban Mayoz. Dat was bepaald geen Iban Mayo. David Herrero, Txema del Olmo, Cesar Solaun, nee, over het algemeen hoef je in Bilbao niet op zoek te gaan naar de goede coureurs. Die komen vooral uit de dorpen in de omgeving. Miguel de Unamuno komt dan wel weer uit Bilbao, een van de bekendste Baskische schrijvers. En Iñaki Williams werd hier natuurlijk geboren, mijn Iñaki. Er komt relatief gezien ook weinig goede muziek uit Bilbao, daar verbaas ik me al langer over. Er is eigenlijk maar één echt bekende en populaire band uit Bilbao, Zea Mays. Zangeres Aiora Renteria komt uit Bilbao en ze kan best een aardig eindje zingen. Laatst hebben ze een van hun nummers opnieuw uitgebracht, waarbij zo'n beetje alle bekende Baskische zangeressen ook een stukje mochten zingen. Topshow!



De Tour de France van het jaar 2023 ging officieel van start op het plein voor San Mamés, het voetbalstadion van de lokale trots, Athletic Club. Of simpelweg Athletic, dat werkt ook. Ooit opgericht door Britse immigranten die actief waren in de haven van Bilbao, vandaar de Engelse naam. In de beginjaren speelden er logischerwijs een hoop Britten voor de club, maar die verdwenen en sinds 1912 hebben er alleen Basken voor de club gespeeld. Dat is het bijzondere van Athletic Club, ze hebben een filosofie. Volgens die filosofie mag je alleen voor de club spelen als je een Bask bent, in het Baskenland geboren bent, in het Baskenland opgegroeid bent of op wat voor manier dan ook een connectie hebt met het Baskenland. In de loop der jaren is men af en toe creatief geweest, zo kwam Aymeric Laporte in aanmerking om voor Athletic uit te komen omdat zijn grootouders Baskisch waren. Laporte staat momenteel op het punt om terug te keren bij de club, we wachten alleen nog op de officiële aankondiging. De grenzen van de filosofie worden soms opgerekt, wat in Bilbao altijd tot ontzettende discussies weet te leiden. Maar, grosso modo, al meer dan 100 jaar alleen maar Basken in het eerste elftal en in de jeugdopleiding. Athletic accepteert spelers vanuit het hele Baskenland en dus vissen ze in een vijver die amper drie miljoen mensen bevat. Het is alsof je in Nederland een profclub zou hebben met alleen maar spelers uit Noord-Brabant. Die club zou niet actief zijn op het hoogste niveau, kan ik je vertellen. Dat maakt de prestaties van Athletic Club zo bijzonder, een ploeg bestaande uit alleen maar Basken won acht keer de competitie en liefst 25 keer de beker. Ook heden ten dage doen ze nog steeds goed mee, met een ploeg bestaande uit vooral jongens die de club zelf heeft opgeleid. Wel zie je het Baskenland ook steeds diverser worden, zo kunnen we al een aantal jaar genieten van de verrichtingen van Iñaki Williams, een jongen met Ghanese roots. Zijn jongere broertje Nico steelt inmiddels ook de show in San Mamés en is international van Spanje geworden. Sinds 2023 is hij alleen maar een grotere naam geworden, zo groot dat Barcelona twee zomers op rij heeft geprobeerd hem los te weken bij Athletic. Het bijzondere karakter van Athletic werd meteen weer duidelijk: ondanks een mediacampagne vanuit Barcelona tekende Nico Williams een nieuw contract bij Athletic, het langste contract van Europa. Tot 2035 mogen de mensen in San Mamés genieten van zijn kunsten. Het gaat Athletic momenteel echt voor de wind, recent de Copa del Rey gewonnen en afgelopen seizoen vierde geworden, waardoor men voor het eerst in jaren actief gaat zijn in de Champions Leauge. Dit seizoen begonnen met negen uit drie, aupa Athletic! Athletic is een ontzettend bijzondere club, eentje met een geheel eigen identiteit. Ze spelen hun wedstrijden in San Mamés, of in het Baskisch Estadioa Santimami. Het nieuwe San Mamés, moeten we er dan wel meteen bij zeggen. Sinds 2013 is het nieuwe stadion geopend, gebouwd op een steenworp afstand van het oude stadion. Bij de opening ontbrak er nog een tribune, omdat het nieuwe stadion voor een deel is gebouwd op dezelfde plek als het oude stadion. Pas na de sloop van het oude San Mamés, de magische kathedraal, kon het stadion afgemaakt worden. Het is een bijzonder stadion geworden, zowel aan de binnenkant als aan de buitenkant. Er is plaats voor 53.332 mensen in deze nieuwe kathedraal, waar de Baskische fans om de week hun ongeëvenaarde passie tonen aan de wereld. Moderne stadions zijn over het algemeen spuuglelijk, maar San Mamés is een uitzondering. Van binnen ziet het er perfect uit, maar de Baskische ontwerpers hebben vooral van de buitenkant iets bijzonders weten te maken. Een opvallende constructie, die vooral 's nachts een blikvanger is. De buitenkant kan namelijk van kleur veranderen, iets wat het geval is als Athletic 's avonds moet spelen. Het nieuwe stadion heeft net niet de intensiteit van het oude San Mamés, maar men is behoorlijk dicht in de buurt gekomen. Athletic Club is nog nooit gedegradeerd uit La Liga en bevindt zich daarmee in het gezelschap van Real Madrid en Barcelona, geen misselijk rijtje. Maar die clubs kopen er lustig op los en steken zich om de haverklap in de schulden, Athletic niet. Ze zetten in op eigen jeugd, proberen de beste Basken van andere clubs los te weken en proberen vooral ook zwarte cijfers te behouden. Financieel gezond, alleen maar Basken op het veld en toch meedoen om de knikkers. Dit jaar dus weer in de Champions League, je blijft je verbazen over hoeveel er met een goede opleiding en een stukje liefde voor de club mogelijk is. Hoewel Athletic door weinig spelers überhaupt te kunnen kopen veel geld overhoudt voor stevige salarissen, dat helpt ook wel mee aan de loyaliteit van de spelers. Maar toch, een club met een verhaal, identiteit en knettergekke fans vol passie. Het blijft een bijzonder verhaal. Er zijn nog een paar clubs over die weinig met het moderne voetbal te maken hebben, heel goed. De afgelopen jaren is gebleken dat het stadion van de voetbalclub prima valt te combineren met een wielerkoers. Nadat hij met pensioen ging werd Igor Antón bijvoorbeeld geëerd op het voetbalveld tijdens een wedstrijd van Athletic. Voetbal en wielrennen, dat gaat hier perfect samen. De meeste Baskische wielrenners zijn ook hartstochtelijk fan van hun lokale voetbalclub, het is altijd een totaalpakket. In de Vuelta van 2019 ging men heel ver, een etappe ging toen van start in Bilbao, voor San Mamés. Tijdens de neutralisatie reden we door het stadion, de renners fietsten over het gras en af en toe stopte er een grapjes om een denkbeeldige bal in het doel te schoppen. In de Tour herhaalden we tijdens de Grand Départ deze gekkigheid niet, het is me niet helemaal duidelijk of we nu tijdens de neutralisatie van deze rit wel weer een rondje over het veld gaan rijden. Ik heb daar iets over opgevangen, maar het blijkt niet uit het roadbook. We starten in ieder geval zeker voor het stadion, prima, dan kunnen we de schoonheid van de buitenkant van het bouwwerk optimaal aanschouwen. In 2023 was de Tour voor het eerst in Bilbao, de Vuelta is dan weer een keer of 75 in Bilbao geweest. Vroeger passeerde de Vuelta ieder jaar in het Baskenland, vooral omdat de koers in die tijd werd georganiseerd door een Baskische krant. In de vroegste geschiedenis van de Vuelta blijkt Athletic Club ook een eigen wielerploeg te hebben gehad, dat wist ik dan weer niet. Bovendien blijkt de voetbalclub een van de drijvende krachten te zijn geweest achter het ontstaan van de Itzulia. In het verleden is er twee keer een rit aangekomen bij het oude San Mamés. In 1960 wist Frans de Mulder te winnen in de buurt van het stadion, twee jaar later deed Rudi Altig dat dunnetjes over. Wielrennen en voetbal, dat kan best samen. We kijken tevens uit naar de onvermijdelijke aurresku, de traditionele dans die in het Baskenland voorafgaand aan de koers niet mag ontbreken.






Na de start bij het voetbalstadion gaan de renners beginnen aan een vrij lange neutralisatie dwars door de straten van Bilbao. Niet zo lang als de neutralisatie in de Tour, toen reden we echt de hele stad door. De Baskische overheid had toen ergens tussen de 12 en 20 miljoen op tafel gelegd om de Tour binnen te halen en dat geld moest terugverdiend worden. De Vuelta is een stuk goedkoper, we maken ons er daarom ook net wat makkelijker vanaf. Al gaan we alsnog heel veel van Bilbao zien vandaag, maar tijdens de neutralisatie valt het nog wel mee. We slaan voorbij het stadion linksaf en rijden over de Sabino Arana Etorbidea naar de Euskalduna Zubia toe. We rijden hierbij langs de Gran Via af, de hoofdstraat in het centrum van Bilbao waar we onderweg zullen passeren en daar waar de aankomst ligt. Sabino Arana, dat was me trouwens een kerel. De Baskische vader des vaderlands, de oprichter van de Baskische Nationalistische Partij, de bedenker van de Baskische vlag en degene die de aanzet gaf tot het ontstaan van Euskara batua, de Baskische standaardtaal. Overal sprak men een andere versie van het Baskisch, overal totaal verschillende dialecten, op een gegeven moment kwam men op het idee om een standaardversie te ontwikkelen zodat mensen uit verschillende regio's elkaar misschien een beetje konden begrijpen. Daar was deze Arana dus bij betrokken, een man met een missie. Gisteren reden we in Navarra door een vallei waar men zo'n eigen dialect had, maar dat dialect is helaas uitgestorven. Het Euskara batua is dan weer springlevend, het aantal mensen dat Baskisch spreekt neemt gestaag toe. Enfin, voorbij een mokergroot beeld van Jezus fietsen we langs het Euskalduna Jauregia, een concertzaal die is verrezen op de plek waar vroeger de scheepswerf Euskalduna lag. Jauregi is Baskisch voor paleis, in zekere zin is het dus een concertpaleis! Een Ziggo Dome, maar dan beter. We rijden voorbij het paleis over een opvallende brug, de Euskalduna Zubia. Een brug die we vandaag vaker gaan zien, we verlaten de stad nu over een weg die in de finale in tegengestelde richting zal terugkeren. Op de brug zien we op rechts de Torre Iberdrola liggen, het hoogste gebouw van de stad. Hier bevindt zich het hoofdkantoor van Iberdrola, een bedrijf dat actief is in de elektriciteitssector, dan weet je het wel ongeveer. Ze schijnen vooral in te zetten op hernieuwbare energie en ze zouden de grootste producent van windenergie moeten zijn, tegelijkertijd is Qatar de grootaandelhouder dus weg ermee. De toren is overigens eveneens gebouwd op de plek van een voormalige scheepswerf, om maar weer eens aan te tonen hoe erg Bilbao is veranderd. We rijden over de Nervión en komen in de wijk Deusto terecht, in deze wijk staan ze vooral bekend om hun grote universiteit. De renners rijden over brede wegen richting de heuvels ten noorden van de stad, bij het eind van de neutralisatie komen we op een groot industrieterrein terecht en daarna rijden we rechtdoor over een brede en vlakke weg richting Zabaloetxe, waar we in de Tour van 2023 ook doorheen zijn gereden. Daar sloegen we toen rechtsaf om naar Loiu te rijden en een rondje af te werken langs het lokale vliegveld, Bilboko Aireportua. Het luchthavengebouw is ontworpen door Santiago Calatrava, jawel! De renners gaan ook meteen vliegen, want nu rijden we in het dorpje Zabaloetxe in de gemeente Loiu rechtdoor en daarna beginnen we na één kilometer koers meteen aan de eerste klim van de dag. Over een waanzinnig brede weg rijden we via een aantal brede bochten door een groene en bosrijke omgeving omhoog naar de Alto de Laukiz. Ten noorden van Bilbao kom je meteen een hoop groene Baskische heuvels tegen, het is meteen een kenmerkende omgeving. De weg is minder kenmerkend, dit is een snelweg omhoog. Nu ik het profiel van de AltimetriasGoden heb opgezocht blijkt het in de eerste kilometer aan 1% omhoog te gaan, daarna beginnen we aan een klim van vier kilometer aan 4,7%. Het klimmetje van de derde categorie is niet heel lastig, maar het is wel meteen een heerlijk explosief begin. Deze Vuelta kent weinig leuke ritten, maar dit is een rit vol potentie. Zeker na de idiote rit van gisteren, waar men urenlang 50 per uur heeft gereden, kun je hier met een snedige demarrage meteen het peloton aan gort rijden. We mogen hopen op een leuk begin. Onderweg komen we twee kilometer aan 5% tegen, met tussen die kilometers in een kilometer aan 6%. Dit is wel even een lastig strookje zo direct na de start, we hebben echt goede hoop. Na drie lastigere kilometers vlakt het af richting de top. We komen nog een kilometertje aan 3% tegen, met daarna in de laatste meters van de klim een paar stroken aan 4%. Na amper vijf kilometer komen we boven op deze Alto de Laukiz, in het dorpje Unbe-Mendi. In de Tour van 2023 reden we ook door Unbe-Mendi, maar dan van de andere kant. De klim heette toen Côte de Laukiz, ik gruwel nog steeds van die naam. In de praktijk heet deze klim gewoon Unbe, maar goed.





Op de top slaan we in de urbanisatie Unbe-Mendi rechtsaf. We rijden over het grondgebied van de gemeente Laukiz en in deze gemeente gaan we na de bocht naar rechts afdalen over een weg die in de eerste rit van de Tour van 2023 als klim diende. We gaan de komende 2,6 kilometer aan 6,4% afdalen naar het dorpje Elizalde, deze afdaling stelt relatief weinig voor. We dalen af over een brede weg, een weg die wel wat bochten kent. Vooral in de eerste kilometer komen we een stuk of vijf bochten tegen, al vallen de meeste van die bochten wel mee. Eén stevige bochtencombinatie, de rest is te doen. Door een groene omgeving dalen we af richting Elizalde, beneden in het dorp komen we een paar paaltjes en een drempeltje tegen, daarna slaan we voorbij de lokale batzoki in het centrum van Elizalde rechtsaf bij een rotonde. Er liggen wat mooie klinkertjes in het centrum hier, zolang het droog blijft vormt dat verder geen probleem. Een batzoki is dan weer een bar of restaurant dat gerund wordt door de Baskische Nationalistische Partij, EAJ-PNV. De lokale overheid in Bizkaia is overigens in aanloop naar de Tour van 2023 met een plan gekomen om iedere beklimming in Bizkaia van een informatiebord te voorzien, met speciale aandacht voor de beklimmingen opgenomen werden in het Tourparcours. Alle informatie die we nodig hebben kunnen we zien op de gele borden langs de flanken van enkele beklimmingen die we vandaag ook weer gaan zien. Daarom ook zo raar dat ze de eerste klim de Alto de Laukiz noemen, als je Unbe op de bordjes ziet staan. Enfin, in Elexalde, zoals de Basken het hier ook wel noemen, slaan we dus rechtsaf en we rijden dan verder via Aurrekoetxe en Sertutxa naar Mungia. Tijdens deze route laten we de gemeente Laukiz achter ons, een gemeente die ook over een eigen koers beschikt. De Basken zijn gek op wielrennen. Een van de dingen waar je dat aan kunt zien is dat ieder dorp z'n eigen koers heeft. Zo ook Laukiz, de amateurwedstrijd die ze hier organiseren is de laatste jaren onder meer gewonnen door Abel Balderstone en Fernando Barcelo, renners die momenteel namens Caja Rural aanwezig zijn in de Vuelta. Door een zee van Palestijnse vlaggen zullen we onze weg voortzetten, op wat paaltjes bij het verlaten van Elexalde na rijden de renners een tijdje op een makkelijke manier verder over een brede en vrij rechte weg door de prachtige Baskische bossen. Na een paar vlakke kilometers loopt de weg in het bos via een paar bochten een kilometer aan 4% omhoog, boven op dit klimmetje slaan we linksaf een nieuwe weg in en deze weg voert ons via een paar dorpjes naar Mungia toe. De weg loopt richting Mungia een drietal kilometer vals plat omlaag, van een echte afdaling is geen sprake en heel gevaarlijk is het ook nergens. Als we door zo'n typisch Baskisch dorpje met een kenmerkende kerk rijden komen we een keer een rotonde en enkele drempels tegen, dat is het wat betreft de obstakels. Na 13,5 kilometer komen we uit in Mungia, via een rotonde betreden we het centrum en in dit centrum komen we nog een aantal verkeersobstakels tegen. Uit Mungia was Agustin Sagasti afkomstig, een van de eerste renners die prof werd bij de vers opgerichte Euskaltel-Euskadi ploeg, al had die ploeg toen nog een andere naam. Lang kon hij niet van zijn profbestaan genieten, tijdens een koers werd hij door een auto geschept, brak hij haast alles en moest hij noodgedwongen stoppen. Enkele jaren later pleegde hij dan weer zelfmoord, hier, in Mungia. Ter nagedachtenis aan Sagasti wordt er in Mungia jaarlijks een amateurkoers georganiseerd, de Memorial Agustin Sagasti is in het verleden onder meer gewonnen door Juanpe Lopez. In Mungia, waar een kicken stadhuis te vinden is, zijn we in koers wel eens vaker geweest. Deze hoek van Bizkaia komt regelmatig voorbij, al werd de stad tijdens de Tour van 2023 dan wel weer overgeslagen. In de omgeving van Mungia vinden we het kasteel van Butrón, een van de weinige kastelen die je in dit deel van het Baskenland tegenkomt, wel meteen een opvallend exemplaar. Naast Mungia ligt Gamiz-Fika, de plek waar met Jon Barrenetxea een prof vandaan komt die nu niet in koers is. Uit Mungia is dan weer de band Belako afkomstig, een van de bekendere Baskische bands. Zingen vooral in het Engels, dat zijn dan weer minpunten.

Bekijk deze YouTube-video


Het onvermijdelijke San Juan de Gaztelugatxe is hier ook dichtbij, maar die toeristische trekpleister slaan we nu een keer over. Tijdens onze lichtelijk technische passage dwars door Mungia rijden we langs het fraaie stadhuis, maar we zien ook dat er hier nog veel meer fraaie gebouwtjes te vinden zijn. Een paar straten met klinkers ook, voorbij de klinkers verlaten we het centrum in licht dalende lijn over een weg die wordt opgebroken door enkele rotondes. Buiten Mungia moet er al snel geklommen worden, via een enorm brede weg rijden we een bos in en in dit bos gaat het alvast een dikke kilometer aan bijna 7% omhoog. Het is hier zichtbaar steil, maar dit hupsje hoort nog niet bij de volgende officiële klim. Na dit klimmetje dalen we anderhalve kilometer af over een brede weg die wel van wat bochten is voorzien. Mooie bochten, op het feit na dat er hier weer van die typische groene paaltjes te vinden zijn. Vinden ze leuk, in het Baskenland. De brede bochten zijn daardoor net wat minder breed, maar alsnog goed te doen. Beneden komen we uit bij een rotonde, hier gaat het rechtdoor en daarna rijdt het peloton anderhalve kilometer over een kaarsrechte weg naar de voet van de volgende klim toe. De weg richting de voet loopt licht vals plat omhoog, op het grondgebied van Emerando komen we aan het eind van het rechte stuk een nieuwe rotonde tegen en voorbij die rotonde betreden we een weg die weer wat bochtiger zal worden. De weg duikt voorbij de bebouwde kom opnieuw een bos in en in dit bos beginnen we aan de Alto de Sollube. Dit is een klim van 7,2 kilometer aan 4,2%, stelt niets voor denk je dan. Mis! Deze beklimming van de derde categorie kent een bijzonder steil begin, na een eerste kilometer aan 6% gaat het twee kilometer aan 9% omhoog, met aan het eind van dit steile stuk een paar stroken boven de 10%. We noteren drie steile kilometers, gemiddeld komen we uit op een procent of acht. De klim is niet alleen steil, het is hier ook heel mooi. De renners rijden door een donker bos omhoog over een brede en goede weg en passeren ondertussen enkele prachtige boerderijen. Zo'n baserri ergens op een Baskische heuvel is de ultieme droom. Na drie steile kilometers volgt er een korte afdaling van een paar hectometer, we komen in dit stuk ook meteen een paar flinke bochten tegen. In de resterende vier kilometer van de klim loopt de weg vooral op en af, we rijden verder door een schitterende omgeving langs nog meer fraaie boerderijen en hier gaat het steeds een paar hectometer omhoog en dan weer omlaag. Gemiddeld kom je daardoor op niets uit, een paar kilometer gemiddeld aan 2% lijkt simpel, maar je moet hier dus steeds vrij stevig omhoog en dan volgen er ook weer een paar bochten in flink dalende lijn. We sluiten af met een steil stukje omhoog en dan bereiken we na 26,2 kilometer de top van Sollube, een klim met enige koersgeschiedenis. Op de top vinden we een monument ter ere van Jesus Loroño, een van de beste Baskische wielrenners ooit. Loroño was afkomstig uit Larrabetzu, een plaats waar we later vandaag nog doorheen gaan rijden. In de Vuelta van 1956 begon Loroño in tweede positie aan de laatste rit. In zijn eigen Baskenland moest hij een achterstand van 43 seconden op de Italiaan Conterno zien te overbruggen. Op de klim naar Sollube ging hij in de aanval, met anderhalve minuut voorsprong kwam hij boven. De rit zou eindigen in Bilbao, de eindzege was binnen handbereik. In de afdaling van de Sollube ging het alleen mis, Loroño kreeg af te rekenen met een lekke band en daardoor verloor hij zijn voorsprong. In de straten van Bilbao werd hij ingerekend, de eindzege was gaan vliegen. Later zou de Italiaanse winnaar nog straftijd aan zijn broek krijgen omdat hij zich door andere renners over de klim naar Sollube had laten duwen, waardoor Loroño uiteindelijk op 13 seconden bleef steken. Gelukkig voor Jesus kon hij een jaar later de Vuelta wel winnen, maar dankzij die ene dag in 1956 staat er nu een monument ter ere van hem op de top. Op de top is in de buurt van het monument een bocht naar rechts te vinden, we zouden hier rechtsaf kunnen slaan om nog verder te klimmen, maar dat doen we niet. Bij het onderstaande profiel moet u slechts kijken tot het punt waar Puerto aangegeven staat, het stuk erna tot de antennes slaan we over. We rijden rechtdoor verder over de brede weg en passeren daarbij een fraai restaurant, daar kunnen ze in het altijd gastronomisch uitblinkende Baskenland ook wat van. De knipoog naar Loroño volgt niet zomaar in 2025, de eerste grote Baskische wielrenner werd namelijk 100 jaar geleden geboren, in 1925. Het lijkt bijna de Tour wel, met zo'n jubileum. Een knecht maar ook concurrent van Bahamontes, hij was tijdens zijn carrière een soort Ayuso. Hij wilde graag meer voor zichzelf rijden, maar dat werd door de verschillende ploegleiders niet toegestaan. Een van die ploegleiders was Mariano Cañardo, afkomstig uit het plaatsje Olite waar we gisteren nog doorheen zijn gereden. Zo maken we alle cirkeltjes weer mooi rond.






Het interne gekonkel tussen ploeggenoten Bahamontes en Loroño is voer voor menig Spaans artikel, het internet staat er vol mee. Een rivaliteit die ons verder weinig zegt, wij kennen Bahamontes als grote renner en Loroño is veel minder bekend. De Vuelta van 1957 won Loroño grotendeels door plaats te nemen in een vlucht die een voorsprong van 18 minuten kreeg, waarna Bahamontes als beoogd kopman dreigde af te stappen. Drama is van alle tijden, naar het schijnt. Koers is ook van alle tijden, na de in het begin zeer steile en daarna glooiende Sollube volgt er nu een afdaling van een kleine vijf kilometer richting het vissersdorpje Bermeo. We gaan naar de kust toe, vanuit enkele uitzichtpunten op de klim kun je de zee al zien liggen. Best een pittig afdalinkje, vooral in het eerste stuk gaat het een tijd aan meer dan 8% naar beneden en we komen hier ook een paar stevige haarspeldbochten tegen. De weg is wel breed, een groot gedeelte van de tijd is het zelfs een driebaansweg. We denken bij het Baskenland vaak aan allerlei geitenpaden, maar voorlopig zoeken we toch vooral ontzettend keurige wegen op. In het tweede deel van de afdaling wordt het een stuk makkelijker, we rijden wat meer rechtdoor op een minder steile manier verder omlaag naar Bermeo, een plaats die we voorbij een grote rotonde betreden. We rijden vervolgens het centrum binnen van dit plaatsje waar we in de Tour van 2023 ook al zijn geweest. Even wat knippen en plakken: Bermeo, waar de weg ook in de bebouwde kom nog naar beneden blijft lopen. Paar rotondes en bochten erbij, waarna we uitkomen in de prachtige haven van Bermeo. We bevinden ons nu in de hoofdstad van de tonijn, dat is de lokale specialiteit van dit vissersdorpje. Er zijn heel wat dorpjes aan de Baskische kust en bijna overal wordt er nog steeds actief gevist, waarbij ieder dorpje een voorkeur voor een bepaalde vis lijkt te hebben. In Bermeo zijn de vissers vooral op zoek naar makreel, ansjovis en dus tonijn. De tonijn wordt gevangen en meteen geserveerd in een van de vele restaurants die Bermeo rijk is. De smaak schijnt onovertroffen te zijn, zo zacht dat het op je tong meteen uit elkaar valt en dus heel smaakvol. Wel een handige tip van de locals: je moet de barretjes en restaurantjes in de haven overslaan. Tourist traps. Liever even een paar straatjes verder lopen en buiten de haven een tentje uitzoeken. En dan dus tonijn eten, liever niet in de kleurrijke haven maar wel in het middeleeuwse centrum waar de smalle straatjes voor het nodige karakter zorgen. Mocht je geen zin hebben om naar Bermeo af te reizen dan kun je ook nog de ingeblikte vis kopen, naast het toerisme draait de economie uiteraard op de verkoop van vis. Er is ook een vissersmuseum, een aanrader als je er toch bent. Bermeo is verder het dorp van Bingen Fernandez, een voormalig prof die twee keer de Tour reed en vooral opviel door niet op te vallen. Later werd hij ploegleider, in die functie is hij nu bij Cofidis actief, ook de ploeg waar hij als renner al het langste voor reed. In de Itzulia van 2018 eindigde er een rit in dit mooie vissersdorpje, na een beklimming van San Pelaio, de klim die langs San Juan de Gaztelugatxe voert. Die rit werd gewonnen door Julian Alaphilippe, hij versloeg in de sprint Roglic, Gorka Izagirre en Mikel Landa. Uit Bermeo zijn ook een paar voetballers van Athletic Club afkomstig, vooral Mikel Jauregizar is een aanstaand fenomeen. En voor het muzikale gehalte van de rit gooien we XSakara in de strijd. Een reppert, want ook dat hoort er in het Baskenland tegenwoordig bij.

Bekijk deze YouTube-video


Van een van de belangrijkste en mooiste vissersdorpjes van het Baskenland rijden we naar een dorp dat dan weer om een andere reden bekend is. In de haven van Bermeo loopt de weg een paar meter omhoog en voorbij de haven komen we nog een paar rotondes tegen, verder gaat het een tijdje rechtdoor verder richting Mundaka, waar alle surfers zich verzamelen. In Mundaka schijnen ze de beste golven van heel Europa te hebben. Als we Wikipedia moeten geloven komt het op het volgende neer: Huge swells roll in from the Bay of Biscay and slam into the rocky coastline of the Basque Country. The estuary at Mundaka has created a perfect sandbar which forms hollow waves that can be watched from the town's harbor wall. Mundaka was formerly one of the sites of the World Championship Tour of Surfing. Some great surfers have marked their legacy on Mundaka such as Andy Irons, Taj Burrow, Kelly Slater, Mark Occilupo and Joel Parkinson.

The wave of Mundaka is “perfect” for surfing one of every three days of the year. During the months of winter, the possibility of surfing increases until surpassing 50%. And it is the month of January, with a 62% of surfable days, when the bar of Mundaka displays the best scene for the lovers of this sport.
Die namen zeggen me allemaal niets, maar de linkse golf in Mundaka schijnt onovertroffen te zijn. Een linkse golf, dat bevalt me überhaupt wel. De golf schijnt overigens wel onder druk te staan, door menselijk ingrijpen in de haven zou de stroming veranderd zijn. Typisch. Mundaka is verder ook een vissersdorp, maar als je niets met watersport hebt net wat minder boeiend dan een aantal dorpen in de omgeving. Als je niet wil roeien of surfen raad ik andere plaatsen aan, zoals Bermeo. Ter hoogte van Mundaka rijden we wel een heel belangrijk natuurgebied binnen. Een natuurgebied waar we de komende 50 kilometer alle hoeken en gaten van gaan zijn. In Mundaka mondt de rivier de Oka uit in zee, het estuarium dat zich hier heeft gevormd luistert naar de naam Urdaibai. En Urdaibai, daar gaan we het nu met elkaar over hebben.



Op Monte Oiz, de berg waar Michael Woods ooit een rit won in de Vuelta, ontspringt de rivier de Oka. De rivier zoekt een weg naar de kust en vindt die weg bij Mundaka. Daar mondt de Oka uit in de Cantabrische Zee. Op zich geen heel bijzonder verhaal, dit is wat rivieren doen. Het bijzondere is dat er langs de Oka een estuarium is ontstaan dat zich nog wel het beste laat omschrijven als moeras. Of als biosfeerreservaat. Een biosfeerreservaat is een door de UNESCO aangewezen gebied dat een ecosysteem representeert waarin de biodiversiteit en de genetische waarden beschermd worden. Sinds 1984 is het estuarium van Urdaibai door UNESCO aangewezen als biosfeerreservaat. Het moeras is de moeite waard vanwege alle planten- en ook diersoorten die je er tegenkomt. Daarnaast zijn er spectaculaire stranden en dan is het ook nog het kicken eilandje Izaro dat niet onbenoemd mag blijven. Het is een gebied van 220 km² waar 45.000 mensen wonen in 22 verschillende gemeenten. Een deel van die gemeenten gaan we de komende kilometers vereren met een bezoekje. Zo'n beetje alle hoogtepunten die door de verschillende toeristische sites worden genoemd gaan we met eigen ogen kunnen aanschouwen, de Basken krijgen waar voor hun geld. Het estuarium van Urdaibai heeft een maximale breedte van 12 kilometer en een lengte van een kleine 20 kilometer, je verzamelt vanzelf kilometers als je heel Urdaibai wil vereren met een bezoekje. Volgens sommige bronnen hoort Bermeo bij het reservaat, andere bronnen laten het in Mundaka beginnen. Laten wij het ook maar op Mundaka houden. Als we door dit surfersdorpje zijn gereden rijden we over een brede doch glooiende weg naar het zuiden, naar het begin van het estuarium. Van het einde naar het begin, onderweg passeren we enkele dorpjes. Sukarrieta bijvoorbeeld, waar we het eilandje Txatxarramendi vinden. In Urdaibai vinden we verschillende eilandjes terug, Izaro dus, maar midden in het moeras ook Txatxarramendi. Klinkende naam. Op het eiland vinden we een uitkijkpunt en de toeristische sector drukt ons op het hart om zo'n uitkijkpunt op meerdere momenten te bezoeken. Eb en vloed hebben hier nogal veel invloed, het estuarium ziet er steeds anders uit. Soms water, soms valt de boel droog. Van Sukarrieta, waar de Baskische vader des vaderlands Sabino Arana zijn laatste levensdagen sleet, fietsen we over een licht bochtige weg naar Busturia. In dit piepkleine dorpje staat de Torre Madariaga, een oude toren uit de 15e eeuw. In deze oude toren bevindt zich heden het Ekoetxea. Etxe is zo'n beetje het woord dat het meest voorkomt in het Baskisch, huis is de betekenis. Eko is simpelweg eco, dus vinden we hier het ecohuis. Een museum waar je alles te weten kunt komen over het natuurgebied waar we ons nu bevinden. Alles over het verleden, het heden en de toekomst van Urdaibai. Alle insecten, planten en dieren die voorkomen in het estuarium worden uitgelicht in dit moderne museum. Via Streetview kun je praktisch het hele museum al bekijken, best een aanrader. Het gaat ook over een stukje geologie, context bij het ontstaan van het estuarium en ook het fenomeen van de flysch, dat later nog aan bod zal komen. Ook enkele typische Baskische gebruiken worden uitgelicht, kortom, leerzaam. Begrip kweken voor biodiversiteit, dat is het belangrijkste doel van het museum. Dat valt te prijzen.




Van Busturia en het Ekoetxea rijden de renners verder over een rechte weg langs het estuarium. De weg blijft glooiend, maar het is allemaal net niet lastig genoeg om het specifiek te beschrijven. Een beetje op en af, allemaal korte hupjes. Van de toestanden in de wetlands krijgen we voorlopig weinig mee, we rijden vooral door wat dorpjes en zien aan de rechterkant van de weg de nodige bossen liggen. Rechtdoor over een brede weg, we passeren Murueta en gaan via Forua op weg naar Gernika, het ontzettend belangrijke Gernika. In Murueta zagen we in de Tour een mooie muurschildering verschijnen ter ere van een van de bekendste wielerzonen van de regio, Pello Bilbao. Op het glooiende karakter na is het een vrij eenvoudige tocht, al komen we zo nu en dan enkele vluchtheuvels tegen. Een paar paaltjes ook, een Baskische specialiteit. Daar hebben we al eens lelijke valpartijen door zien ontstaan, dus we mogen hopen dat ze voor de gelegenheid worden weggehaald. Na een aantal kilometer rechtdoor gereden te hebben komen de renners na 45 kilometer koers uit in Gernika. Wellicht de belangrijkste stad van het Baskenland, alleen al omdat Pello Bilbao hier vandaan komt. De renner van Bahrain-Victorious is er helaas niet bij in de Vuelta, maar in de Tour van 2023 kon hij wel genieten van een tocht door zijn eigen stad. De Itzulia kwam hier dit jaar ook nog langs, er eindigde een rit in Gernika en die rit werd ontworpen met de hulp van Bilbao. Winnen lukte dan weer niet, jammer. Pello Bilbao is niet de enige coureur uit Gernika, ook Roberto Laiseka komt uit deze stad. Het opgewarmde lijk dat twee ritten in de Vuelta won en in de Tour van 2001 een rit wist te winnen op Luz Ardiden. Met zijn uitgemergelde voorkomen wist hij tijdens de eerste Tour van Euskaltel meteen een fameuze bergrit te winnen in de Pyreneeën, kleppers als Armstrong afschuddend. Laiseka schijnt tegenwoordig evenwel in Bilbao te wonen, hij is dan weer de ontwerper van deze etappe. Laiseka is actief voor de organisatie van de Itzulia, maar hij klust ook bij als werknemer van Unipublic. In die hoedanigheid schijnt hij in deze Vuelta actief te zijn als chauffeur van koersdirecteur Guillén, verder is hij degene die altijd wordt ingehuurd als we weer eens een rit gaan afwerken in Bilbao. Hij mag dan eens in de zoveel jaren weer een variatie aan het bekende parcours toevoegen, dit jaar gaat dat het laatste klimmetje zijn, naast het eerbetoon aan Loroño op Sollube. Nog een renner uit Gernika: Gorka Gerrikagoitia. Dat lijkt weer een moeilijke naam, het is eigenlijk een samensmelting van twee achternamen. Gerrika en Goitia. Ze noemen 'm gemakshalve Gerrika, Gerrika uit Gernika. Hij reed een aantal jaar voor Euskaltel-Euskadi en werd na zijn carrière ploegleider bij dezelfde ploeg, thans is hij net als Bingen Fernandez actief als ploegleider van Cofidis en beide heren zullen ook wel weer aanwezig zijn in deze Vuelta. Er komen nog een aantal wat minder bekende renners uit Gernika, ik noem een Haritz Orbe, maar het draait toch vooral om Laiseka en Bilbao. Laiseka zette Euskaltel op de kaart dankzij zijn prestaties in de grote rondes. Tegenwoordig nog steeds bij de koers betrokken dus, inmiddels wel een paar kilo zwaarder. Het hoofd is nog uitgemergeld, de rest van het lichaam iets minder. Bilbao heeft het stokje van hem overgenomen als beste renner uit Gernika. Pello is ook een absoluut fenomeen geworden, bekend vanwege zijn ijzersterke afdalingen en de kenmerkende knik in de knie.



Gernika is een stad waar je een boek over zou kunnen schrijven, en dat is dan ook veelvuldig gedaan. Het is ondoenbaar om het belang van deze stad in één simpele alinea samen te vatten, ik ga wat korter door de bocht en ongetwijfeld zal het desondanks alsnog een lang verhaal worden. Eeuwenlang konden de Basken hun goddelijke gang gaan. Vooral de Basken in Bizkaia en Gipuzkoa hadden weinig te schaften met de buitenwereld. De groene en steile heuvels van dit deel van het Baskenland waren onbereikbaar voor vele volkeren. Zelfs de Romeinen lieten de Basken in de heuvels hun gang gaan. Ze dreven er handel mee, maar legden niet hun wetten op. Dan moesten ze gaan vechten in de heuvels en dat zou gegarandeerd verkeerd aflopen. In Araba, in het zuiden van het Baskenland, gelegen op een hoogvlakt,e konden de Romeinen dan weer veel makkelijker hun gang gaan. De heuvels waren ondoorgrondelijk, onbegaanbaar, onbereikbaar. In de heuvels hanteerden de Basken hun eigen wetten, de zogenaamde fueros. Al mag je het eigenlijk niet eens wetten noemen, de Basken kwamen samen, spraken af onder een boom en bespraken daar wat het beste zou zijn voor de hele gemeenschap. Er werden mondelinge afspraken gemaakt en men keerde terug naar de eigen stad. Iedere stad had z'n eigen boom waar afspraken werden gemaakt en waar een eed werd afgelegd, gedurende de eeuwen werd de boom van Gernika de belangrijkste. Daar kwamen alle hoogwaardigheidsbekleders van Bizkaia samen om de toekomst van het gebied te bespreken. Onder de eik van Gernika maakte men afspraken, waar men zich dan aan beloofde te houden. Eeuwenlang dreef Bizkaia op dit gewoonterecht, gebaseerd op mondelinge overlevering. Om de zoveel tijd trokken de belangrijkste Basken naar Gernika, werd de stand van zaken besproken en waar nodig werden de fueros aangepast. In de middeleeuwen was dit systeem van lokaal recht vrij gebruikelijk, maar na verloop van tijd werd het overal vervangen door een systeem dat meer lijkt op het huidige systeem, maar de Basken gingen ontzettend lang door met deze traditie. Nadat Bizkaia dan toch werd opgenomen in het koninkrijk Castilië bleven de fueros geldig, de Castiliaanse koning trok zelfs naar Gernika om daar onder de eik een eed af te leggen. Het handvest van Bizkaia zou gerespecteerd worden, de Basken behielden hun gewoonterecht en hun autonomie.



Al eeuwenlang is de gemeente Gernika de facto de hoofdplaats van Bizkaia. In het verleden stuurde onder meer elke kerk een vertegenwoordiger naar de stad om de gemeenschappelijke problemen van de heerschappij van Bizkaia te bespreken. Sinds de middeleeuwen werden deze conferenties gehouden naast de eik van Gernika en dat ging na een tijd de Algemene Vergadering van Bizkaia heten. Na verloop van tijd werden er verschillende gebouwen gebouwd rond de eik, ten slotte begon in 1828 de bouw van de huidige congreshal, ook wel de Juntetxea genoemd. De fueros werden gehandhaafd tot 1876, daarna ging dit antieke systeem ten onder. Toch verloor Gernika niet aan belang, de Algemene Vergadering van Bizkaia bleef samenkomen in Gernika. De stad bleef het hart van Bizkaia en in het verlengde daarvan het Baskenland. Dat is de achtergrondkennis die we nodig hebben om de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van Gernika te begrijpen. Op 26 april 1937 vond tijdens de Spaanse Burgeroorlog het bombardement op Gernika plaats. Ik zal jullie de geschiedenis van de Spaanse Burgeroorlog besparen, laten we simpelweg vaststellen dat generaal Franco heel Spanje wilde veroveren en dat het hem heel veel moeite kostte om het Baskenland en Catalonië op de knieën te dwingen. Ook in andere delen van het te verenigen land moest hij vechten, maar in die gebieden lukte het helemaal voor geen meter. De opstandige Basken, voorstanders van de republiek en tegenstanders van de koning en het leger, moesten op de knieën gedwongen worden en Franco had een nieuwe manier bedacht om dat voor elkaar te krijgen. Zijn beste matties Hitler en Mussolini waren bezig met het oprichten van een luchtleger. Vanuit de lucht zou je een oorlog sneller kunnen winnen. Gooi een paar bommen vanuit een vliegtuig, leg een stad in de as en het verzet is gebroken. Veel ervaring hadden de Duitsers en de Italianen alleen nog niet. Dat bracht Franco op een idee, zouden ze die bommenwerpers niet eens uit willen proberen in het Baskenland? En zo geschiedde. Meerdere Baskische steden werden volledig vernietigd door Duitse en Italiaanse bommenwerpers. Het Legioen Condor sloopte onder meer mijn geliefkoosde Eibar, maar het was de aanval op Gernika die het meest is blijven hangen. Dat heeft te maken met het feit dat Gernika historisch gezien ontzettend belangrijk is, maar ook met het feit dat de aanval op Gernika bruter dan bruut was. Men koos de wekelijkse marktdag uit. Van heinde en verre trokken mensen naar Gernika om spullen te kopen en verkopen. Het was gigantisch druk in de stad en daardoor werden er gedurende de vier uur dat de stad gebombardeerd werd ontzettend veel slachtoffers gemaakt. Meer dan de helft van de stad werd in puin gelegd, meer dan 1500 mensen kwamen om het leven. Al beweerden bronnen aan de kant van Franco dat het slechts om een paar 100 mensen ging. Ongeloofwaardig, als je de beelden uit die tijd bekijkt. De hele stad werd weggevaagd. Op een paar gebouwen na. Juist de belangrijke gebouwen werden niet geraakt. De Eik van Gernika bleef ongedeerd, net als de Juntetxea, het regeringsgebouw van Bizkaia. Het verzet werd wel gebroken en Franco nam Gernika twee dagen later in. Daarna nam hij de rest van het Baskenland in, hij nam ook Catalonië in en zo werd zijn natte droom werkelijkheid, een verenigd Spanje ontstond. Op de meest laffe manier mogelijk, door op klaarlichte dag een stad vol burgers aan te vallen. De donkerste dag in de geschiedenis van Gernika en wellicht de geschiedenis van het hele Baskenland. Maar de belangrijkste gebouwen bleven dus bewaard. Daarom kunnen we heden ten dage nog steeds de Juntetxea bezoeken, waar de Algemene Vergadering van Bizkaia nog steeds samenkomt. In deze vergaderingen wordt meestal de gouverneur-generaal van Bizkaia gekozen, worden de provinciale verordeningen die door de provinciale raad moeten worden uitgevoerd vastgesteld en wordt de begroting van Bizkaia goedgekeurd. Ook de lehendakari, de president van de Baskische regering, wordt hier beëdigd. Als er geen vergadering plaatsvindt kun je zelf dit gebouw bezoeken. Het is een van de oudste parlementen van Europa, aldus de officiële toeristische site van Euskadi. De Gernika-boom wordt beschouwd als het belangrijkste symbool van de Baskische identiteit, zeggen ze er ook meteen bij. De ruimte waar het bijzondere glas in lood te vinden is maakt deel uit van dit gebouw, het gegeven dat de boel gratis te bezoeken is zorgt ervoor dat je ook hier weer verplicht naartoe moet.



Ik ben nu echt heel schaamteloos alles aan het overnemen uit mijn voorbeschouwing op de eerste rit van de Tour van 2023. Niemand leest dit natuurlijk, maar ik wil mezelf toch het gevoel bezorgen dat ik al die woorden niet zonder reden ooit achter elkaar heb geplaatst. Ik ga nu ook gewoon schaamteloos door: De Eik van Gernika is in de tussentijd wel een paar keer overleden. Eiken worden oud, maar ooit gaan ze dood. In de tuin rond het regeringsgebouw van Bizkaia kun je een oude, overleden eik vinden, ze hebben er een soort tempel omheen gebouwd. Voor het gebouw is nu een nieuwe eik aan het groeien, een vertakking van de oude eik. Andere vertakkingen van de eik zijn in andere Baskische plaatsen geplant, het is nog steeds het ideale scenario dat ieder dorp zijn eigen eik heeft. Over de eik van Gernika is ook een lied geschreven, en dat lied is een van de bekendste Baskische nummers. Gernikako Arbola, de boom van Gernika. Het lied ontstond in de tijd dat de fueros onder druk kwamen te staan. De Basken hadden het lang voor het zeggen, maar ze werden steeds meer onder druk gezet om afscheid te nemen van hun gebruiken, totdat de knoop voor ze werd doorgehakt. Gernikako Arbola is een protestsong, dat vooral ten gehore werd gebracht in Madrid. Moet je ook maar durven. José María Iparragirre is de zanger die vooral bekend is als vertolker van het nummer, van hem is ook een standbeeld te vinden in Gernika. Het is een nummer dat ik niet direct in je playlist zou zetten, het is enigszins oubollig. Maar wel significant. Goed, we hebben dus het regeringsgebouw dat te bezoeken is, de nieuwe eik voor de deur, de oude eik in de tuin. Even verderop een tuin vol sculpturen van Henry Moore en Eduardo Chillida, die tweede is een Baskische beeldhouwer waar ze nogal trots op zijn. Die man komt iedere keer terug, waar je ook gaat. De tuin noemen ze het park van de volkeren van Europa, om aan te tonen dat verbinding beter is dan, nouja, de boel platbombarderen. Er is een Euskal Herria Museoa, een museum over Euskal Herria. En even verderop vinden we het Bakearen museoa. Oftewel, het vredesmuseum. Wat is vrede? Welke erfenis heeft de bomaanslag op Gernika ons nagelaten? Wat is het om een bombardement te ervaren: getuigenissen van getuigen en wat gebeurt er vandaag in de wereld met mensenrechten? Vanuit deze vragen wil het Gernika Peace Museum een ​​aantrekkelijke en dynamische ruimte creëren voor de bezoeker. Het museum wil geen absolute waarheid vaststellen; het wil ons aanmoedigen om vragen te stellen en over vrede te praten. Aldus de toeristische site. Een museum om de herinnering aan die ene vreselijke dag niet verloren te laten gaan, maar ook vooral een museum dat ons laat kijken naar de toekomst. In het museum hangt een kopie van dat ene schilderij van Picasso. Dat puntje moeten we nog even behandelen en dan kunnen we door met de koers. Picasso moest ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in 1937 in Parijs een schilderij maken, maar hij stroomde nog niet over van de inspiratie. Tot het bombardement van Gernika. De beelden bereikten hem en hij was diep geraakt. Woedend, misschien ook wel. Hij was al niet de grootste fan van Franco, maar dit vormde een geheel nieuw dieptepunt. In een paar weken tijd draaide hij dit reusachtige kunstwerk in elkaar. De Guernica is een abstract schilderij, een schilderij dat vooral de totale zinloosheid van oorlog doet overbrengen op de persoon die het werk aanschouwt. De wanhoop valt met bakken tegelijk van de gezichten van de dieren op het doek te scheppen. Alles gaat kapot, zoals in Gernika alles gesloopt werd. Een meesterwerk van Picasso, dat tegenwoordig nog steeds geldt als een aanklacht tegen iedere vorm van oorlog, misschien zelfs wel iedere vorm van geweld. Ik vind het alleen wel heel erg hinderlijk dat het schilderij de Guernica heet, want mensen komen daardoor in de probleem qua uitspraak. Kijkend naar De Slimste Mens komt er ieder seizoen wel een vraag voorbij over Picasso en dan maakt Philip Freriks er steevast Gwernica van. Neen. De Baskische naam is Gernika, dat laat weinig mogelijkheden over om het op een andere manier uit te spreken. In het Spaans is het Guernica, ja, maar de u kun je doorgaans probleemloos negeren. Wow, achterhaalde teksten inmiddels, benieuwd wat Herman van der Zandt er van gaat maken!

Bekijk deze YouTube-video

Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 02:09:13 #2
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218665285
Daarna ging ik in 2023 zelfs nog langer door over de stad, maar laten we inmiddels de boel maar even afronden. Wel nog even een liedje van een lokale band droppen, uiteraard. In Gernika, waar dit jaar in de Itzulia Ben Healy de door Pello Bilbao ontworpen rit won, hij had weer zo'n dag, slaan we bij de entree bij een rotonde meteen linksaf. We rijden daardoor niet door het historische centrum heen, maar het stukje historiek passeert dankzij mij alsnog de revue. De kans is aanwezig dat we in Gernika een recordaantal Palestijnse vlaggen gaan zien, een lokale actiegroep uit Gernika heeft aangekondigd dat ze langs het hele parcours willen gaan protesteren, maar gezien de historie en de betekenis van de stad Gernika is dit natuurlijk bij uitstek de plek om je protest aan de wereld te tonen. In een stad die gebombardeerd is, in een regio die onderdrukt is, juist daar komen de mensen op voor een vreselijke situatie die zich in een ander land aan het voltrekken is. Het is waarschijnlijk ook geen toeval dat Pello Bilbao op de sosjuls een van de meest actieve renners is, als het gaat om de genocide in Gaza. Hij retweet er lustig op los, om de wereld de gruwelijkheden die zich daar voltrekken te tonen. Als zoon van Gernika weet hij wat het is, totale destructie. En dus ziet hij het als zijn plicht om zich uit te spreken. De hele Vuelta hebben we al veel Palestijnse vlaggen gezien, heel veel mensen voelen de noodzaak om hun stem te laten horen, maar in het Baskenland is dat vanwege het verleden van de regio een veel prominenter geluid. In de historische hoofdstad van het Baskenland al helemaal, maar ook in Bilbao zullen de vlaggen veelvuldig te vinden zijn. Er is een poging gedaan om de Baskische cultuur uit te wissen, de mensen hier weten maar al te goed wat er in Gaza aan de hand is. Het minste wat je kunt doen is zwaaien met je vlag en enkele fundamentele boodschappen verspreiden. Stop de genocide, daar valt geen speld tussen te krijgen. Netanyahu is een moordenaar, absoluut. Ze hebben hier Franco meegemaakt, dus weten ze heel goed: dit nooit meer. Ook niet in een ander land. De connectie tussen Baskenland en Palestina bestaat al veel langer, ze delen wel wat met elkaar. Het is natuurlijk ook geen toeval dat een bepaalde ploeg de Itzulia en de Klasikoa niet heeft gereden, ze wisten echt wel wat ze te wachten stond. Een hoop vlaggen, ook vandaag weer. Hopelijk wel zonder mensen die over de weg gaan rennen, de boodschap is krachtig genoeg zonder de renners en jezelf in gevaar te brengen. Het conflict gaan we hier niet oplossen, maar het is wel duidelijk dat het tij aan het keren is. De geest is uit de fles, we weten inmiddels allemaal wat de juiste kant van de geschiedenis is in dit verhaal. One day, everyone will have always been against this. Je kunt er beter maar op tijd bij zijn. Voorbij de eerste rotonde in Gernika komen we er nog een stuk of drie tegen, daarna laten we de stad achter ons zonder er veel van te zien. We betreden snel weer een bos en in dit bos beginnen we aan een strook vals plat van een kilometer of 10. Via prachtige dorpjes als Loiola en Olbae rijden we naar Munitibar-Arbatzegi Gerrikaitz, een naam die je even kort achter elkaar drie keer mag uitspreken. In die tien kilometer rijden we vooral door fraaie bossen over een heerlijke brede slingerweg, het is hier buitengewoon aangenaam rijden. Ook omdat de percentages wel meevallen, op een anderhalve kilometer aan 3% na is het verder vooral zo goed als vlak. Als we na een fraaie tocht door de wonderbaarlijke Baskische natuur bijna Munitibar-Arbatzegi Gerrikaitz bereiken gaat het alsnog wel even wat meer omhoog, we noteren anderhalve kilometer aan 4%, heftig. De weg tussen Gernika en Munitibar is vooral heel mooi, de boerderijen die we onderweg ook weer passeren zijn wonderschoon. Na het lange stuk vals plat omhoog loopt de weg ook nog drie kilometer vals plat omlaag richting Munitibar, in dit stuk van drie kilometer komen we toch een paar scherpere bochtjes tegen. We rijden door een donker bos, de bochten kondigen zich daarom niet perfect aan. Wel een brede en keurige weg, bovendien gaat het niet zo steil naar beneden, prima te doen dus. Na 59 kilometer komen we uit in Munitibar, waar bij e entree een paar drempels te vinden zijn. Na een bocht naar links tussen wat mooie huizen door rijden we naar de voet van de volgende klim. Aan de rand van het dorp komen we uit bij een kruispunt waar we de afgelopen jaren vaker zijn geweest. In de recente Itzulia reden we nog over deze wegen, ook in de Vuelta van 2022 kwamen we hier voorbij. Meestal komen we van een andere kant aan bij dit kruispunt, maar als we op dit kruispunt rechtsaf slaan volgen we wel de normale weg omhoog naar het Balkon van Biskaje. Nog een kleine 100 kilometer te gaan, met nog een hoop heuvels voor de boeg.





We beginnen aan de klim naar Balcón de Bizkaia, het eerste deel van de klim naar Monte Oiz. Goh, Monte Oiz, dat was me ook wat zeg. Michael Woods won die rit, voor Dielon Teuns, vanuit de vlucht. Teuns leek even te winnen, maar de steile betonweg bleef maar duren en aan het eind was het dan toch Woods die aan het langste eind trok. Is alweer van de Vuelta van 2018 geleden, goh, de tijd vliegt. Sindsdien niet meer in koers gezien, ik had ondertussen eigenlijk al wel een terugkeer verwacht. Achja, vandaag in ieder geval een halve terugkeer, het gaat 4,2 kilometer aan 5,6% omhoog naar het balkon van Bizkaia. De steile kilometers slaan we over, de renners worden gematst. In Gerrikaitz loopt de weg direct vrij lastig omhoog, een kilometer aan 6% met blijkbaar een uitschieter tot boven de 10%. In de twee daaropvolgende kilometers gaat het zelfs aan 7% gemiddeld omhoog, de klim is nog lastiger dan je zou vermoeden. De brede weg omhoog door het groene landschap kent de nodige bochten, terwijl we na verloop van tijd een splitsing bereiken. Ga je hier naar links, dan kom je direct terecht op de steile betonweg die je naar de top brengt van de Monte Oiz. Doen we niet, we gaan rechtdoor. We rijden verder over de brede asfaltweg en deze vlakt af, waarna er zelfs een paar meters in dalende lijn volgen. Daarom is het gemiddelde dus niet zo indrukwekkend, dat wordt gedrukt door deze meters. Hierna gaat het nog even een halve kilometer omhoog aan 5%, waarna we het balkon van Biskaje bereiken. Bizkaiko begiratokia, in het Baskisch. Kun je mooie dingen zien vanaf dit balkon? Oh jazeker. Dat weten we inmiddels wel, aangezien deze klim naar het Bizkaiko begiratokia ook in de Vuelta van 2022 passeerde. En in de Itzulia kwamen we hier recent dus ook nog voorbij, het is onderhand een weg die we kunnen dromen.




Op de top van de Bizkaiko begiratokia hebben de renners 63 kilometer afgewerkt, nog 95 te gaan. Na dit klimmetje van derde categorie volgt er een afdaling van acht kilometer. Deze afdaling begint lastig, we komen meteen een aantal scherpe bochten tegen terwijl het een tijdje steil naar beneden gaat. Niet heel lang, even verderop wordt het zelfs vlak. Ook komen de renners nog wat later een kort knikje omhoog tegen, waarna het tweede deel van de afdaling begint. In de resterende vijf kilometer gaat het heel steady aan 4% omlaag, waardoor je bijna begint te vermoeden dat het een makkelijke afdaling is. Toch wel opletten geblazen hoor, de bochten blijven komen. Een hoop snelle bochtjes achter elkaar, zelfs nog een paar haarspeldbochten, maar afijn, de weg in het bos is wel lekker breed. Zou moeten lukken, deze opdracht. Eenmaal beneden slaan we rechtsaf en dan is het een kilometer of vijf zo goed als vlak, terwijl we koers zetten terug naar Gernika. Gernika bereiken we alleen weer niet, want na een paar kilometer in de vallei slaan we in Muxika linksaf. Muxika is een piepklein dorpje waar we heel vaak te vinden zijn, in de Tour van 2023 reden we er doorheen, in de Vuelta van 2022 kwamen we er voorbij en in de Itzulia zijn we er onderhand ieder jaar te vinden. Het dorp waar Beñat Intxausti uit afkomstig is, al schijnt hij tegenwoordig een paar kilometer verderop in Amorebieta te vertoeven. Beñat is een tweevoudig ritwinnaar in de Giro, die zijn carrière vroegtijdig zag eindigen na jarenlang geklungel met de ziekte van Pfeiffer. Is tegenwoordig actief als scout van A&J All Sports, het kantoor van de familie Carera, die onder meer Pogacar en Bini begeleiden. Beñat mag op zoek naar Spaans talent, hij is op de lokale markt de concurrent geworden van brokkenpiloot Koldo Fernandez, die het talent dan weer naar Acquadro probeert te lokken. Eerst zat een groot deel van het Spaanse peloton bij Acquadro, hij had vooral een monopolie op de Basken, maar je merkt dat het nu wat de kant van de Carera's op begint te hellen. Een aanstaand fenomeen als Haimar Etxeberria zit bijvoorbeeld daar, met dank aan de werken van Intxausti. Een Pau Miquel hebben ze ondanks een doorlopend contract bij Kern Pharma ook al vakkundig naar Bahrein weten te loodsen, zo gaan die zaken. Lander Euba, een veel onbekendere renner maar ook ooit prof bij Euskaltel, schijnt eveneens uit Muxika te komen. Of we veel aan die kennis hebben weet ik niet, maar ik wil het toch even gemeld hebben. In Muxika slaan de renners linksaf, na deze bocht gaan we bijna beginnen aan de volgende klim van de dag. Een klim die de nodige renners zullen kennen, want we rijden vaak over deze wegen. In de Itzulia van 2023 kwamen we hier zomaar voorbij, net als in de Tour. Tijdens de vijfde rit van de Ronde van het Baskenland reden we van Amorebieta naar Amorebieta en tijdens die kwamen we uit in Muxika, waarna we niet veel later zouden beginnen aan een klim die toen simpelweg Morga heette. Ongecategoriseerd, een verschil met nu. We spreken nu over de Alto de Morga en dat is een klim van de derde categorie. Na de bocht naar links in Muxika is het even een kilometer vlak tot in het dorpje Ugarte en buiten dat dorp gaat het in eerste instantie drie kilometer aan 5% omhoog, na een kort afdalinkje gaat het vervolgens nog eens vier kilometer aan 5% omhoog richting Aretxabalgane, zoals de klim in het Baskisch heet. Op de gele borden langs de kant van de weg staat ook Aretxabalgane, we vragen ons af waarom de organisatie het niet bij de Baskische naam houdt. De renners kunnen de klim ook kennen van de Vuelta van 2022, toen zat hij in de rit met vertrek in Irun en aankomst in Bilbao. Hey, Bilbao, kennen we ergens van. Aretxabalgane is niet de meest spannende klim, de weg is breed en heel steil gaat het nergens omhoog. We noteren een hele kleine piek tot 9% en wat langere stroken aan 7%, maar niet veel meer dan dat. Het telt wel allemaal op en alle hoogtemeters bij elkaar kunnen inmiddels vervelend gaan worden voor heel wat renners, maar de klassementsrenners liggen hier uiteraard nog niet wakker van. Door een bosrijke omgeving over een brede weg omhoog naar Morga, een paar prachtige brede bochten erbij en vooral in de buurt van de top een net iets lastiger stuk. De top bereiken we na 86 kilometer, op 71 kilometer van de finish. De finale gaat hier wel zo ongeveer beginnen, hierna gaat de rit echt lastig worden. Een paar kilometer na het passeren van het dorpje Morga bereiken we de top van Aretxabalgane, niet de moeilijkste maar blijkbaar wel een van de populairste klimmetjes van het Baskenland.




We noteren in totaal 8,2 kilometer aan 3,5%, het gemiddeld zakt wat naar beneden door een afdalinkje halverwege. Op een bochtje naar links na stelt die afdaling weinig voor. Daarna gaat het snel weer omhoog, via het dorpje Morga naar de top van de klim. Na de klim. Na de klim volgt er een afdaling van vijf kilometer richting Larrabetzu. Deze afdaling begint vrij lastig, in de eerste kilometer gaat het aan 7% omlaag en we komen een paar flinke bochten tegen, waaronder een stevige haarspeldbocht. Na dit pittige begin wordt de afdaling wel makkelijker. De weg is sowieso breed en wordt na de eerste kilometer een stuk rechter. De renners komen uit in Goikolexea en vanuit dit dorp gaat het op een rechte manier verder naar Larrabetzu, waar we na 91 kilometer passeren. Larrabetzu is een klein dorpje waar ongeveer 2000 mensen wonen, toch is het ook weer een belangrijk dorpje. Niet omdat Mikel Artetxe hier vandaan komt, al was die jongen wel mooi zeven jaar prof bij Euskaltel. Nee, Larrabetzu is vooral bekend vanwege Jesus Loroño. Loroño was een wielrenner uit de tijd van Bahamontes, de strijd tussen deze ploeggenoten die tegelijkertijd concurrenten waren passeerde op de Sollube al de revue. Bahamontes was de betere klimmer, maar Loroño wist hem het vuur aan de schenen te leggen door beter af te dalen en harder tegen de klok te rijden. Door zijn daalkunsten won hij in de Tour van 1953 een rit, maar dat hij meer kon dan dat liet hij vooral in de Vuelta zien. Met wat meer geluk had hij de Vuelta zelfs twee keer op rij kunnen winnen, maar die ene zege pakken ze hem in ieder geval nooit meer af. Loroño, weer een Baskische winnaar van een grote ronde. Het zijn er niet veel, maar ze bestaan. Sinds 1998 niet meer onder ons, wat dat betreft heeft Bahamontes hem ruimschoots verslagen. Jesus Loroño stierf in Larrabetzu, hij bleef zijn hele leven trouw aan dit dorpje dat ogenschijnlijk niet heel bijzonder is. Al verwacht ik in het dorp wel een eerbetoon, we komen hier vandaag niet voor niets voorbij. Honderd jaar Loroño, tussen de Palestijnse vlaggen door verwachten we ook een mooi spandoekje voor Jesus. Na de passage in Larrabetzu fietsen we snel verder, we volgen de brede weg om het dorp heen en zetten koers richting de volgende klim van de dag. Van Larrabetzu gaan we naar Galdakao fietsen, de komende vijf kilometer is het volledig vlak. Brede weg, rechte weg, bomen langs de kant, toch zal het niet rustig zijn in het peloton. De Vivero is in aantocht, daar zal de koers alvast gaan losbranden. Voor we de voet van de Vivero bereiken komen we tussen Larrabetzu en Galdakao wel een aantal rotondes tegen, het gaat twee keer schuin naar links. Na de tweede rotonde volgen we anderhalve kilometer dezelfde brede weg, zo goed als rechtdoor. Even een nerveus momentje, en dan wordt het nog wat nerveuzer wegens de sprint naar de voet van de klim. In Galdakao gaan we afwijken van het parcours van de Tour van 2023. Toen reden we over de Vivero heen, maar van een makkelijkere kant. We zoeken nu een steilere kant op van deze klim, dezelfde kant als in de Vuelta van 2022. Ook toen reden we in de rit die zou aankomen in Bilbao via een dubbele beklimming van de Vivero naar de finish, zonder Pike Bidea te bedwingen. Die rit werd naar het schijnt ontworpen door Joseba Beloki, een beetje een ontwerp waarbij de finishing touch ontbrak. Die is nu met de toevoeging van Pike Bidea gevonden, ik neem aan een ideetje van Laiseka. In de Tour van 2023 sloegen we vrij snel na het betreden van Galdakoa meteen rechtsaf richting een makkelijkere kant van de Vivero, nu rijden we dwars door de geboorte- en woonplaats van iedereens favoriete renner ooit, Igor Antón. Bij onze passage in de woonplaats van ons aller Igor komen we nog wat rotondes tegen, het is verder een vrij bekende passage die in het verleden weinig problemen heeft opgeleverd. Na precies 100 kilometer slaan we rechtsaf en dan begint de welbekende Alto del Vivero. Deze klim hebben we sinds 2011 in meerdere koersen zien verschijnen, in de Vuelta zien we hem vanaf deze kant voor de vierde keer. Van deze kant, de originele kant, is de Vivero 4,6 kilometer lang. In deze 4,6 kilometer gaat het gemiddeld aan 8% omhoog, dat is toch de moeite waard. Kort achter elkaar twee bochten naar rechts, dan eentje naar links, door het tunneltje door en dan begint de hel. In de eerste kilometer van de klim gaat het direct aan 9% omhoog, met uitschieters tot 13%. De weg is een stuk smaller geworden, en zal door de ongetwijfeld talrijk aanwezige fans nog wat smaller worden. De beklimming van de tweede categorie zou je kunnen omschrijven als een typisch Baskische klim, hij is kort, steil en ontzettend onregelmatig. In de tweede kilometer van de klim gaat het aan 7% omhoog, met een maximum van 10%. In de derde kilometer van de klim gaat het opnieuw steil omhoog aan 8,6%, met uitschieters naar 13%. Richting de top wordt de klim wat makkelijker, 6% gemiddeld, maar ook weer wat stroken boven de tien procent. Niet de lastigste klim in deze regio, maar zeker wel een mooie klim. Vooral vanwege de geschiedenis, en omdat de fans natuurlijk op de afspraak zullen zijn. De eerste van twee beklimmingen van de Vivero zit er na 104 kilometer op, op iets meer dan 53 kilometer van het eind.




Een finale van een Vueltarit met een dubbele beklimming van de Vivero vanuit Galdakao kennen we, dit is de vierde keer dat we dat gaan doen. Toch is er wel sprake van enige vernieuwing, door het toevoegen van de beklimming van Pike Bidea. Na de eerste Vivero rijden we op gebruikelijke manier naar Bilbao, na de tweede Vivero kiezen we voor een andere route, een route die we dan weer kennen van de Tour van 2023. Eerst rijden we dus direct omlaag naar Bilbao, zonder omweg. We beginnen aan de afdaling van de Vivero over een brede weg. De afdaling kent wel het een en ander aan bochtenwerk, maar er zit eigenlijk geen enkele écht lastige bocht tussen. Na een paar kilometer dalen komen de renners uit bij een rotonde, waar ze rechtdoor moeten. Vervolgens rijden ze langs een van de toeristische trekpleisters van Bilbao, de berg Artxanda. De berg is van beneden te bereiken met de funicular, de kabeltrein. Boven op de berg heb je het mooiste uitzicht over de stad, maar daar kopen de renners niet veel voor. Die pakken vooral wat bochten mee, in plaats van mooie vergezichten. Ze komen nog een rotonde tegen, terwijl het verder helemaal niet steil naar beneden gaat. In het park Artxanda komen we dadelijk nog een keer uit, de top van Pike Bidea sluit hier aan op de weg die we nu aan het volgen zijn. We weten door al die passages in verschillende koers, ook Circuito de Getxo komt hier ieder jaar voorbij, maar al te goed dat er geen lastige afdaling volgt. De weg is ontzettend breed, goed geasfalteerd en we komen weinig gekke bochten tegen. Wel wat bochten, maar goh, nee, perfect te doen tot nu toe. Pas op vijf kilometer van het eind, wat nu nog niet vijf kilometer van het eind is aangezien we nog een rondje moeten, komen we de eerste listigere bochten tegen. Op ongeveer vier kilometer van de finish volgt een scherpe naar links, waarbij men moet opletten voor de vluchtheuvel. Vervolgens gaat het eigenlijk quasi rechtdoor naar beneden over een snelweg. We zien rechts Bilbao liggen en we zien ook dat de weg niet veel voorstelt. Op ongeveer twee kilometer van het eind komen we wel een wegversmalling tegen, daarna rijden we een tunneltje in. Buiten de tunnel is het nog maar ongeveer 1,5 kilometer fietsen, als je vergeet dat je nog een rondje moet, en we komen dan een bocht naar links tegen. Het is inmiddels vlak, want we hebben de oevers van de Nervion bereikt. We zien het schitterende stadion van Athletic Club de Bilbao liggen, San Mamés. Langs het water en langs San Mamés fietsen we een opmerkelijke brug tegemoet, die ons naar de overkant van het water brengt. De Euskalduna zubia, waar het warempel een paar meter omhoog loopt, gekkenhuis. Op de brug, waar we tijdens de neutralisatie in tegengestelde richting overheen zijn gefietst, bevinden we ons in de laatste kilometer, een geleidelijke bocht naar rechts is het eerste wat we in die slotkilometer tegenkomen. Vervolgens komen we een gigantisch grote rotonde tegen, met een appartementencomplex in het midden. Vind ik altijd een bijzonder beeld, de wereld mag er vandaag ook weer van gaan genieten. We rijden rechts om dit gebouw heen over de rotonde, wat een lange bocht naar links oplevert. Aan het eind van de rotonde botsen we op het lokale jezusbeeld, waar we ook weer rechts omheen moeten. Daarna slaan we de Gran Via Don Diego López de Haro in, kortweg de Gran Via, de finishstraat. In de laatste 600 meter gaat het rechtdoor tot aan deze finish over deze prachtige boulevard. Na 119 kilometer, op 39 kilometer van de finish, passeren we hier voor het eerst. Tijd voor het lokale rondje, maar niet voordat we voorbij bij de eerste passage aan de finish hebben gesprint. Tussensprinttijd.



Na de eerste passage aan de meet rijden we dwars door Bilbao verder. Het is tien kilometer fietsen tot aan de voet van de tweede Vivero, tien zo goed als vlakke kilometers. Nou, niet helemaal trouwens. Aan het eind van de Gran Via komen we een rotonde tegen, waar het uiteindelijk naar links gaat. Voorbij deze rotonde volgt enkele meters later de tussensprint van de dag, na 199,6 kilometer gaan we sprinten in de straat Alameda de Rekalde, een straat die rechtstreeks naar het Guggenheim voert. Voorbij de tussensprint rijden we langs het iconische museum af, een gebouw dat altijd de show steelt als we in Bilbao zijn. In de Tour van 2023 vormde het museum het decor voor de ploegenpresentatie, een betere locatie valt er amper te verzinnen. Het Guggenheim is een van de drie Guggenheim-musea over de hele wereld naast de Peggy Guggenheim Collection in Venetië en het Solomon R. Guggenheim Museum in New York. De musea behoren tot de Solomon R. Guggenheim Foundation in New York. Het is een van de belangrijkste musea voor moderne kunst en zorgde voor een grote groei van de toeristensector van de stad. Naar dat succes is het Bilbao-effect genoemd. Het Bilbao-effect is een fenomeen waarbij een stad door de bouw van een markant gebouw dat ontworpen is door een bekende architect uitgroeit tot een belangrijkere of rijkere stad. Nu is het wat kort door de bocht om alles toe te schrijven aan het Guggenheim, ze hebben in Bilbao ontzettend veel zaken veranderd. Ooit was de Nervión een smerige sloot, bruiner dan bruin, nu is het weer een mooie rivier. Alles is opgeknapt en dat alles bij elkaar heeft ervoor gezorgd dat de stad weer op de kaart is gezet. Het Guggenheim heeft een ontzettend belangrijke bijdrage geleverd, maar meer factoren hebben geleid tot het succes van Bilbao. Enfin, het gebouw is een museumstuk op zich door zijn deconstructivistische architectuur. Het is voor het publiek geopend sinds 1997 en de kunstwerken die tentoongesteld worden variëren van moderne kunst (popart) tot werken van gerenommeerde artiesten als Picasso. Het gebouw is ontworpen door Frank Gehry en heeft een tentoonstellingsoppervlakte van 11.000 vierkante meter. Het gebouw is grotendeels bedekt met schubvormige titaniumplaten die ervoor moeten zorgen dat het gebouw honderd jaar kan schitteren. De vele glazen wanden zijn geconstrueerd om de vele kunstwerken te beschermen tegen warmte en beschadiging door zonlicht. Dit alles maakt dit gebouw tot een van de grootste kunstwerken van de hedendaagse architectuur. Wow, wervende teksten op Wikipedia. Gaan ze het daarna nog hebben over het deconstructivisme: een moderne bouwstijl waarbij de bouwwerken een verwarrende collectie willekeurig bij elkaar geplaatste vlakken en verwrongen lijnen lijken die samen de indruk wekken dat de constructie ieder moment in elkaar kan zakken. Dat vind ik ook wel weer meevallen, al ziet het gebouw er zeker vrij willekeurig uit. Met wat fantasie haal je er de vorm van een boot uit, met het oog op de geschiedenis van de stad is dat best goed bedacht. Jaarlijks komen er ongeveer een miljoen mensen af op het museum. Het museum stond er overigens niet zonder slag of stoot. Er waren bepaalde visionairs in het Baskenland die het binnenhalen van het museum zagen als een kans, anderen vonden het geldverspilling. Nou, geldverspilling is het niet geweest, binnen een paar jaar hadden ze de investering alweer terugverdiend. Het Guggenheim wilde graag een nieuwe locatie en de Basken met visie wisten de stichting te overtuigen om die nieuwe locatie te laten verrijzen in Bilbao. Dat was geen slechte beslissing. Als je in Bilbao bent moet je uiteraard het Guggenheim bezoeken, of op z'n minst een rondje om het gebouw heen lopen. Dan kom je onder meer de puppy van Jeff Koons tegen, een joekel van een hond, iedere keer voorzien van verse bloemen. En de spin, die heb je ook nog. Een metalen reuzenspin van tien meter hoog van de hand van de Franse kunstenaar Louise Bourgeois. Schitterde ook tijdens de ploegenpresentatie. Nouja, afijn, museumpje, schijnt enigszins belangrijk te zijn, bezoeken. Voorbij het museum rijden we over de brug van La Salve, ook een opvallend bouwwerk. De combinatie van de twee is helemaal ideaal, natuurlijk.



Voorbij de brug van La Salve komen we aan de andere kant van de Nervion terecht, we vervolgen langs deze rivier de route van de Vuelta van 2022. We volgen niet de route van de Tour van 2023, toen we via een kort klimmetje naar de finish in het Etxebarria Parkea reden. Een klimmetje met een paar haarspeldbochten, we nemen nu een andere route om uiteindelijk wel de finishlocatie van de eerste Tourrit van 2023 te bereiken. De weg naar de finish van toen loopt ook omhoog, maar dan op een makkelijkere manier. Voorbij de tussensprint gaat het een kilometertje aan een procent of vier omhoog, waarna de weg wat vals plat verder omhoog blijft lopen. We komen met een omweg uit in het park van Etxebarria, gelegen in de wijk Begoña, een wijk die vooral bekend is vanwege de gelijknamige basiliek. Die basiliek staat een klein eindje voorbij de finish. De basiliek is opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw van Begoña, de beschermheilige van Bizkaia. De heilige maagd Maria zou hier ooit verschenen zijn en sindsdien is Begoña een belangrijke plek. Het was ook de plek Tomás de Zumalacárregui gewond raakte tijdens het beleg van Bilbao dat dan weer plaatsvond tijdens de Eerste Carlistenoorlog. Ze hebben hier in de loop der eeuwen nogal wat gevochten. Carlisten tegen Falangisten, dat was de strijd voordat we later te maken kregen met de burgeroorlog. Enfin, Tomás de Zumalacárregui vocht aan de zijde van de carlisten, aan de kant van Carlos, die zichzelf had uitgeroepen tot koning. Zumalacarregui werd opperbevelhebber van het leger maar werd geraakt door een kogel in de buurt van de basiliek van Begoña en niet veel later bezweek hij aan die opgelopen wond. Ter ere van hem is de straat waar we in 2023 zouden finishen en waar we nu passeren de Zumalacárregui Etorbidea genoemd. Dit allemaal terzijde, we moeten door. Voorbij het niet al te lastige klimmetje rijden we een tunnel in en daarna zal het vlak zijn tot aan de voet van de slotklim. Door de buitenwijken en de voorsteden van Bilbao rijden we voor de tweede keer vandaag naar Galdakao. We fietsen bijna door Basauri, de geboortegrond van de man, de legende, Matxin! Brede weg langs de Nervion, een paar bochten en wat rotondes en verder is het gewoon wachten op de volgende beklimming van de Vivero. Eenmaal in Galdakao slaan we na 129 kilometer linksaf, dan rechtsaf, even later nog eens linksaf en dan beginnen we voor de tweede keer aan de Vivero. Opnieuw gaat het 4,6 kilometer aan 8% omhoog, het recept mag ondertussen bekend zijn. De renners mogen zich opnieuw een weg omhoog worstelen door een uitzinnige Baskische menigte. Het zal weer lijken alsof er geen doorkomen aan is voor de renners, maar dat komt altijd wel goed. Of, nouja, na gisteren zou je daar bijna aan beginnen te twijfelen. Je moet natuurlijk wel het onderscheid maken tussen mensen die komen om te protesteren en de echte wielerfans, de Basken die altijd naar de koers komen kijken weten precies wat ze doen. Altijd op het juiste moment aan de kant, respect voor de coureurs, je vlag net op tijd terughalen zodat ie niet in een wiel blijft hangen. Op meerennen staat hier de doodstraf. De Basken hebben ontzettend veel respect voor de renners, kennen ze ook allemaal bij naam en halen daarom minder rare fratsen uit de gemiddelde wielerfan, al maakt een genocide ons allemaal wat onrustig. Na 133 kilometer, op 24 kilometer van de streep, komen we voor de tweede keer boven op deze klim die voor mij altijd verbonden zal blijven met de Vuelta van 2011. Sindsdien hebben we vooral veel tegenvallend koersgedrag gezien op de Vivero, al is het ook gewoon een feit dat het debuut in 2011 nooit meer overtroffen kan worden. Ik gooi mijn aloude verhaal er nog maar eens in, ik laat geen mogelijkheid onbenut om Igor in het zonnetje te zetten.





Het gaat om de 19e rit van de Vuelta van 2011, een etappe van Noja naar Bilbao. Vroeger kwam de Vuelta bijna jaarlijks in Bilbao, maar door allerlei politieke spanningen, waar ik niet teveel over uit zal weiden, kwam daar in 1978 een eind aan. In die editie waren er nogal wat protesten van Baskische nationalisten, waarna werd besloten het Baskenland een tijd te ontlopen. Tijdens de koers ontplofte er ook een keer een bommetje, het werd de organisatie een beetje te heet onder de voeten. Naarmate de tijd vorderde werden er steeds meer redenen verzonnen om niet meer naar het Baskenland te gaan. Angst voor de ETA en dat soort dingen, zelfs toen de ETA steeds minder relevant werd. Uiteindelijk duurde het meer dan 33 jaar voor de Vuelta terugkeerde naar de regio waar de koers vroeger jaarlijks kwam. De negentiende etappe van de Vuelta van 2011 zorgde ervoor dat we na 33 jaar weer terug waren op heilige wielergrond. Na zo'n lange tijd waarin Baskenland werd vermeden moest dit heuglijke feit groots gevierd worden, dus kwamen alle Basken naar buiten en werd de rit zo'n beetje de drukbezochtste rit ooit. Overal stonden mensen, van het binnenrijden van Euskadi tot de finish in Bilbao. De Basken hadden voor de Vuelta begon één grote droom. Ze wilden Igor Antón in de rode leiderstrui zien passeren. Antón was de sterkste in de Vuelta van 2010, maar door een valpartij schakelde hij zichzelf uit. Hij had al twee ritten op zak en reed in de rode leiderstrui, in het klassement had hij een voorsprong van een minuut op Nibali en co, maar een gat in de weg richting Peña Cabarga werd hem fataal. Met een gebroken elleboog en wat al niet meer moest hij gedwongen afstapte. Nu, één jaar later en ook een jaar sterker, moest hij dan de Vuelta van 2011 maar gaan winnen. Hij keerde terug na zijn blessures en won in de Giro van 2011 een rit op de Zoncolan, maar het grote doel van het jaar bleef de Vuelta. Daar moest het gaan gebeuren, nu moest hij de Vuelta dan alsnog gaan winnen. Al snel bleek dat dit niet ging lukken. Voorafgaand aan de Vuelta van 2011 werd Igor ziek. Met een slechte conditie begon hij aan de ronde en al snel werd hij in meerdere ritten op grote achterstand gereden. Hij zou de Vuelta van 2011 vrij duidelijk niet gaan winnen.

Bekijk deze YouTube-video

Hij toonde zich strijdbaar. Richting het eind van de Vuelta begon hij te herstellen. Hij reed sterk op de Angliru, deed het nog wat beter op Peña Cabarga (ditmaal kwam hij niet ten val) en besloot daarom zijn plannen maar te veranderen. Niet de rode leiderstrui in Bilbao, maar een ritoverwinning behoorde nog wel tot de mogelijkheden. Op 9 september 2011 viel hij aan. Hij kreeg drie mensen mee. Ten eerste zijn ploeggenoot, de eeuwige knecht, Gorka Verdugo. Een oersterke klimmer, die zich altijd wegcijferde voor andere renners. Alexandr Dyachenko, een Kazach, sloot zich ook aan. Ook Marzio Bruseghin, de man van de ezels, sloot zich bij het geschelschap aan. Met z'n vieren reden ze voor het peloton uit. Het peloton dat niet echt rustig reed, maar ook nooit echt heel erg dicht in de buurt kwam. Het parcours bevatte twee keer de steile kant van de Vivero, Igor Antón mocht twee keer door zijn eigen dorp rijden en twee keer over de klim fietsen waar hij gedurende zijn leven al duizenden keren overheen was gefietst. De eerste passage over de klim stond in het teken van puur genieten. Hij dacht nog niet direct aan de ritzege en had tijd om zelfs een paar woorden te wisselen met vrienden en familie op de klim. Het was een gekkenhuis, heel Galdakao was uitgelopen om hun Igor aan te moedigen. Al zijn vrienden, familie, kennissen, iedereen stond op de berg. Allemaal schreeuwden ze hem naar voren. Veel gebeurde er nog niet. Het was nog een aardig eind tot de finish. Gorka Verdugo reed de longen uit zijn lijf om de voorsprong op het peloton groot genoeg te houden. De tweede keer dat de koplopers aan de voet van de Vivero kwamen hield Verdugo het voor gezien. Igor wachtte niet lang. Hij dacht nu wel aan de ritzege en hij ging er meteen vandoor. Hij kende de klim uiteraard perfect, kon iedere meter precies inschatten. Hoewel de grap is dat Igor deze kant van de Vivero eigenlijk altijd ontweek. Je kunt de klim van vier kanten bedwingen en het liefst bedwong hij de Vivero vanuit Lezama. De kant vanuit zijn eigen Galdakao was eigenlijk te lastig, dan werd het meteen een hele zware training. De kant vanuit Lezama, dat is dan juist weer de weg waar we na deze klim naar beneden zullen gaan. Marzio Bruseghin had geen antwoord op zijn demarrage. Antón ging en pakte meteen een grote voorsprong. Luid aangemoedigd door iedereen op de berg fietste hij weg van iedereen. Het peloton kwam ook niet meer dichterbij, zijn voorsprong begon zelfs op te lopen.



Op de top had hij ongeveer een halve minuut voorsprong op Bruseghin. Zolang de weg omhoog liep was hij ontketend, maar de logica zei dat hij het in de afdaling en op het vlakke moeilijk zou hebben om zijn voorsprong te behouden. De logica gooiden we tijdens deze glorieuze rit uit het raam. Het was nog nooit vertoond, maar Igor pakte in de afdaling tijd op Bruseghin. Zijn voorsprong werd groter en groter. Op het vlakke, in de straten van Bilbao, kwam de auto van Euskaltel nog een keer langs hem rijden. Hij werd nog maar eens luid aangemoedigd door Miguel Madariaga, de oprichter van de ploeg, die hem als kleine Igor ook nog eens had ontdekt. Madariaga schreeuwde zijn Fuji nog maar eens naar voren. Dat is de bijnaam van Antón, want zijn eerste fiets was een Fuji. Zijn naam kenden ze nog niet, maar dat kleine kotertje op die Fuji ging wel verdomd hard, zo ontstaan die bijnamen daar dan blijkbaar. Ook op het vlakke bleeft Antón maar uitlopen op Bruseghin, terwijl die laatste toch bekend stond als een goede tijdrijder. Het was de dag van Antón, en niemand die daar wat aan kon doen. In de laatste kilometers begon het geluid steeds harder te worden. Steeds werd omgeroepen dat de voorsprong van Antón groter werd en steeds begon het publiek uitzinniger te worden. In de laatste kilometer pakte Igor uitgebreid zijn moment. Hij ging nog maar eens naar de auto, om de hand van Madariaga te schudden. Daarna vierde hij uitgebreid de overwinning, zijn vierde ritzege in de Vuelta. De mooiste van allemaal. Het publiek klapte de handen stuk en was nog nooit zo voldaan. De perfecte rit. Na 33 jaar zonder rit in het Baskenland won de beste Bask van dat moment op een legendarische wijze de rit. Een kind van de stad, die door zijn eigen dorp en over zijn eigen klim mocht soleren naar de overwinning. Veel mooier gaat het nooit meer worden, ben ik bang. Wielrennen is een sport van verhalen en dit is voor mij het allermooiste verhaal. De romantiek spat er vanaf.



Nou, dit verhaal hebben we alvast achter de rug. Als de renners voor de tweede keer boven weten te raken op de Vivero rijden ze ditmaal niet rechtdoor, er volgt geen directe afdaling richting Bilbao. Nee, op de top slaan ze rechtsaf en daarna rijden ze een paar meter vals plat omhoog verder. Na dit kleine uitlopertje begint de weg via wat bochtjes voorzichtig omlaag te lopen, tot we uitkomen in het park van Elorritxueta. Nog best een listig stukje dit, het gaat hier niet heel steil omlaag maar we komen kort achter elkaar wel talloze bochten tegen. We komen uit op een parkeerplaats in de buurt van een mooi parkje waar Igor Antón al zijn hele leven lang komt picknicken. Er is hier een mooi uitzicht over de vallei, waar Galdakao en Bilbao te aanschouwen zijn. De Mirador de Elorritxueta, een plek om even stil te staan. Hebben de renners natuurlijk geen tijd voor, ze slaan bij het park linksaf en daarna beginnen ze aan een afdaling die ze kunnen kennen van de Tour van 2023. Voorbij het mooie park gaan we afdalen richting Lezama. Igor Anton reed altijd over deze weg omhoog, wij gaan omlaag. De klim waar hij duizenden keren overheen is gefietst, waar hij met zijn vriendjes in de loopgraven uit de burgeroorlog ging spelen, waar hij ging mountainbiken, waar hij in het park ging picknicken en ga zo maar door, dit is heilige grond voor de Euskaltelfappers onder ons. De weg omlaag naar Lezama is vier kilometer lang, in de eerste meters van de afdaling komen we meteen een haarspeldbocht tegen. Door een donker bos gaat het omlaag over een weg die speciaal voor de Tour werd voorzien van nieuw asfalt. Hielp overigens niet direct, het was in deze afdaling dat Enric Mas en Richard Carapaz onderuit gingen. Op de eerste dag van de Tour was het meteen afgelopen, Mas haalde de finish niet en Carapaz zou een dag later niet meer van start gaan. Meteen bijltjesdag, ik vraag de renners dus om voorzichtig te doen in deze afdaling. Er is een verkeerd precedent geschapen, hopelijk krijgt dat geen navolging. De weg omlaag is breed, maar wel iets minder breed dan we inmiddels gewoon zijn. De weg omhoog is een snelweg, al gaan de Baskische fans er een geitenpad van maken, dit is een normale weg. In de eerste kilometer gaat het omlaag aan 9%, om maar even aan te geven dat dit een snelle afdaling wordt. Normaal rijden we van de Vivero eigenlijk altijd rechtdoor naar Bilbao over een snelweg, deden we na de eerste Vivero nog. Nu maken we juist de keuze om af te dalen naar Lezama via een iets smallere en steilere weg. Al bij al valt de afdaling wel mee, het gaat slechts vier kilometer omlaag en het aantal lastige bochten is op een hand te tellen, maar in de praktijk kan het dus anders uitpakken. Een goede daler kan hier met heel veel doorzettingsvermogen een gat slaan, al is de finish nog steeds best ver weg. Vlak voor we Lezama bereiken komen we nog een kilometer in dalende lijn aan 9% tegen met wat listige bochten erbij, daarna gaat het in de laatste kilometer van de afdaling rechtdoor verder in het dorp. Aan het eind van de afdaling slaan we bij een rotonde linksaf en daarna fietsen we een kleine acht kilometer over een vlakke weg richting de voet van de gevreesde Pike. De afdaling is dus voorzien van nieuw asfalt, maar het blijft linke soep. Na de klim van de Vivero een afdaling waar je je kunt smijten, we kunnen hier al koers gaan zien. Beneden komen we uit in het dorpje Lezama, een plek waar amper 2500 mensen wonen. Toch een ontzettend bekende plek, met dank aan voetjebal. Het trainingscomplex van het machtige Athletic Club bevindt zich in Lezama. Het trainingscomplex draagt ook de naam Lezama, zeg je Lezama dan zeg je Athletic. Wikipedia omschrijft het zo: Het Complex van Lezema is een sportaccommodatie gelegen in Lezama. Het werd in 1971 afgewerkt en dient als trainingscomplex van Athletic Bilbao en als thuishaven van Bilbao Athletic, de jeugdopleiding van Athletic Bilbao, de vrouwenploegen van Athletic Club Femenino en tijdens het seizoen 2021-2022 voor SD Amorebieta dat toen in de Segunda División A aantrad. Oja, Amorebieta speelde hier z'n wedstrijdjes toen ze een jaartje in La Liga2 actief waren. Lezama is een ontzettend belangrijke plek, want hier worden de spelers voor Athletic opgeleid. Voor Athletic mag je alleen spelen als je een Bask bent, Baskische roots hebt of om wat voor reden dan ook met het Baskenland in verbinding valt te brengen. De vijver om uit te vissen is heel klein en dus moet je ervoor zorgen dat je een goede jeugdopleiding hebt. De enige manier om het hoofd boven water te houden als je als club zo'n strenge filosofie hanteert. Zonder Lezama is er geen Athletic. Zonder een fantastische jeugdopleiding was de club al lang weggezakt naar de lagere regionen, maar het is nog steeds een van de clubs die nooit is gedegradeerd uit La Liga. Ik ga staan en ik applaudisseer voor Lezama. De talentensmeden van Athletic leveren waanzinnig werk.




De markante boog van het oude San Mamés schittert naast het hoofdveld van Lezama. Een stukje hergebruik, niet mis mee. Het oude San Mamés verdween en het nieuwe San Mamés verscheen, maar een aandenken aan het oude stadion valt dus altijd nog te vinden op het trainingscomplex. We fietsen langs de faciliteiten van Lezama en rijden rechtdoor verder over een brede en vlakke weg richting Zamudio. In Zamudio eindigde in 2022 een etappe in de Itzulia, gewonnen door Dani Martinez. Het was een voorzichtig gesponsorde aankomst op het Ingeteam Parke, voor de deur van het hoofdkantoor van het bedrijf Ingeteam. Zamudio ligt vol met bedrijven, we vinden hier het Parque Cientifico y Tecnologico de Bizkaia. De officiële site van de Tour noemde in 2023 tal van hoogtepunten langs de route en een van hun hoogtepunten was dit industrieterrein met maar liefst 140 bedrijven. De Basken zijn bedrijvig, dat klopt en dat moeten we ook zeker benadrukken, maar een hoogtepunt gaat me wat ver. In Zamudio fietsen we over het industrieterrein en we komen hier een aantal rotondes tegen, tevens wat vluchtheuvels. Meer dan dat valt er niet te beleven, het gaat volledig rechtdoor over een brede en vlakke weg en dat acht kilometer lang. Enthousiaste aanvallers op de Vivero of juist in de afdaling van de Vivero gaan het lastig krijgen om hier voor het peloton uit te blijven, of uit de greep van de vluchtgenoten. Ze zien je rijden en ze kunnen hier een organisatie op poten zetten. Van Zamudio rijden we rechtdoor naar Derio, een belangrijke plaats. De weg naar Derio is in het dagelijks leven voorzien van enkele paaltjes, die hopelijk worden weggehaald. We komen nog wat rotondes tegen en nog wat vluchtheuvels, als we dat even vergeten is het fietsen hier heel plezant. We rijden door de vallei van Txorierri en in die vallei liggen allerlei kleine plaatjes vol bedrijven. Het bekendste bedrijf van Derio is, jawel, daar komt ie: Euskaltel! Het hoofdkantoor van Euskaltel bevindt zich op het bedrijventerrein van Derio, we mogen dus wel stellen dat het een bijzondere plaats is. Euskaltel was natuurlijk jarenlang de hoofdsponsor van de mythische ploeg Euskaltel-Euskadi. Die ploeg ging helaas in 2013 ten onder, waarna Euskaltel uit de sport verdween. Het Baskische wielrennen had een groot probleem, nog een jaar lang bleef een continentale ploeg bestaan, maar die verdween daarna ook. Op een gegeven moment hadden we alleen een amateurploeg over, maar die is in de jaren nadien uitgegroeid tot ProTeam. En zodra de ploeg een ProTeam werd kwam ook Euskaltel weer om de hoek kijken. Ze keerden in 2020 terug in de sport en ook dit jaar zijn ze hoofdsponsor van de ploeg die opnieuwe Euskaltel-Euskadi is gaan heten. We hebben weer een ploeg met dezelfde naam, maar daarmee houden verder alle gelijkenissen op. Dit nieuwe Euskaltel-Euskadi acteert op een lager niveau, er rijden allerlei niet-Basken voor en de resultaten zijn volledig afwezig. Geen Miguel Madariaga aan het roer, maar Jorge Azanza. Die kan er he-le-maal niets van. Het Baskische wielrennen heeft überhaupt te maken met het feit dat er steeds minder fietsende kinderen zijn en dat er steeds meer koersen verdwijnen, maar de renners die overblijven zetten geen stappen vooruit onder de vleugels van Azanza. De nieuwe ploeg is een parodie op de oude ploeg en daarom is het ook behoorlijk logisch te noemen dat Euskaltel-Euskadi ook in deze Vuelta afwezig is. Ze verdienen het ook niet. Azanza d'ruit, iemand met meer verstand erin. Dan wordt het wellicht ooit nog wat. Schreef ik in 2023, in 2025 is het eigenlijk alleen maar erger geworden. Azanza nog steeds aan het roer, Euskaltel is nog steeds vissenvoer.



Ik mis het oude Euskaltel nog iedere dag en ik geef iedere keer een beetje binnensmonds over als het nieuwe Euskaltel probeert mee te liften op het oude Euskaltel. Die ploegen moet je echt volledig scheiden, het heeft allemaal niets meer met elkaar te maken. Hoe dan ook, met pijn in het hart ga ik verder. In Derio bevindt zich niet alleen het hoofdkantoor van Euskaltel, we vinden er ook de grootste begraafplaats van de regio Bilbao. De renners fietsen langs dit gigantische kerkhof en rijden daarna rechtdoor verder naar Sondika, in wat toch wel een aanzienlijke spurt moet gaan opleveren. We gaan bijna beginnen aan de bepalende klim van Pike, de strijd om posities zal hier volledig losbarsten. In de laatste paar kilometer voor de klim begint is er ruimte genoeg om op te schuiven, het blijft breed. We komen buiten Derio nog een rotonde tegen maar het blijft toch vrij breed en recht. Tot we Sondika bereiken, gelegen aan de andere kant van het vliegveld van Bilbao. In het begin van de etappe reden we via Loiu langs de noordkant van het vliegveld, nu passeren we langs het zuiden. De renners zullen rond dit punt ook bijna gaan opstijgen, het wordt een sprint tot de rotonde in het centrum van Sondika. Hier slaan de renners stevig linksaf en dan rijden ze over een licht bochtige doch brede weg, voorzien van wat drempels, de wijk Julio Arteche tegemoet. Een halve kilometer moeten we nog afwerken tot de voet van Pike Bidea. In deze halve kilometer loopt de weg licht omlaag, waardoor we gelanceerd aan de klim gaan beginnen. Het is een beetje een kronkelende weg, we komen zelfs nog een lichte chicane tegen in Sondika. Dan omlaag richting Julio Arteche en voila, daar loopt de weg ineens omhoog.


Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 02:09:54 #3
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218665287
Pike Bidea is een klim van 2,1 kilometer aan 9,5% gemiddeld, al houdt de organisatie het op 2,3 kilometer aan 8,9%. De Tour hield het op twee kilometer aan 10%, een paar hectometer verschil kan best veel zijn. De klim begint relatief makkelijk, we rijden in licht dalende lijn naar de eerste stroken toe en dus vliegen we over de eerste halve kilometer van de klim heen. Het gaat in de eerste kilometer gemiddeld aan 6,5% omhoog met een piek tot 11%, maar die kilometer gaat het probleem niet vormen. Het is gelijk steil in het begin, maar met de vaart die we hebben gemaakt zijn we daar zo voorbij. Even later vlakt het even kort af, terwijl we door een woonwijk aan het fietsen zijn. Bij het verlaten van de woonwijk wordt de klim pas echt leuk. We gaan over een brug fietsen, de brug die hierboven valt te zien. Zodra deze brug met de rode railing in beeld komt moeten we op gaan letten. Vlak voor de brug staat een bord met de onheilspellende boodschap 14%. Op de weg staat START gekalkt en dat is niet zonder reden. Alles gaat beslist worden in de tweede kilometer van de klim, een loodzware kilometer. De Baskische fans zullen ook hier weer massaal op de afspraak zijn, het was hier in de Tour van 2023 echt een enorm gekkenhuis. Sjalalalalala, Mikel Landa! Duizenden en duizenden fans zullen hier op de berg staan. De beste fans van de wereld, bij deze gelegenheid voorzien van een Palestijnse vlag in plaats van een ikurriña. Door een golf aan vlaggen en een penetrante wietlucht gaat het in de tweede kilometer van de klim aan 12,6% gemiddeld omhoog. Terwijl de trommelvliezen van de renners worden doorboord zal het melkzuur tot hun oren stijgen. We noteren een halve kilometer aan 15%, met een steilste strook tot 21%. Voorbij de ongelooflijk steile brug volgt er een ontzettend steile bocht naar rechts en even later volgt er een nóg steilere bocht naar links. De weg lijkt loodrecht omhoog te lopen, het is niet te doen. Normaliter overigens een behoorlijk brede weg, ik denk dat de Baskische fans 'm iets smaller gaan maken. Even later rijden we een blauwgeschilderd gebouwtje tegemoet, rond dit gebouw volgt de zwaarste strook van de klim. Een meter of 100 aan 16% met de piek tot 21%. Pike Bidea piekt boven de 20%, het is absoluut loodzwaar. Na een bocht naar links om het gebouwtje heen vlakt de klim heel langzaam iets af. Nee, grapje, het blijft mokersteil, dik boven de 10%, maar het zwaarste gedeelte hebben we al wel gehad. Pas in de allerlaatste meters wordt het iets makkelijker. Een ein-de-lo-ze klim, eindeloos. Na 149,6 kilometer, op 7,8 kilometer van het eind, bereiken we de top van Pike Bidea, een muur van de derde categorie. Op de top vinden we ook de bonussprint van de dag, ze hebben voor de verandering een keer een goede locatie gekozen voor deze bonussprint. Al kan het zomaar weer een dag voor de vluchters zijn, dat heb je niet altijd in de hand. Op papier hadden ze geen betere locatie kunnen bedenken dan de top van de steile laatste klim van de dag.





Er zijn talloze vergelijkingen te maken. Pike Bidea is zwaarder dan de Muur van Hoei, vooral omdat ie langer is. Zwaarder dan de Roche aux Faucons, dat ook al. Vergelijkbaar met de Redoute, zo'n beetje. Dan weten we ongeveer waar we het over hebben. De klim heet volgens de organisatie overigens Alto de Pike, erg lelijk. In de Tour was het nog erger, toen maakten ze er Côte de Pike van. In het Baskisch is het Pike Bidea, of simpelweg Pike. Bidea is het Baskische woord voor weg, we rijden over de weg van Pike. De klim debuteerde in Circuito de Getxo, de wedstrijd die ook wel de Memorial Hermanos Otxoa wordt genoemd. In de editie van 2020 werd de klim ontdekt voor de paar wielergekken die de hele dag naar een stream op youtube liepen te kijken. Ik was een van die gekken en ik zag Biniam Girmay demarreren op de steilste stroken van Pike Bidea. Bini reed in die tijd nog voor Delko en beschikte toen over meer klimmersbenen dan nu, maar alsnog. De toenmalige wereldkampioen Mads Pedersen werd gelost, terwijl Pello Bilbao op kop reed voor Damiano Caruso. Met een groepje van een man of zes kwamen ze boven op de klim, Bini was een van de zes. In de afdaling werd hij evenwel van de fiets gereden, dat was jammer. De klim is in ieder geval lastig, dat hebben we vooral in de Tour van 2022 kunnen zien. UAE maakte meteen oorlog op de klim, vooral onder het tempo van Adam Yates werd het hele peloton uit elkaar gereden. Alleen Tadej Pogacar, Jonas Vingegaard en... Victor Lafay konden mee. Toen Yates klaar was met zijn werk demarreerde Pogacar, maar hij kreeg het niet voor elkaar om van Vingegaard en Lafay af te komen. Lafay ging daarna zelfs op kop rijden, hij beleefde in 2023 in het Baskenland de twee meest bijzondere dagen van zijn carrière. Met een paar man reden ze naar de top van de klim, waarna er na de top weer een paar renners konden aansluiten. Dat is wel een belangrijke fase, het draait hier niet alleen om de klim, het draait ook juist om het uitlopertje na de klim. Geestig feitje uit mijn notities: op de top van Pike Bidea had er in de Tour ook een bonussprint moeten liggen, maar die hebben ze uiteindelijk geschrapt omdat het theoretisch mogelijk was geweest dat de winnaar van de eerste rit niet het geel zou dragen. De renners slaan na de top rechtsaf, stevige bocht, en bereiken een brede weg. Ze zouden ook linksaf kunnen slaan, dan rijden ze naar Artxanda. Een van de toeristische trekpleisters van Bilbao is dat, Artxanda is de berg boven de stad vanwaar je een fantastisch uitzicht krijgt aangeboden over Bilbao. Je kunt omhoog fietsen naar Artxanda, wat we nu zo'n beetje doen, of je pakt gezellig de funicular. Zoals een toeristische site het zou omschrijven: De Artxanda Funicular (Baskisch: Artxandako Funikularra) is de kabelbaan van Bilbao. Deze tandradbaan verbindt het centrum van Bilbao met het recreatiegebied op de top van de nabijgelegen berg Artxanda. Op deze berg vindt u een park, een restaurant, een hotel, een sportcomplex en de belangrijkste reden voor de toerist: op ongeveer 250 meter hoogte een mooi panoramisch uitzicht over de stad Bilbao, de Ría del Nervión en de zee. Het elektrische kabeltrammetje 'funicular' legt een lengte van 770 meter af en het maximale stijgingspercentage is 45%. Gedurende de rit van 3 minuten kan de funicular maximaal 70 personen vervoeren. Het vertrekpunt van de Artxanda kabelbaan is net ten noorden van de Zubizuri brug, op de rechteroever van de rivier de Nervion, en op loopafstand van het Guggenheim Museum. De funicular rijdt elke 15 minuten gedurende de dag. Tickets voor de funicular de Artxanda kunnen gekocht worden bij de stations. Als je in Bilbao bent dan ben je eigenlijk verplicht de funicular richting Artxanda te pakken. Het uitzicht is weergaloos, je ziet zo'n beetje alle hoogtepunten van de stad liggen. Het Guggenheim, de toren van Iberdrola (oké, eerder een dieptepunt) en San Mamés liggen mooi op een rijtje. In het park op de top kom je ook nog eens allerlei kunstwerken tegen, het is op alle mogelijke manieren een feest. Omhoog met de funicular, een hapje eten en drinken, een beetje over de stad uitkijken, beetje chillen in het park en dan weer naar beneden natuurlijk. In de Tour hadden ze het treintje van een bolletjestrui voorzien, ook wel vermakelijk. Normaal in het rood, voor de Vuelta hoeven ze dus geen aanpassingen te doen.





Deze toeristische trekpleister moest ook even benoemd worden. We komen niet langs Artxanda, want op de top van Pike Bidea slaan we rechtsaf en dan gaan we over een brede weg afdalen richting Bilbao. Nog minder dan acht kilometer te gaan, na de bocht naar rechts loopt de weg nog een halve kilometer heel smerig vals plat omhoog vooraleer we gaan beginnen aan de afdaling. De afdaling die vervolgens begint is ontzettend simpel. De weg omlaag is gigantisch breed en het gaat niet ontzettend steil omlaag. We komen in het begin een tweetal wat scherpere bochten tegen naar rechts, maar ook die stellen eigenlijk betrekkelijk weinig voor. Je gaat hier op de grote plaat naar beneden zonder al teveel stuurmanskunst nodig te hebben. In de Tour van 2023 zagen we dat dit de fase was waar je op een tactische manier weg kunt rijden, de gebroeders Yates muisden er na Pike Bidea samen vanonder. Op techniek kun je hier het verschil niet maken, het is eerder zo dat je hier kunt profiteren als het vooraan stilvalt. Niet ver voorbij de top van Pike Bidea komen we terecht op een bekende weg, we gaan op dezelfde manier naar de finish toe als een rondje eerder. We kennen deze weg, maar voor de volledigheid even in de herhaling: Wel wat bochten, maar goh, nee, perfect te doen tot nu toe. Pas op vijf kilometer van het eind komen we de eerste listigere bochten tegen. Op ongeveer vier kilometer van de finish volgt een scherpe naar links, waarbij men moet opletten voor de vluchtheuvel. Vervolgens gaat het eigenlijk quasi rechtdoor naar beneden over een snelweg. We zien rechts Bilbao liggen en we zien ook dat de weg niet veel voorstelt. Op ongeveer twee kilometer van het eind komen we wel een wegversmalling tegen, daarna rijden we een tunneltje in. Buiten de tunnel is het nog maar ongeveer 1,5 fietsen en we komen dan een bocht naar links tegen. Het is inmiddels vlak, want we hebben de oevers van de Nervion bereikt. We rijden door de wijk Deusto, bekend van de universiteit. Een van de belangrijkste universiteiten van het land, eigendom van de jezuïeten. Een oude universiteit, dat zie je ook wel aan de gebouwen. Interessant motto wel: kennis is beter dan goud. We zien ook het schitterende stadion van Athletic wederom liggen. Langs het water en langs San Mamés fietsen we weer die opmerkelijke brug tegemoet, die ons naar de overkant van het water brengt. De Euskalduna zubia, waar het warempel een paar meter omhoog loopt. Op de brug bevinden we ons in de laatste kilometer, een geleidelijke bocht naar rechts is het eerste wat we in die slotkilometer tegenkomen. Vervolgens komen we een gigantisch grote rotonde tegen, met een appartementencomplex in het midden. We rijden rechts om dit gebouw heen over de rotonde, wat een lange bocht naar links oplevert. Aan het eind van de rotonde botsen we op het lokale jezusbeeld, waar we ook weer rechts omheen moeten. Daarna slaan we de Gran Via Don Diego López de Haro in, kortweg de Gran Via, de finishstraat. In de laatste 600 meter gaat het rechtdoor tot aan deze finish over deze prachtige boulevard. Na bijna 158 kilometer passeren we hier voor de tweede keer, de definitieve keer. Deze heuvelrit in het altijd onovertroffen Baskenland zit erop. Tussen de Palestijnse vlaggen door zien we misschien wat renners aan de finish verschijnen.




Deze voorbeschouwing is weer helemaal uit de hand gelopen, en dan zijn we nog niet eens klaar. Na een rondje van 158 kilometer zijn we van Bilbo naar Bilbo gereden, een stad waar we al een keer of 75 zijn geweest, vooral in een ver verleden. Bilbao was vaste prik, tot er bepaalde spanningen zijn ontstaan. Momenteel ontstaan er weer spanningen, maar dan op een andere manier. We hopen op een dag vol protest, maar zonder incidenten. In Bilbao gaan we op zoek naar een opvolger voor Adam Yates, hij was degene die de eerste Tourrit van 2023 wist te winnen. Op Pike Bidea, waar de atmosfeer bedwelmend was, reed hij in dienst van Pogacar. Nadat de aanval van Pogacar niet slaagde kon hij terugkeren en in de uitloper na Pike Bidea demarreerde hij, waarna alleen zijn tweelingbroer de oversteek wist te maken. Met z'n tweeën reden ze naar de finish in Bilbao, een finish op een andere plek. Via een klimmetje reden we naar het Etxebarria Parkea, het park waar de Vuelta alleen onderweg een keer langs zou rijden. In de achtervolgende groep probeerde Jumbo-Visma de boel nog bij elkaar te brengen, maar dit lukte niet. Wout van Aert zat er nog mooi bij, maar aan sprinten kwam hij niet toe. Het werd een sprint bergop tussen een tweeling. Van die tweeling bleek Adam Yates de sterkste te zijn, hij reed weg van broer Simon en hij kwam een paar seconden voor hem aan. Ook meteen geel voor Adam Yates, die daarna alsnog braaf voor Pogacar zou knechten. Dat was bij het UAE dat nu in de Vuelta aanwezig is anders afgelopen. In de Vuelta waren we dan weer voor het laatst in 2022 in Bilbao, we zouden toen aankomen op dezelfde plek als nu. De finish in de Gran Via hoort bij de Vuelta, sinds 2011 zijn we hier inmiddels voor de vierde keer. In 2011 won Igor Anton dus, daar heb ik het een en ander over verteld. In 2016 kreeg hij een erg magere opvolger, in een vergelijkbare rit zaten we ineens naar een sprint te kijken, Jens Keukeleire of all places klopte Maxim Bouet en Fabio Felline, dat was een sof. In 2019 keerden we weer terug naar Bilbao, na een beklimming van de Vivero zouden we daarna over de hilarisch steile Arraiz gaan. Bijna net zo steil als Pike Bidea, misschien nog wel steiler zelfs. Het werd een rit voor de vluchters, op de klim van Arraiz reed Philippe Gilbert weg van vluchtgenoten. Een sympathiek duo bestaande uit Alex Aranburu en Fernando Barcelo ging achter hem aan, ze kwamen ook dicht, maar in de Gran Via was het toch echt Gilbert die met een paar secondjes voorsprong de handjes in de lucht mocht steken. In 2022 volgde de voorlopig laatste aankomst in de Vuelta in Bilbao, bij die gelegenheid keken we naar een masterclass van de enige echte Marc Soler. Na een aanvangsfase vol aanvallen reed er op een bepaald moment een kopgroep weg en toen die kopgroep een voorsprong van twee minuten had besloot Soler onderhand eens in de achtervolging te gaan. Hij maakte de oversteek, en volgens de theorie van Karsten Kroon is degene die als laatste aansluit bij de kopgroep vaak de winnaar. Dat bleek nu ook zo te zijn. Op de beklimmingen, we zagen weer eens een dubbele Vivero, leek Soler niet de sterkste, maar uiteindelijk kwam hij toch op kop terecht. Typisch Marco, onnavolgbaar in alles. In het stuk voorbij de Vivero richting de finish werd zijn voorsprong op de achtervolgers nooit groter dan een seconde of 10, maar dankzij fantastische G2-tactics redde hij het toch. Ze reden in de laatste kilometers continu vijf seconden achter hem, één goede kopbeurt en ze waren er gewoon bij, maar ze keken naar elkaar en niemand wilde het gat helemaal dichten. Uiteindelijk werd er in G2 tot in de allerlaatste kilometer gepokerd, waardoor Soler, die continu in beeld bleef, toch uit zicht raakte. Ze hadden hem honderd keer terug kunnen halen, maar ze deden het niet. Ook niet omdat er in de achtervolgende groep nog een rode trui op het spel stond, het was een rit in het begin van de Vuelta. Een van de vluchters zou het rood pakken, ze waren daar meer mee bezig dan met de ritzege. Marco profiteerde, door gewoon als een dommekracht door te blijven rijden. Het was een vrij frustrerend schouwspel, maar toch ook wel weer geestig. Fenomeen Soler. En het heeft godbetert nog kinderen ook. Nou, goed, is dit ondertussen voldoende tekst? Ik zou in principe nog vijf jaar door kunnen gaan met het vertellen van verhalen over Bilbao. De helft van de toeristische attracties hier heb ik nog niet eens genoemd. De Zubizuri van Calatrava, bijvoorbeeld. Een witte brug, die altijd spekglad wordt als het regent, leuke rubriek. Nouja, laten we zeggen dat dit volstaat.




Deze hopelijk spectaculaire heuvelrit, zo'n beetje de eerste leuke rit op papier, begint om 13:30. Na een neutralisatie van 20 minuten beginnen we om 13:51 echt, dit gaat allemaal live te bewonderen zijn. Er volgt een integrale uitzending, Eurosport 1 gaat om 13:15 al live. Sporza schuift om 14:20 aan, maar wie kijkt daar eigenlijk nog naar als je ook naar het gouden koppel kunt luisteren? Ik ben volledig overgestapt, ondanks het feit dat je aan alles kunt merken dat Jeroen en Karsten zich totaal niet voorbereiden op deze Vuelta. Al kijkt Jeroen wel uit naar deze rit, zo'n kenner is hij dan ook wel weer. De aankomst van de rit wordt verwacht tussen 17:20 en 17:41, we krijgen een uur of vier aan puur, onversneden Baskisch genot voorgeschoteld. Met een vleugje Free Palestine tussendoor. In Bilbao wordt het vandaag vrij warm, we noteren 28 graden overdag. Een beetje bewolking gedurende de dag, maar het zou droog moeten blijven. Geen typisch Baskisch weer, de renners boffen. Een beetje zirimiri behoort tot de mogelijkheden, ik zie wel een kleine kans op regen en er zou dus best wat fijne motregen kunnen vallen, maar op een echte plensbui hoeven we niet te rekenen. Veel wind staat er wederom niet, ik weet niet wat dat is deze Vuelta. De wind draait wel gedurende de dag, beetje rugwind op de slotklim waarschijnlijk. Niet dat het met die lage snelheden veel invloed gaat hebben. Dan zijn er andere factoren die vandaag meer van belang zijn, zoals de gedragingen van het volk.



We zijn weer terug in Bilbao en in Bilbao krijgen we niet altijd een leuke koers. De heuvelritten rond Bilbao zijn vaak een prooi voor de vlucht, zoals we in 2011, 2019 en 2022 hebben kunnen zien. In 2016 werd het dan weer een veredelde sprint, dat scenario lijkt met de toevoeging van Pike Bidea uitgesloten. Het lijkt eerder weer een rit voor de vlucht te worden, maar met de toevoeging van Pike Bidea wordt het ook meteen een rit waar de klassementsrenners aan de bak moeten. Dit is een van de lastigste ritten die we tot nu toe in Bilbao hebben gezien, lastiger dan de epische rit in 2011 en de laatste passage in 2022. Eerder te vergelijken met de rit in 2019, toen er tussen de klassementsrenners uiteindelijk ook niet veel verschil ontstond. De klim naar Arraiz was lastig, maar beneden in Bilbao zaten er toch 19 favorieten bij elkaar. Zo'n muur voor het eind hoeft dus niet altijd veel spektakel op te leveren, al zijn we nu weer een paar jaar verder en anno 2025 lijkt zo'n muur juist wel een garantie op spektakel. De combinatie van Vivero en Pike Bidea leverde in de Tour van 2023 in ieder geval wel een felle strijd op, al was het toen natuurlijk ook de eerste rit. Er stond toen iets meer op het spel, maar alsnog, we hebben gezien dat je hier kunt koersen. En we krijgen er hier zelfs nog een extra Vivero bij, een Vivero van de steilste kant bovendien. Dat drieluik aan het eind van de rit is heel zwaar, dit is toch een van de betere kansen voor de klassementsrenners om echt oorlog te maken. Ik hoop op een mooie rit zonder incidenten, waarbij het nog altijd het meest logische scenario blijft dat we naar een vluchtersrit gaan kijken. Met een klim direct vanuit het vertrek en een parcours vol heuvels moet er in ieder geval een mooie vlucht kunnen ontstaan. We zijn in het onovertroffen Euskal Herria en we hopen daar een onovertroffen etappe te zien. In de buurt van 2011 komen we nooit meer, maar ik hoop op een sterke kopgroep en op eindelijk een keer een goede strijd in zo'n kopgroep. Het liefst een keer geen renner van UAE die ver van de finish al vertrokken is. Ondertussen hoop ik dat men in het peloton op de Vivero al begint met koersen, om vervolgens volledig los te gaan op Pike Bidea. De renners maken de koers, nu hebben ze eindelijk een keer een perfecte mogelijkheid gekregen om daadwerkelijk koers te maken. Als dit een saaie rit wordt ligt het aan de renners, niet aan het parcours. Heuvelritten zijn vaak de meest vermakelijke ritten, hopelijk nu ook. Op papier is het een heerlijke rit, in de praktijk met wat mazzel ook. Na een flopvuelta zijn we wel een keer toe aan een etappe vol genot, zou je zeggen. Maar, samenvattend, het wordt een vlucht. Het is maar een korte rit en hij zou te controleren moeten zijn, maar ik geloof niet dat er een ploeg is die daar zin in zal hebben. Het zou kunnen, als er na 100 kilometer weer geen vlucht vertrokken is, maar op dit parcours zal de vlucht van de dag eerder zijn ontstaan.
1. Landa. Dit is puur wisjfoel sinking. Een Bask die wint in het Baskenland, meer hoeft u hier niet achter te zoeken. Gisteren eindelijk een keer veel tijd verloren, hopelijk bewust laten lopen om nu voor de rit te gaan. Dromen mag. Vorig jaar verloor hij veel tijd en een paar plaatsen in het klassement toen we door het Baskenland reden, daar moet hij nu dan maar wraak op nemen.
2. Beloki. Zoveel Basken doen er niet mee, ik ben snel door mijn lijstje heen. Azparren ga ik niet noemen, dus na Beloki is het wel klaar. Het is een beetje optimistisch om hem na één goede prestatie meteen meermaals te noemen, de waarheid is dat de Baskische spoeling gewoon dun is. De hoogtijdagen liggen helaas achter ons, op een enkele uitzondering na.
3. Soler. Voor een herhaling van 2022! Als Vine iedere dag in de aanval mag gaan, waarom Marco dan niet? We willen een herhaling van de masterclass in 2022, we willen een herhaling van zijn maniakale Vuelta van 2024. Ayuso en Vine zorgen al voor het nodige vermaak, we hebben Marco nodig om nog meer plezier te beleven.
4. Ayuso. Dat op kop rijden voor Almeida was even een halve minuut leuk, nu is het weer tijd om aan jezelf te denken Juan! Ik eis dat je de rest van de Vuelta zoveel mogelijk in de aanval gaat. We hebben dit allemaal nodig.
5. Schachmann. We zijn in het Baskenland, dus dan zal deze gozer ineens uit het niets wel weer boven komen drijven. Om de volgende dag weer volledig uit beeld te verdwijnen, wat hij deze Vuelta tot nu toe continu heeft gedaan. Grapjas.




Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 02:13:06 #4
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218665289





Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 3 september 2025 @ 07:32:46 #5
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218665524
Goede OP.

Bilbogenot
pi_218665597
Hopelijk een topshow
  Redactie Sport / Supervogel woensdag 3 september 2025 @ 07:52:37 #7
270182 crew  Pino112
Pino van Luna O+
pi_218665610
Denken jullie aan de prono?
Er volgt een mensjun in het topic
pi_218665616
Baskenlandgenot.

Bommen op Israhel, ik eis dat het gruwelijk uit de hand gaat lopen vandaag.
pi_218665699
Euskal Herria gaat ongelofelijk op afspraak zijn
pi_218665766
Drie posts GENOT

Had het kunnen weten, Baskenlandgoden krijgen altijd alle aandacht van @Rellende_Rotscholier

Ook blind de top-5 gespeeld in de wielerprono, dit kan niet meer fout!
Jack does it in real time...
  woensdag 3 september 2025 @ 09:48:48 #11
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_218666302
Het zou goed zijn als de organisatoren (ASO, UCI) de propagandatak van een land dat du moment genocide uitvoert zou weren van de sport, en het zou heel vervelend zijn als willekeurige renners risico's lopen tijdens de koers omdat de UCI en ASO per se een propagandatak voor genocide in koers wil houden.

Laat ons dus hopen dat ze zo snel mogelijk zo verstandig zijn om de propagandatak voor genocide uit koers te halen, voordat er ongelukken gebeuren die ondanks alles qua omvang nooit in de buurt zullen komen van de weerzinwekkende massamoorden waar de propagandatak die nu nog in koers is, propaganda voor is.

Maar goed, ik ben ook zo iemand die de Nazi's in 1942 niet meer had uitgenodigd voor sportevenementen om precies dezelfde redenen.
pi_218666305
quote:
Volgens mij verwar jij het NWS-topic met het Vuelta-topic.
pi_218666337
"Is UAE een dictatuur?" Chris Horner in het begin van zijn dagelijkse analyse over de Vuelta, geeft een inkijkje. Hij heeft vroeger ook voor dezelfde ploeg, ploegbazen, directeur sportief e.d. gereden.
Chris denkt dat eerst de afspraak inderdaad was om tot na het einde van de Vuelta te wachten met het nieuws over Ayuso. Maar dat Ayuso zodanig en opzichtelijk de afspraken schond in de eerste week, dat UAE zelf op de rustdag om zeven uur met een verklaring kwam, om iets van een eigen geloofwaardigheid te kunnen laten zien.
Ja, dat viel Ayuso rauw op zijn dak toen hij daar een half uur eerder pas bericht van kreeg. Maar dat is wat anders dan een dictatuur.

[ Bericht 0% gewijzigd door Idisrom op 03-09-2025 10:03:18 ]
  woensdag 3 september 2025 @ 10:02:45 #14
478082 VoMy
Seksloos kutventje
pi_218666377
Dit is wel een leuk profiel voor vandaag. Hopelijk wordt er ook een leuke koers van gemaakt.
pi_218666866
Belbundel voor deze maand op na lezen OP.
U MAD?
pi_218666906
Heb meteen een nieuwe muis besteld na het lezen van de OP. Dat terzijde, wel zin in deze toprit bij de BaskenGoden. Hopelijk hebben de Baskische fans vannacht flink doorgewerkt en gaan de renners over mooi groen/rood/wit/zwart geverfde berghellingen rijden *O*
  woensdag 3 september 2025 @ 11:01:19 #17
311938 Kopiko
We were so happy...
pi_218666925
Ooglasering was noodzakelijk halverwege de OP.
  Eindredactie Sport / Forummod woensdag 3 september 2025 @ 11:41:28 #18
284411 crew  heywoodu
Van bijna dood tot olympiër:
pi_218667281
Zin in. Hopelijk niet teveel (nou ja, geen) debielen die op de weg gaan staan en renners aanvallen en dergelijken.
Van bijna dood op weg naar de Olympische Spelen, tot olympiër in 2026? Elk beetje hulp wordt bijzonder gewaardeerd!
https://www.gofundme.com/(...)he-spelen-na-ongeval
pi_218667746
Respect wel hoor voor dit schrijfsel. Hoeveel uren werk zit daar wel niet in? :o

Deze etappe zou zeker vuurwerk op moeten leveren. Overigens vond ik de afgelopen twee etappes al best vermakelijk ook.
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 13:04:32 #20
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218667933
quote:
Wordt de renners van Israel-Premiertech gevraagd de Vuelta te verlaten? Volgens verschillende van onze bronnen voelt een deel van het peloton zich niet meer veilig na de incidenten van de afgelopen dagen.

Om te voorkomen dat een etappe wordt geannuleerd of dat er een incident plaatsvindt, hebben sommige renners de renners van Israel – Premiertech via een Telegram-lus gevraagd de Ronde van Spanje te verlaten.
https://www.velo-club.net(...)e-quitter-la-vuelta/

Deze Vuelta levert echt enorm.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
  Moderator woensdag 3 september 2025 @ 13:05:29 #21
198822 crew  Rellende_Rotscholier
Robbertje matten met de wouten
pi_218667951
We hebben inmiddels een streep gezet door Paul Ourselin en Ramses Debruyne, ze zullen enorm gemist worden.
Het blijft toch een merkwaardige sport hè, dat wielrennen.
pi_218668232
Vingegaard jr wordt 1 vandaag, dus vluchters zijn kansloos
pi_218668269
Peloton staat stil blijkbaar
pi_218668280
quote:
0s.gif Op woensdag 3 september 2025 13:46 schreef Marcoss het volgende:
Peloton staat stil blijkbaar
Op de stream fietsen ze gewoon.
pi_218668281
quote:
0s.gif Op woensdag 3 september 2025 13:41 schreef Marcoss het volgende:
Vingegaard jr wordt 1 vandaag, dus vluchters zijn kansloos
Hele etappe live aan de telefoon?
Jack does it in real time...
abonnement Unibet Coolblue Bitvavo
Forum Opties
Forumhop:
Hop naar:
(afkorting, bv 'KLB')