Je logde vandaag in met een zwaar gevoel.
Er zit een gat in je sok. Niet zomaar een sok, maar je lievelingssok. De sok die je door koude dagen heen hielp, die je voeten troostte na lange dagen, die er altijd was. En nu... dat ene gat. Alsof er niet alleen in de stof, maar ook in jou iets is gescheurd.
Je probeerde er nog een glimlach uit te persen:
Toch liever een gat in mijn sok dan een sok in mijn gat.
We lachten, maar voelden tegelijk hoe moeilijk dit voor je is.
Want hoe neem je afscheid van zoiets dierbaars? Nieuwe sokken zijn er in overvloed, maar geen enkele heeft dezelfde geschiedenis, dezelfde herinneringen. Deze sok was uniek.
En nu ligt hij daar, versleten en kwetsbaar. Een klein gat voor de wereld, maar voor jou een groot verlies.
Ik ben een man met een onverklaarbare fascinatie voor capuchons. Ze zijn mijn tweede huid—altijd om me heen, altijd vertrouwd. Ik draag ze niet alleen, ik lééf erin. Het voelt magisch als iemand er zachtjes aan trekt, een speels moment vol onverwachte connectie. En als mijn capuchon ergens blijft haken? Pure vreugde! Een klein avontuur in het alledaagse, alsof de wereld me even vasthoudt. Capuchons en ik? Een onafscheidelijk duo